Tiende wijzigingsregeling Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 2 februari 2016 de Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant hebben vastgesteld;

 

Overwegende dat die subsidieregeling is opgesteld als aanbouwregeling voor nader door Gedeputeerde Staten te bepalen paragrafen binnen de kaders van het Provinciaal Milieu- en Waterplan 2016-2021;

 

Overwegende dat voor paragraaf 1, Robuuste en toekomstbestendige watersystemen, meer middelen beschikbaar zijn en ook meer aanvragen verwacht worden, zodat het subsidieplafond opgehoogd kan worden;

 

Overwegende dat voor paragraaf 5, Zicht op wijst, in het subsidiejaar 2019 opnieuw middelen beschikbaar zijn, zodat die paragraaf opnieuw kan worden opengesteld;

 

Overwegende dat voorts uit de uitvoering is gebleken dat paragaaf 5 nog enkele andere technische aanpassingen behoeft;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijzigingen

 

De Subsidieregeling provinciaal milieu- en waterplan Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

De overwegingen komen te luiden:

 

Overwegende dat Provinciale Staten op 18 december 2015 het Provinciaal Milieu- en Waterplan Noord-Brabant 2016-2021 ‘sámen naar een duurzaam gezonde en veilige leefomgeving in Brabant’ hebben vastgesteld;

 

Overwegende dat Provinciale Staten in dat plan de doelen hebben opgenomen voor een gezonde en veilige leefomgeving;

 

Overwegende dat deze subsidieregeling is opgesteld als aanbouwregeling voor nader door Gedeputeerde Staten te bepalen paragrafen binnen de kaders van het Provinciaal Milieu- en Waterplan 2016-2021;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten streven naar verbetering van de economie en vitaliteit op de Brabantse zandgronden wat betreft het leef- en vestigingsklimaat, door projecten te stimuleren met betrekking tot robuuste en toekomstbestendige watersystemen, klimaatrobuuste zoetwatervoorziening Deltaplan Hoge Zandgronden overige doelgroepen, hydrologisch herstel van natura 2000 gebieden, de afronding van projecten in het kader van de Tweede Bestuursovereenkomst Water, zicht op wijst, klimaatstresstest, klimaatadaptatiedialoog en klimaatadaptatieprojecten;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten daar waar sprake is van staatssteun in paragraaf 2, in het kader van rechtvaardiging van die staatssteun, de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, PBEU L187/1 van 26 juni 2014 (Algemene groepsvrijstellingsverordening), van toepassing verklaren;

 

B.

In artikel 1.9, onder b, wordt “€ 2.280.000” vervangen door: € 8.000.000.

 

C.

In artikel 5.5 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    In onderdeel b wordt “€ 5.000” vervangen door: € 2.500.

  • 2.

    In onderdeel c wordt “1 januari 2018” vervangen door: 1 januari 2019.

D.

In artikel 5.7, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    Onderdeel h komt te luiden:

    • h.

      kosten voor onderzoek naar de exacte ligging en werking van de Peelrandbreuk of wijst;

  • 2.

    In onderdeel j wordt “€ 80 per uur” vervangen door: € 100 per uur.

E.

Artikel 5.8, onder a, komt te luiden:

  • a.

    kosten voor grondverwerving en waardedaling van de grond.

F.

In artikel 5.9 wordt “van 14 februari 2018 tot en met 12 december 2018” vervangen door: van 4 april 2019 tot en met 11 december 2019.

 

G.

In artikel 5.11, derde lid, wordt “€ 5.000“ vervangen door: € 2.500.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel III Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tiende wijzigingsregeling Subsidieregeling provinciaal en milieu- en waterplan Noord-Brabant.

 

 

’s-Hertogenbosch, 26 maart 2019

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Naar boven