Tweede wijziging Beleidsregel vergunningverlening milieuwetgeving 2011, Provincie Flevoland

Gedeputeerde Staten van Flevoland maken overeenkomstig artikel 3:42, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 136 van de Provinciewet bekend dat zij op 24 september 2019 onder nummer 2463141 hebben besloten de Tweede wijziging Beleidsregel vergunningverlening milieuwetgeving 2011 vast te stellen.

 

Dit besluit treedt in werking op 30 september 2019 en luidt als volgt.

 

TWEEDE WIJZIGING BELEIDSREGEL VERGUNNINGVERLENING MILIEUWETGEVING 2011

 

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

 

Overwegende dat in de Verordening interferentiegebieden bodemenergiesystemen Gemeente Urk 2019 bedrijventerrein Zwolsehoek is aangewezen als interferentiegebied ten behoeve van de optimale benutting van de ondergrond;

 

Overwegende dat in het Bodemenergieplan Bedrijventerrein Zwolsehoek op Urk ordeningsregels en positioneringsvoorwaarden van de verschillende bodemenergiesystemen zijn opgenomen met als doel optimaal gebruik van de ondergrond voor bodemenergie;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten van Flevoland het bevoegde gezag zijn te beslissen op aanvragen voor open bodemenergiesystemen binnen de provincie;

 

Gelet op artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 6.4, eerste lid, onder b en tweede lid van de Waterwet, artikel 2.2a, zesde lid, van het Besluit omgevingsrecht, artikel 4.3, lid 2, van de Omgevingsverordening Flevoland en artikel 1 van de Verordening interferentiegebieden bodemenergiesystemen Gemeente Urk 2019;

 

BESLUITEN:

 

Vast te stellen de navolgende wijziging van de beleidsregel (en toelichting):

 

TWEEDE WIJZIGING BELEIDSREGEL VERGUNNINGVERLENING MILIEUWETGEVING 2011

Artikel 1 Wijziging beleidsregel

De Beleidsregel vergunningverlening milieuwetgeving 2011 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Paragraaf 2.2 komt te luiden:

2.2 Uitgangspunten onttrekkingen voor open bodemenergie

 

2.2.1 Algemeen

Voor de toetsing van een vergunningaanvraag en het opstellen van een vergunning op grond van de Waterwet voor een open bodemenergiesysteem hanteren Gedeputeerde Staten, naast de bovengenoemde uitgangspunten, de actuele versie van de ‘Handreiking provinciale besluiten bodemenergiesystemen (BUM BE deel 1)’.

 

Voorkomen moet worden dat zoet met zout en brak grondwater mengt waardoor kostbare zoetwaterreserves in Flevoland verzilten. Gedeputeerde Staten hanteren daarom bij de beoordeling van een vergunningaanvraag voor een open bodemenergiesysteem de aangegeven grensvlakken tussen zoet-brak en zout water als bedoeld in Bijlage I van de “Zoet-zout studie van Provincie Flevoland” [Deltares-rapport, d.d. 14 mei 2008, kenmerk 2008-U-R0546/A].

 

2.2.2 Interferentiegebied(en)

 

2.2.2.1 Bedrijventerrein Zwolsehoek gemeente Urk

Gedeputeerde Staten hanteren bij de beoordeling van een vergunningaanvraag voor een open bodemenergiesysteem op het bedrijventerrein Zwolsehoek – als bedoeld in de Verordening interferentiegebied(en) bodemenergiesystemen Gemeente Urk 2019 - het Bodemenergieplan Bedrijventerrein Zwolsehoek op Urk, [IF Technology Creating energy, d.d. 26 februari 2019, kenmerk 68122/SV20190226, versie 3.0].

 

Voor open bodemenergiesystemen op het bedrijventerrein Zwolsehoek gelden de volgende specifieke gebruiksregels:

  • 1.

    Een open bodemenergiesysteem moet uitgevoerd worden als een doubletsysteem in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket tussen 60 en 225 meter minus maaiveld. Wanneer wordt afgeweken van een doubletsysteem (bijvoorbeeld met een monobron) moet aangetoond worden dat deze past binnen het bodemenergieplan. Open bodemenergiesystemen uitgevoerd als recirculatiesystemen zijn niet toegestaan.

  • 2.

    De warme en koude bronnen van een open bodemenergiesysteem moeten worden gepositioneerd binnen de daarvoor bestemde zones, op de kaart van het bodemenergieplan aangegeven als rode en blauwe zoekgebieden.

  • 3.

    Binnen een zoekgebied kunnen open bodemenergiesystemen met een totale capaciteit van 500 m³/uur en 750.000 m³/seizoen gerealiseerd worden.

  • 4.

    De minimale filterlengte van een open bodemenergiesysteem bedraagt 40 meter.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 30 september 2019.

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Flevoland van 24 september 2019.

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

de secretaris,

de voorzitter, 

Toelichting

Middels de Verordening Interferentiegebieden Bodemenergiesystemen Gemeente Urk 2019 heeft de Gemeente Urk het bedrijventerrein Zwolsehoek aangewezen als interferentiegebied. Het gevolg daarvan is dat voor de aanleg van alle type open bodemenergiesystemen een vergunning als bedoeld in artikel 6.4, lid 1, onder b, van de Waterwet vereist is. Kleine open systemen (< 10m3) vallen in dit gebied niet langer onder de vrijstelling van de vergunningplicht in de Omgevingsverordening Flevoland. Gedeputeerde Staten van Flevoland zijn het bevoegde gezag voor de beslissing op deze vergunningsaanvragen. Met de Tweede wijziging van de Beleidsregel vergunningverlening milieuwetgeving 2011 maken Gedeputeerde Staten kenbaar hoe zij met dergelijke vergunningsaanvragen op het bedrijventerrein Zwolsehoek omgaan. De beleidsregel is van toepassing voor het optimaal benutten van de bodem voor open bodemenergiesystemen.

 

Het bedrijventerrein Zwolsehoek is aangewezen als interferentiegebied, omdat in die wijk met de toepassing van open bodemenergiesystemen een grote energiebesparing en emissiereductie te behalen is. Dit is vanwege de omvang van de gevestigde bedrijven en de vraag naar koeling voor de koel- en vriesinstallaties binnen dit gebied. De besparing is het grootst bij toepassing van grote open bodemenergiesystemen. In dit gebied is een grootschalig collectief open bodemenergiesysteem beoogd.

 

In het Bodemenergieplan Bedrijventerrein Zwolsehoek op Urk [IF Technology Creating energy, d.d. 26 februari 2019, kenmerk 68122/SV20190226, versie 3.0] zijn de bevindingen voor toepassingsmogelijkheden van bodemenergie weergegeven. Hieruit blijkt dat het eerste watervoerende pakket niet geschikt is voor het toepassen van open bodemenergiesystemen. Dit komt door de beperkte diepte en dikte van dit pakket. Het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket is wel goed geschikt voor open bodemenergiesystemen. Het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket is relatief diep gelegen en heeft een hoge doorlatendheid.

Hierdoor zijn hoge broncapaciteiten realiseerbaar en is dit pakket zeer geschikt voor de grootschalige toepassing van open bodemenergiesystemen.

 

Om het toepassen van zowel open als gesloten bodemenergiesystemen mogelijk te maken, wordt

een verticale scheiding tussen deze twee type systemen aangehouden. Het bodemenergieplan biedt de maximale ruimte voor open bodemenergiesystemen, door de mogelijkheid te bieden de bronfilters zo ondiep mogelijk (vanaf 60 meter minus maaiveld) te realiseren. Gesloten bodemenergiesystemen zijn toegestaan tot een diepte van 60 meter minus maaiveld. Zodoende kan negatieve interactie tussen open en gesloten bodemenergiesystemen worden voorkomen en wordt de bodem meest doelmatig gebruikt voor bodemenergie. Elk nieuw bodemenergiesysteem dient afgestemd te worden op reeds bestaande bodemenergiesystemen. Aangetoond moet worden dat negatieve interactie tussen de bodemenergiesystemen niet optreedt.

 

De ordening van de gesloten bodemenergiesystemen in Zwolsehoek is door de gemeente vastgelegd in een gemeentelijke beleidsregel.

 

Artikel I

 

Onderdeel A.

Aan de bestaande algemene uitgangspunten voor bodemenergie wordt een paragraaf toegevoegd ten behoeve van door de gemeente(n) of provincie aangewezen interferentiegebieden. Bij de algemene uitgangspunten wordt expliciet gemaakt dat het alleen gaat om open bodemenergiesystemen.

 

Voor het bedrijventerrein Zwolsehoek gelden op basis van het Bodemenergieplan Bedrijventerrein Zwolsehoek op Urk (zie algemene toelichting) specifieke gebruiksregels voor open bodemenergiesystemen.

 

  • 1.

    Een open bodemenergiesysteem moet uitgevoerd worden als een doubletsysteem in het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket tussen 60 en 225 meter minus maaiveld. Wanneer wordt afgeweken van een doubletsysteem (bijvoorbeeld met een monobron) moet aangetoond worden dat deze past binnen het bodemenergieplan.

  • Het eerste watervoerende pakket is niet geschikt voor een (groot) open bodemenergiesysteem. Ten einde de hydrologische effecten op ondiepe omgevingsbelangen te beperken, moeten de bronfilters van de open bodemenergiesystemen op grotere diepte gerealiseerd worden en niet direct bovenin het gecombineerde tweede en derde watervoerende pakket. Daarom is een diepte van minimaal 60 meter minus maaiveld aangehouden voor het plaatsen van de bronfilters.

 

  • Het bodemenergieplan is ingericht voor doubletsystemen, deze hebben in verband met het optimaal benutten van de ondergrond de voorkeur. Er is geen specifieke ordening ten aanzien van andere systemen (bijvoorbeeld monobronnen) opgenomen. Wanneer wordt afgeweken van het doubletsysteem, moet aangetoond worden dat deze past binnen het bodemenergieplan.

 

  • 2.

    Open bodemenergiesystemen uitgevoerd als recirculatiesystemen zijn niet toegestaan.

  • Het gebruik van recirculatiesystemen is niet toegestaan, omdat het rendement van deze systemen lager is dan bij een opslagsysteem en daarmee het beschikbare bodempotentieel niet optimaal gebruikt wordt.

 

  • 3.

    De warme en koude bronnen van een open bodemenergiesysteem moeten worden gepositioneerd binnen de daarvoor bestemde zones, op de kaart aangegeven als rode en blauwe zoekgebieden.

  • Er zijn zones gedefinieerd om ervoor te zorgen dat binnen Zwolsehoek optimaal gebruik gemaakt kan worden van open bodemenergiesystemen en zodat voldoende bodemenergie voor alle bedrijven binnen het plangebied beschikbaar is.

 

  • 4.

    Binnen een zoekgebied kunnen open bodemenergiesystemen met een totale capaciteit van

  • 500 m³/uur en 750.000 m³/seizoen gerealiseerd worden.

  • Omdat de bronfilters van de open bodemenergiesystemen relatief ondiep gerealiseerd kunnen worden en om de hydrologische effecten te beperken, is een limiet gesteld aan de totale broncapaciteit binnen een zoekgebied. De afstand tussen de zoekgebieden is bepaald op basis van de maximale waterverplaatsing per seizoen. De limiet voor de waterverplaatsing binnen een zoekgebied is afgestemd op basis van de verwachte maximaal benodigde waterplaatsing om de bedrijven te voorzien van de benodigde (proces)koeling en/of verwarming. Binnen een zoekgebied kunnen meerdere bronnen gerealiseerd worden, zolang de totale maximale broncapaciteit en waterverplaatsing binnen het betreffende zoekgebied maar niet wordt overschreden.

 

  • 5.

    De minimale filterlengte van een open bodemenergiesysteem bedraagt 40 meter.

  • Naast de waterverplaatsing is ook de filterlengte bepalend voor de afstand tussen de zoekgebieden. Voor het bepalen van de afstand tussen de zoekgebieden is uitgegaan van een filterlengte van 40 meter. Dit is de minimale filterlengte die nodig is voor een bron met een capaciteit van 250 m³/uur. Dit betekent dat onafhankelijk van de broncapaciteit een filterlengte van minimaal 40 meter aangehouden moet worden.

 

Artikel II

 

Dit artikel regelt de inwerkingtredingsdatum van de Tweede wijziging van de beleidsregel vergunningverlening milieuwetgeving 2011.

 

Naar boven