Provinciaal blad van Zuid-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2019, 4275 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2019, 4275 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 4 juni 2019, kenmerk PZH-2019-692164777, tot wijziging van het Reglement Adviescommissie detailhandel Zuid-Holland (Reglement Adviescommissie detailhandel Zuid-Holland)
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;
Gelet op artikel 82 van de Provinciewet, artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening en art.1.2, lid 1 en art. 6.13 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland
Overwegende dat het gewenst is om het bestaande reglement van deAdviescommissie detailhandel Zuid-Holland naar aanleiding van de evaluatie Adviescommissie detailhandel Zuid-Holland te actualiseren;
Het reglement adviescommissie detailhandel Zuid-Holland wordt als volgt gewijzigd:
De commissie is bevoegd om desgevraagd advies uit te brengen aan gemeenten over een bestemmingsplan of een ontheffingsaanvraag daartoe, waarin nieuwe detailhandelsontwikkelingen zijn opgenomen met een zodanige omvang dat op grond van art. 6.13 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland advies van de commissie nodig is.
De commissie is tevens bevoegd om desgevraagd advies uit te brengen aan de provincie over een inpassingsplan of een projectuitvoeringsbesluit, waarin nieuwe detailhandelsontwikkelingen zijn opgenomen met een zodanige omvang dat op grond van art. 6.13 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland advies van de commissie nodig is.
De commissie is tevens bevoegd om desgevraagd een advies uit te brengen aan de provincie Zuid-Holland of aan een aangrenzende provincie over een bestemmingsplan of een ontheffingsaanvraag daartoe of een inpassingsplan of een projectuitvoeringsbesluit, waarin nieuwe detailhandelsontwikkelingen zijn opgenomen in een aangrenzende provincie met zodanige omvang dat op dezelfde gronden als binnen de provincie Zuid-Holland op grond van art. 6.13 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland advies van de commissie nodig is.
De vergoeding voor de werkzaamheden van de voorzitter en de leden van de commissie bedraagt respectievelijk 4x en 3x de vergoeding per vergadering van een commissielid zoals vastgelegd in de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden. De vergoeding is opgesplitst in voorbereidingstijd en aanwezigheid tijdens vergaderingen.
Artikel 5 Begroting en jaarverslag
Artikel 8 Inwerkingtreding en evaluatie
Toelichting bij Wijzigingsbesluit reglement adviescommissie detailhandel Zuid-Holland
In de Verordening Ruimte 2014 was tot maart 2015 opgenomen dat voor bestemmingsplannen waarin nieuwe detailhandelsontwikkelingen zijn opgenomen met een omvang van meer dan 2000 m2 bruto vloeroppervlak binnen de centra en 1000 m2 bruto vloeroppervlak buiten de centra, een advies nodig is van het Regionaal Economisch Overleg (REO). Dit om te beoordelen of de regionale behoefte voldoende is aangetoond en de nieuwe detailhandelsontwikkeling het woon- en leefklimaat niet onevenredig aantast.
Bij besluit van 4 maart 2015 hebben Provinciale Staten besloten het advies niet langer door het REO, maar door een onafhankelijke adviescommissie te laten uitbrengen.
In de vernieuwde versie van de Verordening Ruimte 2014 (versie 2017) is de functie van de Adviescommissie Detailhandel niet aangepast. Wel zijn de metrages aangepast waaraan nieuwe detailhandelsontwikkelingen getoetst dienen te worden met een speciale positie voor de centra van Rotterdam en Den Haag (zie toelichting artikel 2).
Per 1 april 2019 is de Verordening Ruimte beleidsneutraal overgezet in de Omgevingsverordening Zuid-Holland. Aangezien de advisering voortvloeit uit de Omgevingsverordening Zuid-Holland gelden voor dit reglement ook de definities voor Bestemmingsplannen en Detailhandel zoals omschreven in respectievelijk art 1.1 en art. 6.13 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland.
Andere wijzigingen in dit vernieuwde reglement zijn gebaseerd op de Evaluatie Adviescommissie Detailhandel, die in 2018 heeft plaatsgevonden. Dit betreft enkele wijzigingen die beter recht doen aan de huidige werkwijze van de adviescommissie.
Op het moment van vaststellen van dit vernieuwde reglement is de brutovloeroppervloek van plannen waarvoor advies van de adviescommissie nodig is:
Onder bruto vloeroppervlak wordt verstaan: de vloeroppervlakte van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten van een vastgoedobject gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de buitenste opgaande scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte of ruimten omhult.
Naast de reeds afgesproken adviezen, blijkt de taak van de adviescommissie uitgebreid te kunnen worden door:
Informele adviezen in de vorm van 1e reactie. Uitgangspunt bij deze adviezen, is dat de deskundigheid van de adviescommissie wordt ingezet zonder dat werkzaamheden die normaliter door marktpartijen (adviesbureaus) uitgevoerd worden in het geding komen. Deze eerste reacties kunnen worden uitgebracht:
aan gemeenten over een bestemmingsplan of een ontheffingsaanvraag daartoe, waarin nieuwe detailhandelsontwikkelingen zijn opgenomen met een zodanige omvang dat op grond van art. 6.13 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland advies van de commissie nodig is, in een voorfase voordat het een formele aanvraag betreft;
aan de provincie over een bestemmingsplan of een ontheffingsaanvraag daartoe, waarin nieuwe detailhandelsontwikkelingen zijn opgenomen met een kleinere omvang dan op grond van art. 6.13 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland advies van de commissie nodig is, indien de provincie behoefte heeft aan een advies over kleinere plannen.
Voor de vergoeding van de commissieleden en de voorzitter, wordt de Verordening rechtspositie gedeputeerde, staten- en commissieleden als uitgangspunt genomen. Gezien de benodigde voorbereidingstijd per vergadering voor het lezen en doorgronden van de onderbouwingen met betrekking tot de regionale behoefte en regionale impact wordt een factor 3 (leden), respectievelijk 4 (voorzitter) toegepast op de vergoeding per lid zoals vermeld in de Verordening rechtspositie gedeputeerde staten- en commissieleden.
In deze nieuwe verordening is de uitbetaling van de vergoeding opgesplitst. Een commissielid ontvangt 2/3 van de vergoeding, indien het commissielid zich grondig schriftelijk voorbereidt op de vergadering, maar niet bij de vergadering aanwezig kan zijn. Een commissielid ontvangt de volledige vergoeding indien het commissielid zich voorbereidt en aanwezig is bij de vergadering.
In het oorspronkelijke reglement stond dat de adviescommissie jaarlijks een begroting diende in te dienen en achteraf een jaarrekening diende toe te sturen. De financiële afhandeling blijkt minder ingewikkeld en volledig afhankelijk van het aantal aangevraagde adviezen en daarmee gepaard gaande vergaderingen. Derhalve is dit artikel versimpeld. De provincie heeft jaarlijks een bedrag begroot en betaalt de leden en secretaris naar rato van de uitgevoerde werkzaamheden op facturatiebasis. Een jaarlijkse begroting en jaarrekening blijkt niet op uitgebreide wijze noodzakelijk. Wel dient jaarlijks een jaarverslag opgeleverd te worden.
De werking van de adviescommissie detailhandel gaat de tweede termijn van vier jaar. Evenals na de eerste termijn is een evaluatie opgenomen (uiterlijk 31 december 2022).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-4275.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.