Provinciaal blad van Noord-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2019, 4914 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2019, 4914 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent rittenregistratie (Privacyprotocol ritregistratie Noord-Holland 2019)
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;
Overwegende dat de provincie Noord-Holland aan haar personeelsleden dienstauto’s ter beschikking stelt om hun functie uit te oefenen;
Overwegende dat de dienstauto’s, waaronder ook begrepen poolauto’s en huurauto’s, die ter beschikking worden gesteld door personeelsleden alleen zakelijk gebruikt mogen worden;
Overwegende dat ingevolge artikel 13bis van de Wet op de loonbelasting 1964 de provincie Noord-Holland dient aan te tonen dat met de dienstauto niet privé wordt gereden om een bijtelling op het inkomen van het personeelslid te voorkomen;
Overwegende dat een ritregistratie noodzakelijk is, evenals controle daarvan;
Overwegende dat het gewenst is een specifiek Privacyprotocol vast te stellen waarin regels zijn opgenomen voor de gerelateerde verwerking van persoonsgegevens, te werken het vastleggen, monitoren en controleren van het gebruik van dienstauto’s;
Gelet op de Algemene Verordening Gegevensbescherming, nr. 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (AVG);
Gelet op de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming;
In dit protocol wordt verstaan onder:
Verwerking van Persoonsgegevens: een bewerking of een geheel van bewerkingen met betrekking tot Persoonsgegevens, zoals bijvoorbeeld het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, of aligneren of combineren, afschermen, wissen of vernietigen van gegevens;
Dit protocol is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens van personeelsleden van de Provincie bij het vastleggen, monitoren en controleren van het zakelijk gebruik van de dienstauto. Hierbij zijn betrokken: de database van de leasemaatschappij, het ritregistratiesysteem, het reserveringssysteem, de koppeling daartussen en, indien noodzakelijk, aanvullende verificatie en controle van zakelijk gebruik.
De Uitvoeringsprocedure monitoring en controle zakelijk gebruik dienstauto’s 2019 is van toepassing. Bij de controle op de naleving van zakelijk gebruik worden de gegevens van het Reserveringssysteem gekoppeld aan de gegevens van het ritregistratiesysteem. Hierdoor wordt inzicht verkregen in welk personeelslid, wanneer en waarnaartoe gereden is. Het voorgaande vindt standaard periodiek plaats conform de Uitvoeringsprocedure monitoring en controle zakelijk gebruik dienstauto’s 2019. Daarnaast vindt voorgaande uitsluitend plaats op voorwaarde dat sprake is van een geconstateerde afwijking én indien de koppeling noodzakelijk is om de afwijking te kunnen achterhalen. Dan wel in het geval op een andere manier duidelijk is geworden dat sprake kan zijn van niet-zakelijk gebruik.
Artikel 5 Koppeling gegevens ritregistratiesysteem
De leidinggevende beoordeelt de verstrekte informatie, vraagt indien nodig ondersteunend bewijs aan het personeelslid en verzamelt nadere informatie uit eigen systemen of de systemen waar de Leidinggevende toegang toe heeft, zoals werkroosters, agenda’s en afspraakbevestigingen, om het zakelijk gebruik van de dienstauto aan te tonen.
De adviseur bedrijfsondersteuning verifieert daarna of daarmee het zakelijk gebruik blijkt in lijn met de eisen van artikel 13bis, derde lid, van de Wet LB. Indien dit het geval is, sluit de adviseur bedrijfsondersteuning de kwestie af en bewaart de gerelateerde correspondentie, onderbouwingen en uitgewisselde gegevens voor de opvolgende 5 kalenderjaren ten behoeve van eventuele controles door de Belastingdienst. De adviseur bedrijfsondersteuning zorgt voor verwijdering van deze gegevens na afloop van die termijn.
Indien bij de beoordeling van de gekoppelde gegevens en ondanks de nadere toelichting door het personeelslid, bij de leidinggevende een redelijk vermoeden van privégebruik van een dienstauto ontstaat dan wel het zakelijk gebruik naar oordeel van de adviseur bedrijfsondersteuning niet voldoet aan de eisen van artikel 13bis, derde lid, van de Wet LB, of in geval van twijfel, is er sprake van een vermoeden van privégebruik, bedoeld in artikel 6. De reeds verzamelde informatie wordt ondergebracht in een controledossier waarvoor de adviseur bedrijfsondersteuning verantwoordelijk is.
Artikel 6 Nadere controle rittenregistratie vermoeden van privégebruik
Indien conform dit protocol een nadere controle wordt geïnitieerd, vindt een gesprek over het redelijk vermoeden van privégebruik van een dienstauto plaats tussen de directeur, de leidinggevende, het personeelslid en de adviseur bedrijfsondersteuning. Als dit gesprek geen opheldering en décharge biedt, geeft de directeur de leidinggevende opdracht om samen met de adviseur bedrijfsondersteuning de ritregistratie van het personeelslid nader te controleren. Voorafgaand aan de controle informeert de leidinggevende het personeelslid schriftelijk, met toelichting op de mogelijke en de functietitels van de personen die daarbij betrokken zullen zijn. De leidinggevende start met het aanleggen van een controledossier.
Vervolgens verzoekt de adviseur bedrijfsondersteuning de FG om advies inzake de uit te voeren nadere controle. Bij het adviesverzoek wordt een schriftelijke onderbouwing van de noodzaak van de nadere controle verstrekt, indien mogelijk met onderbouwende stukken. Hierbij wordt de naam van het personeelslid en andere direct identificerende elementen geanonimiseerd in het verzoek, de onderbouwing en de overige stukken.
Indien de algemeen directeur geen toestemming verstrekt, sluit de adviseur bedrijfsondersteuning de kwestie af en bewaart de gerelateerde correspondentie, onderbouwingen en uitgewisselde gegevens voor de opvolgende 5 kalenderjaren, ten behoeve van eventuele controles door de Belastingdienst. De adviseur bedrijfsondersteuning zorgt voor verwijdering van deze gegevens na afloop van die termijn.
De adviseur bedrijfsondersteuning en de leidinggevende leggen hun op de nadere controle gebaseerde bevindingen met betrekking tot het (niet) zakelijk gebruik schriftelijk vast en bewaren dit met de onderliggende gegevens en documenten in het controledossier. De leidinggevende verstrekt de bevindingen met het controledossier uitsluitend aan de directeur.
Het personeelslid ontvangt van de directeur een kopie van voornoemde bevindingen, met vermelding van de onderzochte gegevens en de onderzochte termijn. Waarbij het personeelslid geïnformeerd zal worden over de mogelijkheid om binnen zes weken na dagtekening mondeling en/of schriftelijk bij de directeur te reageren op de bevindingen.
Bij sluiting van het controledossier worden alle aan de controle gerelateerde correspondentie, documenten en overige gegevens door de betrokken personen verwijderd. De adviseur bedrijfsondersteuning bewaart het controledossier gedurende de opvolgende 5 kalenderjaren en zorgt daarna voor vernietiging.
Artikel 8 Verstrekking aan derden
De Persoonsgegevens kunnen door de sectormanager van de sector Facility Management worden verstrekt aan personen of instanties die betrokken zijn bij of belast zijn met strafrechtelijke of civielrechtelijke acties, indien de Provincie daartoe verplicht is op basis van wet- en regelgeving dan wel een rechtelijke uitspraak. De sectormanager vraagt hiervoor voorafgaande goedkeuring van de FG.
De bewaartermijn voor de persoonsgegevens in het ritregistratiesysteem en het reserveringssysteem is vijf jaar na afloop van het lopende kalenderjaar gelet op artikel 20 lid 3 Algemene wet inzake rijksbelastingen. De bewaartermijn van aan verificatie en nadere controle gerelateerde gegevens zijn vastgelegd in de betreffende artikelen hierboven.
Haarlem, 2 juli 2019
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
dhr. mr. A.Th.H. van Dijk, voorzitter
mw. mr. R.M. Bergkamp, provinciesecretaris
Dienstauto’s mogen niet privé worden gebruikt. Om dit beleid te handhaven en om fiscale bijtellingen voor personeelsleden te voorkomen, hebben dienstauto’s die geschikt zijn voor privégebruik een ingebouwd ritregistratiesysteem. Koppeling van de diverse systemen vindt plaats om aan te tonen dat er alleen sprake is van zakelijk gebruik of te handhaven wanneer na zorgvuldige controle toch sprake blijkt van privégebruik.
In dit artikel is uitputtend vastgelegd welke gegevens t.b.v. de rittenregistratie worden vastgelegd in de diverse systemen. Zo wordt de datum, begin- en eindtijd, duur en stilstand-tijd van de rit vastgelegd. Hierbij geldt dat een rit telkens vanaf het starten tot het uitzetten van de auto is.
Deze gegevens worden enkel gekoppeld voor het controleren op zakelijk gebruik van de dienstauto. Dit vindt periodiek plaats conform de Uitvoeringsprocedure monitoring en controle zakelijk gebruik dienstauto’s 2019. Daarnaast vindt koppeling plaats in het geval sprake is van een geconstateerde afwijking én indien koppeling noodzakelijk is om die afwijking te achterhalen. Dan wel in de gevallen waarin op een andere manier duidelijk is geworden dat sprake kan zijn van geen zakelijk gebruik. Bij dit laatste kun je denken aan het geval waarin bijvoorbeeld naar aanleiding van een klacht over de dienstauto die op een locatie rijdt terwijl in dat locatie geen sprake kan zijn van zakelijk gebruik.
Artikel 4 Toegang tot gegevens
De adviseur bedrijfsondersteuning heeft vanwege zijn taken toegang tot de gegevens die het ritregistratiesysteem registreert en is bevoegd deze te verwerken en de persoonsgegevens uit het reserveringssysteem en de database van de leasemaatschappij op te vragen en de gegevens te koppelen als bedoeld in artikel 5.
Artikel 5 Koppeling gegevens ritregistratiesysteem
Als de koppeling is uitgevoerd en er vragen zijn over de ritten wordt de Leidinggevende van het personeelslid ingeschakeld. In dit artikel wordt stapsgewijs aangegeven hoe en door wie er dan verder gehandeld wordt.
Soms is ondersteunend bewijs nodig om te kunnen aantonen dat de dienstauto zakelijk of juist privé is gebruikt. Onder ondersteunend bewijs wordt bijvoorbeeld verstaan agenda’s, roosters, dienstopdrachten en getuigenverklaringen.
Het personeelslid is zelf verantwoordelijk voor deze ondersteunende administratie voor de gereden kilometers.
Artikel 6 Nadere controle rittenregistratie vermoeden van privégebruik
In dit artikel wordt stapsgewijs aangegeven hoe er gehandeld wordt bij vermoeden van privégebruik.
Het geldende sanctiebeleid zal worden toegepast. De Belastingdienst eist dat wanneer een organisatie geen voorafgaande bijtelling voor haar medewerkers wenst, er een sanctiebeleid is waarop wordt gehandhaafd. De sancties staan in de voorwaarden voor gebruik pool- en huurauto, die te vinden is op Het Plein. Voor Personeelsleden met een vaste dienstauto zijn de sancties opgenomen in de gebruiksvoorwaarden voor dienstauto’s voor vaste berijders.
Gelet op het vereiste van dataminimalisatie dient de te controleren termijn altijd zo kort mogelijk zijn. Indien de nadere controle verder teruggaat dan een kalenderjaar moet daarbij de noodzaak zijn vastgesteld om de betreffende langere periode te controleren.
Indien is vastgesteld dat het personeelslid zich herhaaldelijk niet aan de regels heeft gehouden, dan wordt dat aangemerkt als plichtsverzuim als bedoeld in de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Provincies. Door de Directeur wordt beoordeeld of (naast de boetes en verhaal) en zo ja, welke disciplinaire maatregel getroffen dient te worden.
De maatregel is onder andere afhankelijk van de ernst van de overtreding, de aard, duur en frequentie, onberispelijk gedrag of sprake van recidive, het gerezen inzicht bij het personeelslid dat bepaald gedrag niet kan en de voorbeeldfunctie die het personeelslid heeft.
Na sluiting van het onderzoek dienen alle betrokkenen bij het onderzoek alle gerelateerde correspondentie, overige gegevens en documenten te verwijderen. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan e-mails en eigen aantekeningen waarin persoonsgegevens voorkomen in het kader van het onderzoek. De gegevens die bewaard moeten blijven zijn dan uitsluitend nog aanwezig in het controledossier/personeelsdossier dat de adviseur bedrijfsondersteuning bewaart conform artikel 6 lid 13 (en artikel 9).
Artikel 7 Toezicht, beheer en beveiliging
Artikel 8 Verstrekking aan derden
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-4914.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.