Wijziging Subsidieverordening Natuur en Landschap 2016, provincie Gelderland

Bekendmaking van het besluit van 5 november 2019- zaaknummer 2016-006188 tot wijziging van een regeling

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

 

Gelet op artikel 1.10 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Gelderland 2016;

 

Besluiten

 

Vast te stellen de volgende wijziging van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Gelderland 2016:

Artikel I

 

A.

 

Artikel 1.1 komt te luiden:

 

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    beheeractiviteit: activiteit uit de koppeltabel;

  • c.

    beheerfunctie: functie van een beheeractiviteit, zoals opgenomen in de koppeltabel;

  • d.

    certificaat: door Gedeputeerde Staten afgegeven document waarmee wordt gewaarborgd dat een natuurbeheerder of agrarisch collectief voldoet aan bepaalde beheereisen en het beheer op de afgesproken manier uitvoert;

  • e.

    koppeltabel: in bijlage 3 opgenomen overzicht van de subsidiabele beheeractiviteiten en maximale vergoedingen;

  • f.

    groepscertificaat: het document dat een samenwerkingsverband of een natuurcollectief heeft verkregen als hun Kwaliteitshandboek door de Stichting certificering namens GS van Gelderland is goedgekeurd;

  • g.

    grote onderneming: onderneming waar minstens 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR overschrijdt, als bepaald in artikel 2, bijlage I van Verordening (EU) nr. 702/2014;

  • h.

    individueel certificaat: aan een beheerder door Gedeputeerde Staten afgegeven document waarmee wordt gewaarborgd dat de beheerder voldoet aan bepaalde beheereisen en het beheer op de afgesproken manier uitvoert;

  • i.

    landbouwactiviteit: landbouwactiviteit als bedoeld en omschreven in de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB;

  • j.

    landbouwer: natuurlijke persoon of rechtspersoon, dan wel een groep van natuurlijke personen of rechtspersonen, die een landbouwactiviteit uitoefent op landbouwgrond;

  • k.

    landbouwgrond: landbouwareaal als bedoeld en omschreven in artikel 2, onderdeel f, van Verordening (EU) nr. 1305/2013, plus eventuele landschapselementen of watergangen;

  • l.

    landbouwsteunkader: richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2010 (PB EU 2014/C 204/01);

  • m.

    landschapsbeheertype: in bijlage 1 opgenomen en nader beschreven beheertype;

  • n.

    landschapselement: in bijlage 1 opgenomen en nader beschreven element;

  • o.

    leefgebied: in het natuurbeheerplan begrensde landbouwgronden waarop planten of dieren voorkomen die bepaalde eisen stellen aan de inrichting en het gebruik van hun omgeving of waarop het voorkomen van zulke planten of dieren wordt nagestreefd;

  • p.

    monitoringstoeslag: vergoeding voor het uitvoeren van metingen en het vastleggen van de ontwikkelingen op het natuurterrein of de landbouwgrond met uitzondering van metingen in het kader van natuur- en landschapsbeheer;

  • q.

    monitoringsprogramma: door Gedeputeerde Staten vastgesteld meerjarig programma van metingen om de effecten van maatregelen en ingrepen te kunnen volgen vanuit vastgestelde beleidsdoelen en beleidstaken;

  • r.

    natuurbeheerplan: een plan als bedoeld in artikel 1.3 waarin de overeengekomen doelen op het gebied van natuur- en landschapsbeheer en agrarisch natuur- en landschapsbeheer zijn vastgelegd;

  • s.

    natuurbeheertype: in bijlage 2 opgenomen en nader beschreven beheertype;

  • t.

    natuurterrein: binnen de provincie gelegen grond met als hoofdfunctie natuur die in het natuurbeheerplan is aangeduid, alsmede gronden waarvoor een subsidiefunctieverandering is verstrekt als bedoeld in paragraaf 4.9 van de Regels Ruimte voor Gelderland 2016;

  • u.

    opslag voor de prijsstijging: op de consumentenprijsindex gebaseerde opslag van de subsidie om de kostenstijging gedurende de looptijd van de beschikking te compenseren;

  • v.

    openstellingsbijdrage: vergoeding voor het recreatief toegankelijk maken en houden van een natuurterrein of het houden van toezicht op een opengesteld natuurterrein;

  • w.

    schapentoeslag: extra vergoeding voor het beheer van natuurbeheertype N06 Voedselarme venen en vochtige heiden, N07 Droge heiden of N11 Droge schraalgraslanden ten behoeve van de inzet van een traditioneel gehoede schaapskudde;

  • x.

    tarief: tarief voor de in artikel 2.2 genoemde subsidiabele activiteiten, vermeerderd met de opslag voor prijsstijging;

  • y.

    traditioneel gehoede schaapskudde: rondtrekkende schaapskudde die niet permanent op één plaats graast, bestaande uit minimaal 100 ooien van een zeldzaam schapenras, die wordt gehoed door een herder uitsluitend met gebruik van één of meer honden;

  • z.

    transitiekosten: kosten als bedoeld in artikel 2 sub e van Verordening (EU) nr. 1305/2013;

  • aa.

    vaartoeslag: vergoeding voor het beheer van natuur- en landschapsbeheertypen op een natuurterrein dat alleen varend kan worden bereikt;

  • bb.

    Verordening (EU) nr. 640/2014: Gedelegeerde verordening van de Europese Commissie van tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden;

  • cc.

    Verordening (EU) nr. 809/2014: Uitvoeringsverordening van de Europese Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden

  • dd.

    zeldzaam schapenras: Drents heideschaap, Kempisch heideschaap, Schoonebeker heideschaap of Veluws heideschaap.

B.

 

In artikel 1.3, tweede lid, onderdeel a, wordt na sub 2° een nieuwe sub ingevoegd, luidende:

  • 3°.

    welk natuurterrein in aanmerking komt voor een schapentoeslag.

 

C.

 

In artikel 1.11, eerste lid, wordt na “Gedeputeerde Staten besluiten” ingevoegd: op basis van het Programma van Eisen voor natuurbeheer en agrarisch natuurbeheer als bedoeld in de Uitvoeringsregeling Stichting Certificering Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Gelderland.

 

D.

 

Artikel 2.4 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In het eerste lid, onderdeel a, wordt na “in het natuurbeheerplan” ingevoegd: , zoals geldend op het moment van indiening van de subsidieaanvraag.

  • b.

    In het tweede wordt na “De monitoringstoeslag” ingevoegd: , schapentoeslag.

  • c.

    In het derde lid wordt na “De openstellingsbijdrage” ingevoegd: voor de vergoeding voor het recreatief toegankelijk maken en houden van een natuurterrein

 

E.

 

Na artikel 2.4 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 2.4a EU-richtsnoeren voor staatssteun

  • 1.

    Subsidieaanvragen kunnen niet worden ingediend na 1 oktober 2021.

  • 2.

    Indien de aanvrager een grote onderneming is, dient de subsidieaanvraag vergezeld te gaan van een uitgebreide beschrijving van het contrafeitelijke scenario waarin de begunstigde van geen enkele overheidsinstantie steun toegekend krijgt.

F.

 

In artikel 2.5, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel d door een puntkomma, na onderdeel e een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

  • e.

    kosten voor de inzet van een traditioneel gehoede schaapskudde op een natuurterrein.

 

G.

 

In artikel 2.6, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel b door een puntkomma, na onderdeel b een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

  • c.

    het normbedrag voor de schapentoeslag, vermenigvuldigd met het aantal hectares.

 

H.

 

Artikel 2.9 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In het tweede lid wordt na “de subsidieontvanger die een toeslag ontvangt” ingevoegd: ten behoeve van het recreatief toegankelijk maken en houden van een natuurterrein.

  • b.

    In het tweede lid, onderdeel b wordt “en” vervangen door: of.

  • c.

    Onder vernummering van het derde en het vierde lid naar het vierde en het vijfde lid, wordt na het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:

    • 3.

      Onverminderd het eerste lid, heeft de subsidieontvanger die een toeslag ontvangt als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, onder e, de volgende verplichtingen:

      • a.

        het gebruik van een of meer traditioneel gehoede schaapskuddes strekt zich uit over de hele oppervlakte waarvoor de toeslag door Gedeputeerde Staten wordt verstrekt.

      • b.

        als de subsidieontvanger niet zelf over een schaapskudde beschikt, sluit hij voor de hele duur van de subsidieperiode een overeenkomst voor het uit te voeren beheer met de eigenaar van de schaapskudde.

 

I.

 

In artikel 2.14, derde lid wordt “Het restant bedrag” vervangen door: het resterende bedrag.

 

J.

 

Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In onderdeel b wordt na “in het natuurbeheerplan” ingevoegd: , zoals geldend op het moment van indiening van de subsidieaanvraag.

  • b.

    In onderdeel c ten 2e wordt na “op het niveau van beheerfunctie” ingevoegd: , zoals geldend op het moment van indiening van de subsidieaanvraag.

 

K.

 

In artikel 3.7, eerste en tweede lid wordt “maximum aantal” vervangen door: maximumaantal.

 

L.

 

Het derde lid van artikel 3.8 vervalt.

 

M.

 

In artikel 3.11, onderdeel c wordt na “in het natuurbeheerplan” ingevoegd: dat geldt voor het beheerjaar waarop de gekozen beheeractiviteit of beheeractiviteiten zien.

 

N.

 

In artikel 3.12, zesde lid wordt “totaal bedrag” vervangen door: totaalbedrag.

 

O.

 

Artikel 3.13 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In het eerste lid wordt na “het volgend kalenderjaar.” ingevoegd: Hierbij wordt de aanvraag beoordeeld aan de hand van het natuurbeheerplan dat geldt voor het beheerjaar waarvoor het wijzigingsverzoek is ingediend.

  • b.

    In het tweede lid, onderdeel a wordt “minimum” vervangen door: minimale en “maximum” vervangen door: maximale.

 

P.

 

In artikel 3.14, derde, vierde en vijfde lid wordt “restant” vervangen door: resterende.

Artikel II

 

In de Toelichting behorende bij de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Gelderland 2016 wordt na de toelichting bij Artikel 2.4 Subsidievereisten ingevoegd:

 

Artikel 2.4a EU richtsnoeren voor staatssteun

Aanvragen kunnen niet na 31 oktober 2021 worden ingediend, omdat per 1 januari 2022 het huidige goedkeuringsbesluit van de Europese Commissie met kenmerk SA.48351 (2017/N) afloopt. Dan is een nieuw goedkeuringsbesluit of een andere staatssteungrondslag nodig om subsidie te verstrekken. Het ‘contrafeitelijke scenario’ is de beschrijving van de situatie als geen subsidie zou worden verleend. Wanneer de provincie een aanvraag ontvangt, wordt het contrafeitelijke scenario op zijn geloofwaardigheid getoetst en geverifieerd of de steun het vereiste stimulerende effect heeft.

Artikel III

De bijlagen behorende bij de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Gelderland 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • a.

    De aanhef “Bijlage 4. Meldingstermijnen als bedoeld in artikel 3.11, aanhef en onder d en n SVNL’16 en overzicht kortingen als bedoeld in artikel 2.14, derde en vierde lid Beleidsregels verlagen subsidie POP” komt te luiden: Bijlage 5. Meldingstermijnen als bedoeld in artikel 3.11, aanhef en onder d en n SVNL’16 en overzicht kortingen als bedoeld in artikel 2.14, derde en vierde lid Beleidsregels verlagen subsidie POP

  • b.

    In de tabel wordt in de kolom “verplichting” onder 1 na de zinsnede “periode verkorten (=verkorten of naar voren halen rustperiode of inundatieperiode” ingevoegd: ).

  • c.

    Onder vernummering van voetnoot 2 naar voetnoot 3 wordt een nieuwe voetnoot 2 ingevoegd, luidende: Melding is niet nodig indien de periode van aanwezigheid van de gewasresten al gedefinieerd is.

  • d.

    In de tabel wordt in de kolom “verplichting” onder 1 na “Opvoeren c.q. wijzigen startdatum (1)” een nieuwe verplichting ingevoegd, luidende: Opvoeren c.q. wijzigen ingangsdatum aanwezigheid gewasresten (activiteit 9) (2).

  • e.

    Bij de ingevoegde verplichting op grond van het vorige lid van dit artikel, wordt in de tabel in de tweede kolom ingevoegd: 5 werkdagen vóór de (nieuwe) ingangsdatum aanwezigheid van de gewasresten, en wordt in de derde kolom toegevoegd: Daags vóór de (nieuwe) ingangsdatum aanwezigheid van de gewasresten.

  • f.

    Bij de activiteit toegevoegd op grond van het vorige lid van dit artikel, wordt in de tabel in de derde kolom ingevoegd: Daags vóór de (nieuwe) ingangsdatum aanwezigheid van de gewasresten.

  • g.

    In de tabel wordt onder 2 bij de verplichting “Activiteit 22 (snoeien)”, in de tweede kolom de zinsnede “doch uiterlijk 15 maart” vervangen door: doch uiterlijk 28 maart, en in de derde kolom de zinsnede “doch uiterlijk 28 maart” vervangen door: doch uiterlijk 11 april.

Artikel IV

  • a.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Gedeputeerde Staten van Gelderland

John Berends

Commissaris van de Koning

Pieter Hilhorst

Secretaris

Gepubliceerd te Arnhe

Gedeputeerde Staten van Gelderland

J.C.G.M. Berends - Commissaris van de Koning

P.G.G. Hilhorst - secretaris

Naar boven