Provinciaal blad van Noord-Brabant
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Noord-Brabant | Provinciaal blad 2019, 6272 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Noord-Brabant | Provinciaal blad 2019, 6272 | Overige besluiten van algemene strekking |
Vaststelling verhoogd instaptarief stads- en streekvervoer op diverse buslijnen in concessie Zuidoost-Brabant, Provincie Noord-Brabant
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Hermes openbaar vervoer B.V. (hierna: Hermes) is thans houder van de OV-concessie Zuidoost-Brabant. Hermes heeft Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant als concessieverlener verzocht om het instaptarief op de buslijnen 11, 18, 19, 20, 23, 24, 25, 26, 117, 123, 318, 319, 320, 321 en 322 te verhogen. De reden voor het verzoek tot verhoging van het instaptarief is dat op de voornoemde buslijnen de ritprijs hoger kan zijn dan het instaptarief € 4,00. Hierdoor bestaat het risico dat reizigers niet uitchecken en als gevolg daarvan de daadwerkelijke ritprijs niet betalen. Dit kan leiden tot opbrengstenderving van Hermes.
We hebben het verzoek van Hermes behandeld. Op grond van het bepaalde in de Wet personenvervoer 2000 (hierna: Wp2000) hebben we Hermes een concessie verleend om openbaar vervoer in Zuidoost Brabant te verrichten. In de Wp2000 en de betreffende concessie is geregeld dat wij de tarieven voor het openbaar vervoer vaststellen en kunnen wijzigen. In de uitvoeringsregels van het Landelijk Tarievenkader 2019 (hierna: LTK), die alle decentrale overheden volgen voor de tariefstelling in het openbaar vervoer, is in artikel 4, onder a, bepaald dat inchecken alleen mogelijk is als er geen negatief saldo op de OV-chipkaart staat. De reiziger betaalt bij de start van elke rit een voorschot (instaptarief) van € 4,00 dat bij uitchecken verrekend wordt met de werkelijke prijs van de rit. Reizigers betalen de werkelijke ritprijs. In het geval de ritprijs echter lager is dan het instaptarief, dan wordt dit met de reiziger verrekend via de OV-chipkaart.
In artikel 4, onder b, van de uitvoeringsregels LTK is verder onder meer bepaald dat wij in specifieke situaties kunnen besluiten om een hoger voorschot vast te stellen voor buslijnen of concessies waar ritten mogelijk zijn waarvan de ritprijs hoger is dan het instaptarief van € 4,00.
De belangrijkste reden voor het verhogen van het instaptarief op de voornoemde buslijnen is dat op die buslijnen ritten mogelijk zijn waarvan de ritprijs hoger is dan het instaptarief van € 4,00. Hierdoor bestaat het risico dat reizigers niet uitchecken en als gevolg daarvan de daadwerkelijke ritprijs niet betalen. Dit kan leiden tot opbrengstenderving voor Hermes.
In de andere concessies van Noord-Brabant hebben we in eerder verband in overleg met de concessiehouder en het Reizigersoverleg Brabant (hierna: ROB) op verschillende buslijnen het instaptarief verhoogd naar € 8,00, om reden dat we voornoemd risico willen beperken. Hiermee bevorderen we dat reizigers daadwerkelijk uitchecken na de gereden rit.
Hermes heeft haar verzoek tot tariefverhoging voorgelegd aan het ROB. Het ROB komt tegemoet aan de belangen van de huidige en toekomstige reiziger in het Brabantse openbaar vervoer en adviseert ons over onder andere tariefstellingen. Het ROB heeft positief geadviseerd.
De verhoging van het instaptarief op voornoemde buslijnen in het concessie-gebied van Hermes is reëel, bevordert dat reizigers daadwerkelijk uitchecken na gereden ritten en past ter bevordering van de uniformiteit in Noord-Brabant bij de instaptarieven van langere buslijnen in de andere concessies die in Brabant van kracht zijn.
Gelet op de artikelen 20, tweede lid, en 32 van de Wet personenvervoer 2000;
Gelet op hoofdstuk C.8 van het bestek van de OV-concessie Zuidoost-Brabant, waarin is vastgelegd dat bij de vaststelling van de tarieven voor het OV het landelijk Tarievenkader en het Brabants Tarievenhuis uitgangspunt zijn;
Gelet op de voorschriften C.8.23 en C.8.24 van het bestek van de OV-concessie Zuidoost-Brabant, waarin is vastgelegd dat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bevoegd zijn tot vaststelling van OV-tarieven;
Gelezen het advies van het Reizigersoverleg Brabant van 28 maart 2019 en de aanvulling daarop van 14 mei 2019;
Overwegende onze motivatie, voornoemd;
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Programmamanager Verkeer en Vervoer
Bezwaren tegen dit besluit kunnen binnen zes weken na de bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:
Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Secretariaat van de hoor- en adviescommissie
Wij vragen u om op de linkerbovenhoek van de envelop het woord "bezwaarschrift" te vermelden.
Het bezwaarschrift moet zijn voorzien van een handtekening, naam en adres van de indiener, de dagtekening en ons kenmerk van het besluit. Ook dient u een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is en de gronden van het bezwaar hierin op te nemen.
Daarnaast vragen wij u vriendelijk om een kopie van dit besluit bij te voegen. Kunt u ons ook uw telefoonnummer geven? De provincie kan dan, mocht dit nodig zijn, u bellen om samen de beste aanpak van behandeling van uw bezwaarschrift te bespreken.
Meer informatie over de behandeling van bezwaarschriften vindt u op www.brabant.nl/bezwaar.
U kunt het secretariaat van de Hoor- en adviescommissie bereiken via telefoonnummer (073) 680 83 04, faxnummer (073) 680 76 80 en e-mailadres bezwaar@brabant.nl.
Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Het is daarom mogelijk om gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift een zogenaamde “voorlopige voorziening” te vragen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA te Den Haag.
Een voorlopige voorziening is in feite het nemen van een tijdelijke maatregel, bijvoorbeeld het schorsen van het besluit gedurende de tijd die nodig is om de bezwaren te behandelen en daarop een besluit te nemen. Voorwaarde om zo’n voorlopige voorziening te vragen is, dat er sprake is van spoedeisend belang.
Voor het vragen van een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-6272.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.