Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent de afbouwregeling voor de “bergboeren’’ (Afbouwregeling “bergboeren” provincie Fryslân 2019)

Besluit van Gedeputeerde Staten van Fryslân , 21 mei 2019, kenmerk 01665358

Overwegende dat natuurlijke omstandigheden, zoals een uitgesproken reliëf, hoge grondwaterpeilen, laaggelegen veengronden, of onregelmatige perceelsvormen, in bepaalde gebieden een beperking kunnen vormen voor de landbouw;

Overwegende dat door deze fysieke omstandigheden de agrariërs een concurrentienadeel kunnen hebben;

Overwegende dat vanaf 2014 de provincie Fryslân niet langer subsidie verleent aan de agrarische bedrijven in deze zogenaamde probleemgebieden;

Overwegende dat met de subsidieontvangers sprake was van een langjarige subsidierelatie;

Overwegende dat bij het beëindigen van een langjarige subsidierelatie een redelijke termijn in acht moet worden genomen zoals is bepaald in artikel 4:51 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht en deze redelijke termijn niet in acht is genomen;

Hebben Gedeputeerde Staten besloten tot instellen van de Afbouwregeling ‘probleemgebieden Agrarisch Natuurbeheer’ provincie Fryslân 2019,

Gelet op het bepaalde in artikel 1.3 van de Algemene subsidieverordening 2013 Provincie Fryslân:

Stellen als volgt vast:

1. Doelgroep en begunstigde

Een afbouwsubsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt aan een landbouwer die in het jaar 2013 een subsidie ontving op grond van artikel 4.2.2. van de Provinciale Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer 2013 (PSAN) of subsidie ontving op grond artikel 4.2.10 PSAN (ontkoppelde probleemgebiedensubsidie) en die in de jaren 2014 tot en met 2016 deze percelen in de genoemde jaren heeft beheert krachtens een zakelijk of persoonlijk recht.

2. Openstelling en aanvraag

• 1. Een aanvraag kan worden ingediend in de periode 1 augustus 2019 tot en met 30 september 2019;

• 2. Voor het genoemde tijdvak in lid 1 geldt een subsidieplafond van € 280.200

• 3. Alleen volledige aanvragen worden in behandeling genomen. Een aanvraag wordt geacht tijdig te zijn ingediend indien de volledige aanvraag binnen het genoemde tijdvak is ontvangen;

• 4. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

  Voor zover door verstrekking van subsidie voor volledige aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

• 5. Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een door gedeputeerde staten vastgesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld van de in het aanvraagformulier verplichte bijlagen.

• 6. Nadat de volledige aanvraag in behandeling is genomen nemen Gedeputeerde Staten binnen 20 weken een besluit;

3. Subsidie

• 1. Aanvrager kan eenmalig een afbouwsubsidie ontvangen gerekend over maximaal drie jaren; zijnde 2014, 2015 en 2016.

• 2. De subsidie wordt berekend over het aantal hectares waarover in 2013 subsidie is verstrekt in het kader van de PSAN en voorzover deze hectares in de jaren 2014 tot en met 2016 nog in beheer van de aanvrager zijn geweest.

• 3. Per hectare geldt een vergoeding van € 94;

• 4. Voor ieder jaar waarover de subsidie wordt verleend wordt de vergoeding verlaagd met steeds 25%. Hiermee is het maximale subsidiebedrag over 2014 75% van het bedrag over 2013, in 2015 50% van het bedrag over 2013 en in 2016 25% van het bedrag over 2013;

• 5. Aanvrager dient in het aanvraagformulier per jaar waarover de subsidie wordt berekend, het aantal hectares aan te geven dat hij in dat jaar nog in beheer had. Hierbij geldt als referentie het aantal hectares dat hij in 2013 in beheer had en waarover hij op grond van de PSAN in 2013 subsidie heeft ontvangen. Er wordt geen vergoeding verstrekt over nieuw in beheer verkregen gronden na 2013.

4. Verlening

• 1. Het totaal van subsidie over de jaren 2014 tot en met 2016 wordt in één keer uitgekeerd en direct vastgesteld;

• 2. De subsidie wordt verleend onder toepassing van de Landbouw De-Minimisverordening.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking de dag na publicatie in het provinciaal blad en verloopt van rechtswege op 1 augustus 2020.

6. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als Afbouwregeling “bergboeren” provincie Fryslân 2019

Leeuwarden, datum

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

Drs. A.A. M. Brok, voorzitter

R.A. Bouius-Riemersma MBA, MCM, secretaris

Toelichting

Gedeputeerde Staten hebben besloten om met ingang van 2014 geen subsidie meer beschikbaar te stellen aan de zogenaamde landbouw probleemgebieden in de provincie Fryslân.

In het plattelandsbeleid bestond de mogelijkheid om de concurrentiepositie van agrariërs in de landbouwgebieden met een natuurlijke handicap te verbeteren door middel van een hectaretoeslag. In Nederland beter bekend als de bergboeren- of probleemgebiedenregeling. Dat was voor Nederland € 94 per hectare. Met de overgang van de regeling van het ministerie van Economische Zaken naar de provincies is geen budget meegekomen naar de provincies waardoor de bijdrages vanaf het jaar 2014 door de provincie op ‘nul’ (€ 0) zijn gezet.

In artikel 4:51 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaalt dat bij beëindiging van een langjarige subsidierelatie een redelijke overgangstermijn dient te worden gehanteerd. Voor veel aanvragers gold dat zij al jaren, soms zelfs tientallen jaren gebruik hadden gemaakt van de hectaretoeslag. Aanvragen werden steeds ingediend bij de Gecombineerde opgave voor agrarische ondernemers. Hiermee geeft de agrarische onderneming gegevens door aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor de Landbouwtelling en de mestwetgeving. Ook vraagt de agrarische ondernemer hiermee uitbetaling aan van subsidies.

Destijds is bij het beëindigen van de subsidierelatie geen overgangstermijn in acht genomen. Bij uitspraak van de Rechtbank Noord Nederland van 6 februari 2017 heeft de Rechtbank de provincie Fryslân opgedragen alsnog te onderzoeken wat de gevolgen zijn voor de agrarische bedrijven als gevolg van het beëindigen van deze langjarige subsidierelatie.

Overleg met vertegenwoordigers van de betrokken ‘bergboeren’ heeft er toe geleid dat Gedeputeerde Staten nu alsnog met een afbouwregeling komen. Gedeputeerde Staten hebben in hun vergadering van 15 mei 2018 besloten over te gaan tot het instellen van een afbouwregeling over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 2013. Uit de rechtspraak valt op te maken dat een overgangsperiode van drie jaar in elk geval geldt als een redelijke overgangstermijn.

Als voorwaarde voor het verkrijgen van een bijdrage geldt dat de betreffende agrarische ondernemer in 2013 een subsidie heeft ontvangen op grond van artikel 4.2.2. (gekoppelde probleemgebieden) of artikel 4.2.10 ( zgn. ontkoppelde probleemgebieden) van de provinciale subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer 2013.

Bij de aanvraag moet per jaar dat valt onder de afbouwregeling, aangegeven worden hoeveel van de in 2013 in beheer zijnde landbouwpercelen in respectievelijk 2014, 2015 en 2016 steeds in beheer waren.

De hoogte van de subsidie is het bedrag per hectare maal het percentage van het betreffende afbouwjaar.

Rekenvoorbeeld 1:

In 2013 ontving de aanvrager over 17 hectare een bedrag van € 94 per hectare.

In 2014, 2015 en 2016 had de aanvrager nog steeds dezelfde 17 hectare in beheer. De berekening is als volgt:

2014: (17 x € 94,= ) x 75% plus

2015: (17x € 94) x 50% plus

2016: (17x € 94) x 25%

= totale subsidie bedrag : € 2.397

Rekenvoorbeeld 2:

Nb: in het onderstaande voorbeeld wordt er van uitgegaan dat een kleiner aantal hectares in beheer gebleven is.

In 2013 ontving de aanvrager over 17 hectare een bedrag van € 94 per hectare.

In 2014 had de aanvrager hiervan nog 15 hectare in beheer:

De berekening is dan: (15 x € 94) x 75%.

In 2015 had de aanvrager nog steeds 15 hectare in beheer.

De berekening is dan: (15 x € 94) x 50%.

In 2016 was nog 10 hectare in beheer:

De berekening is dan: (10 x € 94) 25%.

= totale subsidie bedrag: € 1.997,50

Het totaalbedrag aan subsidie wordt gelijk vastgesteld en in zijn geheel uitgekeerd. Hiermee worden de administratieve lasten zo laag mogelijk gehouden.

De subsidie wordt verleend met toepassing van de De-minimisverordening Landbouw.

Aanvragers moeten de De-minimisverklaring invullen en meezenden met de aanvraag.

De aanvraag kan alleen binnen het genoemde tijdvak worden ingediend en alleen met het verplicht voorgeschreven formulier worden aangevraagd. Een aanvraag is volledig als het aanvraagformulier volledig is ingevuld en ondertekend én voorzien is van de juiste bijlagen.

Als een aanvraag niet volledig is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om de aanvraag aan te vullen. De datum waarop de aanvraag volledig is wordt gezien als de datum van binnenkomst; dus niet de datum waarop de initiële onvolledige aanvraag is ontvangen.