Openstellingsbesluit Maatregel Niet-productieve investeringen water 2019

 

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 21 mei 2019, kenmerk 4.3/2019001220, team Natuur en Water, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van het Openstellingsbesluit Maatregel Niet-productieve investeringen water 2019

 

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op artikel 1.3 en paragraaf 2.6 van de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (Verordening POP3 subsidies provincie Drenthe), hierna te noemen de Verordening;

 

overwegende dat deze openstelling bijdraagt aan de provinciale doelstellingen met bettrekking tot:

4.2.3 De zoetwatervoorziening voorziet in een maatschappelijk gewenst voorzieningenniveau voor voldoende en schoon zoetwater voor een, ook op de lange termijn houdbaar, (klimaatbestendig) economisch vitaal en ecologisch en humaan leefbaar gebied;

4.2.4 Robuuste watersystemen die voldoen aan de normen voor regionale wateroverlast;

 

 

BESLUITEN:

 

Het Openstellingsbesluit Maatregel Niet-productieve investeringen water 2019 vast te stellen.

 

Dit besluit treedt in werking op de dag na datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst en vervalt van rechtswege op 31 december 2023.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

 

 

Uitgegeven 24 mei 2019

 

 

Artikel 1 Openstelling en subsidieplafond

  • 1.

    De Maatregel Niet-productieve investeringen water 2019, zoals opgenomen in Hoofdstuk 2, paragraaf 6 van de Verordening onder de regels van dit openstellingsbesluit wordt opengesteld voor de periode van 10 juni 2019 9:00 uur tot en met 25 augustus 2019 17:00 uur.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor deze openstellingsperiode bedraagt in totaal € 6.000.000,-- en bestaat uit:

  • a.

    50% financiering uit ELFPO-middelen;

  • b.

    50% cofinancieringsbijdrage van een of meer regionale overheden niet zijnde de provincie.

 

Artikel 2 Definities

  • a.

    Klimaatdoelen: de provinciale doelstellingen voor het klimaat zoals beschreven in paragraaf 8.1.1 van de Provinciale Omgevingsvisie Drenthe 2018 aangevuld met:

  • i.

    Werkprogramma Zoetwatervoorziening Hoge Zandgronden regio Oost 2016-2021:

    het werkprogramma dat ten behoeve van het Deltaprogramma Zoetwater in regio Oost (ZON) in een bestuursovereenkomst is vastgelegd. Het maatregelenprogramma voor Zuid-Drenthe is onderdeel hiervan;

  • ii.

    Werkprogramma Zoetwatermaatregelen IJsselmeergebied 2016-2021:

    het werkprogramma dat ten behoeve van het Deltaprogramma Zoetwater in regio IJsselmeergebied in een bestuursovereenkomst is vastgelegd. Het maatregelenprogramma voor Noord-Drenthe is onderdeel hiervan; zie: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2015-31819.html;

  • b.

    KRW-doelen: de provinciale doelstellingen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater zoals beschreven in de bij het Besluit Europese Kaderrichtlijn Water provincie Drenthe (2016-2021) vastgestelde factsheets (OW 33, OW 34, OW 35, OW 44, NLGW0001, NLGW0002, NLGW0003, NLGW0010 allen voor zover betrekking hebbend op Drents grondgebied) die zijn opgenomen in het landelijke KRW portaal: https://waterkwaliteitsportaal.nl/;

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

In aanvulling op artikel 2.6.1 van de Verordening kan subsidie alleen worden verstrekt voor investeringen die bijdragen aan het vasthouden of bergen van water, de (her)inrichting, transformatie of het beheer van het watersysteem voor landbouw-, water-, KRW- en klimaatdoelen, inclusief de daarbij behorende werkzaamheden en kunstwerken in de volgende gebieden:

 

Ossehaar, zoals weergegeven op de kaarten 1 en 2 in bijlage 1;

 

Schoonebeekerdiep, zoals weergegeven op kaart 1 in bijlage 2;

 

Witterdiep, zoals weergegeven op kaart 1 in bijlage 3;

 

Noord Willemskanaal, zoals weergegeven op kaart 1 in bijlage 4;

 

Onlanden, zoals weergegeven op kaart 1 in bijlage 5;

 

Koningsschut, zoals weergegeven op kaart 1 in bijlage 6.

 

Artikel 4 Aanvragers

Subsidie kan worden verstrekt aan aanvragers zoals genoemd in artikel 2.6.2 van de Verordening.

 

Artikel 5 Subsidiabiliteit van kosten

Subsidiabele kosten bestaan uit de volgende kostentypen:

  • a.

    Personeelskosten voor zover zij zijn berekend overeenkomstig artikel 1.9 van de Verordening;

  • b.

    Kosten derden: kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overgelegd.

 

Artikel 6 Verplichtingen aanvrager

  • 1.

    De aanvraag wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1.7 van de Verordening en conform de formats (zie website SNN: http://www.snn.nl/pop3/) ingediend.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.23 van de Verordening kan één keer per kalenderjaar een aanvraag voor een voorschot worden ingediend.

 

Artikel 7 Hoogte subsidies

Geen subsidie wordt verstrekt indien na beoordeling de berekende subsidie lager is dan € 350.000,--.

 

Artikel 8 Selectiecriterium

Voor de rangschikking als bedoeld in de artikelen 1.15 en 2.6.5 van de Verordening vindt de beoordeling van de aanvraag plaats op basis van het geografisch selectiecriterium. De activiteiten dienen plaats te vinden ten behoeve van de gebieden die zijn begrensd zoals is weergegeven op de kaarten zoals genoemd in artikel 3 van deze openstelling.

 

Artikel 9 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 van de Verordening wordt subsidie geweigerd als:

  • 1.

    het totaal aan proceskosten voor voorbereiding en uitvoering van de niet-productieve investeringen bedraagt maximaal 40% van de totale subsidiabele kosten, dat betreft de kosten, inclusief eventuele bijbehorende niet-verrekenbare of niet-compensabele btw, die vallen onder artikel 2.6.3, lid 1, sub e en sub f, van de Verordening;

  • 2.

    er bij de subsidieaanvraag geen cofinancieringsverklaring kan worden overgelegd van één of meerdere andere overheden.

 

Artikel 10 Bevoorschotting

In aanvulling op artikel 1.23 van de Verordening kan maximaal één keer per kalenderjaar een aanvraag om een voorschot worden ingediend op basis van realisatie.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding en horizonbepaling

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

  • 2.

    Dit besluit vervalt op 31 december 2023.

 

 

Toelichting bij het openstellingsbesluit niet-productieve investeringen water 2019

 

Artikel 1 Openstelling en subsidieplafond

De maatregel niet-productieve investeringen water is gericht op niet-productieve investeringen in het landelijk gebied die betrekking hebben op de (her)inrichting of transformatie en het beheer van het watersysteem voor landbouw-, water- en klimaatdoelen.

 

Artikel 7 Hoogte subsidie

De subsidiabele kosten in een project worden voor 100% gesubsidieerd; de subsidie bestaat voor 50% uit ELFPO-middelen en voor 50% uit regionale cofinanciering van overheden niet zijnde de provincie.

 

Rekenvoorbeeld:

  • totaal subsidiabele kosten: € 6.000.000,--

  • ELFPO-subsidies 50%: € 3.000.000,--

  • Cofinanciering waterschap 50%: € 3.000.000,--

 

Indien het waterschap minder subsidie beschikbaar stelt dan het Europese ELFPO-budget, dient een aanvrager bij de aanvraag bewijsstukken te overleggen dat de verplichte aanvullende nationale overheidsfinanciering, van bijvoorbeeld een gemeente ten behoeve van het project beschikbaar is gesteld. Overeenkomstig artikel 1.8.f van de Verordening wordt een aanvraag geweigerd als die niet voorzien is van een bijdrageverklaring voor de benodigde resterende nationale overheidsfinanciering van één of meerdere andere overheden.

 

De overheden die de cofinanciering leveren, mogen geen andere voorwaarden stellen of selectiecriteria toepassen dan aan ELFPO verbonden zijn. De cofinanciering van de andere overheden maakt deel uit van het totale subsidiebedrag dat het betaalorgaan (RVO) aan de begunstigde uitbetaalt.

 

Artikel 8 Selectiecriterium

De provincie hanteert in dit openstellingsbesluit het geografisch gebiedscriterium. Door gebruik te maken van dit geografisch gebiedscriterium streeft de provincie er naar de provinciale doelstellingen voor klimaat en KRW concreet te laten landen in de aangegeven gebieden.

 

Projecten dienen grotendeels te worden uitgevoerd in of ten behoeve van de in artikel 8 omschreven gebieden. Onderdelen van het project of maatregelen binnen het project hoeven niet noodzakelijkerwijs binnen de omschreven gebieden te worden uitgevoerd, maar dienen wel grotendeels ten goede te komen van het watersysteem in het omschreven gebied (zie de kaarten in bijlagen 1 tot en met 6).

 

Bijlagen

 

Bijlage 1

Kaart 1: gebied Ossehaar

 

Kaart 2: gebied Ossehaar

 

Bijlage 2

Kaart 1: gebied Schoonebeekerdiep 

 

Bijlage 3

Kaart 1: gebied Witterdiep

 

Bijlage 4

Kaart 1: gebied Noord-Willemskanaal

 

Bijlage 5

Kaart 1: gebied Onlanden

 

Bijlage 6

Kaart 1: gebied Koningschut

 

Naar boven