Besluit van gedeputeerde staten ven Zeeland houdende Wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 5 november 2019, nr. 19429432, houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013.

 

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • overwegende dat voor verstrekking van subsidies in het kader van de restauratie van rijksmonumenten bijzondere bepalingen in het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 benodigd zijn;

  • overwegende dat in deze bijzondere bepalingen periodiek wijzigingen worden aangebracht om knelpunten in de uitvoering op te lossen en gewenste beleidswijzigingen te implementeren;

  • gelet op artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2013;

besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013:

 

Artikel I  

 

Hoofdstuk 5 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 wordt als volgt gewijzigd:

A.

Onderdeel e van artikel 5.1.1 vervalt, onder verlettering van onderdeel f en g tot onderdeel e en f.

 

B.

Artikel 5.3.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      In aanvulling op artikel 1.2.1, tweede lid, wordt subsidie niet verstrekt:

      • a.

        indien niet schriftelijk wordt aangetoond dat:

        • een aanvullend geldbedrag boven het maximaal door het Nationaal Restauratiefonds te financieren leningsbedrag noodzakelijk is om te voorzien in de totale financieringsbehoefte van de restauratie; of

        • financiering van de restauratie door het Nationaal Restauratiefonds niet mogelijk is;

      • b.

        voor restauratie van:

        • een woonhuis als bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel j, van de Sim, tenzij het een aanvraag betreft van een professionele organisatie voor monumentenbehoud, gemeente, waterschap of openbaar lichaam dat is ingesteld met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

        • een groen monument als bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, van de Sim; of

        • een archeologisch monument als bedoeld in art 1.1 van de Erfgoedwet;

      • c.

        indien naar het oordeel van gedeputeerde staten het reguliere onderhoud van het rijksmonument niet voor zes jaar na realisatie van de restauratie waarvoor subsidie wordt aangevraagd voldoende is gewaarborgd.

  • 2.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      In afwijking van artikel 1.2.1, tweede lid, aanhef en onderdeel c, wordt subsidie niet verstrekt indien de te verstrekken subsidie minder bedraagt dan € 100.000,-, behoudens het geval een aanvullend geldbedrag boven het maximaal door het Nationaal Restauratiefonds te financieren leningsbedrag noodzakelijk is om te voorzien in de totale financieringsbehoefte van de restauratie, in welk geval subsidie niet wordt verstrekt indien de te verstrekken subsidie € 50.000,- of minder bedraagt.

C.

Artikel 5.4.1, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Indien voor de instandhouding van het rijksmonument een subsidie in het kader van de Sim is verstrekt, komen de in de beschikking tot subsidieverstrekking subsidiabel geachte kosten niet in aanmerking voor subsidie op basis van dit hoofdstuk.

D.

Artikel 5.5.2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel c komt te luiden:

    • c.

      een sluitende begroting inclusief dekkingsplan, voorzien van stukken waaruit de toezegging van geldelijke bijdragen door derden aan de restauratie blijkt;

  • 2.

    Onderdeel e komt te luiden:

    • e.

      een niet meer dan twee jaar oud inspectierapport dat de technische of fysieke staat van het rijksmonument beschrijft en dat is opgesteld door een ter zake deskundige en onafhankelijke persoon of instantie, zoals de Monumentenwacht Zeeland;

  • 3.

    Onderdeel g komt te luiden:

    • g.

      indien rijkssubsidie is ontvangen of is aangevraagd in het kader van de Sim, een kopie van de subsidiebeschikking dan wel de ontvangstbevestiging van de subsidieaanvraag;

  • 4.

    Onderdeel i komt te luiden:

    • i.

      een lijst van minimaal drie deskundige restauratiebedrijven die worden uitgenodigd om een offerte uit te brengen voor de uitvoering van het restauratieplan;

  • 5.

    Onderdeel k komt te luiden:

    • k.

      een toelichting op de openbare toegankelijkheid waarin wordt aangegeven hoe vaak het rijksmonument is opengesteld voor het publiek.

E.

Aan hoofdstuk 5 wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:

 

§ 5.8 Verplichtingen

Artikel 5.8.1

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in § 1.6 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

    • a.

      voor de duur van de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verleend, wordt een casco-all-risk verzekering afgesloten;

    • b.

      de restauratiewerkzaamheden worden uitgevoerd volgens de in de beroepsgroep geldende normen, voor zover deze zijn vastgesteld door het College van Deskundigen Restauratiekwaliteit van de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg;

    • c.

      na afloop van de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verleend, wordt het betreffende rijksmonument minimaal zes jaar bewaard en onderhouden in de staat waarin het door de werkzaamheden, waarvoor de subsidie is verleend, is gebracht;

    • d.

      de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verleend, worden binnen tien maanden na afloop van de openstellingsperiode gestart;

    • e.

      de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verleend, worden binnen 36 maanden na afloop van de openstellingsperiode afgerond;

  • 2.

    Op schriftelijk gemotiveerd verzoek van de aanvrager, kunnen gedeputeerde staten afwijken van het bepaalde in het eerste lid, aanhef en onder d en e.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 5 november 2019.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter,

A.W. Smit, secretaris,

Uitgegeven 7 november 2019

De secretaris, A.W. Smit

Naar boven