Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 19 maart 2019, PZH-2019-683911392 (DOS-2015-0007878), houdende wijziging van het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor de provinciale organisatie 2019

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Overwegende dat het als gevolg van de inwerkingtreding van Omgevingsverordening Zuid-Holland noodzakelijk is het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor de provinciale organisatie 2019 te wijzigen;

 

Besluiten:

Artikel I

Het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor de provinciale organisatie 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

In artikel 2, derde lid wordt “meireces: 29 april tot en met 10 mei 2019” vervangen door “meireces: 17 april tot en met maandag 6 mei”.

 

B

Bijlage 1 behorende bij artikel 2, eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het mandaat met nummer BV03 komt te luiden:

 

Mandaatnr.

BV03

 

BESLUITEN/BEVOEGDHEDEN

Besluiten tot:

  • a.

    het ambtshalve ten nadele van de vergunninghouder wijzigen van een op basis van de artikelen 3.19 tot en met 3.24 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland verleende vergunning, of van de aan een zodanige vergunning gestelde voorwaarden (artikelen 3.5 en 6.41 Omgevingsverordening Zuid-Holland);

  • b.

    het ambtshalve geheel of gedeeltelijk intrekken van een op basis van de artikelen 3.19 tot en met 3.24 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland verleende vergunning (artikelen 3.6, 6.42 en 9.1 Omgevingsverordening Zuid-Holland),

een en ander in gevallen waarin de aan de vergunning verbonden voorschriften niet of niet behoorlijk zijn nageleefd.

 

TOELICHTING/VOORWAARDEN

Zie ABI01

 

C

Bijlage 3 behorende bij artikel 6, eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het mandaat met nummer AR13 komt te luiden:

 

Mandaatnr.

AR13

 

BESLUITEN/BEVOEGDHEDEN

Het wijzigen van de begrenzing van bij of krachtens de Omgevingsverordening Zuid-Holland aangewezen gebieden en aanduidingen binnen de daartoe in artikel 14.1, eerste lid van deze verordening gestelde randvoorwaarden.

 

TOELICHTING/VOORWAARDEN

-

 

  • 2.

    Het mandaat met nummer ABI01 komt te luiden:

 

Mandaatnr.

ABI01

 

BESLUITEN/BEVOEGDHEDEN

Besluiten inzake vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen op basis van:

  • a.

    de artikelen 3.19 tot en met 3.24 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland, met uitzondering van:

    • -

      het ambtshalve wijzigen van een zodanige vergunning, of van de daaraan gestelde voorwaarden, ten nadele van de vergunninghouder (artikel 3.5 en 6.41 Omgevingsverordening Zuid-Holland);

    • -

      het ambtshalve geheel of gedeeltelijk intrekken van een zodanige vergunning ten nadele van de vergunninghouder (artikel 3.6, 6.42 en 9.1 Omgevingsverordening Zuid-Holland),

  • een en ander in gevallen waarin de aan de vergunning verbonden voorschriften niet of niet behoorlijk zijn nageleefd;

  • b.

    het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (artikel 87 van het RVV);

  • c.

    de Regeling voertuigen, art. 9.1 (artikel 5.1.1, eerste lid, aanhef en onderdeel c, en tweede lid, artikel 5.1.2 en artikel 5.1.3 van de Regeling voertuigen);

  • d.

    artikel 7, eerste lid van de Scheepvaartverkeerswet;

  • e.

    artikel 10, eerste lid, en artikel 148, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994 (verbod om op een weg een wedstrijd met voertuigen te houden of daaraan deel te nemen), of

  • f.

    het mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 4 maart 2003 tot mandatering van hun bevoegdheden aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland betreffende beheer en onderhoud van het Utrechtse deel van het Merwedekanaal,

alsmede het intrekken en wijzigen van besluiten met betrekking tot kabels en leidingen ten nadele van ontheffing- c.q. toestemminghouders.

 

TOELICHTING/VOORWAARDEN

Zie BV03

 

  • 3.

    Het mandaat met nummer ABI13 komt te luiden:

 

Mandaatnr.

ABI13

 

BESLUITEN/BEVOEGDHEDEN

Besluiten tot vaststelling van de bedieningstijden van beweegbare bruggen of sluizen (artikel 5.4 Omgevingsverordening Zuid-Holland).

 

TOELICHTING/VOORWAARDEN

-

 

  • 4.

    Het mandaat met nummer AZ02 komt te luiden:

 

Mandaatnr.

AZ02

 

BESLUITEN/BEVOEGDHEDEN

Het geven van adviezen aan de Minister van OCW en aan gemeentebesturen ter uitvoering van de Erfgoedwet, alsmede het geven van adviezen aan gemeentebesturen en het geven van beoordelingen in het kader van het provinciaal archeologiebeleid.

 

TOELICHTING/VOORWAARDEN

-

 

  • 5.

    Het mandaat met nummer AG03 komt te luiden:

 

Mandaatnr.

AG03

 

BESLUITEN/BEVOEGDHEDEN

Besluiten op grond van de Wet natuurbescherming, inclusief besluiten omtrent (PAS)-overeenkomsten ter uitvoering van maatregelen zoals vastgesteld in beheerplannen en gebiedsanalyses, alsmede advisering op grond van deze wet aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat.

 

TOELICHTING/VOORWAARDEN

Overeenkomsten ter uitvoering van maatregelen uit beheerplannen en gebiedsanalyses, waarbij tevens door Gedeputeerde Staten een vergoeding wordt betaald aan de uitvoerende partij, kunnen alleen worden aangegaan indien Gedeputeerde Staten hiervoor budget hebben gereserveerd.

 

  • 6.

    Het mandaat met nummer AW03 komt te luiden:

 

Mandaatnr.

AW03

 

BESLUITEN/BEVOEGDHEDEN

Besluiten tot:

  • a.

    vaststelling van het tijdstip waarop de regionale waterkeringen voor de eerste keer moeten voldoen aan de veiligheidsnorm (artikel 4.2, vijfde lid Omgevingsverordening Zuid-Holland);

  • b.

    vaststelling van het tijdstip waarop de verslagen bedoeld in artikel 11.1 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland voor de eerste maal worden uitgebracht, alsmede tot vaststelling van de frequentie waarmee deze verslagen daarna worden uitgebracht (artikel 11.1, vierde lid van de Omgevingsverordening Zuid-Holland),

een en ander voor zover in overeenstemming met vastgesteld provinciaal beleid.

 

TOELICHTING/VOORWAARDEN

-

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2019

 

Den Haag, 19 maart 2019

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

Drs. J. Smit, voorzitter

Drs. H.M.M. Koek, secretaris

Naar boven