Vaststelling wijzigingen CAP per 1-1-19 en 1-2-19, Provincie Fryslân

Er vinden op drie momenten inhoudelijke wijzigingen van de CAP 2018 plaats;

  • 1.

    per 1 januari 2019: betreft reparatie/wijziging van een aantal bepalingen omtrent het loon van een oproepkracht, overwerk, IKB-verlof, volledige salarisbetaling bij bevallingsverlof in het tweede ziekte jaar en POB;

  • 2.

    per 1 februari 2019: betreft wijziging van bepaling omtrent het belonen van opdrachten, het salarisnadeel voor diegenen die vrijwillig werken op een lager niveau wordt met terugwerkende kracht vanaf begin opdracht verzacht;

  • 3.

    per 1 juli 2019: betreft de harmonisatie van toelagen. Deze wijziging wordt op een later tijdstip aan u voorgelegd.

CAP wijzigingen per 1 januari 2019

Artikel I

Aan de CAP2018 wordt een nieuw artikel toegevoegd. Dit artikel luidt als volgt:

 

  • Artikel 2.3.5 Loon oproepkracht

    • 1.

      De werkgever bepaalt volgens welke regeling de loonbetaling zal plaatshebben:

      • a.

        volgens deze regeling;

      • b.

        volgens de loonregeling voor de groep waarvan de werknemer deel uitmaakt, die de werkgever heeft vastgesteld nadat hierover overeenkomstig hoofdstuk 12 overleg heeft plaatsgevonden; of

      • c.

        op een bedrag, voor elk geval of voor elke te verrichten dienst afzonderlijk vast te stellen.

    • 2.

      Het bepaalde in en krachtens hoofdstuk 3 is voor zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, tenzij door toepassing van het eerste lid, onderdelen b en c, anders is bepaald.

Artikel II

De CAP2018 wordt als volgt gewijzigd:

 

    • 1.

      In Artikel 3.4.3, derde lid wordt de tekst behorende bij het * gewijzigd in:

      • Voor de uren overwerk die gelegen zijn tussen 6.00 en het tijdstip 2 uur voor het begin van de voor de ambtenaar geldende werktijd en de uren overwerk die gelegen zijn tussen het tijdstip 2 uur na het einde van de voor de ambtenaar geldende werktijd en 20.00 geldt een percentage van 50%.

 

    • 2.

      Artikel 3.4.5, tweede lid wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

       

      • 2.

        De tegemoetkoming bedraagt voor de ambtenaar

      • a.

        in salarisschaal 6 of lager: € 26,97 per maand;

      • b.

        in salarisschaal 7 of hoger: € 17,34 per maand.

 

    • 3.

      Artikel 3.5.2, tweede lid, onderdeel a wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

      • a.

        8% van het in die maand genoten salaris en salaristoelagen, met een minimum van € 164,17, waarbij dit minimum niet geldt voor ambtenaren met een aanstelling in schaal A of met loondispensatie;

 

    • 4.

      de tekst van artikel 3.5.3 onderdeel b wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

      • b.

        voor IKB-verlof voor zover de totale aanspraken op verlof volgens artikel 11, eerste lid, onderdeel r, onder 1° van de Wet op de loonbelasting 1964 niet tot het loon gerekend worden en tot een maximum van 10% van de totale arbeidsduur in het kalenderjaar waarin het IKB-verlof wordt gekocht;

 

    • 5.

      In artikel 7.5.3 lid 1 wordt onder vervanging van de . door een ; achter c een nieuw onderdeel toegevoegd dat luidt:

      • a.

        indien de vrouwelijke ambtenaar ongeschikt is tot het verrichten van haar arbeid en die ongeschiktheid haar oorzaak vindt in de bevalling of de daaraan voorafgaande zwangerschap.

 

    • 6.

      De tekst van artikel 8.3.1 inclusief aanhef wordt in zijn geheel gewijzigd en komt als volgt te luiden:

       

      Artikel 8.3.1 Persoonlijk ontwikkelbudget

      • 1.

        Het POB bedraagt € 5.000 per 5 jaar voor ambtenaren in vaste of tijdelijke dienst ongeacht omvang van de aanstelling.

      • 2.

        Voor ambtenaren met een aanstelling voor bepaalde tijd moet de duur van de aanstelling of de keten van aanstellingen minimaal zes maanden zijn.

      • 3.

        Het POB is bedoeld voor opleiding en ontwikkeling gericht op zowel de huidige als toekomstige werkzaamheden.

      • 4.

        Organisatiebrede opleidingen en andere door de organisatie opgedragen opleidingen komen niet ten laste van het POB. Ook wettelijke verplichte scholing komt niet ten laste van het POB van een medewerker.

      • 5.

        Het budget wordt niet uitgekeerd of teruggevorderd bij het einde van het dienstverband.

      • 6.

        De ambtenaar en zijn leidinggevende bespreken de besteding van het POB.

      • 7.

        De leidinggevende adviseert over de besteding van het POB.

      • 8.

        De ambtenaar beslist in beginsel zelf over de besteding van zijn budget. De werkgever geeft toestemming voor de gewenste besteding van het POB als aannemelijk is dat de besteding voldoet aan het vereiste in lid 9. De ambtenaar levert een onderbouwing aan waaruit blijkt dat het aannemelijk is dat de gewenste besteding van het POB voldoet aan het vereiste in lid 9.

      • 9.

        De besteding van het POB moet voldoen aan de voorwaarden van artikel 31a, tweede lid, onderdelen c en d Wet op de loonbelasting 1964.

      • 10.

        Voor opleidingen die een relatie hebben met de huidige werkzaamheden van de ambtenaar heeft hij recht op studieverlof. Voor opleidingen die te maken hebben met toekomstige werkzaamheden heeft de ambtenaar in overleg met zijn leidinggevende recht op studieverlof naar redelijkheid en billijkheid.

      • 11

        Als achteraf blijkt dat door het opzettelijk verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie door de ambtenaar een vergoeding ten onrechte belastingvrij is uitbetaald, dan worden de loonheffingen en de eventuele boetes, op de ambtenaar of de oud-ambtenaar verhaald.

Artikel III

Bijlage 1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Bijlage 1 Salarisgebouw provincies

Minimum- en maximumsalaris per salarisschaal per 1 januari 2019

 

salarisschaal

minimumsalaris

maximumsalaris

A

100% van het wettelijk minimumloon

120% van het wettelijk minimumloon

1

€ 1.650,21

€ 1.963,75

2

€ 1.666,72

€ 2.095,37

3

€ 1.683,21

€ 2.286,93

4

€ 1.699,73

€ 2.411,07

5

€ 1.774,74

€ 2.535,36

6

€ 1.859,28

€ 2.656,13

7

€ 2.051,22

€ 2.930,32

8

€ 2.323,08

€ 3.318,66

9

€ 2.628,74

€ 3.755,34

10

€ 2.882,25

€ 4.117,51

11

€ 3.369,79

€ 4.814,02

12

€ 3.840,66

€ 5.486,65

13

€ 4.170,61

€ 5.958,01

14

€ 4.725,69

€ 6.750,99

15

€ 5.197,50

€ 7.425,03

16

€ 5.717,20

€ 8.167,44

17

€ 6.288,32

€ 8.983,32

18

€ 6.916,89

€ 9.881,31

Artikel IV

Deze wijziging treedt in werking op 1 januari 2019.

CAP wijzigingen per 1 februari 2019

Artikel I

De CAP2018 wordt als volgt gewijzigd:

 

    • 1.

      Artikel 3.2.3, tweede lid, wijzigt en komt te luiden:

      • 2.

        De ambtenaar die een opdracht uitvoert op een hoger schaalniveau dan zijn functie, ontvangt een tijdelijke aanvulling op zijn salaris voor de duur en omvang van de opdracht. Deze tijdelijke aanvulling wordt als volgt berekend:

        • salaris aanvulling

          • =3% van max.salaris opdrachtschaal

            *deeltijdfactor opdracht

      • Per 1 januari (tijdens de looptijd van de opdracht) wordt de aanvulling inclusief opdracht verhoogd met:

        3% van (max.salaris opdrachtschaal-max.salaris functieschaal)*deeltijdfactor opdracht

      •  

    • 2.

      Artikel 3.2.3, vierde lid wordt gewijzigd en komt te luiden:

      • 4.

        Als de ambtenaar op eigen initiatief een opdracht gaat uitvoeren die op een lager schaalniveau ligt dan zijn functie, terwijl er passende opdrachten op zijn eigen schaalniveau beschikbaar zijn, dan wordt zijn salaris voor de duur en omvang van de opdracht verminderd met:

        • 3% van max.salaris opdrachtschaal*deeltijdfactor opdracht

      • Als zijn salaris lager is dan het maximumsalaris van de lagere schaal, dan wijzigt zijn salaris niet.

        Per 1 januari (tijdens de looptijd van de opdracht) wordt de vermindering verhoogd met:

        3% van (max.salaris opdrachtschaal-max.salaris functieschaal)*deeltijdfactor opdracht

         

    • 3.

      Aan artikel 3.2.3. wordt een nieuw lid 7 toegevoegd onder vernummering van het huidige lid naar lid 8. Het nieuwe lid 7 komt als volgt te luiden:

      • 7.

        Als een opdracht eindigt komt de wijziging in het salaris op grond van de opdracht zoals bedoeld in lid 2 en lid 4 te vervallen.

      •  

    • 4.

      Artikel 3.2.4, derde lid komt te vervallen.

Artikel II

Deze wijziging treedt in werking op 1 februari 2019.

 

Naar boven