Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent cultuurprojecten (Reglement Adviescommissie cultuurprojecten Brabant C Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 82 van de Provinciewet;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 21 mei 2019 de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant hebben gewijzigd, in die zin dat paragraaf 11 Cultuurprojecten van ten minste nationaal belang en paragraaf 12 Ontwikkeling en innovatie van cultuurprojecten aan die subsidieregeling zijn toegevoegd;

 

Overwegende dat het wenselijk is dat Gedeputeerde Staten zich ten aanzien van besluiten over subsidieverstrekking met betrekking tot die regeling, waarbij aspecten van cultuur en cultureel ondernemerschap een afweging vormen, laten adviseren door een commissie van deskundigen;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten derhalve in de artikelen 11.13 en 12.13 van die regeling hebben opgenomen dat zij aanvragen voor subsidie als bedoeld in de artikelen 11.4 en 12.4 voor advies over de artikelen 11.6 en 12.6 voorleggen aan de Adviescommissie cultuurprojecten Brabant C.

 

Gelet op de artikelen 11.13 en 12.13 van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: Adviescommissie cultuurprojecten Brabant C als bedoeld in artikel 82 van de Provinciewet

  • b.

    subsidieregeling: Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant.

Artikel 2 Instelling

Er is een Adviescommissie cultuurprojecten Brabant C.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden

De commissie heeft tot taak Gedeputeerde Staten te adviseren over subsidieaanvragen voor wat betreft:

  • a.

    artikel 11.6 van de subsidieregeling;

  • b.

    artikel 12.6 van de subsidieregeling.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit ten minste 20 en ten hoogste 35 leden.

  • 2.

    De commissie heeft een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten dragen er zorg voor bij de benoeming van de leden dat de expertise en ervaring van de leden een afspiegeling vormen van de volgende kennisdomeinen:

    • a.

      kunst en cultuur;

    • b.

      ondernemerschap en financiën.

Artikel 5 Benoeming leden en voorzitters

  • 1.

    Gedeputeerde Staten benoemen de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de leden.

  • 2.

    De benoeming gedaan als bedoeld onder het eerste lid, wordt gedaan op voordracht van Stichting Brabant C.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten benoemen de voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en de leden voor een periode van maximaal twee jaar, waarna maximaal tweemaal herbenoeming kan plaatsvinden.

Artikel 6 Einde lidmaatschap

Het lidmaatschap van de commissie eindigt door:

  • a.

    het intrekken of vervallen van de subsidieregeling;

  • b.

    het nemen van ontslag als lid;

  • c.

    het overlijden van het lid;

  • d.

    een daartoe strekkend besluit van Gedeputeerde Staten;

  • e.

    het verstrijken van de benoemingsperiode, bedoeld in artikel 4.

Artikel 7 Aanwijzing secretariaat

  • 1.

    Gedeputeerde Staten wijzen, op voordracht van Stichting Brabant C, een secretaris, respectievelijk plaatsvervangend secretaris, aan.

  • 2.

    De secretaris is in ieder geval belast met de voorbereiding en coördinatie van de werkzaamheden van de commissie.

Artikel 8 Vergaderorde

  • 1.

    De commissie vergadert afhankelijk van behoefte en aantal aanvragen per periode.

  • 2.

    De behandeling van een subsidieaanvraag vindt plaats door ten minste 5 en ten hoogste 9 leden, waaronder de voorzitter.

  • 3.

    De secretaris nodigt hiertoe namens de voorzitter leden van de commissie uit.

  • 4.

    Een lid kan zich ter vergadering niet laten vertegenwoordigen door een ander.

  • 5.

    De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar, tenzij de voorzitter anders bepaalt.

Artikel 9 Besluitvorming en advies

  • 1.

    Elk bij de vergadering aanwezig lid van de commissie heeft een stem.

  • 2.

    De commissie neemt alle beslissingen over uit te brengen adviezen bij meerderheid van stemmen.

  • 3.

    Bij staking van de stemmen beslist de voorzitter.

  • 4.

    De commissie brengt een gemotiveerd schriftelijk advies uit.

  • 5.

    Het advies wordt, namens de commissie, ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 10 Verslaglegging

  • 1.

    De secretaris draagt zorg voor het verslag van de vergadering.

  • 2.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 11 Onafhankelijkheid en geheimhouding

  • 1.

    De leden van de commissie adviseren onafhankelijk en zonder last of ruggespraak.

  • 2.

    Voor zover de leden van de commissie bij de uitvoering van hun taken de beschikking krijgen over vertrouwelijke gegevens, zijn zij verplicht tot geheimhouding hiervan.

Artikel 12 Archiefbescheiden

De secretaris draagt na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie alle archiefbescheiden over aan de provincie Noord-Brabant.

Artikel 13 Werkwijze

In gevallen waarin het reglement niet voorziet beslist de voorzitter over de door haar te volgen werkwijze.

Artikel 14 Vergoeding

De leden van de commissie, bedoeld in artikel 4, ontvangen een vergoeding overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.4.1 van het rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Reglement Adviescommissie cultuurprojecten Brabant C Noord-Brabant.

’s-Hertogenbosch, 21 mei 2019

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Naar boven