Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent mandaat Mandaatbesluit Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland

Gedeputeerde Staten maken, gelet op het bepaalde in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht, bekend dat de portefeuillehouder op grond van een aan hem op 19 maart 2019, nummer 2385562 verleend mandaat op 27 maart 2019 onder nummer 2399647 het volgende besluit heeft genomen:

 

 

Mandaatbesluit Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland

 

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

 

Overwegende dat het uit een oogpunt van efficiency gewenst dat de uitvoering van de door hen bij besluit van 19 maart 2019, nummer 2385562 vastgestelde ‘Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland’, namens hen wordt uitgevoerd door de regionale ontwikkelingsmaatschappij Horizon B.V.,

 

Gelet op artikel 3, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht,

 

 

Besluiten:

 

vast te stellen het ‘Mandaatbesluit Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland’.

Artikel 1. Mandaatverlening

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verlenen aan de statutair bestuurder van Horizon B.V. (voor de uitvoering van de gemandateerde werkzaamheden ook wel directeur genoemd en daarom hierna aangeduid als directeur) mandaat tot het namens hen nemen van besluiten betreffende het verstrekken van subsidie op grond van de ‘Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland’.

  • 2.

    De bevoegdheid als bepaald in het eerste lid is van toepassing indien de besluitvorming hieromtrent past binnen het door Gedeputeerde Staten in een openstellingbesluit vastgestelde subsidieplafond dat voor subsidieverlening op grond van de ‘Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland’ beschikbaar is.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten staan de directeur toe met betrekking tot het in het eerste lid bedoelde mandaat, ondermandaat te verlenen aan een medewerker die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam is.

  • 4.

    De directeur is verplicht om het in het tweede lid genoemde ondermandaatbesluit toe te sturen aan Gedeputeerde Staten, die dit vervolgens publiceren in het Provinciaal Blad.

  • 5.

    Het mandaat bedoeld in het eerste lid omvat:

    • a.

      het verlenen of geheel of gedeeltelijk afwijzen van de gevraagde subsidie;

    • b.

      het nemen van besluiten op grond van artikel 4:5 en 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • c.

      de overige terzake van de subsidieverstrekking te nemen voorbereidende en uitvoerende besluiten.

Artikel 2. Ondertekeningsmandaat

  • 1.

    De bevoegdheid om op grond van artikel 1 besluiten te nemen impliceert de bevoegdheid tot ondertekening namens Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    De ondertekening van besluiten als bedoeld in het eerste lid luidt:

     

    Gedeputeerde Staten van Flevoland,

    namens deze,

    directeur Horizon B.V.

     

    gevolgd door de handtekening van de directeur.

Artikel 3. Vervanging

In geval van afwezigheid van de directeur, kan het mandaat worden uitgeoefend door diens formele plaatsvervanger.

Artikel 4. Verantwoording

  • 1.

    De directeur brengt periodiek conform de richtlijnen monitoring en evaluatie, zoals vermeld in de jaarlijks door Gedeputeerde Staten aan Horizon B.V. te verlenen exploitatiesubsidie, verslag uit aan Gedeputeerde Staten over het door hem uitgeoefende mandaat.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid verschaft de directeur desgevraagd alle informatie aan Gedeputeerde Staten over het door hem uitgeoefende mandaat.

Artikel 5. Instructies

De directeur neemt bij de uitoefening van de aan hem gemandateerde bevoegdheden in ieder geval het volgende in acht:

  • a.

    de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    de Algemene subsidieverordening Flevoland 2012 en de ‘Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland’;

  • c.

    de door Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten van Flevoland vastgestelde beleidskaders.

Artikel 6. Slotbepaling

  • 1.

    Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Mandaatbesluit Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland’.

  • 2.

    Dit besluit wordt door Gedeputeerde Staten gepubliceerd in het provinciaal blad.

  • 3.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 8 april 2019. 

Aldus vastgesteld in mandaat door de portefeuillehouder op 27 maart 2019.

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

de secretaris,

de voorzitter,

Aldus gelet op het bepaalde in artikel 10:4, eerste lid van de Algemene wet

bestuursrecht mee ingestemd door:

De directeur van Horizon B.V.

De secretaris van Gedeputeerde Staten van Flevoland

Toelichting bij Mandaatbesluit Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland

 

Algemeen

 

Gedeputeerde Staten hebben in hun vergadering van 19 maart 2019, nummer 2385562 de Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland vastgesteld. Deze nadere regels hebben tot doel om Flevolandse MKB-ondernemers binnen het Topsectorenbeleid en de kennis- en innovatieagenda’s van de topsectoren te ondersteunen bij hun innovatie in de eerste fasen van nieuwe productontwikkeling.

 

Omdat Horizon B.V. (voorheen: de Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland B.V. (OMFL) in Flevoland voor ondernemers een centraal aanspreekpunt is, is het wenselijk dat de uitvoering van deze nadere regels wordt belegd bij Horizon.

De uitvoering houdt in dat Horizon B.V. namens Gedeputeerde Staten de ingediende aanvragen om subsidie beoordeelt en de benodigde subsidiebesluiten neemt. Om dit bevoegd te kunnen doen is het noodzakelijk dat Gedeputeerde Staten hiervoor mandaat verlenen aan de directeur van Horizon B.V.

Het onderhavige mandaatbesluit voorziet hierin.

 

Juridisch kader

 

De regels van de Algemene wet bestuursrecht zijn op dit mandaatbesluit van toepassing. Het gaat hierbij met name om afdeling 10.1.1., waarin alle bepalingen over mandaat zijn opgenomen. Het mandaatbesluit geeft invulling aan deze bepalingen.

 

In artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht is de grondslag voor het nemen van het mandaatbesluit neergelegd. Hierin is bepaald dat een bestuursorgaan mandaat kan verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

 

Artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht vereist instemming van de gemandateerde indien gemandateerde niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever.

Deze instemming is door de statutair directeur bij apart schrijven verleend.

 

Artikel 10:5 van de Algemene wet bestuursrecht schrijft voor dat – nu sprake is van een algemeen mandaat – het mandaat schriftelijk wordt verleend.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1. Mandaatverlening

 

Het hele proces van subsidieverstrekking wordt gemandateerd. Overige handelingen, zoals handelingen ter voorbereiding van een besluit tot vaststelling van de subsidie vallen onder de reikwijdte van het mandaat. Het uitbetalen valt hier ook onder.

 

Artikel 2. Ondertekening

 

Met dit artikel wordt invulling gegeven aan het bepaalde in artikel 10:10 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit artikel 10:10 schrijft voor dat een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan is genomen, niet de wijze waarop ondertekening plaatsvindt.

 

Artikel 3. Vervanging

 

Dit artikel regelt dat het mandaat in geval van afwezigheid van de statutair directeur, kan worden uitgeoefend door diens formele plaatsvervanger.

 

Artikel 4. Instructies

In dit artikel is geregeld dat de directeur de relevante wet- en regelgeving, het door Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten vastgestelde beleid en het beschikbaar gestelde subsidiebudget in acht moet nemen.

 

Artikel 5. Verantwoording

 

Met dit artikel wordt invulling gegeven aan het bepaalde in artikel 10:6 van de Algemene wet bestuursrecht waarin is bepaald dat de gemandateerde de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen verschaft over de uitoefening van het mandaat.

Naar boven