Twaalfde wijzigingsregeling Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant te wijzigen in verband met de openstelling van het tweede aanvraagtijdvak voor subsidie op grond van paragraaf 7 van die regeling, te weten projecten gericht op het voeren van een klimaatadaptatiedialoog, alsmede het met terugwerkende kracht ophogen van het subsidieplafond van het eerste aanvraagtijdvak van die paragraaf;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

 

Artikel I Wijziging Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant

 

De Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

Artikel 7.1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In onderdeel a wordt “Subsidieverordening” vervangen door: subsidieverordening.

  • 2.

    De onderdelen b en c vervallen, onder verlettering van de onderdelen d tot en met j tot b tot en met h.

  • 3.

    In onderdeel d (nieuw) wordt na “gebiedsgericht” ingevoegd: vormvrij.

  • 4.

    In onderdeel f (nieuw) wordt “kosten bedoeld” vervangen door: kosten als bedoeld.

  • 5.

    In onderdeel h (nieuw) wordt “Uitvoeringsagenda” vervangen door: uitvoeringsagenda.

B.

 

In artikel 7.7, tweede lid, wordt “eerste lid van die regeling” vervangen door “eerste lid, van die regeling” en “€50” door: € 50.

 

C.

 

Artikel 7.9 komt te luiden:

 

Artikel 7.9 Vereisten subsidieaanvraag

 

Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend van:

  • a.

    1 mei 2018 tot en met 4 september 2019;

  • b.

    11 november 2019 tot en met 1 oktober 2020.

D.

 

Artikel 7.10 komt te luiden:

 

Artikel 7.10 Subsidieplafond

 

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 7.4 vast op:

 

a. € 350.000 voor de periode, genoemd in artikel 7.9, onder a;

b. € 600.000 voor de periode, genoemd in artikel 7.9, onder b.

 

E.

 

Artikel 7.11 komt te luiden:

 

Artikel 7.11 Subsidiehoogte

 

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 7.4, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van:

 

  • a.

    € 15.000 in geval het project zich beperkt tot één gemeente;

  • b.

    € 15.000 per gemeente in geval de subsidieaanvrager een samenwerkingsverband is als bedoeld in artikel 7.2, eerste lid, onder b.

F.

 

Artikel 7.12 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het vijfde lid komt te luiden:

    • 5.

      Subsidie wordt verdeeld in volgorde van de rangschikking.

  • 2.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 6.

      Subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen die volledig gehonoreerd kunnen worden.

G.

 

Aan het slot van artikel 7.14, eerste en tweede lid, wordt de puntkomma vervangen door een punt.

 

H.

 

Artikel 7.15 komt te luiden:

 

Artikel 7.15 Bevoorschotting en betaling

 

Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag. Het voorschot wordt in een keer betaald.

 

I.

 

In bijlage 6 wordt “(https://ruimtelijkeadaptatie.nl/stresstest/handreiking/)”vervangen door: te raadplegen via de Stakeholdersanalyse op de landelijke informatiesite voor klimaatadaptatie https://ruimtelijkeadaptatie.nl/risicodialoog/uitleg-tips/.

Artikel II Overgangsrecht

Op subsidieaanvragen als bedoeld in paragraaf 7 van de Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant, die zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, blijft artikel 7.11 van de Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant, zoals dat luidde de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, van toepassing.

Artikel III Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel D, voor zover het betreft artikel 7.10, onder a, van de Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant, terug tot en met 1 mei 2018.

Artikel IV Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Twaalfde wijzigingsregeling Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant.

’s-Hertogenbosch, 29 oktober 2019

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Toelichting behorende bij de Twaalfde wijzigingsregeling Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant

I. Algemeen

Met deze regeling wordt de openstelling van een tweede aanvraagtijdvak voor paragraaf 7 “Klimaatadaptatiedialoog” van de Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant (hierna: Subsidieregeling PMWP) geregeld. De termijn van het tweede aanvraagtijdvak, dat loopt van 11 november 2019 tot en met 1 oktober 2020, is vastgesteld met het oog op de landelijk afgesproken termijn voor het voeren van de risicodialoog voor klimaatadaptatie door alle overheidsinstanties in Nederland. De termijn is met een jaar verlengd tot eind 2020. Veel gemeenten zullen naar verwachting pas in 2020 toekomen aan het voeren van de klimaatadaptatiedialoog. Met de openstelling van het tweede aanvraagtijdvak kunnen ook deze gemeenten door middel van subsidie gefaciliteerd worden in het voeren van een klimaatadaptatiedialoog. Voorts is het subsidieplafond voor het eerste aanvraagtijdvak met terugwerkende kracht verhoogd.

 

II. Artikelsgewijs

In het onderstaande wordt, voor zover noodzakelijk, per artikel een toelichting gegeven.

 

Artikel I

 

Onderdeel A (artikel 7.1)

Het begrip “Brabants klimaatadaptatieportaal” is geschrapt uit de begripsbepalingen, aangezien dit begrip niet gehanteerd wordt in paragraaf 7 van de Subsidieregeling PMWP. Tevens is het begrip “Awb” uit de begripsbepalingen geschrapt, aangezien dit begrip reeds geldt op grond van artikel 1, onder a, Asv. Tot slot is in de begripsomschrijving van “klimaatadaptatiedialoog” tot uiting gebracht dat de vorm waarin deze dialoog plaatsvindt vrij is. Mits de klimaatadaptatiedialoog voldoet aan de op grond van paragraaf 7 en bijlage 6 bij de regeling behorende eisen, kan de dialoog bijvoorbeeld ook onderdeel zijn van een bredere omgevingsdialoog.

 

Onderdeel D (artikel 7.10) en artikel III

Geregeld is dat het subsidieplafond voor het aanvraagtijdvak van 1 mei 2018 tot en met 4 september 2019 met terugwerkende kracht wordt opgehoogd tot € 350.000. Op deze manier is het mogelijk aanvragen in het kader van het eerste aanvraagtijdvak, die het oorspronkelijke subsidieplafond van € 250.000 te boven gaan, alsnog te honoreren.

 

Onderdeel E (artikel 7.11)

Met dit onderdeel is geregeld dat de hoogte van de subsidie voor een project zowel in het geval de subsidieaanvrager bestaat uit één gemeente als in het geval de subsidieaanvrager een samenwerkingsverband van gemeenten is, beperkt is tot een maximum van € 15.000 per gemeente.

 

Onderdeel F (artikel 7.12)

Aan artikel 7.12 is een lid toegevoegd dat bepaalt dat subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen die volledig gehonoreerd kunnen worden. Indien het subsidieplafond bijna bereikt is waardoor nog slechts een gedeelte van een aanvraag gehonoreerd zou kunnen worden, dan wordt dat gedeelte van het subsidieplafond niet meer verstrekt, ook niet aan een project waarvan de aanvraag later is binnengekomen en waarvoor het subsidieplafond nog wel toereikend zou zijn geweest.

 

Onderdeel H (artikel 7.15)

Artikel 7.15 is opnieuw vastgesteld, waarbij geregeld is dat voor alle subsidies op grond van paragraaf 7 (niet enkel subsidies tot € 25.000) Gedeputeerde Staten een voorschot van 100% vertrekken en dit in een keer betalen.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

 

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

 

 

Naar boven