Provinciaal blad van Noord-Brabant
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Noord-Brabant | Provinciaal blad 2019, 1036 | Overige besluiten van algemene strekking |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Printen
Delen
Functietoekenning en aanwijzing zwemwaterlocaties 2019, provincie Noord-Brabant
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Gelet op artikel 10b, tweede lid, van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (hierna: de wet), en artikel 4.12, derde lid, van het Waterbesluit;
dat wij jaarlijks de locaties aanwijzen als zwemwaterlocaties, op grond waarvan onder andere regels
gelden op het gebied van onderzoek naar de waterkwaliteit en de veiligheid voor de gebruikers ervan;
dat voor een dergelijke aanwijzing vereist is dat aan de betreffende oppervlaktewateren in het Provinciaal Milieu en Waterplan 2016-2021 tevens de functie zwemwater is toegekend;
dat met het oog op de aanwijzing en functietoekenning zwemwater 2019 wij 10 december 2018 een
ontwerpbesluit hebben vastgesteld waarin het voornemen wordt uitgesproken zwemwaterlocatie De
Flaasbloem te Chaam definitief aan te wijzen als zwemwaterlocatie;
dat de procedure tot vaststelling van onderhavig besluit is gevoerd met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), met dien verstande dat ingevolge artikel 10c, eerste lid van de wet, zienswijzen naar voren konden worden gebracht door de ingezetenen van de provincie Noord-Brabant en overige belanghebbenden;
dat het ontwerpbesluit van 14 december 2018 tot en met 24 januari 2019 in het provinciehuis te ’s-
Hertogenbosch ter inzage heeft gelegen hetgeen tijdig en op de door de Awb voorgeschreven wijze is bekendgemaakt;
dat het ontwerpbesluit tevens voor advies is toegezonden aan de waterkwaliteitsbeheerders, zijnde de
waterschappen, Rijkswaterstaat en de gemeente waar hierboven genoemde locaties zijn gelegen;
dat binnen de hierboven genoemde termijn een advies op het ontwerpbesluit is binnengekomen;
dat wij met betrekking tot het ingekomen advies het volgende overwegen:
Waterschap Brabantse Delta heeft bij brief van 16 januari 2019 te kennen gegeven negatief te adviseren omtrent de voorgenomen aanwijzing van De Flaasbloem te Chaam. Uit waterkwaliteitsonderzoeken is gebleken dat zowel de bacteriologische zwemwaterkwaliteit als de hoeveelheid aanwezige blauwalgen in de zwemplas in de afgelopen periode niet op orde zijn. De bepalende factor inzake het negatieve advies van het waterschap is het gehalte Intestinale Enterococcen (IE). Combinatie van deze twee factoren zorgt ervoor dat niet kan worden aangetoond dat de normen voor de zwemwaterkwaliteit structureel kunnen worden behaald zonder aanvullende maatregelen. Om die reden wordt geadviseerd de potentiële status van de plas te verlengen met één zwemseizoen. Na afloop van dit zwemseizoen kan opnieuw worden beoordeeld of de waterkwaliteit door de te nemen maatregelen dit seizoen zijn verbeterd, waardoor de locatie in zwemseizoen 2020 kan worden aangewezen.
In het ontwerpbesluit hebben wij aangegeven dat wij voornemens waren de potentiële zwemwaterlocatie De Flaasbloem te Chaam definitief als zwemwaterlocatie aan te wijzen.
dat gelet op hetgeen hierboven, met betrekking tot het ingediende advies is overwogen, het besluit
gewijzigd vastgesteld dient te worden in die zin dat locatie De Flaasbloem te Chaam geen functie
toegekend krijgt en tevens niet wordt aangewezen voor het zwemseizoen 2019.
dat voor de potentiële zwemwaterlocaties:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
- g.
nog nader onderzoek plaatsvindt naar het gebruik van deze locaties en naar de waterkwaliteit en dat over de resultaten van dit onderzoek overleg moet plaatsvinden met de betreffende waterkwaliteitbeheerders voordat toekenning van de functie zwemwater en wellicht daaropvolgend aanwijzing mogelijk is;
dat vanwege de slechte kwaliteit van het water voor de zwemwaterlocatie Binnenschelde te Bergen op Zoom een negatief zwemadvies zal worden gegeven voor het gehele zwemseizoen 2019;
dat de Kraaijenbergse plassen, tegen de bebouwde kom van Beers, te Cuijk en de Kraaijenbergse plassen, bij camping Op den Drul te Linden (gemeente Cuijk) definitief worden aangewezen;
- 1.
Eindhoven, 6 februari 2019.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
namens deze,
R.H.A.J. Cremers, Afdelingsmanager
Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant
Bijlage I Lijst aanwijzing zwemwateren Noord-Brabant 2019.
Toelichting functietoekenning en aanwijzing zwemwater 2019
Door de implementatie van de Europese Zwemwaterrichtlijn in de Nederlandse wetgeving wordt sinds 2010 jaarlijks een besluit genomen en bekend gemaakt welke locaties in oppervlaktewater formeel worden aangemerkt als zwemwater. Gedeputeerde Staten dienen ervoor te zorgen dat in het belang van de veiligheid van de zwemmer, er voor iedere zwemwaterlocatie een actueel onderzoeksrapport naar de veiligheid beschikbaar is. Actuele versies van de onderzoeksrapporten worden jaarlijks ter kennisgeving aangeboden aan GS en worden bij de aanwijzing van de zwemwaterlocaties vastgesteld. De onderzoeksrapporten zijn openbare informatie en dienen beschikbaar te worden gesteld aan de beheerder en de zwemmer.
Provinciaal Milieu en Waterplan (PMWP)
Een voorwaarde om een oppervlaktewaterlocatie te kunnen aanwijzen is dat aan deze locatie in het Provinciaal Milieu en Waterplan de functie zwemwater is toegekend. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd om nieuwe locaties toe te voegen aan de PMWP-plankaart; dit gebeurt doorgaans tegelijkertijd met de eerste aanwijzing.
In incidentele gevallen, zoals bij tijdelijke onveilige situaties, kan besloten worden om de zwemwaterlocatie voor een seizoen niet aan te wijzen als zwemwaterlocatie. De functietoekenning in het PMWP blijft dan wel behouden. Na vijf achtereenvolgende jaren zonder aanwijzing is intrekking van de functie zwemwater aan de orde, tenzij de beheerder zelf de locatie eerder definitief sluit.
In bijlage I bij het besluit is weergegeven welke oppervlaktewateren als zwemwaterlocatie worden aangewezen.
Locaties waar wordt gezwommen en gerecreëerd maar waaraan geen PMWP functie is toegekend
Er is een aantal locaties waar gelegenheid tot zwemmen en recreatie wordt geboden en die daarmee potentieel aan te wijzen locaties zijn. Voordat deze locaties formeel aangewezen kunnen worden dient er in beginsel - onder andere – eerst twee jaar een monitoring te worden uitgevoerd op de waterkwaliteit. Potentieel aan te wijzen locaties zijn momenteel:
Kurenpolder, waterzone de Baai te Hank;
Groepsaccommodatie De Kievit te Esbeek;
Recreatieparadijs Belhamel te Lage Zwaluwe;
De Tureluur te Bergen op Zoom;
Locaties waar een negatief zwemadvies zal worden gegeven voor het gehele zwemseizoen
Met betrekking tot de uitvoering van de EU-zwemwaterrichtlijn is op 10 augustus 2015 door het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Directoraat-generaal Ruimte en Water aan de Unie van Waterschappen, een brief gestuurd met daarin aandachtspunten voor de consequenties van de beoordeling van dewaterkwaliteit. Uit de brief blijkt dat het uitgangspunt is, dat aan het einde van het zwemseizoen 2015 en daarna alle al aangewezen zwemwaterlocaties minimaal ‘aanvaardbaar’ moeten zijn. Als zou blijken dat een zwemlocatie als ‘slecht’ wordt aangemerkt moet gedurende het daaropvolgend zwemseizoen een negatief zwemadvies of een zwemverbod worden uitgevaardigd. De locatie wordt wel aangewezen en er dient monitoring plaats te vinden. De Binnenschelde te Bergen op Zoom is ingedeeld in de klasse ‘slecht’. Om die reden dient er een negatief zwemadvies gegeven te worden. Conform dit advies zullen wij de zwemlocatie daarom wel aanwijzen maar in vervolg daarop een negatief zwemadvies uitvaardigen.
Locaties waar de functie ‘zwemwater’ komt te vervallen
Er kunnen redenen zijn om de functie ‘zwemwater’ die een zwemplas volgens het PMWP heeft, te laten vervallen. Daaronder zijn geringe bezoekersaantallen, het niet kunnen voldoen aan wet- en regelgeving of functieverandering van de locatie zelf. Er zijn dit jaar geen locaties bekend waar vanwege voorgaande de functie ‘zwemwater’ vervalt.
U kunt het besluit en de bijlage terugvinden via www.brabant.nl/terinzage.
Belanghebbenden die het niet eens zijn met dit besluit kunnen op grond van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken beroep instellen bij de Rechtbank Oost-Brabant, Postbus 90125, 5200 MA ’s-Hertogenbosch. De beroepstermijn begint te lopen op de dag na de bekendmaking van dit besluit. U dient een kopie van deze beslissing op bezwaar met uw beroepschrift mee te zenden naar de rechtbank. Het toezenden van alle op de zaak betrekking hebbende stukken is niet nodig. Deze stukken zal de rechtbank bij ons college opvragen.
Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een beroepschrift ingediend. Het is daarom mogelijk om gelijktijdig met of na het indienen van een beroepschrift een zogenaamde “voorlopige voorziening” te vragen bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, Postbus 90125, 5200 MA ’s-Hertogenbosch. Een voorlopige voorziening is in feite het nemen van een tijdelijke maatregel, bijvoorbeeld het schorsen van het besluit gedurende de tijd die nodig is om het beroep te behandelen. Voorwaarde om zo’n voorlopige voorziening te vragen is, dat er sprake is van een spoedeisend belang.
Zowel voor het instellen van beroep als voor het vragen van een voorlopige voorziening is griffierecht
Voor verdere inlichtingen over dit besluit en de verdere procedure kunt u contact opnemen met de heer B.J. Jansen van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (088 3690 354).
Permanente link
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2019-1036.html