Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent het Binnenvaartpolitiereglement Aanwijzingsbesluit bevoegde autoriteit Bpr provincie Groningen 2019

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 5 februari 2019, nr. A.7, afdeling BO, dossiernummer K11782 het volgende besluit hebben genomen:

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

Overwegende dat:

Gedeputeerde Staten bij besluit van 22 november 2012 met nummer 431052 de bevoegde autoriteit of de bevoegde autoriteiten hebben aangewezen, zoals bedoeld in daarbij aangegeven artikelen van Deel I van het Binnenvaartpolitiereglement voor vaarwegen in beheer bij de provincie Groningen;

Enkele functies in de organisatie zijn vervallen en of vervangen, waardoor het noodzakelijk is de bevoegde autoriteiten opnieuw aan te wijzen voor de uitvoering van het Binnenvaartpolitiereglement (Bpr);

Gelet op de inhoud van een extern rapport waarin wordt aanbevolen de bevoegdheden van de inspecteur scheepvaart uit te breiden met artikel 1.21 lid 2;

Gelet op artikel 2 van de Scheepvaartverkeerswet en artikel 5, lid 1, onder b, van het Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement;

BESLUITEN

• 1. Het besluit van 22 november 2012 met nummer 431052 in te trekken;

• 2. De volgende personen aan te wijzen als bevoegde autoriteit of bevoegde autoriteiten, zoals bedoeld in daarbij aangegeven artikelen van deel 1 van het Binnenvaartpolitiereglement voor vaarwegen in beheer bij de provincie Groningen:

  het hoofd van de afdeling Beheer en Onderhoud (bij afwezigheid het bureauhoofd) voor:

  artikel 1.01 A, onder 8 en onder 14;

  artikel 1.09 lid 2;

  artikel 1.21 lid 2;

  artikel 1.23 lid 1 t/m 3;

  artikel 3.25 lid 3;

  artikel 3.27;

  artikel 3.28;

  artikel 3.29 lid 2;

  artikel 4.05 lid 6 en 7;

  artikel 4.06 lid 5;

  artikel 6.08;

  artikel 6.21a lid 1 en 4;

  artikel 6.28 lid 1 onder b;

  artikel 7.01 lid 5

  artikel 7.02 lid 1 onder b;

  artikel 7.02 lid 2;

  artikel 8.06 lid 1 en 2;

  artikel 8.08 lid 2 onder g en lid 3.

  de inspecteur scheepvaart (bij afwezigheid de controleur scheepvaart) voor:

  artikel 1.10 lid 4;

  artikel 1.12 lid 3 en 4;

  artikel 1.13 lid 2 en 3;

  artikel 1.14;

  artikel 1.15 lid 2;

  artikel 1.17 lid 1;

  artikel 1.20;

  artikel 1.21 lid 2;

  artikel 1.23 lid 1 t/m 3;

  artikel 3.20 lid 5 onder e;

  artikel 3.27;

  artikel 3.28;

  artikel 3.29 lid 2 onder b;

  artikel 4.05 leden 6 en 7;

  artikel 6.08;

  artikel 6.191id 6;

  artikel 6.21a lid 1 en 4;

  artikel 6.26 lid 1,2, 3 onder c en e, 7;

  artikel 6.28 leden 2, 4, 10 en 15;

  artikel 6.31 lid 1;

  artikel 6.32 lid 1;

  artikel 7.01 lid 4;

  artikel 7.02 lid 1 onder b;

  artikel 7.02 lid 3;

  artikel 7.07 lid 3;

  artikel 7.08 lid 1 en 2.

  de controleur scheepvaart, doch slechts indien ter plaatse, voor:

  artikel 1.10 lid 4;

  artikel 1.12 lid 3 en 4;

  artikel 1.13 lid 2 en 3; 

  artikel 1.14;

  artikel 1.15 lid 2;

  artikel 1.17 lid 1;

  artikel 1.20;

  artikel 1.23 lid 1;

  artikel 3.27;

  artikel 6.08;

  artikel 6.19 lid 6;

  artikel 6.21a lid 1 en 4;

  artikel 6.26 lid 1, 2, 3 onder c en e, 7;

  artikel 6.28 lid 2, 4, 10 en 15;

  artikel 7.01 lid 4;

  artikel 7.02 lid 3;

  artikel 7.08 lid 2.

  de operators voor:

  artikel 1.12 lid 3 en 4;

  artikel 1.13 lid 2 en 3;

  artikel 1.14;

  artikel 1.15 lid 2;

  artikel 6.08;

  artikel 6.19 lid 6;

  artikel 6.26 lid 1 en 7;

  artikel 6.28 lid 4, 10 en 15.

• 3. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij is geplaatst.

• 4. Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit bevoegde autoriteit Bpr provincie Groningen 2019.

Groningen, 5 februari 2019.

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter.

H. Schrikkema, locosecretaris.