Verkeersbesluit i.v.m. tijdelijke verkeersmaatregelen op de Gouwe t.b.v. oeverwerkzaamheden bij Waddinxveen

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

 

overwegende, dat hun college op grond van het bepaalde in artikel 2 van de Scheepvaartverkeerswet bevoegd is tot het nemen van de in die wet bedoelde verkeersbesluiten ter regeling van het scheepvaartverkeer op de provinciale vaarwegen;

 

dat in afwijking van artikel 10 van het Besluit administratieve bepalingen Scheepvaartverkeer de tijdelijke aanbrenging krachtens een verkeersbesluit geschiedt indien de omstandigheden die tot de tijdelijke aanbrenging leiden van langere duur zijn dan dertien weken;

 

dat hun college in verband met instandhouding van de Gouwe aan De Vries Werkendam B.V. de opdracht heeft gegeven om de oeverconstructie aan de westzijde van de Gouwe tussen kmp. 24,460 en kmp. 25,279 (vak 9) te verwijderen en ter plaatse een nieuwe oeverconstructie aan te brengen;

 

dat de uitvoering hiervan gepland staat voor de periode augustus 2019 tot februari 2020;

 

dat hun college in verband met genoemde werkzaamheden door opdrachtnemer op 24 juni 2019 is verzocht om op de Gouwe verkeersmaatregelen te nemen;

 

dat de Gouwe een belangrijke vaarweg is voor de recreatievaart (Staande Mastroute) en voor de beroepsvaart in verband met containervervoer, vrachtvervoer en bijzondere transporten;

 

dat de onderstaande verkeersmaatregelen noodzakelijk zijn vanwege de veilige doorstroming van het scheepvaartverkeer en de veiligheid op de Gouwe tijdens de uitvoering van de werken;

 

dat het in verband met deze verkeersmaatregelen noodzakelijk is om ter hoogte van de beide werkvakken de maximum vaarsnelheid te verlagen, een verbod op het voorbijlopen in te stellen en, vanwege het drijvend materiaal van de aannemer, afstand te houden van de oever waaraan gewerkt wordt;

 

dat de aannemer in opdracht van de provincie Zuid-Holland zal zorgdragen voor het plaatsen van alle in dit besluit genoemde verkeersborden overeenkomstig het door hen ingediende bordenplan en vaarwegmanagementplan dd. 13 mei 2019, opgesteld door ODV Maritiem;

 

gelet op het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement en het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer;

 

BESLUITEN:

  • 1.

    verkeersmaatregelen te treffen in het belang van het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer, het instandhouden en het waarborgen van de bruikbaarheid van de Gouwe, door aan weerszijden van het werkvak 24,460 en kmp. 25,279 (vak 9) voor duur van de genoemde werkzaamheden de volgende verkeerstekens te plaatsen (conform bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement):

    • A.

      verbodsteken A.2 (verboden voorbij te lopen);

    • B.

      gebodsteken B.6 (verplichting de vaarsnelheid te beperken tot 6 km);

    • C.

      beperkingsteken C.5 (het vaarwater bevindt zich op 12 meter afstand van de westelijke oever);

    • D.

      bijkomend teken F.3 (aanduiding met de dagen en de tijden waarop de werkzaamheden plaatsvinden);

    • E.

      aanwijzingsteken E.11 (einde van de gestelde beperking) aan de keerzijde van de bovengenoemde borden, tevens voorzien van bijkomend teken F.3;

  • 2.

    dit besluit ter openbare kennis te brengen door middel van publicatie.

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

voor dezen,

 

mr. D.P. Boddé

Hoofd Juridische Expertise en Handhaving

Dienst Beheer Infrastructuur

 

Besluit van 28 juni 2019, kenmerk: PZH-2019-698563315

 

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van verzending of uitreiking van het besluit worden toegezonden, onder vermelding van "Awb-bezwaar" in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, ter attentie van het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

 

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan - als tegen dit besluit bezwaar wordt aangetekend - ingevolge artikel 8:81 van de

Awb bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage, sector Bestuursrecht,

Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag) een

verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend.

Wij verzoeken u een kopie van het verzoek om een voorlopige voorziening te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Naar boven