Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2019, 1385 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2019, 1385 | Verordeningen |
Vijfde wijzigingsregeling Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 19 juli 2016 de Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant hebben vastgesteld;
Overwegende dat Provinciale Staten een motie hebben ingediend om aanvullend en aansluitend op het bestaande instrumentarium een pilot te starten waarmee kleine en middelgrote natuur- en cultuurhistorische musea ondersteund kunnen worden bij innovatieve en ontwikkelingsprojecten;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op deze paragraaf, hoofdstuk 1 en artikel 53 Verordening 651/2014 van de Europese Commissie (PBEU 2014 L187/1) van toepassing willen verklaren;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten de Subsidieregeling cultureel erfgoed wensen te wijzigen:
De Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2.6, tweede lid, onder a, wordt “de opdrachtgever of initiatiefnemer van het project” vervangen door: de opdrachtgever of initiatiefnemer van het ruimtelijk project.
In artikel 2.8 wordt “4 juni 2018 tot en met 13 december 2018” vervangen door: 28 februari 2019 tot en met 30 oktober 2019.
In artikel 2.9 wordt “€85.185” vervangen door: € 33.628.
Onder vernummering van paragraaf 5 tot paragraaf 6 en onder vernummering van de artikelen 5.1 tot en met 5.4 tot de artikelen 6.1 tot en met 6.4, wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door rechtspersonen.
Artikel 5.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op:
Subsidie wordt geweigerd indien:
Artikel 5.7 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten in ieder geval voor subsidie in aanmerking:
Artikel 5.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 5.7 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
kosten voor bescherming, instandhouding, restauratie en herstel van materieel en immaterieel cultuurhistorische of natuurhistorische objecten, met inbegrip van de kosten voor de opslag onder geschikte omstandigheden, speciale uitrusting, materialen en de kosten voor documentatie, publicatie en onderzoek van cultuurhistorische of natuurhistorische objecten;
Artikel 5.9 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend van 1 april 2019 tot en met 30 oktober 2019.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 5.4, voor de periode, genoemd in artikel 5.9, vast op € 500.000.
Artikel 5.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 5.14 Prestatieverantwoording
Artikel 5.15 Bevoorschotting en betaling
Gedeputeerde Staten zenden in 2020 aan Provinciale Staten een verslag over de werking van deze paragraaf in de praktijk.
’s-Hertogenbosch, 19 februari 2019
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris
drs. M.J.A. van Bijnen MBA
Toelichting behorende bij de Vijfde wijzigingsregeling Subsidieregeling cultureel erfgoed Noord-Brabant.
Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.
Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Asv noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.
De weigeringsgronden in dit artikel komen in aanvulling op de weigeringsgronden uit artikel 4:25 en 4:35 Awb en de weigeringsgronden uit artikel 8 van de Asv.
De onderdelen c, d en e zijn weigeringsgronden die voortvloeien uit de Algemene groepsvrijstellingsverordening en zijn opgenomen ter voorkoming van staatssteun.
Artikel 5.8 Niet-subsidiabele kosten
Overeenkomstig artikel 11 van de Asv, is verrekenbare BTW niet subsidiabel.
Voor het meedoen in het bepalen van de onderlinge rangschikking dient een aanvraag volledig te zijn. Voor het bepalen van het wel of niet in behandeling nemen van de aanvraag geldt de primaire indieningsdatum.
Dit betekent dat onvolledige aanvragen die binnen de indieningstermijn zijn binnengekomen, wel in behandeling worden genomen.
Artikel 5.14 Prestatieverantwoording
Ambtshalve vaststelling subsidies tot € 25.000
Op subsidies tot € 25.000 is arrangement 1b van het Rijkssubsidiekader van toepassing. Dat wil zeggen dat Gedeputeerde Staten de subsidie eerst verlenen en na afloop van de prestatie de subsidie ambtshalve, dat wil zeggen zonder aanvraag tot vaststelling van de subsidieontvanger, vaststellen. Zolang de termijn voor de ambtshalve vaststelling (22 weken na afloop van het project) nog niet is verstreken, kunnen Gedeputeerde Staten steekproefsgewijs om verantwoording vragen en de subsidie zo nodig terugvorderen als de prestatie niet of niet geheel is geleverd. Gedeputeerde Staten kunnen daarbij de subsidieontvanger fysiek of administratief controleren of aan de verplichtingen is voldaan. De steekproef is gebaseerd op een risicogeoriënteerde benadering, waarbij rekening wordt gehouden met de omvang, samenstelling en achtergrond van de doelgroep. In de subsidiebeschikking wordt vermeld wanneer de gesubsidieerde activiteiten moeten zijn verricht en welke bewijsstukken de subsidieontvanger in de eigen administratie dient te bewaren.
Als de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit niet, niet geheel of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen verricht, dient hij dit verplicht te melden bij Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten kunnen dan, afhankelijk van de situatie, de subsidie ambtshalve op een lager bedrag vaststellen. Ook kan er ambtshalve een gewijzigde verleningsbeschikking worden vastgesteld, waarin nieuwe afspraken met de subsidieontvanger worden gemaakt. Als bij de desgevraagde verantwoording of controle blijkt dat niet aan de meldingsplicht is voldaan, kan dit leiden tot volledige terugvordering inclusief wettelijke rente.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-1385.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.