Besluit van 5 februari 2019, nr. 1592619, tot wijziging van de Subsidieregeling Internationaal Ondernemen Fryslân 2016-2020

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

 

besluiten:

 

vast te stellen de wijziging van de Subsidieregeling Internationaal Ondernemen Fryslân 2016-2020.

Artikel I  

 

De Subsidieregeling Internationaal Ondernemen Fryslân 2016-2020 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Na onderdeel a wordt, onder verlettering van de onderdelen b en c tot respectievelijk c en e, het volgende onderdeel ingevoegd, luidende:

     

    b. exportmedewerker: een natuurlijke persoon die een diploma heeft behaald op het niveau van middelbaar beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs of universitair onderwijs in een op exportgerichte opleiding, of een natuurlijk persoon die aantoonbaar beschikt over relevante werkervaring op exportgericht gebied, en die zich als medewerker bezighoudt met de export binnen de onderneming waarvoor hij of zij werkzaam is. De werkzaamheden van een exportmedewerker komen primair neer op het onderzoeken van de exportmarkt, het opstellen van exportplannen voor de werkgever of het verlenen van ondersteuning daarbij, en het uitvoeren van exportplannen. De exportmedewerker kan een exportmedewerker binnendienst of een exportmedewerker buitendienst zijn.

 

  • 2.

    Na onderdeel c wordt het volgende onderdeel ingevoegd, luidende:

     

    d. kostensoortsubsidie: subsidie die verstrekt wordt voor specifieke subsidiabele kostenposten die de subsidieontvanger maakt en betaald bij het uitvoeren van een gesubsidieerde activiteit. Een subsidie die verstrekt wordt voor een in paragraaf 2.1 en 2.2 van deze regeling omschreven activiteit betreft een kostensoortsubsidie.

 

  • 3.

    Na onderdeel e wordt het volgende onderdeel ingevoegd, luidende:

     

    f. prestatiesubsidie: subsidie die wordt verleend voor het realiseren van een specifieke gesubsidieerde prestatie dan wel activiteit. Een subsidie die verleend wordt voor een in paragraaf 2.3 van deze regeling omschreven activiteit betreft een prestatiesubsidie.

 

B.

 

Artikel 1.3 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, komt te luiden als volgt:

     

    Subsidieaanvragen voor paragraaf 2.1 en paragraaf 2.2 van deze regeling kunnen van 7 november 2016 tot en met 31 december 2020 worden ingediend.

 

  • 2.

    Onder vernummering van het tweede tot derde lid, wordt het volgende lid ingevoegd, luidende:

     

    2. Subsidieaanvragen voor paragraaf 2.3 kunnen van 15 februari 2019 tot en met 31 december 2020 worden ingediend.

 

  • 3.

    Het derde lid, komt te luiden als volgt:

    Een aanvraag voor wordt geacht tijdig te zijn ingediend, indien deze is ontvangen door Gedeputeerde Staten binnen de in het eerste of tweede lid genoemde indieningstermijn die geldt ten aanzien van de paragraaf waarvoor subsidie is aangevraagd.

C.

Artikel 1.7 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid, komt te luiden als volgt:

     

    Een subsidie die verleend wordt op grond van paragraaf 2.1 en 2.2 van deze regeling wordt direct vastgesteld.

 

  • 2.

    Het tweede lid, komt te luiden als volgt:

     

    Een subsidie die wordt verleend op grond van paragraaf 2.3 van deze regeling wordt binnen 18 maanden na de verzenddatum van het subsidieverleningsbesluit ambtshalve vastgesteld.

 

  • 3.

    Na het tweede lid, worden de volgende leden ingevoegd:

    3. In geval van een subsidieverlening en vaststelling als vermeld in het eerste lid geldt het volgende:

    de subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de gesubsidieerde activiteit is verricht en dat aan de subsidievaststelling verbonden verplichtingen is voldaan. Hiervoor dienen kopieën van facturen en betaalbewijzen ter zake van de gemaakte en betaalde kosten van de gesubsidieerde activiteit te worden overgelegd als ook een kopie van het adviesrapport dat door de externe deskundige is opgesteld. Of, indien de activiteit waarvoor subsidie is verstrekt niet leidt tot het opstellen van een adviesrapport, een verslag van de activiteit waaraan is deelgenomen of een verslag van de door de externe deskundige uitgevoerde werkzaamheden waarmee kan worden aangetoond dat de activiteit waarvoor subsidie is verstrekt is uitgevoerd en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

    4. In geval van een subsidieverlening als vermeld in het tweede lid geldt het volgende:

    de subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de gesubsidieerde activiteit is verricht en dat aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen is voldaan. Hiervoor dienen kopieën van de salarisstroken van de exportmedewerker die bij haar in dienst is getreden te worden overgelegd en een kopie van een diploma van de exportmedewerker waaruit de op exportgerichte middelbare beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs of universitair gerichte opleiding blijkt of, indien de exportmedewerker niet over een dergelijk diploma beschikt, een bewijsstuk waarmee de relevante werkervaring op exportgebied kan worden aangetoond.

D.

In artikel 2.1.4, aanhef en onderdeel i, vervalt ‘’4° goederenvervoer over de weg.’’

E.

In artikel 2.2.4, aanhef en onderdeel i, vervalt ‘’4° goederenvervoer over de weg.’’

F.

Na paragraaf 2.2 wordt de volgende paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 2.3 In dienst nemen van een exportmedewerker

 

Artikel 2.3.1 Doel

Deze paragraaf heeft als doel om het Friese MKB dat zich richt op de internationale handel te stimuleren om nieuwe exportmedewerkersmedewerkers in dienst te nemen waardoor de exportactiviteiten van dit MKB worden vergroot.

 

Artikel 2.3.2 Subsidiabele activiteit

Een prestatiesubsidie kan worden verstrekt voor het in dienst nemen van een exportmedewerker voor ten minste 24 uren per week met een arbeidsduur van minimaal 12 maanden.

 

Artikel 2.3.3 Toetsingscriteria

Om in aanmerking te komen voor een prestatiesubsidie voor een activiteit zoals omschreven in artikel 2.3.2, wordt in elk geval voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager is een onderneming met een fysieke vestiging in de provincie Fryslân die vanuit deze Friese vestiging ondernemingsactiviteiten uitvoert;

  • b.

    de door de exportmedewerker uit te voeren werkzaamheden beogen direct of indirect een bijdrage te leveren aan de internationalisering van de onderneming van de aanvrager;

  • c.

    de exportmedewerker die in dienst wordt genomen, verricht zijn in de arbeidsovereenkomst vermelde uren volledig voor en ten gunste van de aanvragende onderneming;

  • d.

    de arbeidsovereenkomst dient een omvang van ten minste 24 uren per week te hebben met een looptijd van minimaal 12 maanden;

  • e.

    de exportmedewerker mag in de 12 maanden die vooraf zijn gegaan aan de datum van ontvangst van de aanvraag niet werkzaam zijn geweest bij de onderneming van de aanvrager of het verband van ondernemingen waarvan de aanvragende onderneming deel uitmaakt, in wat voor functie dan ook;

  • f.

    aan de onderneming van de aanvrager of het verband van ondernemingen waarvan de aanvragende onderneming deel uitmaakt, kan per kalenderjaar voor maximaal twee aanvragen op grond van deze paragraaf een subsidie worden verleend.

 

Artikel 2.3.4 Weigeringsgronden

In aanvulling op hetgeen is bepaald in artikel 2.7 van de Asv 2013, wordt een prestatiesubsidie geweigerd indien:

  • a.

    de exportmedewerker al bij de aanvrager in dienst is getreden vóór ontvangst van de aanvraag;

  • b.

    de aanvrager niet valt binnen de doelgroep van de regeling;

  • c.

    de activiteit niet in overeenstemming is met het doel van deze paragraaf;

  • d.

    de activiteit niet voldoet aan een of meer van de criteria zoals vermeld in artikel 2.3.3;

  • e.

    in één aanvraag subsidie wordt aangevraagd voor meer dan één exportmedewerker;

  • f.

    aan de aanvrager in het kalenderjaar waarin de aanvraag is ontvangen al een andere subsidie is verstrekt voor het in dienst nemen van een exportmedewerker door een andere instantie of organisatie dan de provincie Fryslân dan wel reeds is aangevraagd in afwachting van het besluit hierop;

  • g.

    de onderneming van de aanvrager actief is in één of meer van de volgende sectoren:

    • primaire landbouw;

    • visserij;

    • aquacultuur.

 

Artikel 2.3.5 Opschortende voorwaarde

  • 1.

    De prestatiesubsidie wordt verleend onder de opschortende voorwaarde dat Gedeputeerde Staten binnen drie maanden na de verzenddatum van het subsidieverleningsbesluit een kopie hebben ontvangen van de tussen de subsidieontvanger en nieuwe exportmedewerker overeengekomen arbeidsovereenkomst, waaruit blijkt dat de nieuwe exportmedewerker binnen de voornoemde termijn in dienst is getreden bij de subsidieontvanger.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen op verzoek van de subsidieontvanger eenmalig besluiten de in het eerste lid genoemde periode te verlengen met maximaal drie maanden, mits hiervoor naar het oordeel van Gedeputeerde Staten gegronde redenen kunnen worden aangevoerd door de subsidieontvanger die dit uitstel rechtvaardigen.

 

Artikel 2.3.6 Subsidiehoogte

  • 1.

    Het te verlenen prestatiesubsidiebedrag bedraagt:

    • a.

      In geval de in dienst te nemen exportmedewerker een bruto maandloon verdient van minder dan € 2.500,-:

      € 10.000,-;

    • b.

      In geval de in dienst te nemen exportmedewerker een bruto maandloon verdient tussen de € 2.500,- en € 5.000,-:

      € 15.000,-;

    • c.

      In geval de in dienst te nemen exportmedewerker een bruto maandloon verdient van meer dan € 5.000,-:

      € 20.000,-.

  • 2.

    De in het vorige lid vermelde bedragen gelden ten aanzien van een arbeidsovereenkomst met een minimale omvang van 24 uren per week en een looptijd van minimaal 12 maanden.

 

Artikel 2.3.7 Bevoorschotting en betaling

Na het voldoen aan de opschortende voorwaarde wordt ambtshalve 100% van het verleende prestatiesubsidiebedrag als voorschot uitbetaald.

 

Artikel 2.3.8 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger is verplicht om ervoor te zorgen dat:

  • a.

    binnen drie maanden na de verzenddatum van het subsidieverleningsbesluit de exportmedewerker die bij zijn onderneming in dienst is getreden, gestart is met het uitvoeren van de in de arbeidsovereenkomst vermelde werkzaamheden;

  • b.

    de exportmedewerker zijn in de arbeidsovereenkomst vermelde uren volledig voor en ten gunste van zijn onderneming verricht;

  • c.

    de arbeidsovereenkomst die met de exportmedewerker is overeengekomen een omvang heeft van ten minste 24 uren per week met een looptijd van minimaal 12 maanden;

  • d.

    de exportmedewerker in de 12 maanden die vooraf zijn gegaan aan de datum van ontvangst van de aanvraag niet werkzaam is geweest bij zijn onderneming of het verband van ondernemingen waarvan zijn onderneming deel uitmaakt, in wat voor functie dan ook.

 

Artikel 2.3.9 Ambtshalve vaststelling

  • 1.

    Bij de ambtshalve vaststelling kan de subsidieontvanger een definitieve aanspraak verkrijgen op de prestatiesubsidie die aan haar is verleend en reeds als voorschot is uitbetaald.

  • 2.

    Indien op het moment van ambtshalve vaststelling door Gedeputeerde Staten is geconstateerd dat de exportmedewerker niet 12 maanden in dienst is geweest bij de subsidieontvanger, dan wordt het vast te stellen prestatiesubsidiebedrag als gevolg hiervan verlaagt met inachtneming van het volgende:

    • a.

      indien de exportmedewerker korter dan drie maanden in dienst is geweest wordt het verleende prestatiesubsidiebedrag op nihil vastgesteld;

    • b.

      indien de exportmedewerker tussen de drie maanden en zes maanden in dienst is geweest wordt het verleende prestatiesubsidiebedrag verlaagd met 50%.

 

Artikel II  

 

De artikelsgewijze toelichting van de Subsidieregeling Internationaal Ondernemen Fryslân 2016-2020 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

In het opschrift Artikel 1.1 onder b:, wordt ‘’b’’ vervangen door: c.

 

B.

 

In het opschrift Artikel 1.1 onder c:, wordt ‘’c’’ vervangen door: e.

 

C.

 

De tekst onder de toelichting op artikel 1.3, komt te luiden als volgt:

 

Subsidieaanvragen voor Paragraaf 2.1 Internationale marktverkenningsactiviteiten en Paragraaf 2.2 Internationale marktontwikkelingsactiviteiten van deze regeling kunnen van 7 november 2016 tot en met 31 december 2020 worden ingediend. Subsidieaanvragen voor paragraaf 2.3 In dienst nemen van een exportmedewerker kunnen van 15 februari 2019 tot en met 31 december 2020 worden ingediend. Aanvragen die buiten dit tijdvak worden ontvangen, worden buiten behandeling gesteld.

 

Voor de volgorde van registratie en behandeling van de aanvragen wordt uitgegaan van de ontvangsttheorie. Dat wil zeggen dat de datum van ontvangst van de volledige aanvragen bepalend is voor de volgorde waarin de subsidies worden verdeeld. Aanvragen worden per datum en niet per tijdstip geregistreerd omdat het niet mogelijk is om gelijke behandeling te garanderen voor alle mogelijkheden waarop de aanvragen kunnen binnenkomen. Elke aanvraag die op eenzelfde dag binnenkomt, wordt daarom zonder tijdstip geregistreerd.

 

D.

 

De tekst onder de toelichting op artikel 1.6, komt te luiden als volgt:

 

Het steunkader waarbinnen subsidie wordt verstrekt in het kader van deze regeling is de de-minimissteunen is geregeld in Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013. Op grond van deze verordening kan Gedeputeerde Staten aan MKB-ondernemingen over een periode van drie belastingjaren tot € 200.000,- aan voordeel verstrekken zonder dat dit staatssteun oplevert (voor ondernemingen die onder de sector vervoer vallen, geldt dat zij maximaal € 100.000,- over een periode van drie belastingjaren ontvangen). Om te kunnen beoordelen dat het plafondbedrag niet wordt overschreden met de subsidieverstrekking in het kader van deze regeling, dient bij de aanvraag een ingevulde de-minimisverklaring te worden overgelegd.

 

E.

 

De tekst onder de toelichting op artikel 1.7, komt te luiden als volgt:

 

Subsidie die verstrekt wordt voor een activiteit als omschreven in paragraaf 2.1 of 2.2 van de regeling wordt direct vastgesteld. Dit betekent dat de subsidieontvanger na realisatie van de gesubsidieerde activiteit in beginsel geen vaststellingsverzoek hoeft in te dienen waarmee zij (financiële) verantwoording aflegt aan Gedeputeerde Staten.

 

Subsidie die verleend wordt voor een activiteit als omschreven in paragraaf 2.3 van de regeling wordt op een in de subsidieverleningsbeschikking vermelde datum ambtshalve vastgesteld. Dit betekent dat de subsidieontvanger na realisatie van de gesubsidieerde activiteit in beginsel geen vaststellingsverzoek hoeft in te dienen waarmee zij (financiële) verantwoording aflegt aan Gedeputeerde Staten.

 

Evenwel controleert Gedeputeerde Staten de in het kader van de regeling verstrekte of verleende subsidies steekproefsgewijs. Als een subsidieontvanger in de steekproef valt, is hij verplicht om aan te tonen dat de gesubsidieerde activiteit is verricht en dat aan de subsidievaststelling of subsidieverlening verbonden verplichtingen is voldaan. In het geval van een subsidieverstrekking op grond van paragraaf 2.1 en 2.2 betekent dit dat de subsidieontvanger kopieën van facturen en betaalbewijzen ter zake van de gemaakte en betaalde kosten van de gesubsidieerde activiteit moet overleggen als ook een kopie van het adviesrapport dat door de externe deskundige is opgesteld. Of, indien de activiteit waarvoor subsidie is verstrekt niet leidt tot het opstellen van een (advies)rapport, een verslag van activiteit waaraan is deelgenomen of een verslag van de door de externe deskundige uitgevoerde werkzaamheden waarmee kan worden aangetoond dat de activiteit waarvoor subsidie is verstrekt is uitgevoerd en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan. In het geval van een subsidieverlening op grond van paragraaf 2.3 betekent dit dat de subsidieontvanger kopieën van de salarisstroken van de exportmedewerker die bij hem in dienst is getreden moet overleggen en een kopie van een diploma van de exportmedewerker waaruit de op exportgerichte middelbare beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs of universitair gerichte opleiding blijkt of, indien de exportmedewerker niet over een dergelijk diploma beschikt, een bewijsstuk waarmee de relevante werkervaring op exportgebied kan worden aangetoond (bijvoorbeeld een C.V. van de exportmedewerker in kwestie).

.

 

Als uit de steekproef onregelmatigheden blijken, dan kan dat gevolgen hebben voor de subsidieverlening of subsidievaststelling. Een subsidieverlening kan worden ingetrokken, ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd of ambtshalve lager (tot op nihil) worden vastgesteld. Een subsidievaststelling kan ten nadele van de subsidieontvanger gewijzigd of ingetrokken worden. Bovenstaande kan ertoe leiden dat uitbetaalde subsidiebedragen (al dan niet in de vorm van een voorschot) worden teruggevorderd.

 

F.

 

Na de toelichting op artikel 2.2.2, onder d, wordt de volgende toelichting ingevoegd, luidende:

 

Artikel 2.3.3, onder e, en artikel 2.3.8, onder d:

De (beoogde) in dienst te nemen exportmedewerker mag in het jaar voorafgaand de indiensttreding niet werkzaam zijn geweest voor de onderneming van de aanvrager of het verband van ondernemingen waarvan de aanvragende onderneming deel uitmaakt. Dat deze werkzaamheden eventueel niet in het kader van een arbeidsovereenkomst werden verricht, is daarbij van wezenlijk minder belang. Werkzaam zijn is niet in het kader van een opleiding aanwezig zijn op een bedrijf, zoals stage of afstudeeropdracht.

Artikel III  

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking in het Provinciaal Blad.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Fryslân van

5 februari 2019.

Voorzitter drs. A.A.M. Brok

Secretaris R.E. Bouius – Riemersma, MBA MCM

Naar boven