Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2019, 2280 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2019, 2280 | Overige besluiten van algemene strekking |
Reglement van Orde voor de Provinciale Staten van Overijssel 2019
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijving
In dit Reglement wordt verstaan onder:
burgerlid: een door de fractie aangewezen lid, niet zijnde statenlid, die het woord mag voeren namens de fractie tijdens de informatiebijeenkomsten en commissievergadering. Een burgerlid dient tijdens de laatste verkiezingen van Provinciale Staten geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van een krachtens die verkiezingen in Provinciale Staten vertegenwoordigende politieke partij. De artikelen 10 tot en met 15 van de Provinciewet zijn van overeenkomstige toepassing;
De Agendacommissie is belast met de gecoördineerde procedurele voorbereiding van de vergaderingen van Provinciale Staten en de Statencommissiedag, advisering van de Provinciale Staten over bestuurlijke procedures en alle overige zaken die het adequaat functioneren van Provinciale Staten betreffen. De Agendacommissie heeft tot taak:
Wanneer de Agendacommissie een onderwerp onvoldoende voorbereid acht voor de openbare beraadslaging, kan zij Provinciale Staten gemotiveerd voorstellen het onderwerp te verwijzen naar een commissievergadering of aan het College van Gedeputeerde Staten nadere inlichtingen of advies te vragen.
Hoofdstuk 2 Toelating nieuwe leden en fracties
Artikel 5. Onderzoek benoembaarheid gedeputeerden
De leden van de commissie worden gekozen door het Presidium. De commissie zal bestaan uit twee Statenleden vanuit de (beoogde) coalitiefracties, twee Statenleden vanuit de (beoogde) oppositiefracties, (indien al benoemd) de waarnemend voorzitter van PS (als technisch voorzitter zonder stemrecht) en de griffier als secretaris van de commissie (zonder stemrecht). Indien er nog niet een waarnemend voorzitter van PS is benoemd, zullen de leden van de commissie uit hun midden een voorzitter aanwijzen. De CdK is als adviseur aan de commissie verbonden.
De CdK laat een extern onderzoek verrichten naar de integriteitrisico's die mogelijk verbonden zijn met onder andere de persoonlijke omstandigheden en eventuele financiële en zakelijke belangen van de kandidaat-gedeputeerde. De CdK heeft na ontvangst van het externe integriteitrapport daarover eerst een gesprek met de kandidaat-gedeputeerde. De CdK deelt onder oplegging van geheimhouding ex artikel 25 Provinciewet jo 10 lid 2 sub e Wet openbaarheid van bestuur de conclusies van het externe onderzoeksrapport met de commissie tezamen met het advies van de CdK gebaseerd op dit rapport en gesprek met de kandidaat-gedeputeerde. De CdK kan bij de opdrachtverlening aan het externe bureau en het gesprek met de kandidaat worden ondersteund door medewerkers van het team Kabinetszaken. De commissie zal haar werkzaamheden uitvoeren nadat de resultaten van dit externe onderzoek bekend zijn.
Artikel 6. Fracties en groepen
Indien boven een kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in Provinciale Staten deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van Provinciale Staten aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in Provinciale Staten wil voeren.
Vindt in een fractie een splitsing plaats als bedoeld in dit artikel, dan worden de financiële tegemoetkomingen van de daarbij betrokken nieuwe fracties vastgesteld op de bedragen die worden gevonden door de tegemoetkoming, welke aan de ongesplitste fractie zou toekomen, te verdelen naar evenredigheid van de aantallen bij de splitsing betrokken leden. Ontstaat een nieuwe fractie door samenvoeging, dan kan de tegemoetkoming van de nieuwgevormde fractie niet groter zijn dan de tegemoetkoming die toekomt aan een fractie van gelijke grootte als bedoeld in het eerste lid.
Hoofdstuk 3 Algemene bepalingen voor de Statencommissiedag en vergaderingen van Provinciale Staten
Indien op grond van artikel 17 lid 2 van de Provinciewet één vijfde van het aantal leden om een vergadering van Provinciale Staten vraagt, wordt een (extra) Presidiumvergadering geagendeerd om dit verzoek te bespreken. Een verzochte extra vergadering wordt gehouden binnen drie weken nadat dit verzoek is ontvangen.
Artikel 11. Ter inzage leggen van stukken
De stukken van de vergadering worden gelijktijdig met het verzenden geplaatst op de provinciale website en voor een ieder beschikbaar gesteld. Hierbij kan ook achterliggende informatie worden gevoegd.
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het onderwerp in behandeling, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de desbetreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen. Ook is de voorzitter, conform artikel 26 van de Provinciewet, bevoegd de spreker te doen vertrekken.
Hoofdstuk 4 Besloten vergaderingen
Artikel 17. Openbaarheid vergadering
Op een besloten vergadering als bedoeld in artikel 23 (voor wat betreft besluitvorming in Provinciale Staten) dan wel artikel 80 lid 5 juncto 91 (voor wat betreft de commissievergadering) van de Provinciewet zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Provinciale staten kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan provinciale staten worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat provinciale staten haar opheffen.
Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door gedeputeerde staten, de commissaris van de Koning en een commissie, ieder ten aanzien van stukken die zij aan provinciale staten of aan leden van provinciale staten overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.
De krachtens het tweede lid opgelegde verplichting tot geheimhouding met betrekking tot aan provinciale staten overgelegde stukken vervalt, indien de oplegging niet door provinciale staten in hun eerstvolgende vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht, wordt bekrachtigd.
De krachtens het tweede lid opgelegde verplichting tot geheimhouding met betrekking tot aan leden van provinciale staten overgelegde stukken wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel, indien het stuk waaromtrent geheimhouding is opgelegd aan provinciale staten is voorgelegd, totdat provinciale staten haar opheffen. Provinciale staten kunnen deze beslissing alleen nemen in een vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de
helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht. Indien voor stukken op grond van artikel 25, eerste dan wel tweede lid of artikel 91, eerste dan wel tweede lid van de Provinciewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken onder berusting van de griffier en verleent de griffier de statenleden inzage. Indien nodig worden de stukken óf in een gesloten envelop met daarop vermeld GEHEIM óf per beveiligde email met ook hier de uitdrukkelijke vermelding van GEHEIM verzonden.
Hoofdstuk 5 Bijzondere bepalingen omtrent de informatiebijeenkomst (beeldvorming)
Hoofdstuk 6 Bijzondere bepalingen omtrent de commissievergadering (oordeelsvorming)
Artikel 24. Doel commissievergadering
Een commissievergadering heeft tot doel om statenleden en burgerleden een oordeel en/of beeld te laten vormen.
Iedere fractie kan een burgerlid aanwijzen. Een fractie die uit één Statenlid bestaat, kan twee burgerleden aanwijzen. Het burgerlid dient vermeld te staan op de kandidatenlijst zoals is vastgesteld en openbaar is gemaakt door het hoofdstembureau voor de laatste verkiezing van Provinciale Staten. Artikel 4 lid 5 is van overeenkomstige toepassing.
Ieder commissielid voert het woord na het aan de commissievoorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.
De Agendacommissie kan regels stellen over de spreektijd voor de bij de Statencommissiedag aanwezige leden.
Wanneer de commissievoorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is besproken, sluit hij de beraadslaging, tenzij de commissievergadering voortzetting wenst. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de commissievergadering of er een advies aan Provinciale Staten wordt uitgebracht.
Indien de commissievergadering een advies aan Provinciale Staten uitbrengt beslist de commissievergadering op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies. Een advies vermeldt tevens eventuele afwijkende standpunten.
De commissievoorzitter doet afsluitend aan de beraadslaging voorstellen aan de commissievergadering over:
Hoofdstuk 7 Bijzondere bepalingen omtrent de vergadering van Provinciale Staten (besluitvorming)
De voorzitter, de waarnemend voorzitter, de statenleden, de leden van Gedeputeerde Staten en de griffier hebben een vaste zitplaats, welke bij aanvang van iedere nieuwe zittingsperiode door het Presidium wordt vastgesteld.
Artikel 38. Waarnemend voorzitter
Provinciale Staten benoemen een waarnemend voorzitter conform artikel 75 lid 1 van de Provinciewet.
Artikel 39. Overdragen voorzitterschap
Indien de voorzitter bij de behandeling van een voorstel of onderdeel daarvan, met de verdediging waarvan hij zich belast, het woord voert, verlaat hij de voorzittersstoel en draagt hij de leiding van de vergadering over aan de waarnemend voorzitter.
De besluitenlijst alsmede de digitale opnames worden algemeen beschikbaar gesteld via de website van de provincie Overijssel.
Een voorstel van het College van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten, dat aan Provinciale Staten is toegezonden, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van Provinciale Staten.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat Provinciale Staten tot stemming overgaan, heeft ieder Statenlid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Artikel 52. Stemmingen over zaken
Heeft een statenlid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend maakt. Bemerkt het statenlid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist. In de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 53. Stemming bij hoofdelijke oproeping
Heeft een statenlid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende statenlid gestemd heeft. Bemerkt het statenlid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist. In de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 54. Stemming over amendementen en moties
Indien een motie vreemd aan de orde van de dag is ingediend, wordt daarover gesproken nadat alle andere geagendeerde onderwerpen zijn afgedaan. Indien twee of meer moties vreemd aan de orde van de dag zijn ingediend, bepaalt de voorzitter de volgorde, waarin hierover zal worden gestemd. Indien de moties betrekking hebben op hetzelfde onderwerp, dan geldt de regel dat de meest verstrekkende motie het eerst in stemming wordt gebracht.
Artikel 55. Stemming over personen
Voordat de stemopnemers de stembriefjes openen, onderzoeken zij of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal statenleden dat ingevolge het derde lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 56. Herstemming over personen
Indien na de tweede vrije stemming niet vaststaat over welke twee personen de herstemming moet plaatshebben, wordt bij een tussenstemming beslist wie van hen, die een gelijk grootste aantal stemmen verkregen, in herstemming komt of komen; wordt bij deze tussenstemming die beslissing niet verkregen, dan wordt hieromtrent bij het lot beslist.
Hoofdstuk 8 Rechten en instrumenten van Statenleden tijdens de vergadering van Provinciale Staten
Het statenlid dat tijdens het vragenuur vragen wil stellen, meldt dit middels een gemotiveerd verzoek onder aanduiding van het onderwerp voor 12:00 uur op de dag voorafgaand aan de dag van de vergadering bij de voorzitter. Het Presidium beslist over agendering van verzoeken na voornoemd tijdstip en voorafgaand aan de Presidiumvergadering zijn ontvangen.
Artikel 59. Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording vindt plaats binnen vier weken nadat de vragen zijn binnengekomen. Indien beantwoording niet binnen de termijn kan plaatsvinden, stellen de Commissaris van de Koning of Gedeputeerde Staten de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
Voorafgaand aan het indienen van het verzoek wordt het verzoek in het Presidium geduid en besproken. Indien het verzoek pas tijdens de PS vergadering geïntroduceerd wordt, wordt de vergadering geschorst voor duiding en overleg met de fractievoorzitters.
Voor 17:00 uur op de maandag voorafgaand aan de vergadering wordt een verzoek voor een interpellatiedebat schriftelijk ingediend bij de voorzitter (Statengriffie), tenzij het spoedeisend karakter zich tegen deze termijn verzet.
Een amendement is ontoelaatbaar indien het een strekking heeft tegengesteld aan die van het voorstel of indien er tussen de materie van het amendement en die van het voorstel geen rechtstreeks verband bestaat. Een amendement wordt geacht toelaatbaar te zijn zolang Provinciale Staten het amendement niet ontoelaatbaar hebben verklaard. Een daartoe strekkend voorstel kan worden gedaan hetzij door de voorzitter, hetzij door een van de leden.
Een motie vreemd aan de orde van de dag wordt vóór 17:00 uur op de maandag voorafgaand aan de vergadering schriftelijk bij de voorzitter (via Statengriffie) ingediend, tenzij het spoedeisend karakter zich tegen deze termijn verzet, zulks ter beoordeling van Provinciale Staten. De Statengriffie verspreid ter voorbereiding van de vergadering de ontvangen moties (over een op de agenda opgenomen onderwerp en vreemd aan de orde van de dag) op maandag 17:00 uur aan Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten.
Indien een motie is ingediend, kunnen Provinciale Staten op voorstel van de voorzitter of één van de leden besluiten de stemming over de motie aan te houden en het College van Gedeputeerde Staten in de gelegenheid stellen om Provinciale Staten over een preadvies voor te leggen ten behoeve van de eerstvolgende vergadering van Provinciale Staten.
Artikel 63. Initiatiefvoorstel
De behandeling van het voorstel vindt plaats voordat alle op de agenda voorkomende onderwerpen of voorstellen worden behandeld, doch vóór het vragenuur, tenzij Provinciale Staten oordelen dat het voorstel met het oog op de orde van de vergadering samen met een ander geagendeerd onderwerp of voorstel wordt behandeld of eerst wordt behandeld in een commissie. In het laatste geval bepalen Provinciale Staten voor welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Toelichting Reglement van Orde voor de Provinciale Staten van Overijssel 2019
Toelichting op het Reglement van orde voor de Provinciale Staten van Overijssel 2019. Enkel de artikelen die toelichting behoeven, naar aanleiding van de actualisatie, zijn opgenomen.
Hieronder volgt een artikelsgewijze toelichting op de veranderingen binnen het reglement. Daarnaast zijn er echter ook enkele algemene zaken die consistent zijn doorgevoerd binnen het gehele reglement.
Één van die zaken is dat de verwijzing naar Koningin nu veranderd is naar Koning. Daarnaast wordt in het gehele reglement Provinciale Staten nu voluit geschreven, in plaats van gebruik te maken van de afkorting PS. Tot slot wordt nu het begrip inwoners gehanteerd in plaats van burgers nu die thematiek beter lijkt te passen bij de overige wet- en regelgeving.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 3a Werkgeverscommissie
In het reglement was de werkgeverscommissie nog niet opgenomen. Provinciale Staten hebben een werkgeverscommissie conform de verordening werkgeverscommissie griffier 2011 en zodoende is dit artikel toegevoegd.
In het reglement was de auditcommissie nog niet opgenomen. Nu Provinciale Staten de keuze hebben om een auditcommissie aan te stellen, is die mogelijkheid ook als zodanig in het reglement opgenomen. Indien er wordt gekozen voor het aanstellen van een auditcommissie, dan zal er een verordening op de auditcommissie moeten worden vastgesteld.
Hoofdstuk 2 Toelating nieuwe leden en fracties
Artikel 5 Onderzoek benoembaarheid gedeputeerden
De CdK legt geheimhouding op wegens het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (Artikel 25 Provinciewet en artikel 10 lid 2 sub e Wet openbaarheid van bestuur). Het blijft geheim totdat de CdK de geheimhouding opheft.
De wens om regels met betrekking tot splitsing van fracties op te nemen in het reglement bestond al langer. Met deze wijziging wordt gehoor gegeven aan die wens. Het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft als voorbeeld gediend voor de wijziging van dit artikel op het onderdeel splitsing van fracties.
Hoofdstuk 3 Algemene bepalingen voor de Statencommissiedag en vergaderingen van Provinciale Staten
Lid 4 (oud) suggereerde dat wanneer door minstens twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen om is gevraagd bij de voorzitter van de Agendacommissie, er hoe dan ook een extra Statencommissiedag wordt uitgeschreven. Dit is in de praktijk niet het geval. Een verzoek wordt bij de Agendacommissie ingediend en vervolgens oordeelt de Agendacommissie of dit verzoek wordt gehonoreerd. Hierop is sub a aangepast. Sub b voorziet in de mogelijkheid dat ook een extra Statencommissiedag kan worden uitgeschreven indien de voorzitter dit nodig oordeelt.
In lid 6 is toegevoegd dat de voorzitter van de Agendacommissie in bijzondere gevallen ook voor een commissie een andere dag, aanvangsuur of vergaderplaats kan aanwijzen voor de Statencommissiedag. Daarnaast is de verwijzing ‘hij’ ter verduidelijking veranderd in ‘de voorzitter’.
De strekking van lid 2 is enigszins veranderd doordat er nu in spoedeisende gevallen namens de voorzitter onder opgaaf van redenen een aanvullende agenda kan worden verzonden. Hiermee is formeel geregeld dat verzending ook namens de voorzitter maar bijvoorbeeld via de griffie kan plaatsvinden.
Artikel 12 Openbare kennisgeving
De wijze waarop vergaderingen ter openbare kennis worden gebracht wordt niet meer concreet benoemd. Mocht de werkwijze (of het middel) op dit vlak in de toekomst wijzigen, dan behoeft het reglement hierop niet te worden aangepast. Hiermee wordt voldaan aan de openbaarmakingsverplichting.
Ook het verstoren van de orde middels het tonen van spandoeken en vlaggen wordt niet toegestaan en wordt daarom toegevoegd aan lid 2. Toepasselijkheid van de huisregels van de provincie is toegevoegd.
Aan lid 3 is ter verduidelijking een verwijzing naar artikel 26 van de Provinciewet toegevoegd. De voorzitter is conform dat artikel ook bevoegd de spreker te doen vertrekken.
Hoofdstuk 4 Besloten vergaderingen
Artikel 17 Openbaarheid vergadering
In lid 1 is een nuance toegevoegd door aan te geven dat vergaderingen ‘in beginsel’ in het openbaar worden gehouden. Dit sluit beter aan bij het feit dat Provinciale Staten kunnen besluiten een vergadering in beslotenheid te laten plaatsvinden, zoals in de overige bepalingen van het artikel is geregeld. In die lijn is ook lid 2 taalkundig wat aangepast.
Artikel 19 lid 1 regelt dat de griffier ervoor zorgt dat van de besloten vergadering een verslag wordt opgemaakt. In lid 5 van artikel 17 stond dat ook, maar dan in andere woorden. Zodoende is die dubbeling verwijderd.
Hoofdstuk 5 Bijzondere bepalingen omtrent de informatiebijeenkomst (beeldvorming)
Artikel 20 Doel informatiebijeenkomst
De agendacommissie heeft te kennen gegeven dat het experimenteren met vergadervormen gefaciliteerd zou moeten worden door het reglement. Dit artikel is nu zo ingericht dat die ruimte ontstaat en wordt voorzien in de mogelijkheid om meer maatwerk per bijeenkomst toe te passen.
De aanvulling op lid 1 zorgt ervoor dat ook fractiemedewerkers in de gelegenheid worden gesteld aan te sluiten bij informatiebijeenkomsten. Daarnaast wordt nu in lid 3 geregeld dat de agendacommissie kan besluiten tot verplichte aanmelding bij informatiesessies. Bij minder dan vijf aanmeldingen van verschillende fracties wordt de agendacommissie in de gelegenheid gesteld te besluiten om een informatiebijeenkomst niet plaats te laten vinden. Lid 5 is toegevoegd, waarin is geregeld dat indien sprake is van een besloten informatiebijeenkomst, statenleden en burgerleden kunnen deelnemen.
Het voorzitterschap bij een informatiebijeenkomst kan ook door een ander persoon dan een commissievoorzitter worden ingevuld. Daarnaast wijst de huidige werkwijze uit dat de voorzitter van de informatiebijeenkomst niet altijd wordt / hoeft te worden ondersteund door een door de griffier aan te wijzen griffiemedewerker. De praktische werkwijze is nu als zodanig doorgevoerd in het reglement.
Hoofdstuk 6 Bijzondere bepalingen omtrent de commissievergadering (oordeelsvorming)
Artikel 24 Doel commissievergadering
Lid 2 en lid 3 van dit artikel waren reeds vervallen. Die expliciete tekst kan met deze wijziging worden verwijderd. Beeldvorming vindt bijvoorbeeld plaats door een hoorzitting of bijeenkomst met alleen inwoners om in te spreken, informatie voor de commissie wordt ingewonnen, zonder dat hierover al een debat met elkaar heeft plaatsgevonden.
Ter verduidelijking van het artikel en de regels omtrent burgerleden, is lid 6 samengevoegd met lid 2 van dit artikel.
Artikel 26 Inspreekrecht inwoners
De agendacommissie heeft te kennen gegeven dat het experimenteren met inspraakvormen gefaciliteerd zou moeten worden door het reglement. Dit artikel is nu zo ingericht dat die ruimte ontstaat. Vormen waaraan zou kunnen worden gedacht zijn de volgende:
Uiteraard zijn bovengenoemde vormen enkel suggesties en bestaat de ruimte hier alternatieve vormen op te formuleren en hiermee te experimenteren.
Geen inspreekrecht kan bijvoorbeeld voordien bij een besloten vergadering.
Dit artikel komt te vervallen nu hiervan geen sprake meer is.
Lid 2, 3 en 4 zijn verwijderd uit het artikel omdat het overbodige bepalingen waren. De verantwoordelijkheid met betrekking tot de volgorde van de sprekers komt daarmee bij de voorzitter van dienst terecht.
Artikel 33 en artikel 34 (oud) zijn in dit reglement samengevoegd, nu artikel 34 (oud) eveneens regels bevatte over de beraadslaging.
Hoofdstuk 7 Bijzondere bepalingen omtrent de vergadering van Provinciale Staten (besluitvorming)
Het is, door middel van de wijziging in lid 3, niet meer noodzakelijk dat zowel de griffier als de voorzitter de presentielijst ondertekenen. De handtekening van de griffier volstaat in dit geval.
Dit artikel bevatte een werkwijze die niet meer actueel is. Door het schrappen van een passage is dit hersteld.
De huidige werkwijze bepaalt dat niet de agendacommissie, maar de voorzitter namens de agendacommissie, per agenda de geplande duur van de vergadering van Provinciale Staten bepaalt. Dit is dan ook aangepast in lid 1. De spreektijd van Gedeputeerde Staten wordt niet bepaald op een derde van de spreektijd die voor Provinciale Staten beschikbaar is, maar op een vijfde. Dit is aangepast in lid 3. Tot slot is lid 4 toegevoegd, er wordt tegenwoordig namelijk een spreektijdklok gehanteerd ter uitvoering van de spreektijdregeling. Daarnaast bevat dit artikel verduidelijking wat onder spreektijd wel / niet wordt verstaan.
Artikel 47 Voorstellen van orde
Lid 3 bevatte een ouderwetse aanduiding, namelijk ‘terstond’. Dit is veranderd in ‘tijdens de vergadering’.
Artikel 52 Stemmingen over zaken
Indien stemmingen niet digitaal plaatsvinden, wordt in de praktijk gestemd door middel van hand opsteken. In het reglement stond echter dat een dergelijke stemming plaatsvindt door middel van zitten en opstaan. Dit is nu in het artikel aangepast.
Artikel 55 Stemming over personen
Ter verduidelijking van het fenomeen stemming over personen, is de passage uit artikel 28 lid 1 van de Provinciewet aan de tekst van dit artikel toegevoegd.
Hoofdstuk 8 Rechten en instrumenten van Statenleden tijdens de vergadering van Provinciale Staten
Dit hoofdstuk wordt nu niet meer alleen aangeduid als rechten van Statenleden, maar als rechten en instrumenten van Statenleden. Onder dit hoofdstuk vallen namelijk ook enkele artikelen die zich buigen over het instrumentarium van de Statenleden.
Er zijn enkele aanvullende regels gesteld in het kader van het vragenuur. Zo dient een statenlid dat tijdens het vragenuur vragen wil stellen, dit middels een gemotiveerd verzoek aan te geven voor 09:30 uur voorafgaand op de dag van de vergadering van PS. Ten behoeve van de orde van de vergadering is ook lid 4 toegevoegd. Indien er namelijk geen beantwoording kan plaatsvinden binnen vijf minuten, dan zal de beantwoording op een later moment schriftelijk volgen.
Er is een onderscheid in moties die worden ingediend over een aanhangig onderwerp en moties vreemd aan de orde van de dag. Om een ieder voldoende voorbereidingstijd te geven is bepaald dat laatstgenoemde moties uiterlijk 17:00 op maandag voorafgaand aan de vergadering schriftelijk bij de voorzitter (in de praktijk bij de Statengriffie) worden ingediend. In spoedeisende gevallen mag hiervan worden afgeweken, dit ter beoordeling aan Provinciale Staten zelf. Dergelijke verzoeken worden voorafgaand aan de vergadering in het Presidium besproken.
Dit artikel is aangepast op basis van de wijziging die binnen de Provinciewet heeft plaatsgevonden. Provinciale staten dienen geen besluit te nemen over een voorstel voordat Gedeputeerde staten in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van de Statenleden te brengen.
Dit artikel regelt welke documenten komen te vervallen bij de inwerkingtreding van het Reglement van Orde voor Provinciale Staten van Overijssel 2019. In dit geval is dat alleen het Reglement van Orde voor Provinciale Staten van Overijssel 2011.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-2280.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.