22e wijziging van de regels Ruimte voor Gelderland 2016

Bekendmaking van het besluit van 25 juni 2019- zaaknummer 2019-005863 tot wijziging van een regeling

 

[Dit wijzigingsbesluit zal vanwege de verschillende data van inwerkingtreden in 2 verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Provinciaal Blad zullen de wijzigingen van artikel I onder J, K, L, N en O verwerkt worden.]

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Gelet op artikel 6 van de Algemene subsidieverordening Gelderland;

 

Besluiten

vast te stellen de regeling tot 22e wijziging van de regels Ruimte voor Gelderland 2016

Artikel I

De regels Ruimte voor Gelderland 2016 worden als volgt gewijzigd:

 

A

Het achtste lid, onderdeel c, van artikel 1.3.9 komt te luiden:

  • c.

    de hoogte van de vergoeding bedraagt maximaal € 5,00 per uur, met een maximum van € 170 per maand en € 1.700 per jaar.

B

Artikel 2.10.6 Weigeringsgronden komt te luiden:

 

Artikel 2.10.7 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd als:

  • a.

    het aannemelijk is dat het initiatief zal leiden tot toekomstige lasten voor onderhoud of instandhouding waarvoor ten tijde van de subsidieverstrekking geen dekking bestaat;

  • b.

    het initiatief geheel of grotendeels gericht is op het organiseren van een dorps- of buurtfeest, optocht, braderie of barbecue of andere eenmalige of incidentele activiteiten;

  • c.

    het initiatief gericht is op individuele hulpverlening of de behartiging van een persoonlijk belang;

  • d.

    het initiatief zich in een onderzoeksfase bevindt; of

  • e.

    voor het initiatief subsidie is of kan worden verstrekt op grond van de paragrafen 4.2 of 4.12.

C

Artikel 4.4.3 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onderdeel j, vervalt “en”.

  • 2.

    In het eerste lid, onderdeel k, wordt de punt aan het slot vervangen door “; en”.

  • 3.

    Er wordt aan het eerste lid een onderdeel toegevoegd, dat luidt:

    • l.

      bemiddeling.

  • 4.

    In het tweede lid, onderdeel b, wordt de punt aan het slot vervangen door: ; en.

  • 5.

    Er wordt aan het tweede lid een onderdeel toegevoegd, dat luidt:

    • c.

      bemiddeling.

D

Artikel 4.4.6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In artikel 4.4.6, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, dat luidt:

    • d.

      voor bemiddelingskosten: 90% van de loonkosten, bedoeld in artikel 1.3.8, met uitzondering van het eerste lid, onder c, of 90% van de kosten van derden.

  • 2.

    Het tweede lid komt te luiden.

    • 2.

      De subsidie als bedoeld in artikel 4.4.1, onder b, bedraagt ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 4.4.3, tweede lid, onder a en b. De subsidie voor de kosten als bedoeld in artikel 4.4.3, tweede lid, onder c bedraagt 90% van de loonkosten, bedoeld in artikel 1.3.8, met uitzondering van het eerste lid, onder c van artikel 1.3.8, of 90% van de kosten van derden.

E

Artikel 4.8.9 komt te luiden:

 

Artikel 4.8.9 Looptijd

Het tijdvak tot verlening van subsidie bedraagt:

  • a.

    maximaal drie jaar voor een individuele aanvraag;

  • b.

    maximaal zes jaar voor een programma-aanvraag.

 

F

Artikel 4.10.5 komt te luiden:

 

Artikel 4.10.5 Aanvrager

Onverminderd artikel 1.2.3 wordt bij de aanvraag een kaart gevoegd waarop de locatie van de werkzaamheden is aangeduid.

 

G

Artikel 4.17.8 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 4.17.8, derde lid wordt “artikel 4.17.1, onder a” vervangen door: artikel 4.17.1, onder b.

 

H

Paragraaf 5.3 komt te luiden:

 

Paragraaf 5.3 Regiotaxi

 

Artikel 5.3.1 Subsidiabele activiteit

Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor het verrichten van vervoer in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning in de vorm van regiotaxi en de bijbehorende kosten voor het beheer van de regiotaxi.

 

Artikel 5.3.2 Criteria

Subsidie voor het verrichten van openbaar vervoer wordt slechts verstrekt als de aanvrager met de provincie een Samenwerkingsovereenkomst basismobiliteit heeft gesloten.

 

Artikel 5.3.3 Aanvrager

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt aan gemeenten en openbare lichamen in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan subsidie worden verstrekt aan een rechtspersoon waaraan de in het eerste lid genoemde aanvragers haar taak ten aanzien van de regiotaxi heeft overgedragen.

 

Artikel 5.3.4 Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt het bedrag zoals is overeengekomen in artikel 8 van de Samenwerkingsovereenkomst basismobiliteit.

 

I

Het eerste lid van artikel 5.11.7 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De puntkomma in onderdeel b onder ii, wordt vervangen door een punt.

  • 2.

    Onderdeel c vervalt.

J

Artikel 6.1.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel ss komt te luiden: route: fiets-, wandel-, mountainbike-, ruiter-, men- of vaarroute die nuttige of interessante plaatsen op basis van de aantrekkelijkheid van het landschap met elkaar verbindt;

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel ooo door een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd die luiden:

    • ppp.

      routenetwerk: netwerk voor fietsen, wandelen, mountainbiken, mennen, paardrijden of varen, gevormd door minimaal 20 knooppunten of keuzepunten;

    • qqq.

      Veluwe: gebied bestaande uit het grondgebied van de gemeenten Apeldoorn, Arnhem, Barneveld, Brummen, Ede, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Renkum, Rheden, Putten, Rozendaal, Scherpenzeel, Voorst en Wageningen.

K

Paragraaf 6.2 komt te luiden:

 

Paragraaf 6.2 Routenetwerken

 

Artikel 6.2.1 Subsidiabele activiteit

  • 1.

    Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor:

    • a.

      het ontwerpen van een routenetwerk; of

    • b.

      het aanleggen of verbeteren van een routenetwerk.

  • 2.

    Onder het aanleggen of verbeteren van een routenetwerk wordt mede begrepen het digitaal beschikbaar maken ervan.

Artikel 6.2.2 Subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 1.3.5, eerste lid onder a en b, zijn kosten voor het opstellen van de aanvraag en kosten voor het rondkrijgen van de financiering van het project die zijn gemaakt voordat de aanvraag is ingediend subsidiabel.

 

Artikel 6.2.3 Criteria

Subsidie wordt alleen verstrekt als:

  • a.

    het routenetwerk wordt gevormd door minimaal 20 knooppunten of keuzepunten;

  • b.

    het routenetwerk aansluit op en verwijst naar een routenetwerk, mits in een aangrenzend gebied al een routenetwerk ligt; en

  • c.

    het routenetwerk, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, verwijst naar horeca en recreatieve voorzieningen die zijn gelegen binnen 500 meter van het routenetwerk.

Artikel 6.2.4 Aanvraag

  • 1.

    Onverminderd artikel 1.2.3 wordt bij de aanvraag om subsidie voor het ontwerpen van een routenetwerk in elk geval een kaart verstrekt, waarop is aangegeven:

    • a.

      het gebied waarop het ontwerp zich richt; en

    • b.

      de al bestaande routenetwerken.

  • 2.

    Onverminderd artikel 1.2.3 wordt bij de aanvraag om subsidie voor het aanleggen of verbeteren van een routenetwerk in elk geval een kaart verstrekt, waarop is aangegeven:

    • a.

      het aan te leggen of te verbeteren routenetwerk;

    • b.

      als een gedeelte van een routenetwerk verwijderd wordt: het gedeelte dat verwijderd wordt;

    • c.

      het aangrenzend gebied inclusief de al bestaande routenetwerken waarop kan worden aangesloten; en

    • d.

      de verwijzingen naar horeca en recreatieve voorzieningen.

Artikel 6.2.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De kosten voor het opstellen van de aanvraag, projectmanagement en kosten voor de financiering van het project bedragen maximaal 10% van de kosten in de begroting.

  • 2.

    De subsidie bedraagt:

    • a.

      50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 15.000 voor het ontwerpen van een routenetwerk;

    • b.

      50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 200.000 voor het aanleggen of verbeteren van een routenetwerk.

Artikel 6.2.6 Weigeringsgrond

  • 1.

    Subsidie wordt geweigerd voor zover de aanvraag ziet op de aanleg, wijziging of beheer en onderhoud van infrastructuur en recreatieve voorzieningen.

  • 2.

    Subsidie wordt geweigerd voor zover de aanvraag betrekking heeft op een routenetwerk dat ligt op de Veluwe.

L

Paragraaf 6.3 komt te luiden:

 

Paragraaf 6.3 Routes

 

Artikel 6.3.1 Subsidiabele activiteit

  • 1.

    Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor:

    • a.

      het verwijderen van een route; of

    • b.

      het opstellen van een businesscase voor een route.

  • 2.

    Onder het verwijderen van een route wordt mede verstaan het digitaal verwijderen ervan.

Artikel 6.3.2 Criteria

Subsidie voor het verwijderen van een route wordt alleen verstrekt als:

  • a.

    is aangetoond dat de route niet meer kloppend is; en

  • b.

    de eigenaar van de route toestemming heeft gegeven voor het verwijderen van de route, tenzij de eigenaar van de route niet te achterhalen is.

Artikel 6.3.3 Subsidiabele kosten

Voor subsidie voor het opstellen van een businesscase voor een route komen alleen in aanmerking de kosten voor het inhuren van een externe adviseur.

 

Artikel 6.3.4 Aanvrager

  • 1.

    Subsidie voor het verwijderen van een route wordt alleen verstrekt aan gemeenten, Stichting Achterhoek Toerisme, Stichting Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem Nijmegen Veluwe en Stichting Regionaal Bureau voor Toerisme Rivierenland.

  • 2.

    Subsidie voor het opstellen van een businesscase wordt alleen verstrekt aan een rechtspersoon die blijkens zijn statuten of akte van oprichting of blijkens zijn feitelijke werkzaamheden mede de ontwikkeling of het onderhoud van routes tot doel heeft.

Artikel 6.3.5 Aanvraag

Onverminderd artikel 1.2.3 wordt bij de aanvraag om subsidie voor het verwijderen van een route in elk geval een kaart verstrekt waarop de te verwijderen route is aangegeven.

 

Artikel 6.3.6 Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt:

  • a.

    € 8.000 voor het verwijderen van een route;

  • b.

    € 3.000 per businesscase.

Artikel 6.3.7 Weigeringsgrond

  • 1.

    Subsidie wordt geweigerd voor zover de aanvraag betrekking heeft op een route die is gelegen op de Veluwe.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid wordt subsidie voor het verwijderen van een route geweigerd voor zover de aanvraag ziet op het verwijderen van infrastructuur of recreatieve voorzieningen.

M

Paragraaf 6.7 komt te luiden:

 

Paragraaf 6.7 Sociale Innovatie

 

Artikel 6.7.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    sociale innovatie: nieuwe investering in menselijk kapitaal door middel van opleidingen om technologische en strategische innovatie mogelijk te maken;

  • b.

    ondernemingsraad: een ondernemingsraad in de zin van artikel 2 van de Wet op de ondernemingsraden;

  • c.

    sociaal innovatieplan: een omschrijving van voorgenomen investeringen door middel van opleidingen in sociale innovatie binnen de eigen organisatie.

Artikel 6.7.2 Subsidiabele activiteit

Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor het opstellen en uitvoeren van een sociaal innovatieplan.

 

Artikel 6.7.3 Aanvragers

Subsidie wordt verstrekt aan:

  • a.

    MKB-ondernemingen met een ondernemingsraad;

  • b.

    onderwijsinstellingen met een ondernemingsraad;

  • c.

    gemeenten met een ondernemingsraad.

Artikel 6.7.4 Criterium

Subsidie wordt slechts verstrekt als de ondernemingsraad heeft ingestemd met de aanvraag.

 

Artikel 6.7.5 Subsidiabele kosten

Voor subsidie komen in aanmerking de kosten als bedoeld in artikel 31, derde lid, van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.

 

Artikel 6.7.6 Niet-subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.3.5 en artikel 6.7.5 komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    materiële activa;

  • b.

    kosten die uit anderen hoofde worden gesubsidieerd;

  • c.

    kosten die uit hoofde van de voor de aanvrager geldende cao reeds vergoed kunnen worden.

Artikel 6.7.7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie voor MKB-ondernemingen en gemeenten bedraagt ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De subsidie voor onderwijsinstellingen bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten.

  • 3.

    De subsidie bedraagt minimaal € 50.000 en maximaal € 100.000.

Artikel 6.7.8 Aanvraag

  • 1.

    Onverminderd artikel 1.2.3 wordt bij de aanvraag een verklaring overgelegd waaruit instemming blijkt van de ondernemingsraad met het sociaal innovatieplan.

  • 2.

    In de aanvraag geeft de aanvrager aan op welke wijze hij de kennis en bevindingen deelt.

  • 3.

    De aanvraag kan worden ingediend vanaf 09:00 uur op 1 augustus 2019.

Artikel 6.7.9 Verplichtingen

  • 1.

    De subsidiabele activiteit is binnen twee jaar na datum van de beschikking tot subsidieverlening afgerond.

  • 2.

    De subsidieontvanger is verplicht om zijn kennis en bevindingen te delen op de in de aanvraag beschreven wijze of een door Gedeputeerde Staten te bepalen wijze.

Artikel 6.7.10 Communautair toetsingskader

Subsidie aan onderwijsinstellingen wordt uitsluitend verstrekt voor zover dat in overeenstemming is met hoofdstuk I en artikel 31 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening.

 

N

Paragraaf 6.10 vervalt.

 

O

Aan artikel 6.25.2 wordt een lid toegevoegd, dat luidt:

  • 5.

    Gedeputeerde Staten kunnen de mogelijkheid tot indiening van aanvragen opschorten als aannemelijk is dat het budget, dat op de begroting van de provincie voor sportevenementen beschikbaar is gesteld, niet toereikend is voor nieuwe evenementen.

P

In artikel 7.8.1, aanhef en onder b, wordt “artikel 7.2.1, aanhef en onder d” vervangen door: artikel 7.11.1, aanhef en onder c en artikel 7.12.1, aanhef en onder c.

 

Q

In artikel 7.9.1, aanhef en onder c, wordt, onder vervanging van een punt aan het slot door een komma, toegevoegd: niet zijnde festivals als bedoeld in artikel 7.11.1, aanhef en onder c en in artikel 7.12.1, aanhef en onder c.

 

R

In het eerste lid, onderdeel a, van artikel 7.10.1 wordt “Advies-fase” vervangen door: coachingsfase en wordt “voor advies” geschrapt.

 

S

Artikel 7.10.3 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Tussen “activiteiten” en “zullen” in onderdeel d wordt ‘gezamenlijk’ ingevoegd;

  • 2.

    In onderdeel e wordt “advies” vervangen door: coaching en wordt “Advies-fase” vervangen door: coachingsfase.

T

Artikel 7.11.3, tweede lid, onder b, komt te luiden:

  • b.

    een herhaling of reprise van een voorstelling betreft.

U

Artikel 7.11.4, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie kan worden ingediend vanaf 9.00 uur op 9 september tot 17.00 uur op 30 september van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin gestart wordt met de activiteiten.

V

Onder vernummering van de artikelen 7.11.7 en 7.11.8 tot artikelen 7.11.8 en 7.11.9 wordt na artikel 7.11.6 een artikel ingevoegd dat luidt:

 

Artikel 7.11.7 Wijze van verdeling

  • 1.

    Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden op basis van een onderlinge vergelijking in een rangorde geplaatst.

  • 2.

    De rangorde wordt bepaald door toepassing van de in artikel 7.11.2 opgenomen selectiecriteria met de daaraan gegeven weging van die criteria. Het totaal aantal punten dat na toepassing van deze criteria wordt behaald, bepaalt de plaats in de rangorde.

W

Artikel 7.11.8 (nieuw), tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    De artistieke productie of het festival start uiterlijk in het kalenderjaar volgend op het jaar waarin de beschikking tot subsidieverlening is afgegeven.

X

Artikel 7.12.2, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, wordt subsidie slechts verstrekt indien de subsidiabele activiteit:

    • a.

      van regionaal belang is, te bepalen op basis van de mate waarin aannemelijk is gemaakt dat de artistieke productie of het festival:

      • i.

        op regionale schaal een voorbeeldfunctie heeft, of

      • ii.

        op regionale schaal voor zichtbaarheid van cultuur zorgt, en

    • b.

      de potentie heeft om binnen drie jaar door te groeien naar een artistieke productie of festival van provinciaal belang, te bepalen op basis van de mate waarin aannemelijk wordt gemaakt dat de artistieke productie of het festival:

      • i.

        op provinciale schaal een voorbeeldfunctie zal hebben, of

      • ii.

        op provinciale schaal voor zichtbaarheid van cultuur zal zorgen, en

    • c.

      toegankelijk is, te bepalen op basis van de mate waarin aannemelijk is gemaakt dat:

      • i.

        de artistieke productie of het festival past bij de beoogde doelgroep;

      • ii.

        de wijze waarop de aanvrager deze doelgroep wil bereiken door de keuze van plaats, promotie en toegangsprijs past bij de artistieke productie of het festival, en

    • d.

      van cultureel ondernemerschap getuigt, te bepalen op basis van de mate waarin:

      • i.

        de organisatie van de artistieke productie of het festival met een realistische doelstelling, planning en begroting werkt;

      • ii.

        de artistieke doelstelling van de artistieke productie of het festival bereikt wordt met een optimale inzet van middelen.

Y

Artikel 7.12.3, onder b, komt te luiden:

  • b.

    een herhaling of reprise van een voorstelling betreft.

Z

Artikel 7.12.6, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    De artistieke productie of het festival start uiterlijk in het kalenderjaar volgend op het jaar waarin de beschikking tot subsidievaststelling is afgegeven.

Artikel II

De toelichting wordt als volgt gewijzigd:

 

A

De algemene toelichting wordt onder het kopje “staatssteun” als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de tweede zin van de derde alinea wordt na “4.17,” ingevoegd: 6.3 (voor wat betreft artikel 6.3.1, onderdeel b),.

  • 2.

    In de laatste zin van de vijfde alinea wordt na “5.14,” ingevoegd: 6.2 en 6.3 (voor wat betreft artikel 6.3.1 onderdeel a),.

  • 3.

    In de laatste zin van de laatste alinea vervalt “6.10”.

B

Na de artikelsgewijze toelichting Algemeen bij hoofdstukken 3 en 6 wordt de volgende artikelsgewijze toelichting ingevoegd:

 

Paragraaf 6.2 Routenetwerken

 

Artikel 6.2.1 Subsidiabele activiteit

Onderdeel b

Onder het aanleggen van een routenetwerk wordt naast bijvoorbeeld het maken van kaarten of het plaatsen van routeaanduidingen (bordjes), ook het digitaal beschikbaar maken van een route verstaan. Het digitaal beschikbaar maken kan in verschillende vormen, bijvoorbeeld door het maken van een app of het bouwen van een website.

Onder het verbeteren van een routenetwerk wordt onder andere verstaan het uitbreiden of verplaatsen, en daarmee gedeeltelijk verwijderen, van een routenetwerk.

 

Artikel 6.2.2 Subsidiabele kosten

Met kosten voor het rondkrijgen van de financiering van het project wordt bedoeld kosten die gemaakt worden voor het regelen van de eigen bijdrage.

 

Artikel 6.2.6 Weigeringsgrond

Eerste lid

Deze subsidieregeling is niet bedoeld voor het subsidiëren van infrastructuur, waaronder bijvoorbeeld fietspaden en bruggen. Daarnaast is deze subsidieregeling niet bedoeld voor recreatieve voorzieningen, zoals bankjes, picknicktafels, speeltuinen en parkeerplaatsen.

 

Tweede lid

In het kader van de ‘Gebiedsopgave Veluwe op 1’ zijn al middelen beschikbaar gesteld voor de routenetwerken op de Veluwe. Vandaar dat deze regeling alleen is bedoeld voor het aanleggen en verbeteren van routenetwerken buiten de Veluwe.

 

Paragraaf 6.3 Routes

 

Artikel 6.3.1 Subsidiabele activiteit

De provincie wil haar stimulering van kwaliteitsverbetering van routes focussen op de ondersteuning van initiatiefnemers bij de uitwerking van een sluitende business case voor hun route. In die business case wordt ingezoomd op alle aspecten die een route sterk maken en duurzaam in stand houden. Het gaat dan om de aspecten (door)ontwikkeling, beheer en onderhoud, monitoring en marketing, waarbij naar een meerjarige financiering wordt gestreefd. Een model business case is beschikbaar op de website van Provincie Gelderland.

 

Artikel 6.3.7 Weigeringsgrond

Eerste lid

Deze subsidieregeling is niet bedoeld voor het subsidiëren van infrastructuur, waaronder het verwijderen van fietspaden en bruggen. Daarnaast is deze subsidieregeling niet bedoeld voor het verwijderen van recreatieve voorzieningen, zoals bankjes, picknicktafels, speeltuinen en parkeerplaatsen.

 

Tweede lid

In het kader van de ‘Gebiedsopgave Veluwe op 1’ zijn al middelen beschikbaar gesteld voor routes op de Veluwe. Vandaar dat deze subsidieregeling niet voor deze routes is bedoeld.

 

Paragraaf 6.7 Sociale Innovatie

 

Voor het groei- en verandervermogen van de Gelderse economie is een productiever en innovatiever werknemersbestand nodig. De belemmeringen die Gelderse werkgevers ervaren om mee te gaan met deze veranderingen zitten in tijd, kennis en financiën. Uit het onderzoek blijkt dat tijd, financiën en kennis de drie grootste belemmeringen zijn voor investeringen in sociale innovatie.

 

Een voorbeeld van een belemmering is een ondernemer die niet investeert in menselijk kapitaal, omdat er geen tijd is voor investeringen, een ondernemer die de betreffende medewerker niet kan missen of een ondernemer die niet weet waar hij moet beginnen of hoe hij beleid op het gebied van menselijk kapitaal moet inrichten.

 

Om deze reden wordt het mogelijk gemaakt subsidie aan te vragen voor een sociaal innovatieplan waarbij nieuwe investeringen in menselijk kapitaal door middel van opleidingen mogelijk worden gemaakt. Nieuw is iedere investering in menselijk kapitaal die nog niet werd gedaan binnen de organisatie. Nieuwe investeringen zijn investeringen die leiden tot slimmer werken, dynamisch managen, flexibel organiseren en externe samenwerking. In die zin kan de term opleidingen ruim worden uitgelegd.

 

Artikel 6.7.2 subsidiabele activiteit:

Er kan subsidie worden aangevraagd voor het opstellen en uitvoeren van een sociaal innovatieplan. Voorbeelden van sociale innovatie zijn:

  • -

    nieuwe vormen van flexibel organiseren;

  • -

    investeringen om zelforganisatie van medewerkers te bevorderen;

  • -

    nieuwe vormen van samenwerking tussen management en medewerkers;

  • -

    investeren in 21e -eeuwse vaardigheden;

  • -

    inzetten op ontwikkeling van medewerkers in het kader van robotisering.

Artikel 6.7.3 aanvragers:

Het beleidskader Onderwijs- en Arbeidsmarkt is een generiek kader waarbinnen de Human Capital Infrastructuur binnen regio’s vormgegeven kan worden. Het kader zet in op het leveren verkleinen c.q. opheffen van de huidige of toekomstige (regionale) discrepanties op de onderwijs- en arbeidsmarkt in triple helix verband. Middels deze regeling krijgen deze partners ook de mogelijkheid om te investeren in hun eigen personeel.

 

Artikel 6.7.4 criterium:

Eén van de doelen van deze regeling is het bevorderen van de betrokkenheid van werknemers bij sociale innovatie. Het is de bedoeling dat voor het sociaal innovatieplan draagvlak is onder werknemers. Om deze reden is als criterium gesteld dat de ondernemingsraad instemming moet verlenen.

 

Artikel 6.7.5 subsidiabele kosten en artikel 6.7.6 niet-subsidiabele kosten:

Voor deze regeling geldt rechtstreekse toepassing van de in artikel 31 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening genoemde in aanmerking komende kosten. Materiële activa komen echter niet in aanmerking. Dat betekent dat de kostensoorten “materiaal en benodigdheden die rechtstreeks met het project verband houden en de afschrijving van werktuigen en uitrusting voor zover deze uitsluitend voor het opleidingsproject worden gebruikt” niet subsidiabel zijn.

 

Artikel 6.7.7 hoogte subsidie en 6.7.10 communautair toetsingskader

De verstrekking van subsidies onder deze paragraaf zijn voor zover de ontvanger gemeenten zijn, niet aan te merken als staatssteun. Voor wat betreft MKB-ondernemingen en onderwijsinstellingen is dit echter wel het geval. Voor MKB-ondernemingen wordt subsidie slechts verstrekt voor zover deze niet in strijd is met de De-minimisverordening. Dat betekent dat een aanvrager een de minimisverklaring zal moeten kunnen overleggen bij de aanvraag. Onderwijsinstellingen kunnen in de praktijk doorgaans geen de minimisverklaring overleggen, daar zij het plafond waarschijnlijk reeds overschreden hebben. Om de regeling wel toegankelijk te maken voor onderwijsinstellingen wordt gebruik gemaakt van de vrijstelling van artikel 31 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening. Vanwege toepassing van dit artikel is de hoogte van de subsidie voor onderwijsinstellingen maximaal 50%.

 

Artikel 6.7.8 aanvraag

De verklaring van de ondernemingsraad is vormvrij. De instemming kan bijvoorbeeld blijken uit notulen, een verklaring of een brief van de ondernemingsraad.

 

C

In de artikelsgewijze toelichting komt de toelichting op Paragraaf 6.10 ‘Versterking routes voor fietsen, wandelen, mountainbiken, paardrijden, mennen en varen’ te vervallen.

 

D

In de artikelsgewijze toelichting wordt de toelichting op paragraaf 7.10 als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Na de eerste alinea wordt een alinea toegevoegd die luidt:

Met deze regeling willen Gedeputeerde Staten het veld van de cultuurparticipatie, in al zijn diversiteit, nog meer mogelijkheden bieden om nieuwe terreinen te exploreren, het experiment op te zoeken en van onderop vernieuwing te brengen. Activiteiten kunnen bijvoorbeeld gericht zijn op het experimenteren met een ongebruikelijke aanpak, het aangaan van een verrassend partnerschap of het verdiepen van een bijzondere cross-over. Activiteiten die vallen onder de reguliere activiteiten van een organisatie zijn niet subsidiabel. Tijdens de uitvoering van het project kan de expertise en begeleiding van respectievelijk door professionals worden ingeroepen, waarbij de regie vanuit en het ontwikkelproces van de betrokken deelnemende amateurs voorop blijven staan.

 

  • 2.

    De vierde alinea (nieuw) komt te luiden:

Vernieuwing wordt daarnaast gezocht in de inzet van de nieuwe participatie- en presentatiemogelijkheden die het provinciale forum ‘www.cultuurenerfgoed.gelderland.nl biedt. Dit forum is een interactief digitaal platform voor potentiële aanvragers op een provinciale website waar (concept)aanvragen ingediend, behandeld en beoordeeld worden. Met dit digitaal platform creëren Gedeputeerde Staten een directere communicatie tussen de provincie en de aanvragers en tussen aanvragers onderling. Ook betrekt de provincie het publiek bij het tot stand komen van initiatieven en bij de beoordeling daarvan.

 

  • 3.

    In de vijfde alinea (nieuw) wordt “Advies-fase” vervangen door: coachingsfase.

  • 4.

    In de zesde alinea (nieuw) wordt “Advies-fase” vervangen door: coachingsfase.

E

In de artikelsgewijze toelichting wordt de toelichting bij artikel 7.11.3, tweede lid, en bij artikel 7.12.3, als volgt aangevuld:

 

De regeling voor artistieke producties en festivals beoogt vernieuwing en doorontwikkeling te stimuleren.

Producties en festivals die in dezelfde vorm al zijn uitgevoerd en die behoren tot een standaard repertoire of programma voldoen hier niet aan. Bijvoorbeeld de jaarlijkse uitvoering van de Matthäus Passion. Deze past alleen in de regeling indien de uitvoering op de een of andere manier getuigt van een doorontwikkeling of vernieuwing op artistieke kwaliteit of toegankelijkheid.

Artikel III

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2019.

  • 2.

    In afwijking van het vorige lid treden de onderdelen J, K, L, N en O in werking op 1 juli 2019.

     

Gedeputeerde Staten van Gelderland

John Berends

Commissaris van de Koning

Pieter Hilhorst

Secretaris

Gepubliceerd te Arnhem

Gedeputeerde Staten van Gelderland

J.C.G.M. Berends - Commissaris van de Koning

P.G.G. Hilhorst - secretaris

Naar boven