Provinciaal blad van Noord-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2019, 3919 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2019, 3919 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland houdende regels omtrent beoordeling geurhinder (Beleidsregel beoordeling geurhinder inrichtingen Noord-Holland)
[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke bekendmaking is op 19 november 2014 beschikbaar via Provincieblad 2014, 114.]
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten bij het beschikken op aanvragen om omgevingsvergunning, dan wel bij het naar aanleiding van een aanvraag om omgevingsvergunning geven van een verklaring voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, dan wel bij het verlenen van een omgevingsvergunning beperkte milieutoets als bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht, dan wel bij het opstellen van maatwerkvoorschriften op grond van het Activiteitenbesluit, het aanvaardbaar hinderniveau voor geur dienen vast te stellen;
Gelet op artikel 4.81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, hoofdstuk 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikelen 8.42 en 8.42a van de Wet milieubeheer;
Beleidsregel beoordeling geurhinder inrichtingen Noord-Holland
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Bij de toepassing van deze beleidsregel worden de volgende definities gehanteerd:
tot geurgevoelige objecten worden gerekend: aaneengesloten woonbebouwing, ziekenhuizen en sanatoria, bejaarden- en verpleeghuizen, woonwagenterreinen, asielzoekerscentra, (kinder-)dagverblijven, scholen, penitentiaire inrichtingen alsmede objecten die met bovengenoemde geurgevoelige objecten gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de functie van het object, de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daar aanwezig is en de omgeving van het object;
tot minder geurgevoelige objecten worden gerekend: bedrijfswoningen, woningen in het landelijk gebied, verspreid liggende woningen, recreatiegebieden voor dagrecreatie, accommodaties voor verblijfsrecreatie, zelfstandige kantoren, winkels alsmede objecten die met bovengenoemde minder geurgevoelige objecten gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de functie van het object, de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daar aanwezig is en de omgeving van het object;
Gedeputeerde staten nemen bij het beschikken op een aanvraag om omgevingsvergunning, dan wel bij het naar aanleiding van een aanvraag om een verklaring van geen bedenkingen, dan wel bij een milieutoets, dan wel bij het opnemen van maatwerkvoorschriften, de in de Handleiding geur beschreven methodiek voor het bepalen van het aanvaardbaar hinderniveau als uitgangspunt.
Gedeputeerde staten beoordelen een aanvraag om omgevingsvergunning, verklaring van geen bedenkingen, milieutoets of maatwerkvoorschrift aan de hand van het toetsingskader zoals neergelegd in deze beleidsregel, tenzij in het Activiteitenbesluit voor de desbetreffende activiteit ter bepaling van het aanvaardbaar hinderniveau nadere geuremissie- en geurimmissie-eisen zijn opgenomen.
Artikel 4 Richt- en grenswaarden
Artikel 5 Vaststelling aanvaardbaar geurhinderniveau bestaande activiteiten
Indien een aanvraag als bedoeld in artikel 3, eerste lid, uitsluitend betrekking heeft op bestaande activiteiten, stellen gedeputeerde staten de hedonisch gewogen geurbelasting in de vergunningsvoorschriften of de verklaring vast op ten hoogste de grenswaarde of, indien de bestaande geurbelasting lager is, de bestaande geurbelasting.
In geval van een saneringssituatie nemen gedeputeerde staten in de vergunningsvoorschriften of de verklaring op dat de aanvrager binnen een aangegeven termijn van maximaal 10 jaar, met inachtneming van hetgeen is opgenomen in een geuronderzoek dat bij de aanvraag is overgelegd, moet voldoen aan de grenswaarden, bedoeld in artikel 4, eerste lid.
In geval van een overschrijdingssituatie nemen gedeputeerde staten in de vergunningsvoorschriften of de verklaring op dat de aanvrager verplicht is iedere 4 jaar, maar binnen een aangegeven termijn van maximaal 10 jaar, te onderzoeken of voldaan kan worden aan de richtwaarden, bedoeld in artikel 4, eerste lid, en dat de resultaten van deze onderzoeken dienen te worden gerapporteerd aan gedeputeerde staten.
Artikel 6 Vaststelling aanvaardbaar geurhinderniveau nieuwe activiteiten
In geval van een aanvraag als bedoeld in artikel 3, eerste lid, voor nieuwe activiteiten, stellen gedeputeerde staten de hedonisch gewogen geurbelasting in de vergunningsvoorschriften of de verklaring vast op ten hoogste de grenswaarden, bedoeld in artikel 4, tweede lid.
Artikel 7 Vaststelling aanvaardbaar geurhinderniveau bestaande en nieuwe activiteiten gezamenlijk
In geval van een aanvraag als bedoeld in artikel 3, eerste lid, voor zowel bestaande als nieuwe activiteiten, stellen gedeputeerde staten de hedonisch gewogen geurbelasting in de vergunningsvoorschriften of de verklaring als gevolg van de bestaande en nieuwe activiteiten gezamenlijk vast op ten hoogste grenswaarde of, indien de bestaande geurbelasting lager is, de bestaande geurbelasting.
In geval de bestaande geurbelasting lager is dan de richtwaarden bedoeld in artikel 4, eerste lid, kunnen gedeputeerde staten in afwijking van artikel 4, derde lid, de hedonisch gewogen geurbelasting in de vergunningsvoorschriften of de verklaring als gevolg van de bestaande en nieuwe activiteiten gezamenlijk vaststellen op ten hoogste de bestaande geurbelasting.
In geval van een saneringssituatie nemen gedeputeerde staten in de vergunningsvoorschriften of de verklaring op dat de aanvrager binnen een aangegeven termijn van 10 jaar, met inachtneming van hetgeen is opgenomen in een saneringsplan dat bij de aanvraag is overgelegd, moet voldoen aan de grenswaarden, bedoeld in artikel 4, eerste lid.
In geval van een overschrijdingssituatie nemen gedeputeerde staten in de vergunningsvoorschriften of de verklaring op dat de aanvrager verplicht is iedere 4 jaar, maar binnen een aangegeven termijn van maximaal 10 jaar, te onderzoeken of voldaan kan worden aan de richtwaarden, bedoeld in artikel 4, eerste lid, en dat de resultaten van deze onderzoeken dienen te worden gerapporteerd aan gedeputeerde staten.
Bij het vaststellen van het aanvaardbaar hinderniveau betrekken gedeputeerde staten ontvangen hindersignalen over de inrichting.
Gedeputeerde staten kunnen in geval van aantoonbaar gebleken geurhinder de inrichting voorschrijven dat het hinderniveau op de inrichtingsgrens continu wordt gemonitord met behulp van een of meerdere e-neuzen dan wel een vergelijkbaar geurmonitoringssysteem.
Gedeputeerde staten kunnen in geval van de aanwezigheid van meerdere geurbronnen binnen één inrichting dan wel in elkaars nabijheid gelegen verschillende geurbronnen dan wel één geurbron met verschillende geuren, specifieke eisen stellen aan het geurrapport voor de beoordeling of voldaan kan worden aan artikel 4 indien het verschillende typen geuren betreft, en zo nodig afwijkende grens- en richtwaarden vaststellen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-3919.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.