Provinciaal blad van Flevoland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Flevoland | Provinciaal blad 2019, 2353 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Flevoland | Provinciaal blad 2019, 2353 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent topsectoren Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland
Gedeputeerde Staten maken, gelet op het bepaalde in artikel 136 eerste lid van de Provinciewet, bekend dat zij bij besluit van 19 maart 2019, nummer 2385562 hebben vastgesteld de:
Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
de 12 Nederlandse provincies, in landsdelig verband, op 11 december 2014 een Samenwerkingsagenda hebben ondertekend met de minister van Economische Zaken en vertegenwoordigers van de nationale topsectoren en MKB-Nederland, waarin onder andere is afgesproken om te komen tot stroomlijning van het financiële instrumentarium om innovatie bij het MKB te stimuleren en deze afspraken opnieuw zijn vastgelegd in de MKB-samenwerkingsagenda 2018-2019 op 29 juni 2018;
het Rijk middelen beschikbaar heeft gesteld voor een aantal gestandaardiseerde MKB-instrumenten die in alle regio’s van Nederland worden uitgevoerd;
de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 een procedureel kader geeft voor subsidiering van activiteiten die passen in het provinciaal beleid;
in deze Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid is toegekend om nadere regels vast te stellen die onder meer betrekking hebben op subsidiecriteria;
ter rechtvaardiging van deze subsidie daar waar sprake is van staatssteun, in het kader van rechtvaardiging van staatssteun, de volgende steunmaatregelen van toepassing worden geacht: a. de artikelen 25 en 28 van verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, Pb L 187/1 van 26 juni 2014 (algemene groepsvrijstellingsverordening); b. Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb L 352/1 van 24 december 2013 (de-minimisverordening);
Gelet op het bepaalde in artikel 2, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012,
Vast te stellen de volgende nadere regels:
Nadere regels MKB Innovatiestimulering Topsectoren Flevoland
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
arm's length-voorwaarden: de voorwaarden van de transactie tussen de contractspartijen die niet afwijken van die welke zouden zijn overeengekomen tussen onafhankelijke ondernemingen, en die geen enkele vorm van heimelijke instandhouding behelzen. Iedere transactie die voortvloeit uit een open, transparante en niet-discriminerende procedure wordt geacht te voldoen aan het arm's length-beginsel;
experimentele ontwikkeling: het verwerven, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technologische, zakelijke en andere relevante kennis en vaardigheden, gericht op het ontwikkelen van nieuwe of verbeterde producten, procedés of diensten; dit kan activiteiten omvatten die gericht zijn op de conceptuele ontwikkeling, de planning en documenteren van alternatieve producten, procedés of diensten.
Experimentele ontwikkeling kan prototyping, demonstraties, pilotontwikkeling, testen en validatie omvatten van nieuwe of verbeterde producten, procedés of diensten in omgevingen die representatief zijn voor het functioneren onder reële omstandigheden, met als hoofddoel verdere technische verbeteringen aan te brengen aan producten, procedés of diensten die niet grotendeels vaststaan. Dit kan de ontwikkeling omvatten van een commercieel bruikbaar prototype of pilot die noodzakelijkerwijs het commerciële eindproduct is en die te duur is om te produceren alleen met het oog op het gebruik voor demonstratie- en validatie doeleinden.
Onder experimentele ontwikkeling wordt niet verstaan routinematige of periodieke wijziging van bestaande producten, productielijnen, fabricageprocessen, diensten en andere courante activiteiten, zelfs indien die wijzigingen verbeteringen kunnen inhouden.
haalbaarheidsstudie: het onderzoek en de analyse van het potentieel van een project, met als doel de besluitvorming te ondersteunen door objectief en rationeel de sterke en zwakke punten van een project, de kansen en risico's in kaart te brengen, waarbij ook wordt aangegeven welke middelen nodig zijn om het project te kunnen doorvoeren en wat uiteindelijk de slaagkansen zijn;
industrieel onderzoek: planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden met het oog op ontwikkeling van nieuwe producten, procedés of diensten, of om bestaande producten, procedés of diensten aanmerkelijk te verbeteren; het omvat de creatie van onderdelen voor complexe systemen en kan ook de bouw omvatten van prototypes in een laboratoriumomgeving of in een omgeving met gesimuleerde interfaces voor bestaande systemen, alsmede pilotlijnen, wanneer dat nodig is voor het industriële onderzoek en met name voor de validering van generieke technologie;
een onderzoeksorganisatie zonder winstoogmerk met eigen medewerkers in loondienst, die tot doel heeft om via het structureel doen van eigen onderzoek en het ontwikkelen en testen van technische toepassingen door haar medewerkers, de technologische kennis op een specifiek terrein te bevorderen, die geen instelling is als bedoeld onder 1. tot en met 4.;
Artikel 1.5 Weigeringsgronden algemeen
Subsidie op grond van deze nadere regels wordt geweigerd indien:
Artikel 1.8 Niet subsidiabele kosten
Onverminderd artikel 6 van de Algemene subsidieverordening Flevoland 2012 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
Gedeputeerde Staten leggen in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger bij de aanvraag tot vaststelling aantoont dat de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden verstrekt voor projecten gericht op het uitvoeren van een MIT-haalbaarheidsproject passend binnen de innovatieprogramma’s Topsectoren van ten minste één van de topsectoren, als bedoeld in artikel 1.3, tweede lid sub b., al dan niet in combinatie met een andere topsector.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2.1 voldoet aan de volgende criteria:
Artikel 2.4 Subsidiabele kosten
Indien de subsidie betrekking heeft op experimentele ontwikkeling of industrieel onderzoek, zijn de volgende kosten subsidiabel:
kosten van apparatuur en uitrusting voor zover en voor zolang zij voor het onderzoeksproject worden gebruikt. Indien deze apparatuur en uitrusting niet tijdens hun volledige levensduur voor het onderzoeksproject worden gebruikt, worden alleen de afschrijvingskosten overeenstemmend met de looptijd van het project, berekend volgens algemeen erkend boekhoudkundige beginselen, als in aanmerking komende kosten beschouwd;
Artikel 2.7 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Onverminderd hoofdstuk 4 van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 heeft de subsidieontvanger ten aanzien van de subsidie, bedoeld in artikel 2.1 in ieder geval de volgende verplichtingen:
Artikel 3.1 Subsidiabele activiteiten
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden verstrekt voor projecten gericht op het uitvoeren van een MIT-R&D-samenwerkingsproject passend binnen de innovatieprogramma’s Topsectoren van ten minste één van de topsectoren, als bedoeld in artikel 1.3, tweede lid sub b., al dan niet in combinatie met een andere topsector of ondersteunde sector.
Artikel 3.3 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen voor subsidie als bedoeld in artikel 3.1 de kosten in aanmerking genoemd in artikel 25, derde lid van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
Indien na toepassing van het eerste lid, en artikel 3.2, onder j, blijkt dat de binnen de periode als bedoeld in artikel 1.3, tweede lid sub c ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, zoals bedoeld in artikel 1.3 tweede lid, te boven gaan, worden de aanvragen gerangschikt op volgorde van puntenaantal waarbij de aanvraag met de meeste punten bovenaan eindigt.
Artikel 3.6 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Onverminderd hoofdstuk 4 van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 heeft de subsidieontvanger ten aanzien van de subsidie, bedoeld in artikel 3.1 in ieder geval de volgende verplichtingen:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-2353.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.