Provinciaal blad van Gelderland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gelderland | Provinciaal blad 2019, 2674 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gelderland | Provinciaal blad 2019, 2674 | Verordeningen |
Eenentwintigste wijziging Regels Ruimte voor Gelderland 2016
[Dit wijzigingsbesluit zal vanwege de verschillende data van inwerkingtreden in 5 verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Provinciaal Blad zullen de wijzigingen van artikel I onder A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, N, O, P, Q, R, S, T, U, V, W, Y, Z, BB, II, JJ, KK, LL, MM, NN, OO, PP, QQ, RR, SS, TT, UU, XX, YY, AAA, CCC, DDD, EEE, FFF, GGG, HHHIII, JJJ en KKK en artikel II onder A, B, D en E verwerkt worden.]
Bekendmaking van het besluit van 19 maart 2019- zaaknummer 2019-000521 tot wijziging van een regeling
Gedeputeerde Staten van Gelderland
Gelet op het bepaalde in artikel 6 van de Algemene subsidieverordening Gelderland 2016,
Vast te stellen de regeling tot 21e wijziging van de regels Ruimte voor Gelderland 2016;
De regels Ruimte voor Gelderland 2016 worden als volgt gewijzigd:
Artikel 1.1.1, onder d, komt te luiden:
In artikel 1.3.5 vervalt de aanduiding “1.” voor het eerste lid.
In het tweede lid van artikel 1.3.7 vervalt: ten hoogste.
Artikel 2.1.1. Begripsomschrijvingen
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
Paragrafen 2.2 en 2.3 vervallen.
In de aanhef van artikel 2.4.5 wordt “artikel 1.3.5, eerste lid, onderdelen a en b,” vervangen door: artikel 1.3.5, onder a en b,.
In tweede lid van artikel 2.4.6 wordt “artikel 2.4.1, aanhef en onder b,” vervangen door: artikel 2.4.1, aanhef en onder c,.
Artikel 2.4.7 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2.4.8 wordt “artikel 2.4.1, aanhef en onder b,” vervangen door: artikel 2.4.1, aanhef en onder c,.
In het negende lid van artikel 2.8.7 wordt “artikel 1.3.5, eerste lid, onder b,” vervangen door: artikel 1.3.5, onder b,.
In het eerste lid van artikel 2.12.7 wordt “artikel 1.3.5, eerste lid, onder h,” vervangen door: artikel 1.3.5, onder h,.
In het vierde lid van artikel 3.15.5 wordt “Artikel 1.3.5, eerste lid, onder b,” vervangen door: Artikel 1.3.5, onder b,.
Na paragraaf 3.15 wordt een nieuwe paragraaf toegevoegd, die luidt:
Paragraaf 3.16 Elektrische deelauto’s
Artikel 3.16.1 Begripsomschrijvingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
elektrische deelauto: een nieuwe, volledig elektrisch aangedreven personenauto die tegen betaling wordt gebruikt door derden.
Artikel 3.16.2 Subsidiabele activiteit
Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor de exploitatie van elektrische deelauto’s.
Artikel 3.16.3 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt € 5.000 per elektrische deelauto.
Artikel 3.16.6 Weigeringsgrond
In afwijking van artikel 26 van de AsG worden subsidies die meer bedragen van € 25.000 vastgesteld zonder voorafgaand verleningsbesluit.
Artikel 4.1.1 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 4.2.2 vervalt onderdeel a.
In artikel 4.3.6, tweede lid, wordt ‘totale subsidie’ vervangen door: subsidiabele kosten.
In het eerste, tweede en derde lid van artikel 4.4.3 wordt “artikel 1.3.5, eerste lid, onder b,” vervangen door: artikel 1.3.5, onder b,.
Artikel 4.5.2, onder b, komt te luiden:
Artikel 4.6.2 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4.6.4 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4.8.3 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 4.8.5 worden na het vijfde lid twee nieuwe leden ingevoegd, die luiden:
In artikel 4.8.11 vervallen het tweede lid en de aanduiding “1.” voor het eerste lid.
Na artikel 4.8.11 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:
Ten aanzien van subsidie die op grond van deze regeling wordt verleend maken Gedeputeerde Staten binnen zes maanden na de datum van subsidieverlening de volgende gegevens bekend:
In artikel 4.9.5 worden na het tweede lid twee leden ingevoegd, die luiden:
In artikel 4.9.11 vervallen het tweede lid en de aanduiding “1.” voor het eerste lid.
Na artikel 4.9.11 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:
Ten aanzien van subsidie die op grond van deze regeling wordt verleend maken Gedeputeerde Staten binnen zes maanden na de datum van subsidieverlening de volgende gegevens bekend:
Artikel 4.11.3 komt te luiden:
Artikel 4.11.3 Subsidiabele kosten
Voor subsidie als bedoeld in artikel 4.11.1, onder a, komen in aanmerking:
In onderdeel c van artikel 4.15.3 wordt “komt” vervangen door: is gekomen.
Artikel 4.15.5 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4.15.6 komt te luiden:
Artikel 4.15.6 Subsidiabele kosten
Voor subsidie komen in aanmerking:
Artikel 4.15.7 komt te luiden:
Artikel 4.15.7 Hoogte van de subsidie
In onderdeel a van artikel 4.15.9 wordt “aangevraagd” vervangen door: te verlenen.
Na paragraaf 4.15 wordt een paragraaf toegevoegd, die luidt:
Paragraaf 4.16 Medegebruik van graslanden door edelherten
Artikel 4.16.1 Subsidiabele activiteit
Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor het toestaan van medegebruik van graslanden door edelherten gedurende het hele kalenderjaar.
Subsidie wordt alleen verstrekt als:
Subsidie wordt verstrekt aan agrariërs.
Artikel 4.16.5 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt € 50 per hectare waarop in het betreffende kalenderjaar faunaschade is getaxeerd.
Artikel 4.16.6 Weigeringsgrond
De subsidie wordt geweigerd als voor het betreffende perceel al subsidie is verstrekt op grond van paragraaf 3 van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Gelderland 2016.
Artikel 4.16.7 Communautair toetsingskader
In afwijking van artikel 1.3.3, eerste lid, wordt subsidie alleen verstrekt als deze niet in strijd is met Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Europese Commissie van 18 december 2013 (PbEU L 352/09).
Na paragraaf 4.16 wordt een paragraaf toegevoegd, die luidt:
Paragraaf 4.17 Aanpak invasieve exoten
Artikel 4.17.1 Subsidiabele activiteit
Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor:
Het gebiedsplan, als bedoeld in artikel 4.17.1, onder b, bevat een beschrijving van:
Artikel 4.17.4 Subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 1.3.5, onderdeel b, komen de kosten voor het opstellen van een plan van aanpak als bedoeld in het aanvraagformulier die gemaakt zijn voordat de aanvraag is ontvangen voor subsidie in aanmerking.
Subsidie als bedoeld in artikel 4.17.1, onder a, wordt verstrekt aan de eigenaar van het perceel, degene die krachtens overeenkomst of zakelijk recht gerechtigd is tot het gebruik van het perceel of anderszins met schriftelijke toestemming van de eigenaar van het perceel gebruik kan maken van het perceel.
Artikel 4.17.6 Hoogte van de subsidie
Artikel 4.17.7 Weigeringsgronden
Artikel 5.1.1 wordt als volgt gewijzigd:
Paragraaf 5.4 Infrastructuur Hoogwaardig Openbaar Vervoer
Artikel 5.4.1 Begripsomschrijvingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
hoogwaardig openbaar vervoer: openbaar vervoer per bus met een storingsvrije afwikkeling, gestrekte routes met waar nodig vrijliggende infrastructuur voor de bus, een hoge frequentie, herkenbare en goed bereikbare halte- en knooppuntvoorzieningen, een hoog niveau van dynamische reizigersinformatie en beschikbaarheid van goede en voldoende stallingsvoorzieningen voor de fiets;
Gedeputeerde Staten stellen een plan HOV vast als aan de volgende vereisten wordt voldaan:
Artikel 5.4.3 Subsidiabele activiteit
Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan wordt verstrekt voor activiteiten die zijn opgenomen in een plan HOV.
Artikel 5.4.4 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van het bedrag dat voor die activiteit in het plan HOV is opgenomen.
Artikel 5.4.5 Subsidiabele kosten
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan de gemeente die in het plan HOV opgenomen is en op wier grondgebied de activiteit plaatsvindt.
De aanvrager geeft opdracht voor realisatie van de activiteiten die opgenomen zijn in het plan HOV binnen een jaar vanaf de datum van de verleningsbeschikking.
Subsidie wordt geweigerd als voor dezelfde activiteit al subsidie is verstrekt op grond van paragraaf 5.5 Overstappunten mobiliteit.
Paragraaf 5.5 Overstappunten mobiliteit
Artikel 5.5.1 Begripsomschrijving
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 5.5.2 Subsidiabele activiteit
Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan worden verstrekt voor verbeteringen aan, dan wel nieuwbouw of uitbreiding van voorzieningen op of in de directe nabijheid van een overstappunt.
Onverminderd artikel 1.2.3 bevat de aanvraag:
Artikel 5.5.6 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt ten hoogste 75% van de subsidiabele kosten met een minimum van € 50.000 en een maximum van € 500.000.
Artikel 5.5.7 Subsidiabele kosten
De aanvrager geeft opdracht voor realisatie van de activiteit binnen een jaar na de datum van de verleningsbeschikking.
Artikel 5.5.9 Weigeringsgronden
Paragraaf 5.6 Vrachtfiets en elektrische bestelauto
Artikel 5.6.1 Begripsomschrijving
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 5.6.2 Subsidiabele activiteit
Subsidie als bedoeld in artikel 11 van de AsG kan wordt verstrekt voor de aanschaf of operational lease van een elektrische bestelauto of vrachtfiets.
Subsidie wordt slechts verstrekt als:
Artikel 5.6.4 Hoogte van de subsidie
Artikel 5.6.5 Subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 5, eerste lid, van de AsG kan subsidie ook worden verstrekt aan andere personen dan rechtspersonen.
Onverminderd artikel 1.2.3 worden bij de aanvraag om subsidie in ieder geval de volgende gegevens verstrekt:
Artikel 5.6.8 Verplichtingen subsidieontvanger
Onverminderd artikel 1.4.4 meldt de subsidieontvanger aan Gedeputeerde Staten de volgende omstandigheden binnen twee weken nadat zij hebben plaatsgevonden:
In artikel 5.11.5 vervalt het tweede lid en de aanduiding “1” voor de tekst van het eerste lid.
In artikel 5.11.10, tweede lid, onderdeel b wordt “ingetrokken” vervangen door: geschorst.
Artikel 15.14.1 tot en met 15.14.7 worden vernummerd tot artikel 5.14.1 tot en met 5.14.7.
Artikel 5.14.1 (nieuw) vervalt.
Artikel 5.14.5 Verplichtingen van de subsidieontvanger tot en met 5.14.7 worden vernummerd tot artikel 5.14.6 tot en met 5.14.8.
Het opschrift van artikel 5.14.6 (nieuw) komt te luiden:
Artikel 5.14.7 (nieuw) komt te luiden:
Artikel 5.14.7 Subsidiabele kosten
Het opschrift van artikel 15.14.8 (nieuw) komt te luiden:
Artikel 15.14.8 Hoogte van de subsidie
Artikel 6.9.2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 6.9.6 wordt een lid toegevoegd, dat luidt:
Artikel 6.12.6 komt te luiden:
Onverminderd artikel 1.2.3 wordt bij de aanvraag een schriftelijke onderbouwing verstrekt waaruit blijkt op welke wijze aan de criteria als bedoeld in artikel 6.12.2 wordt voldaan. De aanvrager maakt daarvoor gebruik van het format projectplan voor MIT haalbaarheidsprojecten, dat door Gedeputeerde Staten is vastgesteld en te vinden is op de website van de provincie Gelderland. Hij verschaft alle informatie, die in dit formulier wordt gevraagd.
In artikel 6.12.7 wordt “€ 24.999” vervangen door : €20.000.
Het tweede lid van artikel 6.12a.5 komt te luiden:
In het derde lid van artikel 6.26.2.1 wordt het “artikel 1.3.5, eerste lid, onder a tot en met n,” vervangen door: artikel 1.3.5, onder a tot en met n,.
Artikel 7.4.7 Subsidiabele kosten
In artikel 7.8.4 wordt “een keer per kalenderjaar een” vervangen door: jaarlijks tot 1 oktober 2019 één.
In het eerste lid van artikel 7.9.4 wordt “een keer per kalenderjaar een” vervangen door: jaarlijks tot 1 oktober 2019 één.
In artikel 8.2.1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, dat luidt:
Artikel 8.2.4 wordt als volgt gewijzigd:
Het eerste lid van artikel 8.2.5 komt te luiden:
In artikel 8.2.7 wordt “€ 10.000” vervangen door: € 24.999.
Onder vernummering van artikel 8.2.8 naar 8.2.9 wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:
Artikel 8.2.8 Subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 1.3.5, onder b, komen de kosten voor activiteiten, als bedoeld in artikel 8.2.2, die zijn gemaakt voordat de aanvraag is ontvangen, voor subsidie in aanmerking.
In artikel 8.2.9 (nieuw) wordt ‘van 1 april tot 1 september 2018’ vervangen door: vanaf 1 mei 2019.
De toelichting wordt als volgt gewijzigd:
De toelichting onder het kopje “staatssteun” wordt als volgt gewijzigd:
Onder het kopje ‘Paragrafen 4.8 en 4.9 Inrichting en functieverandering natuur’ wordt aan de tweede alinea, na de laatste zin, toegevoegd:
Als de subsidieaanvrager een grote onderneming is, voegt hij een contrafeitelijk scenario toe. Met het contrafeitelijke scenario wordt de situatie bedoeld dat er geen subsidie zou worden verleend. Wanneer de provincie een aanvraag ontvangt, wordt het contrafeitelijke scenario op zijn geloofwaardigheid getoetst en geverifieerd of de steun het vereiste stimulerende effect heeft.
Na de artikelsgewijze toelichting op paragraaf 4.14 wordt de volgende toelichting ingevoegd:
Paragraaf 4.15 Groene schoolpleinen
Artikel 4.15.1 Begripsomschrijving
onder b: Het groene schoolplein kan bestaan uit een combinatie van natuurlijke, gevarieerde elementen zoals bijvoorbeeld, water, beplanting, (klim)bomen, zand, bloemen, modder en eetbaar groen. Een combinatie met niet-natuurlijke elementen zoals hoogteverschillen, (riool)buizen en bestaande speeltoestellen wordt niet uitgesloten.
onder b: Onder beplanting wordt bijvoorbeeld verstaan bomen, struiken, bloemen en moestuinen. Bestrating kan bijvoorbeeld vervangen worden door een waterdoorlatende ondergrond zoals zand, grind, gras of boomschors.
onder d: Het groene schoolplein moet geschikt zijn om buitenlessen op te geven, dat kan door bijvoorbeeld een buitenlesplaats of arena in het ontwerp op te nemen.
Onder ontwerp van de inrichting van het groene schoolplein wordt verstaan: een schetsontwerp of ontwerptekening van het groene schoolplein.
onder b: het vergroten van de biodiversiteit kan bijvoorbeeld door te kiezen voor inheemse beplanting die goed is voor insecten en vogels of door vogelhuizen of een insectenhotel te plaatsen.
Artikel 4.15.6 Subsidiabele kosten
onder a: onder aanleg wordt verstaan: het uitvoeren van het ontwerp.
onder b: De kosten van het ontwerp die zijn gemaakt voorafgaand aan de subsidieaanvraag kunnen voor subsidie in aanmerking komen. Onder kosten van het ontwerp worden naast de feitelijke kosten ook de kosten voor de procesbegeleiding begrepen.
Artikel 4.15.7 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten. De aanvrager draagt zorg voor minimaal 25% financiering van de subsidiabele kosten door een eigen bijdrage of bijdragen van derden.
Artikel 4.15.10 Verplichtingen
lid 2: De subsidieverstrekker gebruikt de foto’s voor verslaglegging en voor communicatiedoeleinden. Op de foto’s is de ontwikkeling en de verandering van het schoolplein te zien.
Paragraaf 4.16 Medegebruik van graslanden door edelherten
Artikel 4.16.1 Subsidiabele activiteit
Edelherten mogen niet geweerd worden op de betreffende percelen. Dit betekent dat geen preventieve maatregelen, zoals visuele of akoestische middelen of afscherming, mogen worden toegepast. Ook wordt geen toestemming verleend om edelherten te verjagen met ondersteunend afschot op de betreffende percelen.
Artikel 4.16.5 Hoogte van de subsidie
Indien op hetzelfde perceel gedurende het kalender jaar meer dan eenmaal schade als bedoeld in artikel 6.1 Wet natuurbescherming is getaxeerd, bedraagt de hoogte van de subsidie slechts eenmaal € 50 voor die hectare.
Na de artikelsgewijze toelichting op paragraaf 4.16 wordt de volgende toelichting ingevoegd:
Paragraaf 4.17 Aanpak invasieve exoten
Artikel 4.17.1 Subsidiabele activiteit
De subsidie als bedoeld in onderdeel a wordt alleen verleend in combinatie met een projectplan waarin staat op welke manier de exoten worden bestreden. Voor het opstellen van dit projectplan wordt ook subsidie verstrekt. De subsidiabele activiteit is het verwijderen van invasieve exoten in combinatie met het gedurende drie jaar verwijderd houden. Dit om te voorkomen dat exoten na het verwijderen weer terugkeren. Onder verwijderen wordt verstaan dat de invasieve exoot wordt uitgeroeid op de groeiplaats. Als hierna de plant nog steeds niet helemaal lokaal is uitgeroeid kan voor dezelfde locatie opnieuw subsidie worden aangevraagd. De subsidie wordt ook verstrekt voor het beheersen van invasieve exoten. Onder beheersen wordt verstaan het treffen van maatregelen om te voorkomen dat de groeiplaatsen van de invasieve exoten zich verder uitbreiden.
Gedeputeerde Staten verstrekken alleen subsidie als daarmee een geïsoleerde populatie invasieve exoten wordt aangepakt. Als er geen sprake is van een geïsoleerde populatie zal de exoot na verwijderen vanuit naburige percelen immers weer snel terugkomen. Een geïsoleerde populatie kan zich uitstrekken over meerdere percelen van verschillende eigenaren. Voor de aanpak van een geïsoleerde populatie die zich over meerdere percelen van verschillende eigenaren uitstrekt is samenwerking tussen de verschillende eigenaren nodig. Bij de aanvraag wordt dan het akkoord van de eigenaren voor de aanpak van de populatie op hun percelen bijgevoegd. Een aanvraag kan betrekking hebben op meerdere geïsoleerde populaties.
De subsidiabele activiteit draagt bij aan de bescherming van de biodiversiteit in de Gelderse natuurparel. Dit betekent dat de activiteit ook buiten de parel kan plaatsvinden, bijvoorbeeld door bestrijding van de duizendknoop op een oever die bovenstrooms van de parel ligt.
In het derde lid wordt gesproken over een geïsoleerd water. Dit is bijvoorbeeld een ven, meer of poel.
Met onderdeel a wordt bedoeld: de aanwezigheid van de soort binnen een gebied. Dit kan worden aangeduid in de vorm van kilometerhokken, zijnde hokken van 1 bij 1 km, of uurhokken, zijnde hokken van 5 bij 5 km.
Artikel 4.17.6 Hoogte van de subsidie
Na het verwijderen en gedurende drie jaren verwijderd houden kan, als de invasieve exoot toch weer terugkeert op die locatie, opnieuw subsidie worden aangevraagd om de exoot op hetzelfde perceel aan te pakken.
Artikel 4.17.7 Weigeringsgronden
De evaluaties zijn bedoeld om van elkaar te leren, en dus niet om elkaar te controleren. Ook moet de provincie rapporteren aan het Rijk over de aanpak van de invasieve exoten die op de Europese lijst staan. De ontvanger van subsidie voor het aanpakken van invasieve exoten monitort de effecten van de getroffen maatregelen. Het is een overzicht van de stand van zaken twee jaar na de start van uitvoering van de activiteiten. Het is mogelijk dat de evaluatie ook wordt onderbouwd met foto’s. Een mogelijke uitkomst van het plan is dat samenwerking tussen verschillende partijen niet of slechts beperkt nodig is. Na een jaar meldt de subsidieontvanger de voortgang van de uitvoering van het gebiedsplan.
Paragraaf 5.5 Overstappunten mobiliteit
Artikel 5.5.1 Begripsomschrijvingen
Een overstappunt is bijvoorbeeld een treinstation, busstation, bushalte of, carpoolplaats. Een overstappunt heeft voorzieningen die een overstap om de reis te vervolgen faciliteren. Dat zijn bijvoorbeeld fietsklemmen, fietskluizen, parkeerruimte, verlichting, bebording, wachtvoorziening, verharding, prullenbakken en abri’s.
Bij het verbeteren van de sociale veiligheid kan gedacht worden aan toezicht, goede en heldere verlichting, een overzichtelijk terrein zonder dode hoeken, een schoon en verzorgd terrein, een verkeersveilige omgeving en een bewaakte omgeving.
Bij het verbeteren van de toegankelijkheid kan gedacht worden aan een korte loopafstand van het OV naar de andere vervoersmiddelen op het overstappunt, een voor iedereen toegankelijk overstappunt, duidelijke looproutes, goede informatievoorziening en aanwezigheid van actuele reisinformatie.
Bij verbetering van het comfort kan gedacht worden aan een verwarmde wachtruimte, voldoende zit- en wachtmogelijkheden, aanwezigheid van draadloos internet.
Geen subsidie wordt verstrekt voor de aanleg van een voorziening die niet primair tot doel heeft een overstap te faciliteren. Voorbeelden zijn voorzieningen die voornamelijk stadsbezoek, ziekenhuisbezoek of boodschappenverkeer faciliteren.
Paragraaf 5.6 Vrachtfiets en elektrische bestelauto
Artikel 5.6.1 Begripsomschrijvingen
Alleen elektrische bestelauto’s die op de Milieulijst zijn opgenomen komen voor subsidie in aanmerking. Deze lijst is op 28 december 2018 gepubliceerd in de Staatscourant en is te vinden op de website rvo.nl.
Na de artikelsgewijze toelichting op paragraaf 8.1 wordt de volgende artikelsgewijze toelichting ingevoegd.
Paragraaf 8.2 Verwijderen van drugsafval
Artikel 8.2.1 Begripsomschrijvingen
Onderdeel a: drugsafval: De regels hebben betrekking op afval dat ontstaat bij de productie van synthetische drugs, zoals efedrine, amfetamine en XTC. Dit zijn nagemaakte plantaardige drugs. De regeling geldt dus niet voor afval door teelt van plantaardige drugs, zoals paddenstoelen, khat en wiet.
Onderdeel b: zakelijk gerechtigden: Een zakelijk gerechtigde is iemand die een recht op een zaak heeft. Meest voorkomende recht is het eigendomsrecht, maar ook een recht van erfpacht of opstal vallen hier bijvoorbeeld onder.
Artikel 8.2.2 Subsidiabele activiteit
In dit artikel zijn twee subsidiabele activiteiten opgenomen. Er kan echter ook sprake zijn van een combinatie van deze activiteiten, wanneer drugsafval in vaten is achtergelaten en deze vaten zijn gaan lekken waardoor tevens sprake is van een bodemverontreiniging.
Een aanvraag om subsidie wordt geweigerd als de aanvrager mede verantwoordelijk is of kan worden gehouden voor de productie of het achterlaten van het drugsafval waarop de aanvraag betrekking heeft. Hiervan is in ieder geval sprake als de locatie waar het afval is gevonden ook de productielocatie is en de eigenaar niet voldaan heeft aan zijn zorgplicht als eigenaar. Voor de vraag of is voldaan aan deze zorgplicht moet gekeken worden naar de omstandigheden van het geval. Eventuele betrokkenheid bij een strafrechtelijke of bestuursrechtelijke handhavingsprocedure in verband met een overtreding van drugsregelgeving speelt hierbij een grote rol.
De subsidie kan worden aangevraagd door gemeenten of door zakelijk gerechtigden van het terrein waarop het drugsafval zich bevindt of waarvan de bodem is verontreinigd. Gemeenten kunnen een aanvraag indienen omdat zij in de praktijk ook, hoewel geen zakelijk gerechtigde, opdracht geven het drugsafval te verwijderen of de bodemverontreiniging te saneren.
De aanvrager dient een beschrijving van de locatie bij zijn aanvraag te voegen. Dit kan zowel door een woordelijke omschrijving van de locatie eventueel in combinatie met foto’s, als door een kaart waarop de locatie is weergegeven.
In de toelichting wordt na Bijlage 2 twee bijlagen ingevoegd, die luiden:
Bijlage 3. Lijst van prioritaire soorten behorende bij paragraaf 4.6 Behoud van prioritaire soorten
Bijlage 4. Lijst van subsidiabele kosten behorende bij paragraaf 7.4 Functioneel gebruik erfgoed
Subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 7.4.7 zijn:
Het uurloon is het gemiddelde uurloon dat is vermeld op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: https://cultureelerfgoed.nl/dossiers/subsidies/instandhoudingssubsidie-sim-aanvragen. Het gemiddelde uurloon is exclusief algemene bouwplaatskosten, algemene bedrijfskosten, winst, risico en BTW.
De subsidiabele indirecte kosten zijn in totaal ten hoogste 20% van de subsidiabele directe kosten als bedoeld onder nummer 1.
De algemene bouwplaatskosten betreffen de kosten van de hoofdaannemer die niet direct aan een onderdeel zijn toe te wijzen en die onder meer betrekking hebben op verzorgend, uitvoerend en administratief personeel op het werk, tijdgebonden materieel, keten, loodsen en dergelijke, bouwplaats en dergelijke, verbruikskosten, bewaking, verletbestrijding, bereken- en tekenwerk en dergelijke.
Directiekosten zijn alleen subsidiabel indien zij betrekking hebben op de levering van een totaalpakket aan werkzaamheden zoals omschreven in de DNR-2011 (standaard voorwaarden, 2011 herzien 2013, rechtsverhoudingen opdrachtgever-architect). De percentages worden berekend aan de hand van de bouwsom. Tot de bouwsom behoren zowel de subsidiabele kosten als de niet-subsidiabele kosten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-2674.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.