Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 8 oktober 2019, nr. 81F297F7 tot wijziging van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016 (SVNL2016)

Gedeputeerde staten van Utrecht;

 

Gelet op artikel 4.1 van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016 en de artikelen 105, 143, 145 en 152 van de Provinciewet;

 

Overwegende dat met ingang van 16 juni 2015 de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016 van kracht is geworden;

 

Overwegende dat het wenselijk is om een aantal wijzigingen aan te brengen;

Besluiten:

Artikel I

 

De Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016 als volgt te wijzigen:

 

A

 

In artikel 1.1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    De onderdelen h. tot en met z. worden geletterd i. tot en met aa. .

  • 2.

    Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

    • h.

      grote onderneming: onderneming waar minstens 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR overschrijdt, zoals bepaald in artikel 2, bijlage I van Verordening (EU) nr. 702/2014;.

  • 3.

    In onderdeel i wordt “stichting landelijk Fietsplatform of stichting Wandelnetwerk” vervangen door: Stichting Landelijk Fietsplatform of Stichting Wandelnet.

  • 4.

    In onderdeel o wordt “stichting Wandelnetwerk geregistreerde Lange Afstand Wandelpaden” vervangen door: Stichting Wandelnet geregistreerde Lange-Afstand-Wandelpaden.

  • 5.

    In onderdeel u. vervalt de tekst “op basis vaan een afgestemde ambitie”.

  • 6.

    De tekst na onderdeel aa. komt te vervallen.

  • 7.

    Na onderdeel aa. worden nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

    • bb.

      transactiekosten: kosten als bedoeld in artikel 2 sub e van Verordening (EU) nummer 1305/2013;

    • cc.

      vaartoeslag: extra vergoeding voor het beheer van natuur- en landschapsbeheertypen op een natuurterrein dat alleen varend kan worden bereikt, vermeerderd met de opslag voor de prijsstijging.

    • dd.

      verordening (EU) nr. 640/2014: Gedelegeerde verordening van de Europese Commissie van tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden;

    • ee.

      verordening (EU) nr. 809/2014: Uitvoeringsverordening van de Europese Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden.

B

 

In artikel 1.8, eerste lid, wordt na “Gedeputeerde Staten besluiten” toegevoegd: op basis van het Programma van Eisen voor natuurbeheer en agrarisch natuurbeheer als bedoeld in de Uitvoeringsregeling Stichting Certificering SNL van de provincie Utrecht.

 

C

 

In artikel 2.4, eerste lid, onderdeel a, wordt na “de activiteiten vinden plaats op een natuurterrein dat is aangemerkt als een onderdeel waarvoor subsidie kan worden aangevraagd in het natuurbeheerplan” toegevoegd: zoals geldend op het moment van indiening van de subsidieaanvraag.

 

D

 

Na artikel 2.4 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 2.4a EU richtsnoeren voor staatssteun

  • 1.

    Subsidieaanvragen kunnen niet worden ingediend na 1 oktober 2021.

  • 2.

    Indien de aanvrager een grote onderneming is, dient de subsidieaanvraag vergezeld te gaan van een uitgebreide beschrijving van het contrafeitelijke scenario waarin de begunstigde van geen enkele overheidsinstantie steun toegekend krijgt.

E

 

Artikel 2.8, derde lid, komt te vervallen.

 

F

 

In artikel 2.9 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

 

  • 1.

    In de aanhef van het tweede lid wordt na “onverminderd het eerste lid, heeft de subsidieontvanger die een toeslag ontvangt” toegevoegd: ten behoeve van het recreatief toegankelijk maken en houden van een natuurterrein.

  • 2.

    In het tweede lid, onderdeel a, wordt “en paden” vervangen door: of paden.

  • 3.

    In het tweede lid, onderdeel b, wordt “en paden” vervangen door: of paden.

 

G

 

Na artikel 2.12, vierde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:

 

  • 5.

    Gedeputeerde Staten kunnen in bijzondere gevallen in de beschikking tot subsidieverlening afwijken van het bepaalde in het tweede en het vierde lid van dit artikel.

H

 

Na artikel 2.13, derde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:

 

  • 4.

    In afwijking van het derde lid blijven op aanvragen als bedoeld in het eerste lid, ingediend door subsidieontvangers die op basis van het openstellingsbesluit 2018 gebruik hebben gemaakt van de ‘tarieven 2017 ten behoeve van herbeschikken’ als bedoeld in dat openstellingsbesluit, de hiervoor genoemde tarieven 2017 van toepassing.

I

 

In artikel 2.14, derde lid, wordt “restant” vervangen door: resterende.

 

J

 

In artikel 3.4 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

 

  • 1.

    In onderdeel b wordt na “het project voldoet aan de beoordelingscriteria voor gebiedsaanvragen zoals die in het natuurbeheerplan” toegevoegd: zoals geldend op het moment van indiening van de subsidieaanvraag.

  • 2.

    In onderdeel c, onder 2o, wordt na “per leefgebied, of onderdeel van het leefgebied een projectomschrijving op het niveau van beheerfunctie, een en ander afhankelijk van het gekozen abstractieniveau voor de beoordelingscriteria voor gebiedscriteria in het natuurbeheerplan” toegevoegd: zoals geldend op het moment van indiening van de subsidieaanvraag.

K

 

Artikel 3.8, derde lid komt te luiden:

 

  • 3.

    (vervallen)

 

L

 

In artikel 3.11, onderdeel c, wordt na “de gekozen beheeractiviteit of combinatie van beheeractiviteiten past bij de beheerfunctie zoals beschikt en het bijhorende leefgebied zoals aangewezen in het natuurbeheerplan” toegevoegd: dat geldt voor het beheerjaar waarop de gekozen beheeractiviteit of beheeractiviteiten zien.

 

M

 

In artikel 3.13 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt na “De subsidieontvanger kan eenmaal per kalenderjaar in de aanvraagperiode een aanvraag indienen tot wijziging van de beschikking tot subsidieverlening met ingang van het volgend kalenderjaar.” toegevoegd: Hierbij wordt de aanvraag beoordeeld aan de hand van het natuurbeheerplan dat geldt voor het beheerjaar waarop het wijzigingsverzoek is ingediend.

  • 2.

    In het tweede lid, onderdeel a, wordt “minimum en maximum oppervlakte” vervangen door: minimale en maximale oppervlakte.

N

 

In artikel 3.14 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

 

  • 1.

    In het derde lid wordt “restant” vervangen door: resterende.

  • 2.

    In het vierde lid wordt “restant” vervangen door: resterende.

  • 3.

    In het vijfde lid wordt “restant” vervangen door: resterende.

O

 

Artikel 3.16 vervalt.

 

P

 

De link waarnaar in bijlage 4 wordt verwezen komt te luiden:

https://www.bij12.nl/wp-content/uploads/2019/04/Bijlage-4-SVNL-2019.pdf

 

Q

 

De tabel bij bijlage 5 komt als volgt te luiden:

 

 

verplichting

Uiterste meldingstermijnen als bedoeld in artikel 3.11 aanhef en onder d en n SVNL’16.

Korting met 1% per werkdag op grond van artikel 2.14, derde lid Beleidsregels verlagen subsidie POP indien deze termijnen worden overschreden:

Jaarbetaling 0% als bedoeld in art. 2.14 , vierde lid Beleidsregels verlagen subsidie POP indien later wordt gemeld dan:

1

Opvoeren nieuwe activiteiten c.q. wijzigen van activiteiten (art 3.11.d)

 

periode verlengen(=verlengen rustperiode of inundatieperiode)

 

periode verkorten (=verkorten of naar voren halen rustperiode of inundatieperiode)

 

Opvoeren c.q. wijzigen startdatum1

 

Opvoeren c.q. wijzigen ingangsdatum aanwezigheid gewasresten (activiteit 9)2

14 kalenderdagen voor het starten van de activiteit

 

5 werkdagen voor de oorspronkelijke einddatum, waarbij de termijn tussen datum van wijzigen en de nieuwe einddatum ten minste 14 kalenderdagen bedraagt

 

14 kalenderdagen voor de nieuwe einddatum

 

5 werkdagen voor de (nieuwe) startdatum

 

5 werkdagen vóór de (nieuwe) ingangsdatum aanwezigheid van de gewasresten

Daags vóór de start van de activiteit

 

Daags vóór de oorspronkelijke einddatum

 

Daags vóór de nieuwe einddatum

 

Daags vóór de (nieuwe) startdatum

 

Daags vóór de (nieuwe) ingangsdatum aanwezigheid van de gewasresten

2

Melden uitgevoerde activiteiten (art.3.11 n )

 

Activiteit 5 (melden van nestenclaves en plaatsen nestbeschermer)

 

Activiteit 5 (melden van startdatum rustperiode)3

 

Activiteit 6 (bemesten met ruige stalmest)

 

Activiteit 16 (schoonmaken van watergangen)

 

Activiteit 22 (snoeien)

 

Activiteit 23 (maaien en/of schonen)

Activiteit 26 (spuiten van bagger)

 

Activiteit 30 (onderwerken gewasresten)

 

5 werkdagen na uitvoering

 

5 werkdagen na startdatum rustperiode

 

14 kalenderdagen na uitvoering

 

14 kalenderdagen na uitvoering

 

14 kalenderdagen na uitvoering, doch uiterlijk 28 maart (m.b.t. snoeien in de periode 16 juli jaar x-1 tot 15 maart jaar x)

 

14 kalenderdagen na uitvoering

 

14 kalenderdagen na uitvoering

 

14 kalenderdagen na uitvoering

 

 

14 kalenderdagen na uitvoering

 

5 werkdagen na startdatum rustperiode

 

28 kalenderdagen na uitvoering

 

28 kalenderdagen na uitvoering

 

28 kalenderdagen na uitvoering, doch uiterlijk 11 april (m.b.t. snoeien in de periode 16 juli jaar x-1 tot 15 maart jaar x)

 

28 kalenderdagen na uitvoering

 

28 kalenderdagen na uitvoering

 

28 kalenderdagen na uitvoering

Artikel II
  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van het Provinciaal blad waarin zij geplaatst wordt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid treedt onderdeel H in werking op 1 januari 2018.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid treden onderdeel P en Q in werking op 1 januari 2019.

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 8 oktober 2019.

Gedeputeerde staten van Utrecht

Voorzitter

Secretaris

TOELICHTING

 

De Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht is aangepast in het licht van nieuwe Europese en nationale wet- en regelgeving. Ook is de tekst op bepaalde punten aangepast of ingekort ten behoeve van de leesbaarheid. Verder zijn omschrijvingen verduidelijkt en zijn verouderde onderdelen uit de regeling geschrapt.

Artikel I, onderdeel D (artikel 2.4a, EU richtsnoeren voor staatssteun)

Aanvragen kunnen niet na 31 december 2021 worden ingediend, omdat per 1 januari 2022 het huidige goedkeuringsbesluit van de Europese Commissie met kenmerk SA.48351 (2017/N) afloopt. Alsdan is een nieuw goedkeuringsbesluit of een andere staatssteungrondslag nodig om subsidie te verstrekken.

 

Het vereiste van het tweede lid van artikel 2.4a is afkomstig uit het landbouwsteunkader. Het ‘contrafeitelijke scenario’ is de beschrijving van de situatie als géén subsidie zou worden verleend. Wanneer de provincie een aanvraag ontvangt, wordt het contrafeitelijke scenario op zijn geloofwaardigheid getoetst en geverifieerd of de steun het vereiste stimulerende effect heeft.

Naar boven