Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van [15 oktober 2019], [PZH-2019-704675629], tot wijziging van de Subsidieregeling lokale initiatieven energietransitie Zuid-Holland 2017

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

 

Overwegende dat de Provincie in het kader van de "Watt anders, Energieagenda 2016-2020-2050" de Subsidieregeling lokale initiatieven energietransitie Zuid-Holland 2017 heeft vastgesteld;

 

Overwegende dat Provinciale Staten bij voorjaarsnota 2019 € 2.000.000 extra ter beschikking hebben voor deze regeling;

 

Overwegende dat de regeling is gericht op burgerinitiatieven die zich bezig houden met de energietransitie van onderop;

 

Overwegende dat gedurende de uitvoering duidelijk is geworden dat weliswaar een grote groep inwoners ermee bezig is;

 

Overwegende dat deze voorlopers nodig zijn voor het op gang brengen van de transitie;

 

Overwegende dat ook een bredere groep mee wil doen die daar door financiële beperkingen niet of minder toe in staat is en dat het wenselijk is ook deze groep te ondersteunen;

 

Besluiten:

Artikel I  

De Subsidieregeling lokale initiatieven energietransitie Zuid-Holland 2017 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

Onder verlettering van onderdeel h. naar j. en onderdeel i. naar n. worden na onderdeel g. de volgende onderdelen ingevoegd:

  • h.

    huurwoning: zelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 7:234 burgerlijk wetboek waarvan de huurder hoofdhuurder is;

  • i.

    huurprijs: kale huur voor de woonruimte, exclusief bijkomende kosten zoals voor gas, water, elektriciteit  of servicekosten;

  • k.

    maatwerkadvies energiebesparing: op een concrete woning toegespitst advies over de maatregelen die zinvol zijn te treffen om energie te besparen, met kostenopgave en verwachte energiebesparing;

  • l.

    maatwerkadviseur: adviseur over energiebesparende maatregelen die beschikt over een BRL9500-02- certificaat;

  • m.

    WOZ-waarde: actuele waarde van woning zoals bepaald door de gemeente volgens de Wet waardering onroerende zaken;

 

B.

In:

de titel van paragraaf 3,

artikel 18, eerste en derde lid,

artikel 19 eerste en derde lid en

artikel 20,

wordt 'woningbouwcoöperatie' vervangen door: woningbouwcorporatie.

 

C.

Aan artikel 8 wordt toegevoegd onder sub d: 

  • d.

    alle eigenaren van de in het project betrokken appartementsrechten en onroerende zaken zijn mede aanvrager van de subsidie.

 

D.

Artikel 20 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Artikel 20 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in deze paragraaf wordt slechts verstrekt aan:

  • a.

    woningbouwcorporaties en woningbouwverenigingen;

  • b.

    verenigingen van eigenaars van gebouwen waarvan alle daartoe behorende appartementsrechten bestemd zijn tot wonen;

  • c.

    andere verenigingen waarvan de leden uitsluitend natuurlijke personen zijn.

 

E.

Onder vernummering van artikel 21 en 22 naar artikel 22 en 23 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 21 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 19 in aanmerking te komen wordt, in aanvulling op artikel 8, onderdelen b en c, voldaan aan het vereiste dat de appartementen in het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd een gemiddelde actuele WOZ-waarde hebben van ten hoogste € 200.000.

 

F.

Onder vernummering van paragraaf 4 tot paragraaf 5 en vernummering van de artikelen 23 tot en met 25 tot 33 tot en met 35 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

 

Paragraaf 4 Energiebesparende maatregelen voor huishoudens

 

Artikel 24 Subsidiabele activiteiten en prestatie

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor een maatwerkadvies energiebesparing of energiebesparende maatregelen betreffende de woning.

  • 2.

    In afwijking van artikel 11, eerste lid, onderdeel a, van de Asv wordt de subsidie aangevraagd nadat de subsidiabele activiteiten zijn uitgevoerd.

  • 3.

    Subsidie als bedoeld in dit artikel wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 4.

    De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot energiebesparing en terugdringing van CO2-uitstoot.

 

Artikel 25 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 24 wordt uitsluitend verstrekt aan natuurlijke personen.

 

Artikel 26 Aanvraagvereisten

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt ingediend met een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Bij een aanvraag om subsidie worden in elk geval de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      Besluit van het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie Noaberkracht Dinkelland Tubbergen houdende regels omtrent het controlstatuut, instructie voor de concerncontroller

    • b.

      gespecificeerde facturen voor de subsidiabele kosten;

    • c.

      bewijs van betaling van de subsidiabele kosten;

    • d.

      afschrift van de huurovereenkomst en bewijs van een huurbetaling niet ouder dan twee maanden, in geval de subsidieaanvraag een huurwoning betreft;

    • e.

      bewijs van eigendom en beschikking WOZ-waarde ingeval de subsidieaanvraag een koopwoning betreft.

 

Artikel 27 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 11 en 12 van de Asv wordt subsidie geweigerd:

  • a.

    voor zover voor dezelfde activiteit subsidie is of wordt verstrekt door de provincie of een ander  bestuursorgaan, tenzij voor de betreffende activiteit reeds subsidie is verstrekt op grond van deze regeling en met de nieuwe aanvraag de subsidiehoogte, bedoeld in artikel 30, eerste lid, niet wordt overschreden;

  • b.

    voor zover de subsidiabele activiteiten zijn uitgevoerd voor de datum van publicatie van deze  subsidieregeling;

  • c.

    als de subsidieaanvraag wordt gedaan later dan zes maanden na het uitvoeren van de activiteiten.

 

Artikel 28 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 24 in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de woning betreft een huurwoning met een maximale huurprijs van € 900 per maand; of

  • b.

    de woning betreft een koopwoning met een actuele WOZ-waarde van maximaal € 200.000;

  • c.

    de eigenaar of huurder bewoont de woning zelf;

  • d.

    indien voor de woning een maatwerkadvies energiebesparing is opgesteld, dient het advies te zijn opgesteld door een maatwerkadviseur.

 

Artikel 29 Subsidiabele kosten

Voor subsidie komen de volgende kosten in aanmerking, voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie:

  • a.

    de kosten van een maatwerkadvies energiebesparing;

  • b.

    de kosten van energiebesparende maatregelen aan de woning die rechtstreeks aan de energiebesparing bijdragen.

 

Artikel 30 Niet subsidiabele kosten

Kosten die in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking komen zijn:

  • a.

    de bijkomende kosten voor afwerking, onderhoud en reparatie van zaken die nodig zijn om de energiebesparende maatregel uit te kunnen voeren;

  • b.

    kosten van zelf geïnvesteerde uren;

  • c.

    de kosten van huishoudelijke apparaten alsmede de kosten van materialen en overige apparatuur die geen onderdeel van de woning gaan uitmaken.

 

Artikel 31 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedoeld in artikel 24 bedraagt:

    • a.

      100% van de kosten voor het maatwerkadvies met een maximum van € 300 per woning;

    • b.

      75% van de kosten van uitvoering van de energiebesparende maatregelen met een maximum van € 3.000 per woning.

  • 2.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 300 wordt de subsidie niet verstrekt.

 

Artikel 32 Plafond en rangschikking

Het bedrag dat beschikbaar is voor de te verstrekken subsidies, wordt over de aanvragers verdeeld overeenkomstig artikel 13.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking op met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin deze regeling wordt geplaatst.

Den Haag, 15 oktober 2019

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

drs. H.M.M. KOEK,

secretaris

drs. J. SMIT,

voorzitter

Toelichting op het Besluit tot wijziging van de Subsidieregeling lokale initiatieven energietransitie Zuid-Holland 2017

 

Algemene toelichting

Pilot energiebesparende maatregelen woningen in goedkopere segment

De opgave verminderen CO2-uitstoot en de transitie naar een circulaire economie raakt heel Nederland en al haar inwoners. Om dit te realiseren zijn grote investeringen nodig, van overheid maar ook van haar burgers.

 

Uit de tot nu toe opgedane ervaringen met de subsidieregeling lokale energie-initiatieven 2017 blijkt dat de regeling aanslaat. Opvallend is echter dat een groot deel van de doelgroep tot heden niet wordt bereikt: bewoners van woningen in het goedkopere segment. Juist in dit segment zijn veel woningen met hoog energieverbruik en bijhorende hoge lasten. Hier valt nog veel te winnen.

 

Voor deze pilot is een subsidieregeling geschreven met lage drempels:

  • -

    de kosten van een maatwerkadvies worden volledig vergoed, met een maximum van 300 euro. Dit maximum moet voldoende zijn voor een maatwerkadvies voor woningen;

  • -

    een maatwerkadvies is gewenst maar niet verplicht;

  • -

    er is een lage drempel van € 300, waarmee ook maatregelen als het aanbrengen van tochtstrips en het aanbrengen van isolerende folie al subsidiabel wordt;

  • -

    de subsidie is 75% van de te maken kosten, doch maximaal € 3.000,--.

     

De veronderstelling is dat de huidige energieregeling door het aandeel eigen bijdrage en de relatief hoge organisatiegraad die nodig is om in aanmerking te komen voor subsidie voor deze doelgroep een te hoge drempel vormen. Terwijl met relatief goedkope maatregelen al veel kan worden bereikt.

Om die redenen wordt ingezet op het maximaliseren van de kans dat subsidieaanvragers een maatwerkadvies laten opstellen. Daarmee kan achteraf inzicht worden verkregen in het effect / de energiebesparing van de getroffen maatregelen. Zo wordt het effect van de investeringen tastbaar. Dit kan stimuleren tot het treffen van verdere maatregelen.

 

Na afloop van de pilot zal de regeling worden geëvalueerd op effectiviteit.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 24, tweede lid

Hier is geregeld dat de maatregel eerst wordt uitgevoerd en dat daarna de subsidie kan worden aangevraagd. Daarmee kan bij de aanvraag meteen aangetoond worden dat de kosten zijn gemaakt. Kosten die zijn gemaakt voordat de subsidieregeling is gepubliceerd zijn niet subsidiabel om te voorkomen dat maatregelen worden gesubsidieerd die ook zonder subsidie zouden zijn uitgevoerd. Bij de evaluatie van deze pilot wordt dit punt meegenomen.

 

Artikel 29

a. Om te bepalen wat de beste maatregelen zijn om in een woning uit te voeren kan een adviseur worden ingeschakeld. Een bedrijf dat aan de eisen voldoet kan worden gevonden via: https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/energiezuinig-huis/persoonlijk-energieadvies/maatwerkadvies-energiebesparing/

b. Alleen de kosten van de energiebesparende maatregelen die rechtstreeks aan de energiebesparing bijdragen komen voor subsidie in aanmerking. Kosten van reparatie of een verbetering in de woning die met het toepassen van de energiemaatregel worden gecombineerd zijn niet subsidiabel als zij niet direct bijdragen tot de energiebesparing. Als voorbeeld: als dubbel glas wordt geplaatst en daarom de raamkozijnen moeten worden geschilderd zijn de kosten van dubbel glas wel subsidiabel maar de kosten van het schilderen of vervangen van een rot kozijndeel niet.

Naar boven