Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2019, 4391 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2019, 4391 | Verordeningen |
Elfde wijzigingsregeling Subsidieregeling natuur Noord-Brabant
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten 24 januari 2017 de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant hebben vastgesteld;
Overwegende dat in paragraaf 1 een subsidiemogelijkheid is opgenomen voor projecten gericht op behoud en herstel van biodiversiteit en leefgebieden;
Overwegende dat Provinciale Staten op 18 december 2015 het Provinciaal Milieu- en Waterplan Noord-Brabant 2016-2021 ‘sámen naar een duurzaam gezonde en veilige leefomgeving in Brabant’ hebben vastgesteld;
Overwegende dat Provinciale Staten in dat plan onder andere hebben opgenomen dat vennen van groot belang zijn voor de biodiversiteit en daarnaast ook cultuurhistorische en recreatieve waarde hebben.
Overwegende dat Gedeputeerde Staten initiatieven van derden die bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen van het provinciale water- en natuurbeleid ten aanzien van behoud en herstel van vennen wensen te stimuleren en daarvoor financiële middelen beschikbaar hebben gesteld;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten om deze redenen de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant wensen te wijzigen, zodat in die regeling ook een subsidiemogelijkheid voor projecten gericht op behoud of herstel van vennen of vencomplexen wordt opgenomen;
De Subsidieregeling natuur Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1.4 wordt, na het tweede lid, een lid toegevoegd, luidende:
In artikel 1.5, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
Onverminderd het eerste lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, onder c, tweede lid, onder c en derde lid, onder a, in aanmerking te komen, voldaan aan het vereiste dat aan het project een monitoringsplan ten grondslag ligt, waarin de wijze van monitoring gedurende vijf jaar na de vaststelling van deze subsidie is beschreven.
Onverminderd het eerste tot en met derde lid wordt, om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4, derde lid, in aanmerking te komen, voldaan aan het vereiste dat het vennen betreft met ecotooptype V1, V2, V3 of V6 als opgenomen in de Maatregelenkaart voor biodiversiteit en leefgebieden in Noord-Brabant in bijlage 7 en de toelichting Maatregelenkaart voor biodiversiteit en leefgebieden in Noord-Brabant in bijlage 8;
Onverminderd het eerste tot en met vijfde lid wordt voor activiteiten die betrekking hebben op gebieden gelegen binnen het NNB, indien sprake is van staatssteun, om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4 in aanmerking te komen, voldaan aan de vereisten uit artikel 4, eerste lid, onder z en artikel 53, tweede lid, onder b, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
Artikel 1.9 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiodes van:
In artikel 1.11 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
Indien de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen de vastgestelde subsidieplafonds, genoemd in artikel 1.10, te boven gaan, maken Gedeputeerde Staten voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende aanvragen op basis van de volgende afwegingscriteria:
Artikel 1.14 Prestatieverantwoording
Bij subsidies tot € 25.000 toont de subsidieontvanger, indien de activiteiten betrekking hebben op gebieden gelegen buiten het NNB, desgevraagd aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:
Bij subsidies van € 25.000 tot € 125.000 toont de subsidieontvanger, indien de activiteiten betrekking hebben op gebieden gelegen buiten het NNB, bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:
Bij subsidies van € 125.000 en hoger toont de subsidieontvanger, indien de activiteiten betrekking hebben op gebieden gelegen buiten het NNB, bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:
Bij subsidies tot € 25.000 toont de subsidieontvanger, indien de activiteiten betrekking hebben op gebieden gelegen binnen het NNB, desgevraagd aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:
Bij subsidies van € 25.000 tot € 125.000 toont de subsidieontvanger, indien de activiteiten betrekking hebben op gebieden gelegen binnen het NNB, bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van:
Bij subsidies van € 125.000 en hoger toont de subsidieontvanger, indien de activiteiten betrekking hebben op gebieden gelegen binnen het NNB, bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:
Artikel 1.15, vierde lid, komt te luiden:
Bijlage 7, behorende bij artikel 1.6, eerste lid, onder b en vijfde lid van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant
Maatregelenkaart voor biodiversiteit en leefgebieden in Noord-Brabant
Bijlage 8, behorende bij artikel 1.6, eerste lid, onder b en vijfde lid van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant
Toelichting Maatregelenkaart voor biodiversiteit en leefgebieden in Noord-Brabant
Er wordt een bijlage toegevoegd, luidende:
Bijlage 9, behorende bij artikel 1.6, derde lid, van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant
De projectmonitoring is bedoeld om de resultaten van een project in beeld te brengen, te evalueren en zo nodig gedurende het project nog te kunnen bijsturen of nieuwe projecten anders aan te pakken. Na de eindevaluatie van het project stopt de monitoring. Voor de projectmonitoring zijn de volgende
In alle vennen waar maatregelen worden uitgevoerd dient projectmonitoring plaats te vinden.
De effectmeting beperkt zich tot de per ven te benoemen doelsoorten (gewenste soorten) en overige aandachtsoorten (bijv. soorten die juist zouden moeten verdwijnen). In de meeste gevallen zal het gaan om hogere planten (macrofyten), libellen of amfibieën, het monitoren van fytoplankton, fytobenthos en macrofauna is alleen zinvol als daarvoor concrete doelen zijn opgenomen. Aangezien de aanwezigheid van flora en fauna in vennen vooral wordt bepaald door de fysisch-chemische waterkwaliteit en de vegetatiestructuur worden ook deze parameters gemeten. Daar waar grote variaties aan vegetaties in het ven voorkomen, is het zinvol op twee plaatsen in het ven de waterkwaliteit te meten. Bij de uitvoering van hydrologische maatregelen worden ook de effecten op de waterhoudendheid van het ven, het grondwaterpeil en grondwaterkwaliteit gemeten. Tabel 1 geeft een overzicht van te meten parameters.
Er worden 3 meetrondes onderscheiden:
Omdat de fysisch-chemische waterkwaliteit en grondwaterstanden door het jaar heen behoorlijk kunnen fluctueren moet per onderzoeksronde op meerdere data worden bemonsterd, voor de fysisch-chemische waterkwaliteit is het gebruikelijk dat dit op 4 data per jaar gebeurt (éénmaal in maart; éénmaal in april - begin mei; éénmaal eind mei - begin juni; éénmaal in juli – augustus). (Grond)Waterstanden wordt 2 keer per maand gemeten. Ook voor libellen en amfibieën is het zinvol op meerdere momenten in het betreffende jaar het ven te onderzoeken.
Meten, databeheer en rapportage
De data worden beheerd door de organisatie die de metingen verricht. Omdat de resultaten van de monitoring aanleiding kunnen zijn een bepaald uitvoeringsproject bij te sturen of gebruikt kunnen worden bij volgende projecten, is het belangrijk dat deze direct beschikbaar zijn voor de trekker van de uitvoering. In sommige gevallen kunnen vrijwilligers worden ingeschakeld bij de flora- en faunamonitoring. Ook dan worden afspraken gemaakt over beschikbaarheid van de gegevens.
De projectrapportages worden gebruikt voor de verantwoording naar de subsidiegever(s). Ook vormen ze input voor de provincie brede rapportage over het totale vennenproject. Hiervoor is het handig om in de projectrapportages in ieder geval altijd een overzichtstabel op te nemen van de resultaten van alle gemeten parameters t.o.v. het doel voor de betreffende parameter.
Tabel 1 Overzicht projectmonitoring
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-4391.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.