Bevoegdheid te beslissen over aanvraag omgevingsvergunning voor Windpark Karolinapolder te Steenbergen, Provincie Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

  • -

    gelet op de Provinciewet, de Elektriciteitswet 1998, de Wet ruimtelijke ordening, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen;

 

overwegende dat:

  • -

    de provincie coördinerend bevoegd gezag is voor de besluitvorming over een productie-installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit, met behulp van windenergie met een capaciteit van tenminste 5 en ten hoogste 100 MW;

  • -

    de beslissingsbevoegdheid om over windprojecten van 5 – 100 MW te besluiten nadrukkelijk bij provincies is gelegd teneinde een voortvarende besluitvorming over dit soort installaties te bewerkstelligen;

  • -

    de besluitvorming over de aangevraagde omgevingsvergunning voor het Windpark Karolinapolder door de gemeente Steenbergen telkenmale is opgeschort waardoor de wettelijke termijn van 26 weken ruimschoots is overschreden;

  • -

    de provincie diverse keren uitstel heeft gegeven aan de gemeente Steenbergen om alsnog tot een gedragen besluit te komen;

  • -

    dat de gemeente telkens geen gevolg heeft gegeven aan de daartoe gemaakte afspraken en termijnen;

  • -

    dat er daarom niet langer wordt voldaan aan de voorwaarde uit de Elektriciteitswet 1998 waaronder de provincie kan afzien van haar bevoegdheid om te beslissen over windprojecten;

       

Besluiten:

  • -

    tot intrekking van het besluit van 9 januari 2018 (nummer C2219707/4297612), waardoor de bevoegdheid om te beslissen over de aanvraag omgevingsvergunning voor het Windpark Karolinapolder te Steenbergen niet langer berust bij het college van burgemeester en wethouders van die gemeente maar bij Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

  • -

    alle op de aanvraag betrekking hebbende stukken die de gemeente tot haar beschikking heeft, bij de besluitvorming over de omgevingsvergunning voor het Windpark Karolinapolder te betrekken, waaronder de ingediende aanvraag voor omgevingsvergunning inclusief alle bijlagen, de door het college van B&W vastgestelde en ter visie gelegde ontwerp beschikking, de door de raad afgegeven ontwerp verklaring van geen bedenkingen, de bij het college ingekomen zienswijzen en alle andere.

   

’s-Hertogenbosch, 10 september 2019

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

 

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Naar boven