Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2019, 3358 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2019, 3358 | Overige besluiten van algemene strekking |
Verkeersbesluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel van 21 maart 2019, kenmerk 2019/0075198, tot het plaatsen van vaarwegmarkering en verkeerstekens ten behoeve van het scheepvaartverkeer in de vaargeul van het Reevediep.
In de periode vanaf 2014 is het project IJsseldelta-Zuid uitgevoerd waarbij de aanleg van een waterverbinding (Reevediep) tussen de IJssel en het Drontermeer is gerealiseerd. In het Reevediep is een vaargeul en recreatieschutsluis (Scheresluis) aanwezig ten behoeve van de recreatieve scheepvaart. Om het scheepvaartverkeer veilig en vlot te laten verlopen en ter bescherming van aanwezige natuurwaarden is het nodig om vaarwegmarkering en verkeerstekens aan te brengen.
Op grond van artikel 5 en 6 van de Scheepvaartverkeerswet (Svw) en artikel 2 en 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen Scheepvaartverkeer (BABS) moet het bevoegd gezag een verkeersbesluit nemen voor het plaatsen van vaarwegmarkering en/of een verkeersteken zoals opgenomen in bijlagen 7 en 8 van het Binnenvaartpolitiereglement (Bpr), voor zover deze het instellen of opheffen van een gebod of verbod betreft.
De doelstelling van dit verkeersbesluit is het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer, het voorkomen of beperken van schade door scheepvaartverkeer aan de waterhuishouding, oevers, waterkeringen, of werken gelegen in scheepvaartwegen en het voorkomen of beperken van schade door het scheepvaartverkeer aan de landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden van het gebied waarin de scheepvaartweg is gelegen. Deze belangen zijn genoemd in artikel 3 van de Svw.
De vaargeul Reevediep vanaf de IJssel tot het Drontermeer wordt middels betonning in de gehele lengterichting gemarkeerd. De betonning aan de rechterzijde van de vaargeul wordt uitgevoerd in kleur rood met een stompe bovenkant. Aan de linkerzijde van de vaargeul wordt de betonning uitgevoerd in kleur groen, met een spitse bovenkant. Op plaatsen waar de vaargeul zich scheidt wordt een scheidingsbol in de kleur rood-groen geplaatst.
Evenwijdig aan en op een afstand van 5 meter buiten de vaarwegmarkering wordt op een gedeelte van circa 1,5 km (zuidkant vaargeul) en circa 0,5 km (noordkant vaargeul) vanaf de Drontermeerzijde door bijzondere markering natuurbetonning langs de vaargeul aangebracht. Deze wordt uitgevoerd in stompvormige boeien in de kleur geel. Op de boeien wordt een verkeersteken (verbodsbord A.1) aangebracht ter aanduiding dat het naast de vaargeul achter deze boeien gelegen water niet ingevaren mag worden.
Maximumsnelheid: bij de invaarten naar het Reevediep vanuit de IJssel en het Drontermeer worden borden geplaatst ter aanduiding van de maximale vaarsnelheid van 6 kilometer per uur.
Meren: bij de invaarten naar het Reevediep vanuit de IJssel en het Drontermeer worden aan beide zijden van de vaargeul borden geplaatst ter aanduiding dat ankeren en meren aan de oevers van het Reevediep niet is toegestaan. Waar nodig worden herhalingsborden geplaatst. Op plaatsen waar het ankeren en meren wel is toegestaan wordt dit middels bebording aangeduid.
Recreatieschutsluis: op het traject tussen de IJssel en de recreatieschutsluis wordt middels bebording een gedeelte aangegeven waar het meren wel is toegestaan. Aan beide zijden van de recreatieschutsluis wordt door bebording de plaatsen aangewezen waar meren van 1 april tot 1 november (aan ieder zijde van het vaarwater) is toegestaan tot de eerstvolgende bediening. Aan beide zijden van de recreatieschutsluis wordt door bebording het scheepvaartverkeer geboden verplicht stil te houden onder bepaalde omstandigheden.
Doorvaart bruggen: op de bruggen over het Reevediep wordt middels bebording (twee gele ruiten) de aanbevolen doorvaartopening aangeduid. Aan de andere tegenovergelegen zijde is middels bebording A.1 aangeduid dat doorvaren vanaf deze kant verboden is. Bij de bruggen van de Knoop (spoorbrug Hanzelijn en brug N50) en de Nieuwendijkse brug wordt voor het vaarverkeer op deze wijze voor het vaarwegverkeer aan iedere zijde één doorvaartopening gerealiseerd. Op alle bruggen wordt door plaatsing van borden A.10 de begrenzing aangeduid waarbinnen onder de bruggen doorgevaren kan worden.
Natuurgebieden: op meerdere buiten de vaargeul gelegen zijarmen en/of andere gedeelten van het Reevediep worden al dan niet in combinatie met drijfbalken borden geplaatst die het invaren van de hierachter gelegen natuurgebieden tegengaan en/of verbieden. Rondom de rieteilanden aan de Drontermeerzijde kan bijzondere markering (bolvormig geel aaneengeschakeld) worden aangebracht die het invaren tegengaan.
Informatieve bebording: tevens wordt informatieve bebording aangebracht waaronder ter aanduiding van doorvaarthoogtes, peilschalen, aanduiding van aanmeermogelijkheid nabij de sluis, aanduiding hoofd- en nevenvaarwater en bewegwijzering. Langs het gehele Reevediep zal langs de noordoever door het plaatsen van hectometerborden (om de 200 meter) de kilometering van de vaarweg worden aangeduid. De kilometering begint aan de IJsselzijde bij km. (0) en eindigt nabij het Drontermeer bij km. (7.000).
De te plaatsen informatieve borden betreffen geen verbod of gebod of opheffing daarvan, voor plaatsing waarvan een verkeersbesluit als bedoeld in artikel 6 Svw vereist is.
Voor zover door het plaatsen van de vaarwegmarkering of verkeerstekens een gebod of verbod ontstaat of wordt opgeheven dient op grond van artikel 6 van de Svw een verkeersbesluit te worden genomen en bekendgemaakt. Hierbij is de reguliere procedure op grond van de titel 4.1 Algemene Wet bestuursrecht gevolgd.
Het verkeersbesluit is besproken binnen het nautisch beheer overleg van het project IJsseldelta waarin bij de uitvoering van het nautisch beheer betrokken partijen deelnemen. Het verkeersbesluit is aansluitend in concept voorgelegd aan overige niet binnen deze projectgroep vertegenwoordigde belanghebbenden.
Gelet op de plaatsgevonden afstemming en de met het verkeersbesluit te dienen doelstellingen als bedoeld in artikel 3 Svw, verwachten wij niet dat door de maatregelen belangen onevenredig geschaad zullen worden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft bij besluit van 18 april 2019, kenmerk IENW/BSK-2019/80310, met gebruikmaking van de in artikel 2 lid 5 Svw opgenomen bevoegdheid Gedeputeerde Staten van Overijssel voor de vaarweg Reevediep aangewezen als bevoegd gezag voor de toepassing van de Svw.
Gelet op het voorgaande besluiten wij:
door het plaatsen van gele betonning evenwijdig aan en op een afstand van 5 meter aan de rechterzijde van de vaargeul, met daarop het topteken bord A.1, als bedoeld in bijlage 7 van het Bpr, over een lengte van circa 0,5 kilometer vanaf het Reevediep nabij km. 6.400 tot de uitvaart Drontermeer nabij km. 7.000, de in-, uit- of doorvaart naar de achter de gele betonning met topteken gelegen gedeelten van het Reevediep te verbieden;
door het plaatsen van gele betonning evenwijdig aan en op een afstand van 5 meter aan de linkerzijde van de vaargeul, met daarop het topteken bord A.1, als bedoeld in bijlage 7 van het Bpr, over een lengte van circa 1,5 kilometer vanaf het Reevediep nabij km. 5.400 tot de uitvaart Drontermeer nabij km. 7.000, de in-, uit- of doorvaart naar de achter de gele betonning met topteken gelegen gedeelten van het Reevediep te verbieden;
door het plaatsen van borden A.1, als bedoeld in bijlage 7 van het Bpr, al dan niet in combinatie met drijfbalken en/of gele betonning, nabij km 200 (linkerzijde vaargeul), 1.000 (invaart vanuit IJssel), 1.400 (linkerzijde vaargeul), 2.600 (rechterzijde vaargeul), 3.400 (linkerzijde vaargeul), 4.400 (linkerzijde vaargeul), 4.400 en 4.600 (rechterzijde vaargeul), 4.800 en 5.000 (rechterzijde vaargeul), de in- uit- of doorvaart naar de achter deze borden gelegen gedeelten van het Reevediep te verbieden;
door het plaatsen van bord B.6 (6 km/u) als bedoeld in bijlage 7 van het Bpr bij de invaart vanuit de IJssel bij km. 0 aan de rechterzijde van de vaargeul en bij de invaart vanuit het Drontermeer nabij km. 7.000 aan de rechterzijde van de vaargeul, schepen te verplichten de vaarsnelheid op het Reevediep te beperken tot 6 km/u;
door het plaatsen van borden A.5 met richting aanduiding F.2 als bedoeld in bijlage 7 van het Bpr met onderbord “Reevediep - ligplaats nemen alleen toegestaan op krachtens het Bpr aangewezen ligplaatsen of met ontheffing van de provincie Overijssel” bij de invaart vanuit de IJssel nabij km. 0 aan de rechter- en linkerzijde van de vaargeul en bij de invaart vanuit het Drontermeer nabij km. 7.000 aan de rechter- en de linkerzijde van de vaargeul, het ankeren en meren aan beide zijden van de vaargeul van het Reevediep, te verbieden;
door het plaatsen van borden E.7 met richting aanduiding F.2 als bedoeld in bijlage 7 van het Bpr nabij km. 0,700 aan de linkerzijde van de vaargeul, en met onderbord met de tekst “maximum ligduur 2x24 uur”, het meren nabij en ten noorden van de recreatieschutsluis (Scheresluis), op het gedeelte tussen de borden, gedurende maximaal 2x24 uur, toe te staan;
door het plaatsen van borden E.7 met onderborden “van 1 april tot 1 november tot eerstvolgende bediening”, als bedoeld in bijlage 7 van het Bpr, nabij km. 1.000 en 1.200, aansluitend en aan beide zijden van de recreatieschutsluis en aan de linker- en de rechterzijde van de vaargeul, het aldaar meren toe te staan tot de eerstvolgende bediening;
door het plaatsen van de borden B.5, als bedoeld in bijlage 7 van het Bpr ter rechterzijde van de vaargeul en aan beide zijden van de recreatieschutsluis, bij de invaarten naar de sluis ter hoogte van km 1.000 en 1.200, schepen te verplichten voor het bord stil te houden onder bepaalde omstandigheden;
door het plaatsen van borden A.1, als bedoeld in bijlage 7 van het Bpr aan de bovenzijde van de spoorbrug ter hoogte van km. 3.000 schepen komende vanuit oostelijke richting het invaren van de twee aanwezige doorvaartopeningen aan de linkerzijde van de vaarweg en de doorvaartopening aan de meest rechterzijde van de vaarweg te verbieden, waarbij voor deze schepen een met twee borden D.1 aangeduide aanbevolen doorvaartopening zonder tegenliggende vaart aanwezig blijft;
door het plaatsen van borden A.1, als bedoeld in bijlage 7 van het Bpr aan de bovenzijde van de spoorbrug ter hoogte van km. 3.000 schepen komende vanuit westelijke richting het invaren van de twee aanwezige doorvaartopeningen aan de rechterzijde van de vaarweg en de doorvaartopening aan de meest linkerzijde van de vaarweg te verbieden, waarbij voor deze schepen een met twee borden D.1 aangeduide aanbevolen doorvaartopening zonder tegenliggende vaart aanwezig blijft;
door het plaatsen van borden A.1, als bedoeld in bijlage 7 van het Bpr aan de bovenzijde van de brug N50 ter hoogte van km. 3.200 schepen komende vanuit oostelijke richting het invaren van de aanwezige doorvaartopening aan de meest linkerzijde van de vaarweg en de twee aan de rechterzijde van de vaarweg te verbieden, waarbij voor deze schepen een met twee borden D.1 aangeduide aanbevolen doorvaartopening zonder tegenliggende vaart aanwezig blijft;
door het plaatsen van borden A.1, als bedoeld in bijlage 7 van het Bpr aan de bovenzijde van de brug N50 ter hoogte van km. 3.200 schepen komende vanuit westelijke richting het invaren van de aanwezige doorvaartopening aan de meest rechterzijde van de vaarweg en de twee aan de linkerzijde van de vaarweg te verbieden, waarbij voor deze schepen een met twee borden D.1 aangeduide aanbevolen doorvaartopening zonder tegenliggende vaart aanwezig blijft;
door het plaatsen van bord A.1, als bedoeld in bijlage 7 van het Bpr aan de bovenzijde van de Nieuwendijkse brug ter hoogte van km. 4.000 schepen komende vanuit oostelijke richting het invaren van de aanwezige doorvaartopening aan de linkerzijde van de vaargeul te verbieden, waarbij voor deze schepen een met twee borden D.1 aangeduide aanbevolen doorvaartopening zonder tegenliggende vaart aanwezig blijft;
door het plaatsen van bord A.1, als bedoeld in bijlage 7 van het Bpr aan de bovenzijde van de Nieuwendijkse brug ter hoogte van km. 4.000 schepen komende vanuit westelijke richting het invaren van de aanwezige doorvaartopening aan de rechterzijde van de vaargeul te verbieden, waarbij voor deze schepen een met twee borden D.1 aangeduide aanbevolen doorvaartopening zonder tegenliggende vaart aanwezig blijft;
door het plaatsen van borden A.10, als bedoeld in bijlage 7 van het Bpr aan de bovenzijde van de spoorbrug ter hoogte van km. 3.000, de brug N50 ter hoogte van km. 3.200 en de Nieuwendijkse brug bij km. 4.000, schepen komende vanaf oostelijke en westelijke richting te verbieden buiten de aangegeven begrenzing te varen.
Gedeputeerde Staten van Overijssel,
namens dezen,
J.W.R. Grotenhuis,
teamleider Ontwikkeling en Expertise,
eenheid Wegen en Kanalen.
Een overzichtstekening van de te (her)plaatsen verkeerstekens en vaarwegmarkering is ter informatie bijgevoegd maar maakt geen onderdeel uit van dit besluit.
Een afschrift van dit besluit verzenden wij aan:
Als u het niet eens bent met dit besluit kunt u bezwaar maken
Stuurt u dan een bezwaarschrift aan ons. Wij controleren dan of wij een juist besluit hebben genomen.
Uw bezwaarschrift is een brief die aan een aantal eisen moet voldoen.
De wet stelt eisen aan uw bezwaarschrift. Die eisen zijn:
Uw bezwaarschrift kunt u op 3 manieren aan ons versturen.
Wat als u niet kunt wachten tot er een nieuw besluit is genomen?
Ook als u bezwaar maakt treedt dit besluit gewoon in werking. Dat kan vervelende gevolgen voor u hebben. U kunt de rechtbank dan vragen een voorlopige beslissing te nemen, door een zogeheten ‘voorlopige voorziening’ aan te vragen. Dit is een aparte procedure die loopt naast de door u gestarte bezwaarprocedure. Voor de behandeling van uw verzoek om een voorlopige voorziening betaalt u een bedrag. De rechter kan beslissen dat wij dat bedrag aan u moeten vergoeden. Voor informatie over het indienen van een verzoek belt u met de Rechtbank Overijssel: 088 - 361 55 55.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-3358.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.