Verkeersbesluit i.v.m. tijdelijke verkeersmaatregelen op het Rijn-Schiekanaal t.b.v. de vervanging van de St. Sebastiaansbrug te Delft

 

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

 

overwegende, dat hun college op grond van het bepaalde in artikel 2 van de Scheepvaartverkeerswet bevoegd is tot het nemen van de in die wet bedoelde verkeersbesluiten ter regeling van het scheepvaartverkeer op de provinciale vaarwegen;

 

dat in afwijking van artikel 10 van het Besluit administratieve bepalingen Scheepvaartverkeer de tijdelijke aanbrenging krachtens een verkeersbesluit geschiedt indien de omstandigheden die tot de tijdelijke aanbrenging leiden van langere duur zijn dan dertien weken;

 

dat hun college op 27 november 2018 een aanvraag hebben ontvangen van Van Spijker Infrabouw, postbus 247, 7940 AE te Meppel in verband met het vervangen van de

St. Sebastiaansbrug in Delft;

 

dat ten behoeve van deze werkzaamheden er sprake is een stremming en belemmering van de scheepvaart in de periode van 20 februari 2019 tot en met uiterlijk 30 april 2020;

dat de stremming en belemmering zodanig plaatsvinden dat de hinder voor het doorgaand scheepvaartverkeer zoveel mogelijk beperkt blijft;

 

dat voor de stremming en belemmering van de scheepvaart een separaat besluit is genomen op grond van de Vaarwegenverordening Zuid-Holland 2015 (kenmerk PZH-2019-695790325);

 

dat in verband met de veilige doorstroming van het scheepvaartverkeer en de veiligheid op het Rijn-Schiekanaal tijdens de uitvoering van de werkzaamheden verkeersmaatregelen moeten worden getroffen voor de duur van het werk;

 

dat deze maatregelen betrekking hebben op het instellen van een doorvaartbeperking, het tijdelijk verlagen van de maximum vaarsnelheid en het instellen van een verbod op het ontmoeten en voorbijlopen in het werkvak;

 

dat de aanvullende bebording aan weerszijden op ongeveer 200 meter afstand van de

St. Sebastiaansbrug komt te staan;

 

dat de aannemer Van Spijker Infrabouw zal zorgdragen voor het plaatsen van alle in dit besluit genoemde verkeersborden overeenkomstig de hiertoe gemaakte afspraken;

 

gelet op het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement en het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer;

 

BESLUITEN:

  • 1.

    verkeersmaatregelen te treffen in het belang van het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer, het instandhouden en het waarborgen van de bruikbaarheid van het Rijn-Schiekanaal ter hoogte van de St. Sebastiaansbrug in de gemeente Delft voor de duur van de werkzaamheden vanaf 20 februari 2019 tot en met uiterlijk 30 april 2020 door op een afstand van ongeveer 200 meter van het werkvak de volgende verkeerstekens te plaatsen (conform bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement:

  • A.

    verbodsteken A.4 (verboden te ontmoeten en voorbij te lopen);

  • B.

    gebodsteken B.6 (verplichting de vaarsnelheid te beperken tot 6 km);

  • C.

    beperkingsteken C.3 (beperkte breedte van de doorvaart);

  • D.

    bijkomend teken F.1 (de lengte van het vak waarvoor de beperkingen gelden);

  • E.

    aanwijzingsteken E.11 (einde van gesteld verbod, gebod en beperking);

  • 2.

    dit besluit ter openbare kennis te brengen door middel van publicatie.

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

voor dezen,

 

mr. D.P. Boddé

Hoofd Juridische Expertise en Handhaving

Dienst Beheer Infrastructuur

 

Besluit van 25 juni 2019, kenmerk: PZH-2019-698193549

 

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van verzending of uitreiking van het besluit worden toegezonden, onder vermelding van "Awb-bezwaar" in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, ter attentie van het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

 

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan - als tegen dit besluit bezwaar wordt aangetekend - ingevolge artikel 8:81 van de

Awb bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage, sector Bestuursrecht,

Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag) een

verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend.

Wij verzoeken u een kopie van het verzoek om een voorlopige voorziening te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Naar boven