Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2019, 4866 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2019, 4866 | Verordeningen |
Zesde wijzigingsregeling Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 19 juli 2016 de Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016 hebben vastgesteld;
Overwegende dat paragraaf 1 van die regeling de restauratie van rijksmonumenten betreft, die zich richt op het stimuleren van een sobere en doelmatige restauratie van rijksmonumenten en paragraaf 3 de instandhouding van molens betreft;
Overwegende dat voor paragraaf 1 tot 31 oktober 2018 en voor paragraaf 3 tot 13 december 2018 subsidieaanvragen konden worden ingediend;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten hebben besloten voor het subsidiejaar 2019 respectievelijk € 4.300.000 en € 380.000 beschikbaar te stellen voor de restauratie van monumenten en de instandhouding van molens;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten verder nog enkele kleine technische wijzigingen in de regeling wensen door te voeren, welke betrekking hebben op de overwegingen, de Aanwijzingen voor de regelgeving Noord-Brabant en aspecten van staatssteun;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten de Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant derhalve wensen te wijzigen;
De Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016 wordt als volgt gewijzigd:
De overwegingen komen te luiden:
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 7 april 2009 de Subsidieregeling Cultureel Erfgoed hebben vastgesteld om het Brabants erfgoed voor de toekomst te bewaren en voor het publiek beleefbaar en bereikbaar te maken.
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 13 november 2015 het “Beleidskader erfgoed 2016 -2020, De (verbeeldings)kracht van Erfgoed”, hebben vastgesteld;
Overwegende dat dat nieuwe beleidskader leidt tot diverse wijzigingen en Gedeputeerde Staten derhalve een nieuwe aanbouwregeling voor cultureel erfgoed wensen vast te stellen;
Overwegende dat paragraaf 1 in die aanbouwregeling is gericht op een sobere en doelmatige restauratie van religieus erfgoed, militair erfgoed, industrieel erfgoed en landgoederen en kastelen;
Overwegende dat paragraaf 2 zich richt op het behoud van eco-archeologische waarden, omdat het behoud van eco-archeologische waarden en het behoud van informatie van en uit eco-archeologische waarden die zich buiten het archeologische bodemarchief bevinden in de provincie Noord-Brabant een bijdrage leveren aan de kennis over het klimaat, de flora en fauna en het menselijk handelen in het verleden in Noordwest Europa in het algemeen en in Brabant in het bijzonder en dat deze bron van kennis en daarmee deze kennis zonder financiële bijdrage ongezien vernietigd zou worden door ruimtelijke ontwikkelingen;
Overwegende dat paragraaf 3 ziet op de instandhouding van monumentale molens in Noord-Brabant, aangezien molens bijdragen aan een hoogwaardige leefomgeving, waar het aantrekkelijk wonen is en bedrijven zich graag willen vestigen;
Overwegende dat paragraaf 4 stimulering van onderzoek naar de herbestemming van monumenten betreft;
Overwegende dat paragraaf 5 zich richt op musea in de zin van het structureel vernieuwen van de manier van het tonen van de collectie, het realiseren van een toekomstbestendige publieksactiviteit en samenwerking tussen musea en andere instellingen;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten in de paragrafen 1 Restauratie van rijksmonumenten en 5 Musea, in het kader van rechtvaardiging van staatssteun, artikel 1, juncto artikel 53, van de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, Pb L 187/1 van 26 juni 2014 (Algemene groepsvrijstellingsverordening) van toepassing verklaren;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten van oordeel zijn dat de activiteiten in paragraaf 2 Eco-archeologisch onderzoek geen economische activiteiten betreffen en staatssteun derhalve niet aan de orde is;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten in de paragrafen 3 Instandhouding molens en 4 Vouchers onderzoek herbestemming monumenten, in het kader van rechtvaardiging van staatssteun, Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013, betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (De-minimisverordening) van toepassing verklaren;
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Subsidie wordt geweigerd indien:
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
het project omvat activiteiten die niet zijn vrijgesteld van een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.5 a jo artikel 3a, eerste lid, van bijlage II Besluit omgevingsrecht, blijkend uit een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
In artikel 1.9 wordt “4 juni tot en met 31 oktober 2018” vervangen door: 1 oktober 2019 tot en met 12 december 2019.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode genoemd in artikel 1.9, vast op € 4.000.000.
In artikel 1.11, tweede lid, wordt “minder dan €200.000” vervangen door: minder dan € 150.000;
Artikel 1.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
Artikel 1.14 Prestatieverantwoording
De subsidieontvanger toont bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:
Na artikel 1.15 wordt een nieuw artikel ingevoegd luidende:
Gedeputeerde Staten zenden in 2023 aan Provinciale Staten een verslag over de werking van deze paragraaf in de praktijk.
Subsidie wordt geweigerd indien:
Subsidie wordt geweigerd indien aan de subsidieaanvrager door Gedeputeerde Staten reeds eerder subsidie is verstrekt voor de instandhouding van de molen voor een of meerdere kalenderjaren van het instandhoudingsplan.
In artikel 3.8 wordt “4 juni 2018 tot en met 13 december 2018” vervangen door: 9 juli tot en met 12 december 2019.
In artikel 3.9 wordt “€30.000” vervangen door: € 380.000.
Na artikel 3.12 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 3.13 Bevoorschotting en betaling
Na artikel 3.13 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Gedeputeerde Staten zenden in 2023 aan Provinciale Staten een verslag over de werking van deze paragraaf in de praktijk.
’s-Hertogenbosch, 18 juni 2019
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris
drs. M.J.A. van Bijnen MBA
Toelichting behorende bij de Zesde wijzigingsregeling Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant 2016.
Projecten die in ieder geval reeds financiering hebben ontvangen van het ontwikkel- en investeringsprogramma de Erfgoedfabriek zijn:
Het idee is dat een monument binnen een jaar in gebruik wordt genomen, zodat het monument na restauratie niet leeg komt te staan.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-4866.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.