Vaststellen correctiefactor landinrichting Weerijs-Zuid, provincie Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

 

Gelet op artikel 90, vierde lid, van de Wet inrichting landelijk gebied;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 2 maart 2017 de ontwerp-lijst der geldelijke regelingen voor de landinrichting Weerijs-Zuid ter inzage hebben gelegd;

 

Overwegende dat in die lijst onder andere de basiskosten zijn opgenomen die voor rekening van de eigenaren komen;

 

Overwegende dat de lijst, zoals die in ontwerp ter visie heeft gelegen, gebaseerd is op een voorlopige kostenopgave op basis waarvan de voorlopige puntwaarde is vastgesteld op € 21,00;

 

Overwegende dat de definitieve kosten van de landinrichting pas vaststaan nadat de uit te voeren werken gereed zijn en de geldelijke gevolgen van de zienswijzen en beroepsprocedure tegen de lijst bekend zijn;

 

Overwegende dat de rechtbank Oost-Brabant omtrent de ingediende beroepschriften uitspraak heeft gedaan;

 

Overwegende dat de landinrichtingskosten thans definitief vaststaan en een correctie van de basiskosten moet plaatsvinden, waarbij de basiskosten worden gecorrigeerd met een correctiefactor, zijnde het quotiënt van de definitieve kosten en de oorspronkelijk in de lijst opgenomen kosten;

 

Besluiten  

 

  • 1.

    De correctiefactor voor de landinrichting Weerijs-Zuid vast te stellen op 0,61, zodat de definitieve puntwaarde € 12,79 bedraagt;

  • 2.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

     

's-Hertogenbosch, 12 november 2019

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

de voorzitter,

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Naar boven