Wijziging Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Overijssel

Besluit: Gedeputeerde Staten d.d. 9 april 2019

Kenmerk: 2019/0054838

Inlichtingen bij: A. Brunt

Telefoon: 038 499 78 27

E-mail: A.Brunt@overijssel.nl

 

Kennisgeving

 

Besluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel van 9 april 2019 tot vaststelling van wijzigingen in de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Overijssel (2019/0086113).

 

Gedeputeerde Staten van Overijssel;

 

Gelet op artikel 145 van de Provinciewet en artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Overijssel 2005;

 

Overwegende dat met ingang van 1 januari 2010 de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap van de provincie Overijssel van kracht is geworden;

 

Overwegende dat in de genoemde regeling enkele wijzigingen dienen te worden aangebracht;

Besluiten de volgende wijzigingsregeling vast te stellen:

ARTIKEL I Wijzigingen

 

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Onderdeel a vervalt, onder verlettering van onderdeel b tot onderdeel a.

  • 2.

    Onderdeel c vervalt, onder verlettering van de onderdelen d tot en met h tot de onderdelen b tot en met f.

  • 3.

    Onderdeel b (nieuw) komt te luiden:

    • b.

      beheerplan: beheerplan als bedoeld in artikel 2.3 van de Wet natuurbescherming;

  • 4.

    Onderdeel c (nieuw) komt te luiden:

    • c.

      beheertype: natuurbeheertype of landschapsbeheertype;

  • 5.

    Onderdeel d (nieuw) komt te luiden:

    • d.

      grote onderneming: onderneming waar minstens 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR overschrijdt, zoals bepaald in artikel 2, bijlage I van Verordening (EU) nr. 702/2014;

  • 6.

    Onderdeel e (nieuw) komt te luiden:

    • e.

      functieverandering: omzetting van landbouwgrond naar natuurterrein door het wijzigen van het gebruik van de grond van landbouw naar natuur en het vestigen van een kwalitatieve verplichting.

  • 7.

    De onderdelen i en j vervallen, onder verlettering van de onderdelen k tot en met m tot de onderdelen g tot en met i.

  • 8.

    Onderdeel g (nieuw) komt te luiden:

    • g.

      landbouwactiviteit: activiteit als bedoeld in artikel 2, onderdeel f, van Verordening (EU) nr. 1305/2013;

  • 9.

    Onderdeel i (nieuw) komt te luiden:

    • i.

      landbouwgrond: landbouwareaal als bedoeld en omschreven in artikel 2, onder f, van Verordening (EU) nr. 1305/2013, niet zijnde natuurterreinen of gronden als bedoeld in bedoeld in artikel 2.10, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB;

  • 10.

    Na onderdeel i (nieuw) wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • j.

      landbouwsteunkader: Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 (PB EU 2014/C 204/01);

  • 11.

    De onderdelen n tot en met t worden vernummerd tot de onderdelen k tot en met q.

  • 12.

    Onderdeel k (nieuw) komt te luiden:

    • k.

      landschapsbeheertype: in bijlage 1 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Overijssel 2016 opgenomen landschapsbeheertype;

  • 13.

    Onderdeel l (nieuw) komt te luiden:

    • l.

      minister: minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • 14.

    Onderdeel m (nieuw) komt te luiden:

    • m.

      natuurbeheerplan: plan als bedoeld in artikel 1.3 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Overijssel 2016.

  • 15.

    Onderdeel n (nieuw) komt te luiden:

    • n.

      natuurbeheertype: in bijlage 2 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Overijssel 2016 opgenomen soort natuur.

  • 16.

    In onderdeel o (nieuw) wordt «de Index Natuur en Landschap» vervangen door «de omschrijvingen zoals opgenomen in de bijlagen 1 en 2 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Overijssel 2016».

  • 17.

    In onderdeel p (nieuw) wordt «die ingevolge artikel 2.1, tweede lid, onderdeel a, van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Overijssel is begrensd» vervangen door «die in het natuurbeheerplan is aangeduid».

  • 18.

    Onderdeel q (nieuw) komt te luiden:

    • q.

      plattelandsontwikkelingsprogramma: Nederlands plattelands-ontwikkelingsprogramma 2014-2020 als bedoeld in artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1305/2013.

  • 19.

    De onderdelen u en v vervallen.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, onderdeel d komt te luiden:

    • d.

      het verstrekken van een subsidie functieverandering, voor zover deze voorafgaat aan de realisatie van een op grond van onderdeel c uitgesloten beheertype.

  • 2.

    In het tweede lid vervalt de tweede volzin.

  • 3.

    Het derde lid vervalt.

C

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3 (rangschikking: volgorde van ontvangst)

  • 1.

    Aanvragen worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2.

    Indien een aanvraag naar het oordeel van Gedeputeerde Staten onvolledig is en de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, wordt de aanvraag voor toepassing van het eerste lid geacht te zijn ontvangen op de dag waarop de eerste indiening heeft plaatsgevonden, plus het aantal dagen tussen de dag dat de aanvrager op grond van artikel 4:5 Awb op de hoogte is gesteld van de onvolledigheid van de aanvraag, en de dag waarop de aangevulde aanvraag door de Gedeputeerde Staten is ontvangen.

  • 3.

    Als Gedeputeerde Staten een subsidieplafond hebben vastgesteld, rangschikken zij per subsidieplafond volledige aanvragen met dezelfde ontvangstdatum door loting, voor zover op die datum het subsidieplafond dreigt te worden overschreden. De hoogst gerangschikte aanvraag komt het eerst voor subsidie in aanmerking.

  • 4.

    Indien Gedeputeerde Staten een openstellingsperiode hebben vastgesteld, zijn de leden 1 tot en met 3 van overeenkomstige toepassing voor de afhandeling van aanvragen die in dezelfde openstellingsperiode zijn ontvangen.

D

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In onderdeel d wordt «een uitstaand bevel tot terugvordering is» vervangen door «een bevel tot terugvordering uitstaat».

  • 2.

    In onderdeel e wordt «de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden» vervangen door «het landbouwsteunkader».

E

Artikel 6, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In onderdeel b wordt de komma vervangen door een puntkomma.

  • 2.

    In onderdeel c vervalt de zinsnede «2007 – 2013».

F

Artikel 6a komt als volgt te luiden:

Artikel 6a (EU richtsnoeren voor staatssteun)

  • 1.

    Aanvragen voor subsidies kunnen niet worden ingediend na 31 december 2021.

  • 2.

    Indien de aanvrager een grote onderneming is, dient de subsidieaanvraag vergezeld te gaan van een uitgebreide beschrijving van het contrafeitelijke scenario waarin de begunstigde van geen enkele overheidsinstantie steun toegekend krijgt.

G

Na artikel 6b wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 6c (transparantie)

Ten aanzien van subsidie die op grond van deze regeling wordt verleend maken Gedeputeerde Staten binnen zes maanden na de datum van subsidieverlening de volgende gegevens bekend:

  • a.

    de gegevens, bedoeld in deel I, paragraaf 3.7, onderdeel 128, onder a en b van het landbouwsteunkader; en

  • b.

    de gegevens, bedoeld in deel I, paragraaf 3.7, onderdeel 128, onder c van het landbouwsteunkader, voor zover de individuele steun meer bedraagt dan:

    • 1°.

      € 60.000 voor begunstigden die actief zijn in de primaire landbouwproductie; of

    • 2°.

      € 500.000 voor begunstigden in de sectoren van de verwerking van landbouwproducten, de afzet van landbouwproducten, de bosbouwsector of activiteiten die buiten het toepassingsgebied van artikel 42 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vallen.

H

In artikel 7, onderdeel b, wordt «de Index Natuur en Landschap» vervangen door «de omschrijvingen van de beheertypen zoals opgenomen in de bijlagen 1 en 2 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Overijssel 2016».

 

I

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid, onderdelen b en d, wordt «landschapselement» vervangen door «landschapsbeheertype».

  • 2.

    In het eerste lid, onderdeel e, wordt na «realiseren» de komma vervangen door een puntkomma.

  • 3.

    Het tweede lid vervalt.

  • 4.

    In het derde lid, onderdeel a, wordt «landschapselement» vervangen door «landschapsbeheertype».

  • 5.

    In het derde lid, onderdeel b, wordt «beheerpakket landschap» vervangen door «landschapsbeheertype».

J

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid, aanhef, wordt «artikel 8, eerste lid» vervangen door «artikel 8, eerste en derde lid, onderdeel a».

  • 2.

    In het eerste lid, onderdeel a, wordt «een natuurlijke persoon» vervangen door «een natuurlijk persoon».

  • 3.

    Het tweede en derde lid vervallen, onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot het tweede en derde lid.

  • 4.

    In het tweede lid (nieuw) wordt «de in het tweede lid van het onderhavige artikel bedoelde landbouwers» vervangen door «landbouwers die de landbouwgrond waarvoor subsidie wordt aangevraagd beheren krachtens een zakelijk of persoonlijk recht».

  • 5.

    In het derde lid (nieuw) vervalt twee keer de zinsnede «van het onderhavige artikel».

K

Artikel 9a wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste en tweede lid vervallen de onderdelen a en b, onder verlettering van onderdeel c tot onderdeel a.

  • 2.

    In het eerste lid, onderdeel a (nieuw), wordt «Subsidieverordening» vervangen door «Subsidieregeling».

  • 3.

    In het eerste lid, onderdeel a (nieuw), wordt de komma vervangen door «; of».

  • 4.

    Aan het eerste lid wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

    • b.

      hoofdstuk 2 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Overijssel 2016,

  • 5.

    In het tweede lid, onderdeel a (nieuw), wordt «Subsidieverordening» vervangen door «Subsidieregeling».

  • 6.

    In het tweede lid, onderdeel a (nieuw), wordt de komma vervangen door «; of».

  • 7.

    Aan het tweede lid wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

    • b.

      hoofdstuk 2 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Overijssel 2016,

  • 8.

    In het eerste en tweede lid wordt na «door die maatregelen» de zinsnede «naar het oordeel van Gedeputeerde Staten» toegevoegd.

  • 9.

    In het tweede lid wordt «landschapselement» vervangen door «landschapsbeheertype».

  • 10.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      Een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8, derde lid, onderdeel b, wordt niet verstrekt voor zover op de landbouwgrond nog verplichtingen rusten op grond van:

      • a.

        de Regeling stimulering bosuitbreiding op landbouwgronden;

      • b.

        de Beschikking ter zake van het uit productie nemen van bouwland;

      • c.

        afdeling 5.1.3 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer; of

      • d.

        hoofdstuk 3 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Overijssel 2016.

  • 11.

    Het vierde lid en het vijfde lid vervallen.

L

Artikel 9b wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt «positief préadvies» vervangen door «positieve prétoets».

  • 2.

    In het tweede lid, onderdeel b, wordt de komma na het woord «natuurterrein» vervangen door een puntkomma.

M

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      In de aanhef wordt «artikel 8, eerste, tweede en derde lid» vervangen door «artikel 8, eerste en derde lid».

    • b.

      In onderdeel a wordt na «kwaliteit» een puntkomma toegevoegd.

    • c.

      In onderdeel b wordt na «betreft» een puntkomma toegevoegd.

    • d.

      In onderdeel c wordt na «inrichtingsmaatregelen» een puntkomma toegevoegd.

    • e.

      De punt aan het slot van onderdeel d wordt vervangen door een puntkomma.

    • f.

      In onderdeel e wordt na «kwaliteit» een puntkomma toegevoegd.

    • g.

      In onderdeel f wordt na «aangegeven» een puntkomma toegevoegd.

    • h.

      In onderdeel g wordt na «paden» een puntkomma toegevoegd.

    • i.

      In onderdeel h wordt na «gerealiseerd» een puntkomma toegevoegd.

    • j.

      In onderdeel i wordt aan het einde van de zin een puntkomma ingevoegd, gevolgd door «en».

    • k.

      In onderdeel j wordt «het natuurterrein, de landbouwgrond, het landschapselement of het beheerpakket landschap» vervangen door «het natuurterrein of het landschapsbeheertype».

    • l.

      De puntkomma aan het slot van onderdeel j wordt vervangen door een punt.

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      Indien de aanvraag voor een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 8 niet wordt ingediend door de eigenaar, gaat de aanvraag vergezeld van een verklaring van geen bezwaar van de eigenaar en van de eventuele erfpachter.

  • 3.

    In het vijfde lid, onderdelen a en b, wordt «landschapselementen» steeds vervangen door «landschapsbeheertypen».

  • 4.

    In het vijfde lid, onderdelen b, c, e, f, g en h, wordt «landschapselement» steeds vervangen door «landschapsbeheertype».

  • 5.

    In het vijfde lid, onderdeel g, wordt na de puntkomma «en» toegevoegd.

  • 6.

    In het zesde lid wordt na «artikel 8, vierde lid» een komma ingevoegd en wordt «landschapselementen» vervangen door «landschapsbeheertypen».

  • 7.

    In het zevende lid wordt «artikel 1, sub f» vervangen door «artikel 1, onderdeel d».

N

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid, onderdeel d, onder ii, vervalt «de ontvangst van» en wordt «door of namens Gedeputeerde Staten is bevestigd» vervangen door «is ingediend».

  • 2.

    Het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:

    • e.

      de inrichtingsmaatregelen als bedoeld in artikel 8 leiden tot een beheertype zoals opgenomen in bijlagen 1 en 2 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Overijssel 2016.

  • 3.

    Het eerste lid, onderdeel f, vervalt.

  • 4.

    In het tweede lid wordt «landschapselement, dan wel de uitvoering van een agrarisch beheerpakket of beheerpakket landschap,» vervangen door «landschapsbeheertype».

  • 5.

    In het tweede lid wordt « Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer van de provincie Overijssel» vervangen door «Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Overijssel 2016».

  • 6.

    In het tweede lid, laatste zin, wordt «verordening» vervangen door «regeling».

  • 7.

    In het derde lid wordt «subsidieontvanger» steeds vervangen door «begunstigde».

O

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid, aanhef, wordt «ontvanger» vervangen door «begunstigde».

  • 2.

    In het eerste lid, onderdeel b, wordt na «binnen één jaar» de zinsnede «na subsidieverlening» toegevoegd.

  • 3.

    In het tweede lid wordt «De investeringssubsidie» vervangen door «Gedeputeerde Staten kunnen bepalen dat een investeringssubsidie».

  • 4.

    In het derde lid wordt «subsidieontvanger» vervangen door «begunstigde».

P

In artikel 13 vervalt onderdeel j, onder verlettering van onderdeel k tot onderdeel j.

 

Q

In artikel 14, derde lid, wordt «de voorgaande leden, een maximum bedrag aan subsidiabele kosten» vervangen door «het voorgaande lid, een lager maximumpercentage of een maximumbedrag aan subsidiabele kosten».

 

R

In artikel 14b, eerste lid, onderdeel b, wordt «50%» vervangen door «80%».

 

S

Artikel 14c wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid, aanhef, wordt «subsidieontvanger» vervangen door «begunstigde».

  • 2.

    In het tweede lid vervalt «onderscheidenlijk verantwoord».

T

Artikel 14d wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid, aanhef, wordt «ontvanger» vervangen door «begunstigde».

  • 2.

    In het tweede lid wordt «subsidieontvanger» vervangen door «begunstigde».

U

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In de onderdelen a en b wordt «de omzetting» vervangen door «functieverandering».

  • 2.

    In onderdeel b wordt «landschapselement of realisatie van een beheerpakket landschap» vervangen door «landschapsbeheertype».

V

In artikel 16, onderdeel b, wordt «onderhavige verordening» vervangen door «deze regeling».

 

W

Artikel 16a wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    De onderdelen a en b vervallen, onder verlettering van de onderdelen c tot en met e tot de onderdelen a tot en met c.

  • 2.

    In onderdeel a (nieuw) wordt «Subsidieverordening» vervangen door «Subsidieregeling».

  • 3.

    In onderdeel c (nieuw) wordt de punt aan het einde van de zin vervangen door «; of».

  • 4.

    Er wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

    • d.

      hoofdstuk 3 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Overijssel 2016.

X

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt «aanvraag tot subsidieverlening» vervangen door «subsidieaanvraag».

  • 2.

    In het vijfde lid wordt «landschapselement of het te realiseren beheerpakket landschap» vervangen door «landschapsbeheertype».

  • 3.

    Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

    • 6.

      Gedeputeerde Staten kunnen bepalen dat een aanvraag voor subsidie functieverandering als bedoeld in artikel 15 slechts kan worden ingediend indien die aanvraag vergezeld gaat van een positieve prétoets omtrent de wenselijkheid, alsmede de efficiëntie en effectiviteit van de functieverandering.

Y

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid, onderdeel a, wordt «de omzetting van landbouwgrond» vervangen door «functieverandering».

  • 2.

    In het eerste lid, onderdeel d, wordt «het natuurterrein, het landschapselement of het beheerpakket landschap,» vervangen door «het beheertype».

  • 3.

    In het eerste lid, onderdeel d, wordt na de puntkomma «en» toegevoegd.

  • 4.

    In het tweede lid, onderdeel b, wordt de komma na «artikel 11» vervangen door een puntkomma.

Z

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      In de aanhef wordt «verleend» vervangen door «verstrekt».

    • b.

      Voor de tekst van het eerste onderdeel wordt de aanduiding «1.» vervangen door «1°».

    • c.

      In het eerste onderdeel, aanhef, wordt «subsidieontvanger» vervangen door «begunstigde».

    • d.

      In het eerste onderdeel, onder a, wordt «verplichting» vervangen door «kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek».

    • e.

      In het eerste onderdeel, onder a, wordt «landschapselement» vervangen door «landschapsbeheertype».

    • f.

      Het tweede onderdeel komt als volgt te luiden:

      • 2°.

        de kwalitatieve verplichtingen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel 1°, worden ingeschreven in de openbare registers.

    • g.

      Het derde onderdeel vervalt.

  • 2.

    Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid tot het tweede lid.

  • 3.

    Het tweede lid (nieuw) komt als volgt te luiden:

    • 2.

      Gedeputeerde Staten betalen het in artikel 20, eerste lid, bedoelde bedrag in zijn geheel binnen acht weken nadat de kwalitatieve verplichtingen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel 1°, zijn ingeschreven in de openbare registers.

AA

Artikel 20, vierde lid, komt te luiden:

 

  • 4.

    De kosten voor de inschrijving in de openbare registers van kwalitatieve verplichtingen als bedoeld in artikel 19, eerste lid, onderdeel 1°, komen voor rekening van de provincie.

BB

De Algemene toelichting komt te luiden:

 

Het Subsidiestelsel Natuur- en Landschap (SNL) bestaat in Overijssel uit twee subsidieregelingen, namelijk de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Overijssel 2016 (SRNL 2016) en de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Overijssel (SKNL). Elke provincie heeft deze regelingen voor haar grondgebied vastgesteld. De SRNL 2016 is gericht op beheer van bestaande (agrarische) natuur en landschap. De SKNL is bedoeld voor grondgebruikers die grond geschikt willen maken voor (agrarisch) natuurbeheer en voor natuurbeheerders die de kwaliteit van de natuur verder willen ontwikkelen en verhogen.

 

Deze subsidieregeling regelt twee subsidies: de investeringssubsidie en de subsidie functieverandering. Deze subsidies zijn los van elkaar aan te vragen, of gecombineerd.

Subsidie functieverandering

Een eigenaar van landbouwgrond kan ervoor kiezen om de landbouwgrond blijvend om te zetten naar natuurterrein. De subsidie functieverandering kan, in door GS bepaalde gebieden, worden verstrekt om de waardedaling van de landbouwgrond als gevolg van de omzetting naar natuurterrein te compenseren. Het is de taak van de aanvrager om de benodigde toestemmingen en vergunningen voor deze omzetting aan te vragen en te verkrijgen. Te denken valt onder meer aan de noodzakelijke wijziging van het bestemmingsplan.

Met de begunstigde wordt binnen een jaar na toekenning van de subsidie een kwalitatieve verplichting afgesloten om te zorgen dat het gewenste natuurdoel op het perceel niet wordt geschaad en/of deze grond niet weer landbouwkundig in gebruik wordt genomen.

Investeringssubsidie

Voor de feitelijke inrichting van de omgezette grond, met andere woorden de realisatie van een natuurbeheertype of een landschapsbeheertype op de betreffende grond, kan een investeringssubsidie worden aangevraagd voor door GS bepaalde gebieden. Daarnaast is verstrekking van investeringssubsidie mogelijk voor de verhoging van de kwaliteit van bestaande natuur.

 

CC

De toelichting bij artikel 2 komt te luiden:

 

In het kader van de SKNL kunnen twee subsidieplafonds worden vastgesteld, namelijk één subsidieplafond voor alle vormen van investeringssubsidie en één plafond voor subsidie functieverandering. Voor investeringssubsidies geldt namelijk dat de aanvraag meerdere vormen van investeringssubsidie omvat. Het is in dergelijke gevallen vrijwel onmogelijk om bepaalde inrichtingsmaatregelen geheel of gedeeltelijk toe te rekenen aan één van de (aangevraagde) vormen van investeringssubsidie, omdat die maatregel als één kostenpost zal worden opgegeven.

 

Om Gedeputeerde Staten een sturingsinstrument te geven, is opgenomen dat zij bepaalde gebieden, aanvragers of subsidies kan uitsluiten. Een bijzonder aandachtspunt is de mogelijke uitsluiting van subsidies functieverandering.

 

Zoals hiervoor beschreven zijn de subsidie functieverandering en de investeringssubsidie gescheiden gehouden om de aanvrager zoveel mogelijk flexibiliteit ten aanzien van de financiering te bieden. Dat laat onverlet dat er een zekere samenhang tussen beide subsidies is. Het louter “op papier” omzetten van landbouwgrond naar natuurterrein (middels functieverandering), zonder dat het aldus ontstane natuurterrein feitelijk wordt ingericht, draagt immers niet bij aan de doelstellingen van de SKNL.

 

Het voorgaande betekent dat als Gedeputeerde Staten investeringssubsidie uitsluiten voor een bepaald beheertype, er ook geen subsidie functieverandering aangevraagd kan worden indien de aanvrager beoogt na de functieverandering een dergelijk uitgesloten beheertype te realiseren. Deze uitsluiting geldt ongeacht of die realisatie plaats zou vinden op grond van een aanvraag voor een investeringssubsidie of op grond van een realisatieplan.

 

Als Gedeputeerde Staten een nieuwe openstellingsperiode en een bijbehorend subsidieplafond vaststellen, dan wordt de regeling of het besluit waarin het subsidieplafond wordt vastgesteld voor aanvang van de openstellingsperiode bekend gemaakt in het Provinciaal Blad.

 

DD

De toelichting bij artikel 7 komt te luiden:

 

Op de zogenaamde ambitiekaart, die een onderdeel vormt van het natuurbeheerplan, wordt door Gedeputeerde Staten aangegeven voor welke gronden een subsidie functieverandering of een investeringssubsidie verstrekt kan worden. De ambitiekaart vormt dus de basis voor SKNL-aanvragen. Bovendien wordt op deze kaart aangegeven welk beheertype op de betreffende grond ingericht kan worden en in welke natuurkwaliteit. Dit is van belang voor de vraag welke investeringssubsidie aangevraagd en verstrekt kan worden.

 

Gedeputeerde Staten kunnen bepalen dat een aanvraag voor een investeringssubsidie pas kan worden ingediend nadat een zogenaamde prétoets heeft plaatsgevonden. Doel van deze prétoets is de kwaliteit van de aanvragen te verhogen en het aldus voorkomen van onnodige administratieve en uitvoeringslasten voor zowel de aanvrager als de provincie. De aanvrager dient de (positieve) prétoets bij de aanvraag te voegen.

 

Het is mogelijk dat Gedeputeerde Staten op de ambitiekaart nog geen natuurbeheertype hebben aangegeven dat ter plekke gerealiseerd kan worden. Een dergelijke situatie kan zich voordoen indien nog geen definitieve keuze is gemaakt ten aanzien van de gewenste ontwikkeling van het betreffende gebied. In dergelijke gevallen zal, alvorens een aanvraag voor een investeringssubsidie ingediend kan worden, eerst bepaald moeten worden of het natuurbeheertype dat de aanvrager wenst te realiseren past binnen de gewenste gebiedsontwikkeling.

 

De procedure werkt als volgt: de aanvrager geeft aan welke natuurbeheertype hij op de betreffende grond wenst te realiseren. Gedeputeerde Staten beoordelen of dit voorstel past binnen de gewenste gebiedsontwikkeling. Is dit het geval, dan wordt de ambitiekaart aangepast, in die zin dat het te realiseren natuurbeheertype wordt “ingevuld”. Deze invulling is noodzakelijk zodat kan worden getoetst of het verstrekken van de investeringssubsidie in overeenstemming is met het natuurbeheerplan. De aanvraag kan pas worden ingediend nadat Gedeputeerde Staten de ambitiekaart hebben aangepast.

 

EE

De toelichting bij artikel 9 komt te luiden:

 

In de SKNL is opgenomen welke aanvragers niet in aanmerking komen voor een investeringssubsidie. De begunstigde moet bij machte zijn om de inrichtingsmaatregelen te realiseren met eerbiediging van de op de betreffende grond rustende rechten van derden.

 

FF

De toelichting bij de artikelen 9a en 16a komt te luiden:

 

Investeringssubsidie respectievelijk subsidie functieverandering wordt niet verstrekt indien op de betreffende grond nog verplichtingen rusten op grond van de genoemde regelingen. Reden hiervoor is dat het in beginsel niet mogelijk is om aan de uit die regelingen voortvloeiende beheerverplichtingen te voldoen en tegelijkertijd de investering dan wel de functieverandering te realiseren.

 

Ten aanzien van investeringssubsidies is hierop een uitzondering mogelijk als de inrichtingsmaatregelen niet dermate ingrijpend zijn dat de instandhouding van het bestaande natuurbeheertype of landschapsbeheertype belemmerd wordt. In dat geval kan de reeds verstrekte subsidie op grond van de genoemde regelingen worden gehandhaafd en de investeringssubsidie worden verstrekt. Of een dergelijke situatie zich voordoet zal per geval beoordeeld moeten worden.

 

Het is overigens ook mogelijk een verzoek in te dienen om de eerdere subsidie in te trekken. In dergelijke gevallen is de kans echter zeer groot dat de reeds verstrekte subsidie op grond van die regeling (al dan niet in de vorm van voorschotten) teruggevorderd zal worden.

 

GG

De toelichting bij artikel 10, eerste lid (voetnoot 4) vervalt.

 

HH

De toelichting bij artikel 10, derde lid, komt te luiden:

 

Het treffen van inrichtingsmaatregelen betekent een wijziging van de bestaande situatie. De aanvraag dient vergezeld te gaan van een verklaring van geen bezwaar van de eigenaar van de grond indien de aanvrager van de investeringssubsidie een ander dan de eigenaar is. Is op de betreffende grond ook een recht van erfpacht gevestigd en is de aanvrager noch de eigenaar, noch de erfpachter, dan dient de aanvraag bovendien vergezeld te gaan van een verklaring van geen bezwaar van de erfpachter.

 

II

De toelichting bij artikel 11 komt te luiden:

 

Na het uitvoeren van de inrichtingsmaatregelen waarvoor een investeringssubsidie is verstrekt, dient de ontvanger van die subsidie het gerealiseerde ten minste 6 jaar in stand te houden. De begunstigde kan ervoor kiezen om vervolgens een corresponderende subsidie aan te vragen op grond van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Overijssel 2016. De instandhouding wordt in dat geval gegarandeerd door de subsidievoorwaarden die aan deze beheersubsidie zijn verbonden. Als alternatief kan de begunstigde ook opteren voor een instandhouding zonder subsidie, bijvoorbeeld omdat hij niet gebonden wil zijn aan de subsidievoorwaarden van de SRNL 2016.

 

JJ

De toelichting bij de artikelen 12, eerste lid, en 14c komt te luiden:

 

De subsidieontvanger zal na afronding van de inrichtingsmaatregelen een aanvraag tot subsidievaststelling moeten indienen. Middels die aanvraag legt hij verantwoording af dat de subsidiabele activiteiten ook daadwerkelijk en correct zijn uitgevoerd.

 

Bij grote en/of langdurige projecten is een jaarlijks verslag wenselijk om te waarborgen dat de inrichtingsmaatregelen correct en binnen het budget gerealiseerd worden. Waar nodig kan dan bijgestuurd worden. Het ligt echter niet in de rede om ook bij kleinere inrichtingsprojecten een dergelijke rapportage te verlangen. Daarom is bepaald dat, indien de inrichtingsmaatregelen binnen één jaar zijn afgerond, geen jaarlijks verslag ingediend hoeft te worden. De verantwoording kan in dergelijke gevallen plaatsvinden via de aanvraag tot subsidievaststelling.

 

KK

De toelichting bij artikel 13 komt te luiden:

 

De kosten die in aanmerking komen voor vergoeding op grond van een aanvraag voor investeringssubsidie worden opgesomd in artikel 13, eerste lid, van de SKNL. Zo worden de kosten voor het opstellen van het investeringsplan aangemerkt als subsidiabele kosten. De kosten voor archeologisch en hydrologisch onderzoek zijn onderdeel van het investeringsplan.

 

Kosten voor aanloopbeheer vallen onder artikel 13, eerste lid, onderdeel j (overige maatregelen voor zover noodzakelijk in verband met de desbetreffende investering). Onder ‘aanloopbeheer’ wordt verstaan de beheermaatregelen die noodzakelijk zijn in de periode tussen inrichting en het regulier beheer om het gewenste beheertype te realiseren.

 

Het plaatsen van draaihekjes, klappoortjes voor toegang, et cetera vallen niet onder het tweede lid, onderdeel d (recreatieve voorzieningen), maar maken deel uit van de inrichting van het terrein en zijn daarmee subsidiabel.

 

LL

De toelichting bij artikel 14b komt te luiden:

 

Vooral bij inrichtingsmaatregelen van langere duur, zoals bijvoorbeeld op basis van een programma van éénmalige investeringen, kan het wenselijk zijn om voorafgaand aan de subsidievaststelling reeds voorschotten te verstrekken om in de onmiddellijke liquiditeitsbehoefte van de begunstigde te voorzien.

 

Er kan slechts één voorschot per jaar worden verstrekt, waarbij het voorschotbedrag minimaal € 500,- en maximaal 80% van de totale investeringssubsidie, zoals opgenomen in de beschikking tot subsidieverlening, kan bedragen. Het minimumbedrag is opgenomen omdat de uitvoeringslasten en –kosten anders niet in verhouding staan tot de hoogte van het te verstrekken voorschot. Bovendien is dit drempelbedrag niet zo hoog dat niet redelijkerwijs van de subsidieontvanger verlangd kan worden dat hij die financiële last tijdelijk zelf draagt. Het maximumpercentage is opgenomen om te voorkomen dat Gedeputeerde Staten in één jaar een zeer groot bedrag aan voorschotten moeten reserveren.

 

In totaal kan er voor niet meer dan 95% van de totale investeringssubsidie aan voorschotten worden verleend. Deze bepaling is opgenomen om terugvordering van voorschotten zoveel mogelijk te voorkomen indien bij de subsidievaststelling blijkt dat er reeds een hoger bedrag aan voorschotten is uitbetaald.

 

MM

De toelichting bij artikel 17, vierde lid, komt te luiden:

 

Wanneer functieverandering heeft plaatsgevonden, moet tevens inrichting plaatsvinden gericht op de realisatie van een natuurbeheertype, landschapsbeheertype of de realisatie of verhoging van de natuurkwaliteit van een habitattype.

 

Als een aanvraag voor een subsidie functieverandering niet vergezeld gaat van een aanvraag voor investeringssubsidie, zal een zogenaamd realisatieplan moeten worden bijgevoegd. In dit realisatieplan beschrijft de aanvrager op welke wijze hij het terrein wenst in te richten en te beheren. De beoogde eindsituatie zal immers duidelijk moeten zijn om de waardedaling, en daarmee de hoogte van de subsidie functieverandering, te kunnen bepalen. De subsidie functieverandering kan worden afgewezen indien de voorgestelde wijze van inrichten en beheer naar het oordeel van Gedeputeerde Staten niet bijdraagt aan de doelstellingen van de SKNL zoals verwoord in het natuurbeheerplan.

 

NN

In toelichting op artikel 18, eerste lid onder b (voetnoot 12) wordt «Ecologische hoofdstructuur» vervangen door «Natuurnetwerk Nederland», en wordt «Boswet» vervangen door «Wet natuurbescherming».

 

OO

De toelichting bij artikel 20 (voetnoot 13) vervalt.

ARTIKEL II Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit wijzigingsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid werkt onderdeel G van artikel I terug tot en met 1 juli 2016.

     

Zwolle, 9 april 2019

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

de secretaris

Toelichting bij het besluit tot wijziging van de regeling

ARTIKEL I

De Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap Overijssel is aangepast in het licht van nieuwe Europese en nationale wet- en regelgeving. Ook is de tekst op bepaalde onderdelen gewijzigd ten behoeve van de leesbaarheid. Verder zijn omschrijvingen verduidelijkt en zijn verouderde onderdelen uit de regeling geschrapt.

Onderdeel F (artikel 6a, EU richtsnoeren voor staatssteun)

Artikel 6a, eerste lid

Aanvragen kunnen niet na 31 december 2021 worden ingediend, omdat per 1 januari 2022 het huidige goedkeuringsbesluit van de Europese Commissie met kenmerk SA.48351 (2017/N) afloopt. Alsdan is een nieuw goedkeuringsbesluit of een andere staatssteungrondslag nodig om subsidie te verstrekken.

Artikel 6a, tweede lid

Het vereiste van het tweede lid van artikel 6a is afkomstig uit het landbouwsteunkader. Met het contrafeitelijke scenario wordt de situatie bedoeld dat er geen subsidie zou worden verleend. Wanneer de provincie een aanvraag ontvangt, wordt het contrafeitelijke scenario op zijn geloofwaardigheid getoetst en geverifieerd of de steun het vereiste stimulerende effect heeft.

Onderdeel P (artikel 13, subsidiabele en niet-subsidiabele kosten)

In artikel 13, onderdeel j was aanloopbeheer expliciet opgenomen. In het vervolg valt aanloopbeheer onder onderdeel j (nieuw): ‘overige maatregelen voor zover noodzakelijk in verband met de desbetreffende investering’. Onder ‘aanloopbeheer’ wordt verstaan de beheermaatregelen die noodzakelijk zijn in de periode tussen inrichting en het regulier beheer om het gewenste beheertype te realiseren.

Artikel II

Artikel 6c treedt met terugwerkende kracht per 1 juli 2016 in werking, zodat provincies per 1 juli 2016 van de ontheffingsmogelijkheid van artikel 6c gebruik kunnen maken.

Naar boven