Aanwijzing DAEB activiteiten NV Rewin West-Brabant in het project "Delta Region Network"

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

Gelet op artikel 14 en artikel 106 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VwEU);

 

Gelet op het besluit van de Commissie, nr. 2012/21/EU van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen, kennisgegeven onder nummer C(2011) 9380 (hierna: Vrijstellingsbesluit);

 

Gelet op artikel 158, eerste lid, aanhef en onder a, van de Provinciewet;

 

Overwegende dat Diensten van Algemeen Economisch Belang (hierna: DAEB) hun bestaansrecht ontlenen aan de artikelen 14 en 106, tweede lid, van het VwEU. Om gebruik te kunnen maken van de bijzondere positie die een DAEB inneemt binnen de Europese mededingingsregelgeving, moet daarvoor een onderneming specifiek met het beheer van een bepaalde DAEB worden belast;

 

Overwegende dat wij belang hechten aan het organiseren en bij elkaar brengen van het triple helix netwerk van ondernemers, onderwijsinstellingen en overheden in de Delta (West-Brabant en Zeeland), gericht op kennisdeling en lobby, bijvoorbeeld ten behoeve de Europese Programma's;

 

Besluiten:

 

  • I.

    aan te wijzen als Dienst van Algemeen Economisch Belang, de volgende diensten:

    De activiteiten van NV Rewin West-Brabant ten behoeve van het project "Delta Region Network" zoals omschreven in o.a. de subsidieaanvraag d.d. 1 april 2019.

 

  • II.

    aard en duur van de openbare dienstverplichtingen:

    De openbare dienstverplichting gaat in op de dag na publicatie van onderhavig aanwijzingsbesluit en loopt tot 1 juli 2024.

 

  • III.

    betrokken ondernemingen en het betrokken grondgebied:

    NV Rewin West-Brabant, t.b.v. diensten die worden uitgevoerd op het grondgebied van de provincie Noord-Brabant.

 

  • IV.

    aard van de uitsluitende of bijzondere rechten, die de ondernemingen zijn toegekend:

    Niet van toepassing.

 

  • V.

    de parameters voor de berekening, de controle en de herziening van de compensatie:

    De opbouw van de kosten voor de diensten is beschreven in de subsidieaanvraag.

 

  • VI.

    de regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen:

    De grondslag is te vinden in de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant. De subsidie wordt vastgesteld op basis van daadwerkelijk gemaakte in aanmerking komende kosten.

 

 

’s-Hertogenbosch, 24 april 2019

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Naar boven