Subsidieregeling Innovatie, Krimp en Leefbaarheid

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 12 februari 2019, kenmerk 5.8/2019000439, team 3P, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van de Subsidieregeling Innovatie, Krimp en Leefbaarheid

 

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017 en de Algemene wet bestuursrecht;

 

 

BESLUITEN:

 

 

  • 1.

    in te trekken de Uitvoeringsregeling Krimp en Leefbaarheid zoals vastgesteld bij hun besluit van 19 december 2017, kenmerk 3.2/2017003572, Provinciaal Blad nummer 6179 van 2017;

  • 2.

    de Subsidieregeling Innovatie, Krimp en Leefbaarheid vast te stellen.

 

 

Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2019 en vervalt van rechtswege op 31 december 2020.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

 

Uitgegeven: 18 februari 2019

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv 2017: Algemene subsidieverordening Drenthe 2017;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    bovenlokaal effect: een effect wat zijn neerslag heeft in tenminste twee gemeenten;

  • d.

    innovatief: vernieuwend en/of grensverleggend;

  • e.

    bereikbaarheidsconcept (zorg): een systeem waarmee de afstand tussen zorg en zorgvragers wordt verkleind of weggehaald;

  • f.

    sociaal schoolklimaat: interactie tussen leerlingen onderling en de interactie tussen leerlingen en onderwijzend personeel op een onderwijsinstelling;

  • g.

    fysieke leefbaarheid: kwaliteit leefgebieden (onder andere bebouwing en infrastructuur) en bereikbaarheid van bovenlokale voorzieningen;

  • h.

    sociale leefbaarheid: zorg, sport en beweging, kwaliteit onderwijs en toegang tot de arbeidsmarkt.

 

Artikel 2 Doel

De subsidie heeft tot doel om de sociale leefbaarheid te versterken door een positieve impuls te geven aan wonen, welzijn, werken, zorg, bereikbaarheid en burgerkracht. Deze impuls is met name gericht op inwoners van Drenthe voor wie dit niet vanzelfsprekend is en op doelgroepen die extra aandacht verdienen.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen een subsidie verstrekken voor innovatieve projecten met een bovenlokaal effect die bijdragen aan het in artikel 2 omschreven doel.

  • 2.

    Deze projecten zijn gericht op ten minste één van de volgende sociale leefbaarheidsthema’s:

    • a.

      Onderwijs

    • b.

      Sport en beweging

    • c.

      Zorg.

 

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt aan alle partijen met uitzondering van natuurlijke personen.

 

Artikel 5 Aanvraagperiode

Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend:

  • a.

    in 2019 van 1 maart tot 1 november;

  • b.

    in 2020 van 1 januari tot 1 november.

 

Artikel 6 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk en ondertekend ingediend op een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld van de volgende bescheiden:

    • a.

      projectplan

    • b.

      projectbegroting

    • c.

      bewijs van commitment van ten minste twee gemeenten (in vastgesteld format)

  • 2.

    Per aanvrager wordt maximaal één aanvraag per jaar in behandeling genomen.

 

Artikel 7 Algemene toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    het project past binnen de ambities van de provincie Drenthe om de sociale leefbaarheid te versterken, zoals verwoord in de beleidsnota's Visie krimp en leefbaarheid 2016-2020 en de Nota sociaal beleid 2016-2020;

  • b.

    het project is innovatief in Drenthe;

  • c.

    het project is additioneel aan gemeentelijk beleid;

  • d.

    het project heeft een bovenlokaal effect;

  • e.

    het project vervult een voorbeeldfunctie binnen de leefbaarheidsthema's en is overdraagbaar.

 

Artikel 8.1 Toetsingscriteria thema Onderwijs

Indien de aanvraag om subsidie (mede) betrekking heeft op het thema Onderwijs, levert het project in aanvulling op artikel 7 een bijdrage aan minimaal één van onderstaande vraagstukken:

  • i.

    het verhogen van het niveau van het primair onderwijs tot het landelijk gemiddelde;

  • ii.

    een passender/betere aansluiting tussen eindniveau van leerlingen op basisonderwijs en gekozen opleidingsniveau bij het voortgezet onderwijs;

  • iii.

    de instandhouding of verbetering van onderwijsvoorzieningen en -niveau gelet op de gevolgen van bevolkings- en leerlingendaling;

  • iv.

    minder uitval van leerlingen in het voortgezet onderwijs;

  • v.

    het terugdringen van laaggeletterdheid;

  • vi.

    het verbeteren van het sociale schoolklimaat.

 

Artikel 8.2 Toetsingscriteria thema Sport en beweging

Indien de aanvraag om subsidie (mede) betrekking heeft op het thema Sport en beweging, levert het project in aanvulling op artikel 7 een bijdrage aan minimaal één van onderstaande vraagstukken:

  • i.

    het vergroten van de bereikbaarheid van sportvoorzieningen voor mensen met een handicap om deel te nemen aan sportactiviteiten;

  • ii.

    stimuleren dat meer Drenten sporten en bewegen, met specifieke aandacht voor kwetsbare en risicovolle inwoners zoals jongeren, senioren, en mensen met een beperking.

 

Artikel 8.3 Toetsingscriteria thema Zorg

Indien de aanvraag om subsidie (mede) betrekking heeft op het thema Zorg, levert het project in aanvulling op artikel 7 een bijdrage aan minimaal één van onderstaande vraagstukken:

  • i.

    het verbeteren, het in stand houden of het vergroten van het aanbod van zorgvoorzieningen;

  • ii.

    het realiseren en ontwerpen van breed bruikbare bereikbaarheidsconcepten, gericht op spreiding en innovatie, die zorgvoorzieningen beschikbaar houden voor zorgvragers;

  • iii.

    het aantrekken of behouden van zorgpersoneel.

 

Artikel 9 Weigeringsgronden

In aanvulling op de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb en artikel 2.7 van de Asv 2017 wordt de subsidie-aanvraag geweigerd indien:

  • a.

    het project gebruik gemaakt van financiering vanuit andere regelingen van de provincie Drenthe;

  • b.

    het project is gericht op de fysieke leefbaarheid.

 

Artikel 10 Subsidiabele kosten

Subsidiabele kosten zijn de voor het project noodzakelijke kosten die aantoonbaar rechtstreeks zijn toe te rekenen aan het uit te voeren project.

 

Artikel 11 Niet-subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    structurele kosten, waaronder vervanging en exploitatie buiten de projectperiode;

  • b.

    onvoorziene kosten, voor zover deze meer bedragen dan 5% van de totale subsidiabele kosten;

  • c.

    voorbereidende kosten, voor zover deze meer bedragen dan 15% van de totale subsidiabele kosten.

 

Artikel 11 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 80% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 60.000,-- per aanvraag.

 

Artikel 12 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks het subsidieplafond vast.

 

Artikel 13 Verdeelsystematiek

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

 

Artikel 14 Staatssteun

Subsidie wordt slechts verstrekt indien volgens de Europeesrechtelijke regels omtrent staatssteun, de steun geoorloofd kan worden verleend.

 

Artikel 15 Bevoorschotting

Het voorschot voor subsidies bedraagt maximaal 80% van het verleende subsidiebedrag en wordt uitbetaald na subsidieverlening.

 

Artikel 16 Subsidievaststelling

Bij de aanvraag tot subsidievaststelling toont de subsidieontvanger aan dat de activiteiten zijn verricht door middel van een activiteitenverslag.

 

Artikel 17 Inwerkingtreding en horizonbepaling

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt op 1 maart 2019 in werking en vervalt van rechtswege op 31 december 2020.

  • 2.

    De Uitvoeringsregeling Krimp en Leefbaarheid provincie Drenthe, zoals gepubliceerd in het Provinciaal blad, nummer 6179 van 2017, wordt ingetrokken op 1 maart 2019.

 

Toelichting

De provincie wil innovatieve projecten van onder meer instellingen, verenigingen, bedrijven en/of scholen subsidiëren, waarmee een bijdrage geleverd wordt aan de leefbaarheidsvraagstukken die spelen in Drenthe. Met innovatief wordt bedoeld dat het project of de aanpak/werkwijze nog niet eerder is uitgevoerd in de provincie. Als het project succesvol blijkt, zal uitrol elders in de provincie mogelijk zijn. Bij het indienen van een projectvoorstel is het een voorwaarde dat minimaal twee Drentse gemeenten hun commitment hebben getoond. Van gemeenten wordt gevraagd het project te ondersteunen en waar mogelijk mede te faciliteren. Daarnaast moeten zij een rol spelen bij eventuele uitrol van het project. De gemeenten zullen de intentie moeten hebben om het project na de projectfase voort te zetten, als het project succesvol gebleken is.

 

De provincie Drenthe hecht aan de toegankelijkheid van voorzieningen en evenementen voor mensen met een beperking. Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe zouden het dan ook op prijs stellen als bij de projecten waarbij gebruik gemaakt wordt van deze regeling aandacht besteed wordt aan de toegankelijkheid voor mensen met een beperking.

Deze regeling richt zich primair op de prioritaire sociale leefbaarheidsthema’s binnen de beleidsnota Visie krimp en leefbaarheid 2016-2020, te weten Zorg, Sport en Onderwijs. Projecten die zich richten op de opgaves binnen de fysieke leefbaarheid vallen buiten het bereik van deze regeling.

 

In deze regeling worden drie leefbaarheidsthema's onderscheiden. Bij het thema Onderwijs kan onder meer subsidie verstrekt worden voor het verhogen van het niveau van het primair onderwijs, onder ander door het aantal zwakke scholen te verminderen, zwakke scholen te verbeteren, een algemene verbetering van het onderwijsniveau of het realiseren van meer excellente scholen (zie artikel 8.1, onder i). Daarnaast kan de subsidie bijdragen aan het in stand houden of verbeteren van onderwijsvoorzieningen en –niveau gelet op de gevolgen van de bevolkings- en leerlingendaling (zie artikel 8.1, onder iii), bijvoorbeeld door:

  • het stimuleren van een verbeterde en/of gezamenlijke aanpak (tussen scholen/schoolbesturen en/of gemeenten) in het opvangen van leerlingendaling (scenario's, Plan van aanpak);

  • het stimuleren van een verbeterde en/of gezamenlijke invulling van loopbaanoriëntatie en -leerlingenbegeleiding (LOB) door scholen;

  • het stimuleren van een verbetering en/of gezamenlijke invulling van de onderlinge mobiliteit van personeel tussen scholen;

  • het stimuleren van een verbetering en/of gezamenlijke invulling en invoering van entreeonderwijs met de nadruk op kwetsbare jongeren.

Naar boven