Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 16 april 2019, PZH-2019-676904818, DOS 2013-0010135, tot wijziging van de uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland ten aanzien van artikel 1.19, artikel 1.20 en artikel 1.20a

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

 

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

 

Overwegende dat het wenselijk is technische wijzigingen door te voeren in de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland, zodat de Europese regelgeving en het Nederlandse bestuursrecht beter op elkaar aansluiten;

 

Besluiten:

 

 

 

Artikel I

De Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 1.19 komt te luiden:

 

Artikel 1.19 deelbetalingen

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag deelbetalingen verlenen.

  • 2.

    Een aanvraag om een deelbetaling bevat ten minste een verslag omtrent de voortgang als bedoeld in artikel 1.14, eerste lid, onder i, en voor zover van toepassing:

    a. facturen en betaalbewijzen;

    b. bewijsstukken inzake gemaakte personeelskosten

    c. bewijsstukken inzake geleverde bijdragen in natura;

    d. bewijsstukken inzake afschrijvingskosten.

  • 3.

    De aanvraag om een deelbetaling heeft betrekking op minimaal 25% van de subsidie of minimaal € 25.000,-.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken op een verzoek om deelbetaling.

 

B.

Artikel 1.20 komt te luiden:

 

Artikel 1.20 berekening deelbetaling

  • 1.

    De hoogte van de te verstekken deelbetaling wordt berekend op basis van werkelijke kosten en betalingen.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten stellen vast welk bedrag op grond van deze regeling, het openstellingsbesluit en de beschikking tot subsidieverlening aan deelbetaling kan worden verstrekt.

  • 3.

    Artikel 1.18a, lid drie tot en met zes, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat bij toepassing van het vijfde en zesde lid, voor “de subsidie” wordt gelezen: de deelbetaling.

 

C.

Na artikel 1.20 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 1.20a voorschot

  • 1.

    In afwijking van artikel 22 van de Asv kunnen gedeputeerde staten op verzoek een voorschot verlenen.

  • 2.

    Een voorschot wordt slechts verleend indien de subsidie is verleend op grond van paragraaf 2.7.

  • 3.

    Het voorschot bedraagt maximaal 50% van de maximale subsidie.

  • 4.

    Het voorschot bestaat volledig uit provinciale middelen.

 

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin deze regeling wordt geplaatst.

 

 

Den Haag, 16 april 2019

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

 

drs. H.M.M. Koek, secretaris

 

drs. J. Smit, voorzitter

 

 

 

 

Toelichting

De POP-3 subsidies bestaan voor 50% uit Europese middelen en voor 50% uit provinciale middelen. Doordat de subsidies voor 50% uit Europese middelen bestaan, is ook Europese regelgeving van toepassing op de POP-3 subsidies.

De Europese regelgeving wijkt op sommige punten af van het Nederlandse bestuursrecht. In de Europese regelgeving komen de figuren van ‘subsidievaststelling’ en ‘voorschot’ niet voor, in plaats daarvan kent de Europese regelgeving de ‘betaalaanvraag’.

Binnen de Uitvoeringsregeling POP-3 werden de begrippen ‘deelbetaling’ en ‘voorschot’ voor hetzelfde gebruikt. Dat impliceerde dat er geen voorschotten (zoals bedoeld in het Nederlandse bestuursrecht) verleend konden worden. Met dit wijzigingsbesluit wordt het onderscheid tussen ‘deelbetaling’ en ‘voorschot’ in de regeling zichtbaar, hierdoor kunnen voorschotten verstrekt worden. Het voorschot bedraagt maximaal 50% van de verleende subsidie, het voorschot bestaat volledig uit provinciale middelen.

 

Naar boven