Veertiende wijzigingsregeling Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 1 december 2015 de

Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016 hebben vastgesteld;

 

Overwegende dat paragraaf 6 spoor, hoogwaardig openbaar vervoer en knooppunten, paragraaf 4 Verkeers- en vervoersprojecten GGA en paragraaf 11 Recreatieve fietsroutes voor utilitair medegebruik enige wijzigingen behoeven;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten derhalve de Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016 wensen te wijzigen;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

 

Artikel I Wijzigingen

De Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

In artikel 4.14, wordt een lid toegevoegd luidende:

  • 4.

    Overeenkomstig artikel 22, elfde lid van de Asv, geldt in afwijking van het derde lid dat de subsidieontvanger de prestatie verantwoord als bedoeld in het tweede lid, indien:

    • a.

      de subsidie bestaat uit een lumpsumbedrag of stapeling van lumpsumbedragen; of,

    • b.

      de subsidie bestaat uit een combinatie van een lumpsumbedrag of gestapelde lumpsumbedragen en maatwerkbedragen en die maatwerkbedragen minder bedragen dan € 125.000.

B.

Onder verlettering van de onderdelen b tot en met x tot d tot en met z, worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

  • b.

    Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

  • c.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

C.

Artikel 6.2 komt te luiden:

Artikel 6.2 Doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door gemeenten.

 

D.

In artikel 6.9 wordt 8 januari 2019 tot en met 28 februari 2019” vervangen door: 8 januari tot en met 31 mei 2019.

 

E.

In artikel 6.10 wordt “1.000.000”vervangen door: €1.700.000.

 

F.

In artikel 6.8, wordt onder verlettering van de onderdelen b tot en met f tot c tot en met g, een onderdeel ingevoegd luidende:

  • b.

    kosten die reeds op grond van de “Afspraken Bestuurlijk Overleggen MIRT, 21/22 november 2018” van 5 december 2018 in het kader van het fietsparkeren worden vergoed;

G.

Artikel 6.11 komt te luiden:

Artikel 6.11 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 6.4, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 1.500.000.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, bedraagt de hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 6.4, onder b, 62,5% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 1.500.000, indien meer dan een gemeente aan de corridor voordeel geniet in de vorm van reistijd.

  • 3.

    Indien de toepassing van het eerste en tweede lid tot gevolg heeft dat de subsidie minder dan € 10.000 bedraagt, wordt de subsidie niet verstrekt.

H.

Artikel 6.12 komt te luiden:

Artikel 6.12 Verdeelcriteria

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is geldt, voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

  • 4.

    De loting vindt plaats middels trekking in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 5.

    De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris.

  • 6.

    De eerst getrokken aanvraag, wordt als hoogste gerangschikt.

  • 7.

    De hoogst gerangschikte aanvraag komt het eerst in aanmerking voor subsidie.

  • 8.

    Subsidie wordt verdeeld over aanvragen die volledig gehonoreerd kunnen worden.

I.

In artikel 6.13 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    In onderdeel b wordt “Algemene wet bestuursrecht” vervangen door: Awb.

  • 2.

    In onderdeel c, wordt “1 juni 2021” vervangen door: 1 augustus 2022.

J.

In artikel 6.14 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    In het tweede lid, wordt het woord “desgevraagd” verwijderd.

  • 2.

    In het derde lid, onder d, wordt “vijfde lid” vervangen door: zesde lid.

  • 3.

    In het derde lid, onder d, wordt “Algemene subsidieverordening Noord-Brabant” vervangen door: Asv.

  • 4.

    In het derde lid, onder e, wordt “vijfde lid” vervangen door: zesde lid.

  • 5.

    In het derde lid, onder e, wordt “Algemene subsidieverordening Noord-Brabant” vervangen door: Asv.

K.

Artikel 6.15 komt te luiden:

Artikel 6.15 Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Bij subsidies tot €25.000 verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag overeenkomstig artikel 23, tweede lid van de Asv.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten betalen het voorschot, bedoeld in het eerste lid, in een keer, overeenkomstig artikel 23, derde lid van de Asv.

  • 3.

    Bij subsidies van € 25.000 en hoger verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van 80 % van het verleende subsidiebedrag.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten betalen het voorschot, bedoeld in het tweede lid, in een keer, overeenkomstig artikel 23, vierde lid van de Asv.

L.

Na artikel 6.15 wordt een artikel toegevoegd luidende:

Artikel 6.16 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden in 2019 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de werking van deze paragraaf in de praktijk.

 

M

In artikel 11.10 wordt “500.000” vervangen door: 1.175.000.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat:

  • a.

    onderdeel A terugwerkt tot en met 1 december 2015;

  • b.

    onderdeel I terugwerkt tot en met 13 oktober 2016.

Artikel III Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Veertiende wijzigingsregeling Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016.

 

’s-Hertogenbosch, 12 maart 2019

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Naar boven