Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2019, 2986 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2019, 2986 | Verordeningen |
Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017
Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017
Paragraaf 2.11 Impuls circulair bouwen
Artikel 2.11.2 Subsidiabele activiteiten
Sub a wordt vervangen door: ’aanpassingen in het onderwijs op VMBO-, MBO- of HBO-niveau’.
Paragraaf 3.3 Energiebesparende maatregelen (geld terug actie)
In de toelichting van het tweede lid sub b vervalt de laatste zin.
Paragraaf 3.10 Uitvoering Programma Nieuwe Energie Overijssel 2017-2023
Artikel 3.10.3 eerste lid onder c komt als volgt te luiden:
‘een gemeente kan alleen subsidie ontvangen voor het opstellen van een energiestrategie en voor procesbegeleiding bij bovengemeentelijke energieprojecten.’
In artikel 3.10.3. tweede lid onder b wordt ‘uitgevoerd in samenwerking met minimaal drie Overijsselse gemeenten’ vervangen door ‘uitgevoerd in samenwerking van minimaal drie Overijsselse gemeenten’.
Artikel 3.10.5 Subsidiabele kosten
Paragraaf 3.13 Stimuleren energieadvies aan huis via energieloketten
Algemene toelichting: Op basis van deze subsidieparagraaf kan subsidie aangevraagd worden door Overijsselse gemeenten voor de inzet van energieadviseurs die woningeigenaren in Overijssel voorzien van gratis energieadvies aan huis. Hierdoor worden woningeigenaren extra gestimuleerd energiemaatregelen te treffen. Daarnaast kunnen gemeenten subsidie aanvragen voor activiteiten die bijdragen aan het stimuleren van gebruikmaking van advies van de energieloketten voor particulieren. Gedacht kan worden aan het organiseren van informatiebijeenkomsten of het voeren van een campagne.
Artikel 3.13.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 3.13.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de inzet van energieadviseurs en voor activiteiten die particuliere woningeigenaren stimuleren om van het advies gebruik te maken.
Toelichting: Deze regeling is bedoeld om de Energieloketten van de gemeenten te ondersteunen door financiering van de inzet van energieadviseurs aan huis. Doordat particuliere woningeigenaren in Overijssel op deze wijze gratis basisadvies aan huis krijgen worden zij gestimuleerd energiebesparende maatregelen te nemen. Als het gaat om activiteiten die particulieren stimuleren om van energieadvies gebruik te maken bij de energieloketten kan gedacht worden aan het organiseren van informatiebijeenkomsten en het voeren van campagne.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 3.13.2 voldoet aan de volgende criteria:
Artikel 3.13.4 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt per gemeente maximaal het bedrag zoals in tabel 1 is bepaald.
Toelichting: Het maximale subsidiebedrag is bepaald aan de hand van het aantal koopwoningen per gemeente. Indien gemeenten samen gebruik maken van een energieloket dan kunnen de maximale bedragen per gemeente bij elkaar opgeteld worden.
Artikel 3.13.5 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond vast.
Artikel 3.13.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 3.13.7 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op artikel 1.4.1 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht de activiteiten uit te voeren uiterlijk binnen 12 maanden na subsidieverlening.
Deze paragraaf is geldig tot 1 december 2019, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Paragraaf 4.3 Natuur en Samenleving 2.0
Artikel 4.3.1 Begripsbepalingen
Onder ‘Groene leermodules’ wordt toegevoegd:
Groene Loper: een lokale, informele werkorganisatie die zoveel mogelijk mensen met natuur in de eigen leefomgeving probeert te verbinden door groene bewonersinitiatieven te faciliteren, te vergroten en te versterken onder andere door onderlinge verbinding en gezamenlijke activiteiten te organiseren;
Artikel 4.3.2 Subsidiabele activiteiten
Sub b wordt als volgt aangepast:
Artikel 4.3.4 komt als volgt te luiden:
Artikel 4.3.4 Hoogte van de subsidie
De subsidie als bedoeld in artikel 4.3.2 sub e bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 20.000,- per aanvraag voor doorontwikkeling van bestaande Groene Lopers, dit zijn aanvragers die al eerder een subsidie van de provincie hebben ontvangen en een maximaal € 30.000,- voor nieuwe Groene lopers die voor het eerst subsidie aanvragen.
Artikel 4.3.5 Subsidiabele kosten
Toelichting: Het gaat hierbij om proceskosten zoals ureninzet trekker groene loper, communicatie, zaalhuur, catering en informatiebijeenkomsten.
Artikel 4.3.5a wordt toegevoegd:
Artikel 4.3.5a Niet subsidiabele kosten
In aanvulling op artikel 1.1.6 zijn kosten van regulier onderhoud of beheer niet subsidiabel.
Artikel 4.3.9 Verplichtingen subsidieontvanger
Huidige tekst wordt lid 1, waarbij bij sub a achter ‘uitgevoerd’ wordt toegevoegd: met uitzondering van Groene Lopers als bedoeld in artikel 4.3.2 sub e en de integrale vergroeningsprojecten als bedoeld in artikel 4.3.2 sub b onder (i), voor die activiteiten geldt dat de activiteiten uitgevoerd moeten zijn binnen 24 maanden na subsidieverlening;
In aanvulling op het eerste lid geldt voor de ontvanger van de subsidie als bedoeld in artikel 4.3.2 sub e de volgende verplichtingen:
de subsidieontvanger zoekt actief verbinding met andere thema’s uit het Programma Natuur voor Elkaar.
Toelichting: Voor versterking van biodiversiteit en/of versterking van leef condities voor soorten heeft de provincie Welkomstkaarten ontwikkeld die o.a. mogelijke maatregelen bevatten voor erven, straten en schoolpleinen. Deze kunnen worden gebruikt bij de activiteiten van de lokale lopers.
Paragraaf 4.5 Verbeteren condities voor aandachtsoorten 2.0
Artikel 4.5.4 Hoogte van de subsidie
Lid 6: ‘de totale subsidie’ wordt gewijzigd in: de subsidiabele kosten.
Paragraaf 4.9 wordt toegevoegd.
Paragraaf 4.9 Kwaliteitsimpuls voor het landschap
Artikel 4.9.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
landschapselement: elementen die van oudsher in het landschap aanwezig zijn en bijdragen aan de karakteristieke kenmerken van een landschap. Hun oorspronkelijke functie van perceelsbegrenzing, houtproductie en veedrinkplaats hebben ze deels verloren, maar ze vormen nog steeds een belangrijke habitat voor lokale biodiversiteit en gebieds-gebonden soorten waaronder veel vogels, insecten en amfibieën.
Toelichting: De in deze regeling bedoelde landschapselementen zijn o.a. houtwallen, houtsingels, knotwilgen, meidoornhagen, struwelen, kleine bosjes, sloten en poelen.
Artikel 4.9.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor aanleg, herstel of beheer van landschapselementen in agrarische cultuurlandschappen in Overijssel.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 4.9.2 voldoet aan de volgende criteria:
binnen Kwaliteitsambitie 2 van de catalogus gebiedskenmerken; of
Toelichting: Dit betekent o.a. dat gebruik wordt gemaakt van een gebiedseigen beplanting. catalogus gebiedskenmerken is te vinden op: https://overijssel.tercera-ro.nl/SiteData/9923/Publiek/BV00019/b_NL.IMRO.9923.VerordeningOv01-va01_12208.pdf
Artikel 4.9.4 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 90% van de subsidiable kosten met een maximum van € 200.000,- per aanvraag en maximaal € 20.000,- per landbouwonderneming, waarbij de subsidie:
Artikel 4.9.5 Niet subsidiabele kosten
In aanvulling op artikel 1.1.6 zijn de kosten voor advies- en organisatiekosten niet subsidiabel.
Artikel 4.9.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 4.9.8 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
Toelichting: Op grond van artikel 1.1.7 is stapeling van subsidie niet mogelijk. Als voor de activiteit al gebruik is gemaakt van bijvoorbeeld de Groen Blauwe diensten regeling van de provincie, dan kan er geen gebruik gemaakt worden van de subsidie op grond van deze paragraaf.
Artikel 4.9.9 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1 t/m 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
Deze paragraaf is geldig tot 1 december 2019, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Paragraaf 6.23 Innovatievouchers
Artikel 6.23.2.3 Hoogte van de subsidie
Lid 1 komt als volgt te luiden: ‘Indien de aanvrager gevestigd is in Overijssel en de activiteiten worden uitgevoerd door een open innovatiefaciliteit, kennisinstelling, onderwijsinstelling of groot bedrijf met R&D faciliteiten of bedrijf met specifieke kennis op het gebied van medische technologie gevestigd in Overijssel bedraagt de subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 10.000,- per aanvrager’.
Lid 2 komt als volgt te luiden: ‘Indien de aanvrager gevestigd is in Overijssel en de activiteiten worden uitgevoerd door een open innovatiefaciliteit, kennisinstelling, onderwijsinstelling of groot bedrijf met R&D faciliteiten of bedrijf met specifieke kennis op het gebied van medische technologie gevestigd buiten Overijssel bedraagt de subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 7.500,- per aanvrager’.
Artikel 6.23.4.3 Hoogte van de subsidie
Lid 1 komt als volgt te luiden: ‘Indien de activiteiten worden uitgevoerd door een open innovatiefaciliteit, kennisinstelling, onderwijsinstelling, groot bedrijf met R&D faciliteiten of bedrijf met specifieke kennis op het gebied van medische technologie gevestigd in Overijssel bedraagt de subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 10.000,– per aanvrager’.
Lid 2 komt als volgt te luiden: ‘Indien de activiteiten worden uitgevoerd door een open innovatiefaciliteit, kennisinstelling, onderwijsinstelling, groot bedrijf met R&D faciliteiten of bedrijf met specifieke kennis op het gebied van medische technologie gevestigd buiten Overijssel bedraagt de subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 7.500,– per aanvrager’.
Paragraaf 8.4 wordt toegevoegd:
Paragraaf 8.4 Impuls aan sociale acceptatie en veiligheid (regenboogprovincie)
Doel van deze subsidieparagraaf is om activiteiten te ondersteunen die bijdragen aan sociale veiligheid van LHBTI+ en de vergroting van de individuele ruimte van deze doelgroep om zichzelf te kunnen zijn.
Artikel 8.4.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 8.4.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan sociale veiligheid van LHBTI+ en de vergroting van de individuele ruimte om zichzelf te kunnen zijn.
Toelichting: Hierbij kan gedacht worden aan voorlichting op scholen.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 8.4.2 voldoet aan de volgende criteria:
Artikel 8.4.4 Hoogte van de susbidie
De subsidie als bedoeld in artikel 8.4.2 bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 10.000,- per aanvraag.
Artikel 8.4.5 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het aanvraagformulier Impuls aan sociale acceptatie en veiligheid (regenboogprovincie).
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 8.4.7 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
Artikel 8.4.8 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
Deze paragraaf is geldig tot 1 december 2019, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Paragraaf 10.2 Zelfstandig leven en gezond bewegen
Artikel 10.2.1 Begripsbepalingen
Statenvoorstel sociale kwaliteit: Het op 28 september 2016 door Provinciale Staten vastgestelde Statenvoorstel sociale kwaliteit 2016-2018 inclusief een uitvoeringsprogramma 2016-2017 op hoofdlijnen wordt vervangen door:
‘Statenvoorstel sociale kwaliteit: Het op 28 september 2016 door Provinciale Staten vastgestelde Statenvoorstel sociale kwaliteit 2016-2018;
Aan dit artikel wordt toegevoegd:
Bovenlokaal: activiteiten worden in minimaal twee Overijsselse gemeenten uitgevoerd.
Artikel 10.2.2 Subsidiabele activiteiten
De toelichting van sub a komt als volgt te luiden:
‘Voorbeelden zijn het ontwikkelen van een visie die bijdraagt aan een toekomstbestendig voorzieningenniveau, een haalbaarheidsonderzoek voor een multifunctioneel dorpshuis realiseren van vastgoed en zorgvastgoed, het maken van een businesscase voor een sociale onderneming, coöperatie of zorgcoöperatie of het ontwikkelen van een duurzaam organisatiemodel voor een (beweeg)activiteit.’;
In de toelichting van sub b komen volgende zinnen te vervallen:
‘Voor fysieke maatregelen die de sociale kwaliteit verhogen kan ook een aanvraag worden ingediend op grond van paragraaf 2.2 Leefbare kleine kernen. Stapeling van subsidies voor dezelfde activiteit is niet mogelijk.’
In lid 1 sub c wordt ‘het project’ vervangen door ‘de activiteit’.
In lid 2 sub b komt het volgende te vervallen:
‘maatschappelijk vastgoed,’ toegevoegd: zorgvastgoed of het maken van een dorpsvisie of -plan,’;
Aan de toelichting van sub c wordt toegevoegd na ‘maatschappelijk vastgoed’ toegevoegd:
Lid 2 sub d wordt vervangen door:
‘na afronding van de verkenning, in geval van onderzoek naar de haalbaarheid of doorontwikkeling, het project startklaar is of, in geval van een pilot, beproefd is. Het resultaat van de verkenning maakt inzichtelijk of en hoe het initiatief de sociale kwaliteit versterkt. Helder is hoe een gemeenschap of doelgroep betrokken is, welke activiteiten of organisatievorm tot goede resultaten leiden en hoe een duurzaam exploitatiemodel voor het project is vormgegeven.’
Lid 3 sub b komt als volgt te luiden:
er sprake is van een samenwerking met minimaal een andere Overijsselse partij en van afstemming met andere partijen die betrokken zijn bij de doelgroep of het doel van het project.
In lid 3 sub d komt te vervallen:
‘Dit betekent dat activiteiten over gemeentegrenzen heen worden uitgevoerd’.
Lid 3 sub e komt te vervallen:
Artikel 10.2.4 Hoogte van de subsidie
‘Hierbij geldt dat loonkosten van de aanvrager subsidiabel zijn overeenkomstig artikel 1.1.5 eerste lid sub b, met een maximum € 5.000,-‘.
Artikel 10.2.5 Subsidiabele kosten
Dit artikel komt als volgt te luiden:
‘In afwijking van artikel 1.1.5 eerste lid zijn alleen de interne loonkosten subsidiabel die berekend zijn met de systematiek als bedoeld in artikel 1.1.5 lid 1 onder b’.
Artikel 10.2.8 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
In aanvulling op artikel 1.2.1 tweede lid overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie een projectplan
Artikel 10.2.10 Verplichtingen subsidieontvanger
Sub a komt als volgt te luiden:
‘De opgedane kennis en ervaring te presenteren aan de provincie en te delen op een platform dat beschikbaar is gesteld via www.jijenoverijssel.nl/socialekwaliteit.
Toelichting: hiervoor maakt u afspraken met de beleidsmedewerker Sociale Kwaliteit van de provincie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-2986.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.