Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende Wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 29 januari 2019, nr. 18933934, houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013.

 

Gedeputeerde Staten van Zeeland,

  • overwegende dat voor verstrekking van subsidies ten behoeve van de verbetering van de toegankelijkheid van bestaande halteplaatsen in Zeeland bijzondere bepalingen in het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 benodigd zijn;

  • gelet op artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2013;

besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013:

 

Artikel I  

 

Na hoofdstuk 17 wordt toegevoegd een hoofdstuk luidende:

Hoofdstuk 18: Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie ten behoeve van de verbetering van de toegankelijkheid van bestaande halteplaatsen in Zeeland.

 

Artikel 18.1  

In dit hoofdstuk wordt onder halteplaats verstaan: onderdeel van een bushalte, waar zich één bus tegelijkertijd kan opstellen voor het laten in- en uitstappen van reizigers.

 

Artikel 18.2  

In het kader van de verbetering van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer in Zeeland, kan subsidie worden verstrekt voor het toegankelijk maken van:

  • a.

    halteplaatsen voor de buurtbus, de zomerbus of de haltetaxi zodat zij voldoen aan de toegankelijkheidseisen voor visueel beperkten zoals gesteld in de van toepassing zijnde Richtlijn toegankelijkheid van het CROW; en

  • b.

    de halteplaatsen voor het kernnet, spitsnet of scholierennet zodat zij voldoen aan de toegankelijkheidseisen voor visueel- en motorisch beperkten zoals gesteld in de van toepassing zijnde Richtlijn toegankelijkheid van het CROW.

Artikel 18.3  

  • 1.

    Subsidie kan slechts worden verstrekt aan gemeenten binnen de provincie Zeeland.

  • 2.

    Subsidie kan worden verleend, indien de subsidie betrekking heeft op halteplaatsen die:

    • i.

      door een reguliere bus of buurtbus worden aangedaan, mits de som van het aantal in- en uitstappers in het jaar 2018 meer was dan 100;

    • ii.

      alleen door een haltetaxi worden aangedaan, mits de som van het aantal in- en uitstappers in het jaar 2018 meer was dan 1000; of

    • iii.

      in het jaar 2018 alleen door de zomerbus werden aangedaan, mits de halteplaatsen onderdeel zijn van een busstation.

Artikel 18.4  

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 25.000 per halteplaats.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1.3.1, komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      de aanlegkosten van een nieuwe halteplaats;

    • b.

      de kosten voor het plaatsen van (nieuwe) voorzieningen op een bestaande halteplaats;

    • c.

      kosten voor de vervanging van een bestaande toegankelijke abri door een nieuwe toegankelijke abri.

  • 3.

    In afwijking van artikel 1.3.2, eerste lid, komen personeelskosten van de aanvrager niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 18.5  

  • 1.

    Het subsidieplafond voor het tijdvak 2019-2020 bedraagt € 800.000.

  • 2.

    Het subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

Artikel 18.6  

In afwijking van artikel 1.4.1, eerste lid, wordt de aanvraag in de periode van 1 februari 2019 tot en met 1 juli 2019 ingediend.

 

Artikel 18.7  

Onverminderd het bepaalde in paragraaf 1.6, is de subsidieontvanger verplicht de activiteiten uiterlijk op 1 juli 2020 af te ronden.

 

Artikel II  

 

Onder vernummering van de paragrafen 18.1 en 18.2 tot respectievelijk de paragrafen 19.1 en 19.2 en de artikelen 18.1.1 en 18.2.1 tot respectievelijk de artikelen 19.1.1 en 19.2.1, wordt Hoofdstuk 18: Slotbepalingen gewijzigd in Hoofdstuk 19: Slotbepalingen.

 

Artikel III  

 

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 29 januari 2019.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

A.W. Smit, secretaris

Uitgegeven 31 januari 2019

De secretaris, A.W. Smit

Naar boven