Openstellingsbesluit POP3 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen Drenthe 2019

 

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 12 maart 2019, kenmerk 4.5/2019000699, team Plattelandsontwikkeling, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van het Openstellingsbesluit POP3 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen Drenthe 2019

 

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op artikel 1.3 van de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (Verordening POP3-subsidies provincie Drenthe), hierna 'Verordening';

 

overwegende dat het wenselijk is dat agrarische ondernemers in de komende jaren extra kunnen investeren in verduurzaming van hun bedrijven, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan een verbetering van milieu, klimaatbestendigheid, dierenwelzijn, volks- en diergezondheid, landschap, ruimtelijke kwaliteit of biodiversiteit;

 

 

BESLUITEN:

 

 

het Openstellingsbesluit POP3 Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen Drenthe 2019 vast te stellen.

 

Dit besluit treedt in werking op de dag na datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

Uitgegeven: 22 maart 2019

 

 

Artikel 1 Openstelling en subsidieplafond

  • 1.

    De maatregel Fysieke investeringen voor innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen, zoals opgenomen in Hoofdstuk 2, Paragraaf 2, van de Verordening, wordt opengesteld voor de periode van maandag 8 april 2019 09.00 uur tot en met vrijdag 17 mei 2019 17.00 uur.

  • 2.

    Het subsidieplafond bedraagt € 2.000.000,--.

  • 3.

    Het subsidieplafond bestaat voor € 1.000.000,-- uit Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkelingmiddelen en voor € 1.000.000,-- uit provinciale middelen.

  • 4.

    Het beschikbaar gestelde budget is gelijkmatig verdeeld over de verschillende investeringscategorieën. Indien er budget overblijft in een categorie, zal dit gelijkmatig worden verdeeld over de overvraagde categorieën.

 

Artikel 2 Doelgroep

Subsidie wordt alleen verstrekt aan landbouwers.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Als uitwerking van artikel 2.2.1 van de Verordening wordt alleen subsidie verstrekt voor de investeringen genoemd in de bijlage, behorende bij dit openstellingsbesluit, en voor de daarin genoemde subsidiabele activiteiten.

 

Artikel 4 Aanvraag

Onverminderd artikel 1.7 van de Verordening geldt dat:

  • a.

    een subsidieaanvraag kan worden ingediend bij Gedeputeerde Staten (GS) via het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) door middel van een daarvoor ontwikkeld webportal dat bereikbaar is via www.snn.nl/pop3;

  • b.

    een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van een volledig, door het SNN verstrekt, ingevuld format projectplan, vergezeld van de van toepassing zijnde bijlagen;

  • c.

    per landbouwbedrijf op grond van dit openstellingsbesluit slechts één keer subsidie kan worden aangevraagd.

 

Artikel 5 Subsidiabele kosten

  • 1.

    In afwijking van artikel 2.2.3 van de Verordening wordt subsidie alleen verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      kosten van de bouw of verbetering van onroerende zaken

    • b.

      kosten voor verwerving of leasing van onroerende zaken

    • c.

      kosten van koop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.12 van de Verordening kunnen de subsidiabele kosten genoemd in het eerste lid slechts bestaan uit het volgende kostentype:

    • a.

      kosten derden: kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overgelegd.

 

Artikel 6 Hoogte subsidie

Onverminderd artikel 2.2.4 van de Verordening geldt dat:

  • a.

    de subsidie 40% van de subsidiabele kosten bedraagt;

  • b.

    de maximale hoogte van de subsidie € 60.000,-- bedraagt;

  • c.

    geen subsidie wordt verstrekt indien de na beoordeling berekende subsidie lager is dan € 10.000,--.

 

Artikel 7 Rangschikking en selectie

  • 1.

    Voor de rangschikking bedoeld in artikel 1.15 en artikel 2.2.5 van de Verordening, hanteren GS een rangschikking op basis van een investeringslijst. Deze investeringslijst is in de bijlage van dit openstellingsbesluit opgenomen. De aanvragen worden gerangschikt op basis van de gekozen investeringscategorie. Indien de aanvraag uit meerdere investeringen bestaat wordt de score bepaald op basis van de investeringscategorie met de hoogste investering. De score per categorie is een gemiddelde van drie criteria en is een afgerond geheel getal.

  • 2.

    In het geval het subsidieplafond zal worden overschreden door een aanvraag waarbij het gevraagde subsidiebedrag hoger is dan het resterende bedrag van het subsidieplafond van de betreffende categorie of indien het subsidiebedrag wordt overschreden door meerdere, dan kunnen GS besluiten dat het subsidieplafond van de categorie wordt verhoogd met het bedrag dat nodig is om het project dat zorgt of de projecten die zorgen voor de overschrijding van het subsidieplafond van de categorie te subsidiëren.

  • 3.

    In het geval het aantal aanvragen per categorie hoger is dan dat er aan subsidieplafond per categorie beschikbaar is, zal door loting een rangschikking in deze aanvragen per categorie worden bepaald.

 

Artikel 8 Verplichtingen

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.17, lid 1, sub e, van de Verordening is de subsidieontvanger niet verplicht om binnen twee maanden na ontvangst van de subsidiebeschikking te starten met de uitvoering van de activiteit.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.17, lid 1, sub h, van de Verordening is de subsidieontvanger niet verplicht om eenmaal per jaar een verslag omtrent de voortgang van de activiteiten in te dienen.

  • 3.

    In afwijking van artikel 1.23 van de Verordening verstrekken GS geen voorschot.

  • 4.

    In afwijking van artikel 1.27 van de Verordening dient het verzoek tot vaststelling van de subsidie binnen twee jaar na de subsidiebeschikking te zijn ingediend.

 

 

 

Toelichting bij het openstellingsbesluit

 

Met deze openstelling willen wij landbouwers stimuleren om door innovatie en modernisering te investeren in hun bedrijf. Het Openstellingsbesluit is vooral bedoeld om de aanschaf van modernere installaties en machines te stimuleren, waarmee de landbouwers hun positie op het gebied van innovatie, vooral gericht op innovatie en modernisering in duurzaamheid, kunnen versterken en hun koploperspositie op het gebied van innovatie en duurzaamheid kunnen behouden.

 

De modernisering moet bijdragen aan verbetering van milieu, klimaatbestendigheid, dierenwelzijn, volks- en diergezondheid, landschap/ruimtelijke kwaliteit of biodiversiteit. Investeringen die alleen of hoofdzakelijk gericht zijn op verbetering van de rentabiliteit van bedrijven en vervanging door dezelfde goederen die al op het bedrijf aanwezig waren, komen niet in aanmerking.

 

GS hebben een lijst met innovatieve en duurzame investeringen vastgesteld. Op deze lijst zijn alleen investeringen opgenomen die voldoen aan de minimale bijdrage aan de doelen voor innovatie en modernisering, zodat geen minimumscore is opgenomen voor rangschikking. De score per investeringscategorie is bepaald op basis van de mate waarin de investering bijdraagt aan duurzaamheid, innovatie en ergonomie. Daarnaast is er rekening gehouden met de mate waarin de investering bijdraagt aan milieu, klimaatbestendigheid, dierenwelzijn, volks- en diergezondheid, landschap, ruimtelijke kwaliteit en biodiversiteit en met de beleidsmatige voorkeur.

 

De investeringen zijn zo gekozen dat zij bijdragen aan een of meerdere thema's zoals die benoemd zijn in het Plattelandsontwikkelingsprogramma van Nederland, namelijk:

  • a.

    verschuiving van de bestaande kostenreductiestrategie naar een meerwaardestrategie, met nieuwe marktconcepten, nieuwe verdienmodellen of meerwaardecreatie;

  • b.

    beter beheer van productierisico's, versterking van de positie van de primaire producent in de handelsketen of het verminderen van marktfalen;

  • c.

    maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik en een gesloten kringloop, met als resultaat een emissievermindering van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en grond- en oppervlaktewater (zoals broeikasgassen, ammoniak, nutriënten en bestrijdingsmiddelen) en minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen (zoals water, fosfaat en bodemvruchtbaarheid);

  • d.

    klimaatmitigatie (vermindering van de uitstoot van broeikasgassen door een zuiniger energiegebruik, reductie van het gebruik van fossiele energie door omschakeling op hernieuwbare energie, productie van hernieuwbare energie);

  • e.

    klimaatadaptatie (door het tegengaan dan wel het verminderen van de effecten van grotere watertekorten en -overschotten en toenemende verzilting);

  • f.

    verbetering van dierenwelzijn of diergezondheid en verminderd risico voor de volksgezondheid bij de interactie tussen mens en dier;

  • g.

    behoud en versterking van de biodiversiteit en de omgevingskwaliteit.

 

De openstelling gaat om investeringen die weliswaar door voorlopers al gedaan zijn, maar waarbij een bredere uitrol onvoldoende op gang komt en stimuleren van het gebruik beleidsmatig van belang geacht wordt. De openstelling richt zich daarmee vooral op de brede uitrol van innovaties binnen de agrarische sector (Verordening: artikel 2.2.1, lid 1, sub b.). In dit geval is er al veel bekend over de investering en zijn 'innovativiteit' en 'kans op succes' minder relevant. Kostenefficiëntie en effectiviteit zijn van groter belang. Voor het stimuleren van dit soort vernieuwingen wordt gekozen voor het werken met een investeringslijst, waarop investeringen worden vermeld die, gelet op de doelstelling van de openstelling, bewezen kostenefficiënt en effectief zijn.

 

De investeringslijst is gebaseerd op de investeringslijst(en) van eerdere openstellingen, zoals openstellingen voor fysieke investeringen in verduurzaming van agrarische ondernemingen voor jonge landbouwers. Tevens is de lijst afgestemd met een afvaardiging van de Drentse agrarische sector.

 

De aanvragen worden gerangschikt op de score van de investeringen. Deze score wordt bepaald aan de hand van de score op innovatie en modernisering in combinatie met de beleidsscore, zoals opgenomen in de toelichting op de investeringslijst.

 

Indien een aanvraag uit meerdere investeringen bestaat wordt de score bepaald op basis van de score van de investeringscategorie met de hoogste investering.

 

 

Bijlage 1 Investeringslijst van fysieke investeringen gericht op innovatie en modernisering van agrarische ondernemingen Drenthe 2019

 

Toelichting bij de investeringslijst

 

Hieronder wordt weergegeven hoe de scores van de verschillende investeringscategorieën tot stand zijn gekomen.

 

De score is gebaseerd op het gemiddelde van drie onderscheidende criteria en is een afgerond geheel getal. De criteria waar het onderscheid tussen de investerings-categorieën is gemaakt, zijn Duurzaamheid, Innovatie en Ergonomie.

Naar boven