Provinciaal blad van Utrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2019, 3922 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2019, 3922 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 14 mei 2019, nr. 81EE78CA, tot openstelling van de regeling fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen uit de Verordening POP3 2014-2020 Provincie Utrecht (Openstellingsbesluit POP3 fysieke investeringen voor de bredere uitrol van innovaties en modernisering in de agrarische sector provincie Utrecht 2019)
Gedeputeerde Staten van Utrecht;
Gelet op artikel 1.3, 1.4 en paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Verordening subsidies POP3 2014-2020 Provincie Utrecht;
Gedeputeerde Staten met deze subsidieregeling beogen de gestelde doelen in het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3), het provinciaal meerjarenprogramma voor het landelijk gebied, Agenda Vitaal Platteland (AVP), de Landbouwvisie (2018) en de Samenwerkingsagenda Landbouw 1.0 (2019) te behalen, waaronder de bredere uitrol van innovaties en modernisering in de agrarische sector die bijdragen aan de transitie naar een duurzame toekomst voor de landbouw.
In dit besluit wordt verstaan onder:
Verordening subsidies POP3: Besluit van Provinciale Staten van Utrecht van 21 september 2015 (nr. 815F72D7) houdende regels inzake de subsidieverstrekking ten behoeve van het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014 – 2020 provincie Utrecht, inclusief alle wijzigingen tot en met de laatste versie van 21 juni 2018;
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
In afwijking van artikel 2.2.1 van de Verordening subsidies POP3 kan subsidie worden verstrekt voor fysieke investeringen voor de bredere uitrol van innovaties binnen de agrarische sector zoals opgenomen in de investeringslijst in bijlage 1.
In afwijking van artikel 2.2.4 van de Verordening subsidies POP3 dient de subsidie op het moment van de subsidieverlening 40% van de subsidiabele projectkosten en minimaal € 10.000 te bedragen. Maximaal bedraagt de subsidie € 100.000.
Subsidie wordt verstrekt aan landbouwers of groepen van landbouwers. Onder groepen van landbouwers wordt verstaan samenwerkingsverbanden van landbouwers zonder rechtspersoonlijkheid die voldoen aan de voorwaarden van artikel 1.6 van de Verordening subsidies POP3 2014-2020 provincie Utrecht.
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.23 van de Verordening subsidies POP3 wordt maximaal 1 keer per jaar een voorschot verleend op basis van realisatie.
In het kader van het Europese Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) heeft de provincie Utrecht de mogelijkheid om maatregelen open te stellen voor het indienen van projectvoorstellen die voor een EU-subsidie in het kader van het POP3 in aanmerking kunnen komen.
Om de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse landbouw te handhaven en te versterken en tegelijkertijd te voldoen aan de (inter)nationale milieuwetgeving is een blijvende investering in innovatie en modernisering van de landbouw noodzakelijk. Dit ook om de beoogde transitie van de landbouw verder door te zetten. Door deze investeringen kan de concurrentiekracht van de sector in stand worden gehouden en waar mogelijk verhoogd. Waarbij ook de emissies naar het milieu worden beperkt.
Met de regeling fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen wil de provincie Utrecht agrariërs uitdagen om met investeringsprojecten te komen die een meerwaarde bieden voor de ontwikkeling van hun bedrijf en een bijdrage leveren aan: circulaire landbouw (1), natuur inclusieve landbouw (2), klimaat neutrale landbouw (3) en het verbeteren van dierenwelzijn (4), een en ander conform de transitiedoelen van de Landbouwvisie 2018.
Ad 1. Circulair: In de recentelijk verschenen Landbouwvisie van het Rijk (“Landbouw, natuur en voedsel: waardevol en verbonden”, 2018) staat circulaire landbouw centraal. Gestreefd wordt naar een omschakeling van het minimaliseren van de kostprijs naar het minimaliseren van het grondstoffenverbruik. Dit vraagt een fundamentele transitie van het huidige landbouwsysteem naar een circulair systeem zonder onnodige verliezen. De provincie Utrecht gaat mee in deze ambitie van het Rijk, verwoord in de Landbouwvisie 2018, en heeft de doelen voor 2030 overgenomen.
Ad 2. Natuur inclusieve landbouw: Bij natuur inclusieve bedrijven staat het streven naar een zorgvuldig gebruik van natuurlijke hulpbronnen, het duurzaam beheren van de bodem en het minimaliseren van emissies centraal. Het accent ligt op een verantwoord gebruik van natuur en natuurlijke processen. Een productie op zodanige wijze dat de kwaliteit van de leefomgeving voor de mens toeneemt en de Utrechtse biodiversiteit wordt versterkt.
Ad 3. Klimaat neutrale landbouw: Voor de realisatie van een klimaat neutrale landbouwsector vormt het landelijk (ontwerp) Klimaatakkoord het uitgangspunt. Bronaanpak van emissies is nadrukkelijk naar voren gekomen als gewenst actiepunt. Ook zijn afspraken gemaakt over landgebruik; onder andere maatregelen die veenoxidatie tegengaan.
Ad 4. Verbeteren van dierenwelzijn: Het zorgvuldig omgaan met dieren is voor de provincie Utrecht een belangrijke voorwaarde bij de transitie naar een vitale, duurzame landbouw.
De uitdagingen voor de landbouw zijn groot en gaan verder dan het produceren van gezond en duurzaam voedsel. Het landelijk gebied zal een bijdrage moeten leveren aan andere maatschappelijke waarden zoals schone energie, klimaat en biodiversiteit. In de dichtbevolkte en groeiende Utrechtse regio kan de landbouw een belangrijke bijdrage leveren aan een gezond stedelijk leven. Voorwaarde is wel dat ondernemers dit een plek kunnen geven in een economisch rendabele bedrijfsvoering nu en in de toekomst.
Het innovatieve karakter van investeringen kan in sommige gevallen aanleiding zijn voor extra stimulering. Deze regeling zet in op de bredere uitrol van innovaties en modernisering bij een grotere groep landbouwondernemers. Wat de bredere uitrol van innovaties betreft is gekozen voor een investeringslijst waarmee bewezen innovaties gerangschikt zijn en waarop een brede groep aanvragers een subsidieverzoek kan indienen.
Er is gekozen voor een lijst van investeringen die bijdragen aan de volgende POP3-thema’s uit artikel 2.2.1 lid 2 van Verordening Subsidies POP3:
Verschuiving van de bestaande kostenreductiestrategie naar een meerwaarde strategie, met nieuwe marktconcepten, nieuwe verdienmodellen of meerwaardecreatie;
Het doel is om ondernemers te stimuleren nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen en de omschakeling naar nieuwe vormen van gecertificeerde teelten met specifieke kwaliteitskenmerken zoals streekproducten of biologisch te realiseren.
Beter beheer van productierisico’s, versterking van de positie van de primaire producent in de handelsketen of het verminderen van marktfalen;
Het doel is om ondernemers te stimuleren productierisico’s in eigen hand te nemen door het verkorten van ketens en bijvoorbeeld door het inzetten van innovaties en modernisering op het gebied van logistiek en houdbaarheid.
Maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik en een gesloten kringloop, met als resultaat een emissievermindering van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en grond- en oppervlaktewater (zoals broeikasgassen, ammoniak, nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen) en minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen (zoals water, fosfaat en bodemvruchtbaarheid);
Het doel is om bovenwettelijke investeringen te stimuleren die emissies beperken en om het gebruik van grondstoffen op het bedrijf te beperken door toepassing van kringlooplandbouw zodat uiteindelijk EU-waterkwaliteitsdoelen kunnen worden gehaald. Emissievermindering speelt in alle sectoren, zoals de veehouderij en de fruitteelt. Het thema past goed in de provinciale ambitie op het gebied van duurzaamheid, waaronder circulaire economie. Denk hierbij aan het hergebruik van proceswater op landbouwbedrijven, waardoor dit niet meer geloosd hoeft te worden. Ook kan gedacht worden aan het opnieuw gebruiken van organische reststromen voor biobased toepassingen.
Klimaatmitigatie (vermindering van de uitstoot van broeikasgassen door een zuiniger energiegebruik, reductie van het gebruik van fossiele energie door omschakeling op hernieuwbare energie, productie van hernieuwbare energie);
Het doel is om ondernemers te stimuleren, in de klimaat neutrale ontwikkeling van het bedrijf, investeringen door te voeren op het gebied van onder andere het terugwinnen van energie uit stallen. Maar ook andere vormen van hernieuwbare energie en het toepassen van nieuwe opslagtechnieken worden hier bedoeld.
Klimaatadaptatie (door het tegengaan van dan wel het verminderen van de effecten van grotere watertekorten en -overschotten en toenemende verzilting);
Het doel is het watersysteem en het waterbeheer meer robuust te maken. Door water op te vangen of vast te houden kan bij droogte langer gebruik worden gemaakt van het opgevangen water en kan bij piekneerslag wateroverlast worden voorkomen. Ook het vasthouden van water in de bodem draagt bij aan deze doelen en is gunstig voor de gewasgroei in droge tijden.
Verbetering van dierenwelzijn/diergezondheid en verminderd risico voor de volksgezondheid bij de interactie tussen mens en dier;
Het doel is om ondernemers te stimuleren innovatieve technieken ter vernieuwing en modernisering van het bedrijf toe te passen ten behoeve van de volksgezondheid en dierenwelzijn/diergezondheid.
Behoud en versterking van biodiversiteit en omgevingskwaliteit.
Het doel is de realisatie van innovatieve vormen van bedrijfsvoering die leiden tot het beter inpasbaar maken van maatregelen gericht op biodiversiteit en verbetering van de omgevingskwaliteit, bijvoorbeeld initiatieven voor biodiversiteitsvriendelijke landbouw.
Met dit openstellingsbesluit wordt aan de realisatie van bovenstaande doelstellingen invulling gegeven.
Artikelsgewijze toelichting van het openstellingsbesluit
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
Deze investeringsregeling is gericht op investeringen in bewezen innovaties. Deze zijn opgenomen in een integrale investeringslijst in bijlage 1.
Per investering kunnen zijn de volgende kosten subsidiabel:
kosten van koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;
Onder c kunnen kosten voor bijvoorbeeld bedrijfsmiddelen worden opgevoerd, nieuwe landbouwmachines en -installaties bijvoorbeeld. De aanschaf van de bedrijfsmiddelen moet gericht zijn op het blijvend gebruiken ervan door de eindbegunstigde van subsidie. D e volledige aan- of huurkoopwaarde is subsidiabel tot ten hoogste de marktwaarde van het bedrijfsmiddel die aantoonbaar de marktwaarde niet overstijgt.
kosten van adviseurs en ingenieurs voor het bedrijfsklaar maken of installeren van de investering;
Onder d worden kosten bedoeld voor bijvoorbeeld het configureren van machines of het inregelen van software. De kosten zijn subsidiabel voor zover die aantoonbaar met het gebruiksklaar maken van de investering te maken hebben.
kosten van koop van tweedehands machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa.
Kosten van de koop van tweedehands machines en installaties zijn subsidiabel tot ten hoogste de marktwaarde van het bedrijfsmiddel. In het format projectplan behorend bij de regeling is een rekenmethode opgenomen voor de onderbouwing van het begrote bedrag. Deze onderbouwing kan gebaseerd worden op bouwjaar, economische levensduur, nieuwprijs, aanschafjaar en begroot bedrag.
Voorbereidingskosten die voorafgaan aan het moment van indienen zijn niet subsidiabel.
De kosten zoals begroot voor de investeringen en die als subsidiabel beoordeeld worden, kunnen voor maximaal, 40% gesubsidieerd worden. De ondergrens van een project bedraagt € 10.000 aan subsidie. Deze ondergrens moet worden gehaald op het moment van de subsidieverlening op basis van de subsidiabele kosten. Het kan zijn dat er € 15.000 wordt aangevraagd maar dat hiervan ‘slechts’ € 9.000 uiteindelijk aan subsidie overblijft na beoordeling van de aanvraag. In dat geval wordt de subsidie niet verleend. De maximum subsidie is € 100.000 per aanvraag. Door in een samenwerkingsverband (groep van landbouwers) een aanvraag in te dienen voor de wat kleinere investeringscategorieën biedt deze openstelling de mogelijkheid om de drempel van € 10.000 subsidie te bereiken.
Subsidie wordt verstrekt aan investeringen zoals deze zijn opgenomen in de investeringslijst in bijlage 1.
De investeringslijst is opgesteld om landbouwers te stimuleren te investeren in innovatie en modernisering van hun bedrijf. De regeling is vooral bedoeld om de aanschaf van modernere installaties en machines te stimuleren, waarmee de landbouwers hun positie op het gebied van innovatie en modernisering in duurzaamheid versterken. Modernisering die bijdraagt aan een circulaire, natuur inclusieve en klimaat neutrale bedrijfsvoering en/of aan korte ketens in de landbouw.
Investeringen die alleen of hoofdzakelijk gericht zijn op verbetering van de rentabiliteit van bedrijven en vervanging van dezelfde goederen die al op het bedrijf aanwezig zijn komen niet voor op de lijst en komen dus niet voor subsidie in aanmerking.
Op de investeringslijst zijn alleen investeringen opgenomen die voldoen aan de minimale bijdrage aan de doelen voor innovatie en modernisering, zodat het niet nodig is een minimumscore op te nemen. De score per investeringscategorie is bepaald op basis van de mate waarin de investering bijdraagt aan innovatie en modernisering en de beleidsmatige voorkeur van de provincie Utrecht.
De investeringen zijn ingedeeld onder een aantal POP3-thema’s, aangevuld met een toelichting van provinciaal Landbouwbeleid:
Maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik en een gesloten kringloop, met als resultaat een emissievermindering van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en grond- en oppervlaktewater (zoals broeikasgassen, ammoniak, nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen) en minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen (zoals water, fosfaat en bodemvruchtbaarheid);
De investeringsmaatregelen in de investeringslijst zijn al door voorlopers met succes toegepast maar een bredere toepassing is onvoldoende op gang gekomen. Het is voor de provincie Utrecht beleidsmatig van belang om dergelijke investeringen te stimuleren. De investeringen in bijlage 1 zijn gericht op een aantal thema’s die de provincie heeft vastgesteld in haar landbouwvisie. Het gaat daarbij om circulaire, klimaat neutrale en natuur inclusieve bedrijfsvoering en om het verbeteren van dierenwelzijn.
Aan de hand van selectiecriteria uit het POP3-handboek selectiecriteria (https://regiebureau-pop.eu/nieuwe-versie-handboek-selectiecriteria) zijn aan een aantal investeringscategorieën vastgesteld die bewezen innovatief zijn en waar de kans op succes heel groot is. De scores zijn vervolgens bepaald op basis van effectiviteit en efficiëntie.
Alle ingediende, ontvankelijke aanvragen worden gerangschikt op de score van de investeringen. Indien een aanvraag uit meerdere investeringen (maximaal 3) bestaat wordt de score bepaald op basis van de gemiddelde score. Dit wil zeggen dat de score van de individuele investeringen bij elkaar worden opgeteld en gedeeld door het aantal investeringen.
Uitsluitend landbouwers en groepen van landbouwers kunnen een aanvraag voor subsidie indienen. Groepen van landbouwers zijn samenwerkingsverbanden van landbouwers zonder rechtspersoonlijkheid. Dit betekent dat er een penvoerder aangewezen moet worden. Dit kan een gemachtigde zijn namens het samenwerkingsverband. Door samen te werken kunnen kleinere individuele investeringen van landbouwers gebundeld worden waardoor sneller aan de voorwaarde van het minimumbedrag van € 10.000 subsidie (€ 25.000 totale kosten) voldaan kan worden. Bij een aanvraag door groepen van landbouwers gelden de volgende voorwaarden, conform artikel 1.6 uit de Verordening subsidies POP3.
Een aanvraag wordt ingediend voor investeringen uit de investeringslijst (bijlage 1). Een aanvrager mag meerdere investeringen (tot een maximum van 3) opgeven uit de betreffende lijst. In het geval een landbouwondernemer een aanvraag indient voor een bepaalde investering als individuele ondernemer en tevens dezelfde investering indient als onderdeel van een samenwerkingsverband (groep van landbouwers), dan wordt de subsidie geweigerd voor dat gedeelte van de aanvraag die de ondernemer heeft ingediend als individuele ondernemer. Het gevolg kan zijn dat de aanvraag volledig wordt geweigerd als daarmee de ondergrens van € 10.000 niet wordt gehaald.
De aanvrager mag maximaal 1 keer per jaar een betalingsverzoek indienen (aanvraag voorschot op basis van realisatie). Omdat de aanvrager al verplicht is, op basis van artikel 1.17 van Verordening subsidies POP3, 1 keer per jaar een voortgangsverslag in te dienen is het aan te bevelen om dit te combineren. Een aanvraag om een voorschot voorafgaand aan de realisatie is in ieder geval niet mogelijk. Met realisatie wordt bedoeld dat de kosten ook daadwerkelijk gemaakt en betaald zijn en dit aangetoond kan worden met facturen en betaalbewijzen.
Onverminderd het gestelde onder artikel 1.7 van de Verordening subsidies POP3 geldt dat aanvragen kunnen worden ingediend via een digitaal loket, het POP3 webportal (https://www.pop3-webportal.nl/). Aanvragen worden ingediend met gebruikmaking van een volledig ingevuld format projectplan, vergezeld van de van toepassing zijnde bijlagen. Hiervoor dienen door de provincie Utrecht verstrekte vaste formats te worden gebruikt. Alle formats behorend bij deze openstelling zijn terug te vinden op de website van de provincie Utrecht.
U kunt tot en met vrijdag 13 augustus 2019 vragen stellen over de openstelling via het e-mailadres subsidies@provincie-utrecht.nl. De antwoorden op de geanonimiseerde vragen zijn uiterlijk 19 augustus 2019 beschikbaar via de website van de provincie Utrecht.
Aanvragen worden eerst beoordeeld op ontvankelijkheid en vervolgens aan de hand van de scores gerangschikt. Op basis van de rangschikking neemt het college van Gedeputeerde Staten een besluit. Alle aanvragers ontvangen binnen 22 weken na sluiting van de openstellingsperiode een beschikkingsbrief.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-3922.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.