Subsidieregeling 200 Duurzaamheidsplannen Melkveehouderij Drenthe

 

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 18 december 2018, kenmerk 5.16/2018002943, team Natuur en Water, tot bekendmaking van hun besluit tot vaststelling van de Subsidieregeling 200 Duurzaamheidsplannen Melkveehouderij Drenthe

 

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op:

  • de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017; en

  • de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat:

het wenselijk is dat er een subsidieregeling is waarmee de verduurzaming van de melkveehouderij kan worden gestimuleerd;

 

 

BESLUITEN:

 

 

de Subsidieregeling 200 Duurzaamheidsplannen Melkveehouderij Drenthe vast te stellen.

 

 

Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2019.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

 

 

Uitgegeven 21 december 2018

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening provincie Drenthe 2017;

  • b.

    duurzaamheidsplan: een plan op maat conform het via www.duurzamemelkveehouderijdrenthe.nl verstrekte format dat inzicht verstrekt over de duurzaamheidssituatie van het bedrijf waarvoor het is opgesteld en dat adviezen bevat over hoe een melkveehouder kan verduurzamen in de bedrijfsvoering, mede door gebruikmaking van de KringloopWijzer;

  • c.

    externe adviesdienst: organisatie die beschikt over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel, alsmede over ervaring op het gebied van adviesverstrekking, en die betrouwbaar is gebleken op de gebieden waarover zij advies verstrekt;

  • d.

    LVV: Verordening (EU) Nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, Landbouwvrijstellingsverordening (PbEU L193/1)

  • e.

    KringloopWijzer: managementinstrument dat de mineralenefficiëntie op een melkveebedrijf in beeld brengt.

  • f.

    melkveehouder: onderneming die activiteiten verricht met SBI-code 01.41 of 01.41.1 (respectievelijk fokken en houden van melkvee of houden van melkvee) blijkend uit inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel

  • g.

    SNN: Samenwerkingsverband Noord-Nederland.

  • h.

    subsidieaanvrager: melkveehouder die de aanvraag tot subsidie doet.

 

Artikel 2 Doel

De subsidie heeft tot doel dat melkveehouders een duurzaamheidsplan laten opstellen door een externe adviesdienst. Met dit plan wordt de individuele veehouder in staat gesteld zijn bedrijfsvoering op een meer duurzame wijze vorm te geven en zijn milieubelasting te reduceren.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie wordt verstrekt voor het laten opstellen van een duurzaamheidsplan door een onafhankelijke, externe adviesdienst op basis van het beschikbaar gestelde format.

 

Artikel 4 Verplichtingen van de subsidieaanvrager

  • 1.

    De subsidieaanvrager draagt er zorg voor dat de adviesdienst bekend is met deze regeling en voldoet aan de verplichtingen uit artikel 5 van deze regeling.

  • 2.

    De subsidieaanvrager draagt zorg voor een volledig vaststellingsverzoek zoals aangegeven in artikel 16 van deze regeling.

 

Artikel 5 Verplichtingen van de externe adviesdienst

  • 1.

    De externe adviesdienst:

    • a.

      beschikt over hiertoe gekwalificeerd en geregeld opgeleid personeel;

    • b.

      heeft ervaring op het gebied van adviesverstrekking;

    • c.

      is betrouwbaar gebleken op het gebied van verduurzaming van de landbouw;

    • d.

      heeft tenminste één voorlichtingsbijeenkomst bijgewoond die vanuit Ontwikkelagenda Melkveehouderij en Natuur zijn georganiseerd over het opstellen van een duurzaamheidsplan;

    • e.

      neemt bij adviesverlening de in artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/ 2013 bedoelde vertrouwelijkheidsvoorschriften in acht;

    • f.

      draagt er zorg voor dat er minimaal twee gesprekken plaatsvinden in het adviestraject: één in de beginfase en één in de eindfase van het adviestraject.

  • 2.

    Het duurzaamheidsplan dient te voldoen aan het format duurzaamheidsplan zoals gepubliceerd op de website http://duurzamemelkveehouderijdrenthe.nl/.

  • 3.

    Het duurzaamheidsplan wordt uiterlijk zes maanden na indiening van de subsidieaanvraag door de externe adviesdienst opgeleverd aan de subsidieaanvrager.

  • 4.

    Bij oplevering van het duurzaamheidsplan wordt een kopie van het plan inclusief de desbetreffende factuur toegestuurd aan de subsidieaanvrager.

 

Artikel 6 Doelgroep

Subsidie wordt aangevraagd door een melkveehouder.

 

Artikel 7 Aanvraagperiode

Aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 februari 2019 tot en met 31 mei 2019.

 

Artikel 8 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend via het SNN, door middel van een aanvraagformulier zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten;

  • 2.

    Naast de benodigde documenten zoals bedoeld in de Asv worden bij de aanvraag in ieder geval de volgende documenten bijgevoegd:

    • a.

      De meest recente KringloopWijzer;

    • b.

      een offerte van de beoogde externe adviesdienst voor het opstellen van een duurzaamheidsplan.

    • c.

      een beschrijving van het op te stellen duurzaamheidsplan.

 

Artikel 9 Subsidiehoogte en eigen bijdrage

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt per advies maximaal € 1.500,--.

  • 2.

    De aanvrager draagt zelf minimaal € 300,-- bij aan de kosten van het advies.

 

Artikel 10 Subsidiabele kosten

De in aanmerking komende kosten voor subsidie zijn alle kosten van de externe adviesdienst die betrekking hebben op het opstellen van het duurzaamheidsplan.

 

Artikel 11 Niet subsidiabele kosten

In aanvulling op de niet subsidiabele kosten op grond van de Awb en Asv komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    eigen arbeidsuren die de subsidieaanvrager benut voor het indienen van een subsidieaanvraag;

  • b.

    eigen arbeidsuren die de aanvrager benut voor het verkrijgen van het advies;

  • c.

    de arbeidsuren die de externe adviesdienst benut om tenminste één voorlichtingsbijeenkomst bij te wonen die vanuit Ontwikkelagenda Melkveehouderij en Natuur worden georganiseerd.

 

Artikel 12 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de gehele regeling is gesteld op € 300.000,--

 

Artikel 13 Weigeringsgronden

  • 1.

    Een subsidie op grond van deze regeling wordt geweigerd indien:

    • a.

      de subsidieaanvrager haar bedrijfsactiviteiten in het kader van de melkveehouderij niet uitvoert in de provincie Drenthe.

    • b.

      vóór ontvangst van de aanvraag financiële verplichtingen zijn aangegaan;

    • c.

      al subsidie aan de subsidieaanvrager is verleend voor het opstellen van duurzaamheidsplannen.

  • 2.

    Een subsidie op grond van deze regeling kan worden geweigerd indien de door de subsidieaanvrager ingeschakelde externe adviesdienst twee of meer duurzaamheidsplannen heeft opgesteld die van onvoldoende niveau zijn gebleken.

 

Artikel 14 Verdeelsystematiek

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

 

Artikel 15 Bevoorschotting

In afwijking van artikel 2.9 van de Asv wordt geen voorschot verleend.

 

Artikel 16 Subsidievaststelling

  • 1.

    In afwijking van artikel 3.5 Asv wordt de subsidie achteraf op werkelijke kosten vastgesteld.

  • 2.

    Voor de vaststelling dient de subsidieaanvrager uiterlijk vier weken na het verkrijgen van het duurzaamheidsplan en de factuur van de externe adviesdienst een verzoek tot vaststelling in.

  • 3.

    Het verzoek tot vaststelling wordt ingediend via het SNN, door middel van een vaststellingsformulier.

  • 4.

    De aanvraag tot vaststelling bevat het opgestelde duurzaamheidsplan en de factuur van de externe adviesdienst.

  • 5.

    Na vaststelling van de subsidie wordt deze uitbetaald aan de externe adviesdienst.

  • 6.

    Het verzoek van vaststelling wordt, tenzij anders aangegeven, gezien als aanvraag voor de Subsidieregeling Beloning 200 Duurzame Melkveehouders Drenthe.

 

Artikel 17 Staatssteun

Subsidies onder deze regeling wordt slechts verleend voor zover dit is toegestaan met toepassing van artikel 22 van de LVV.

 

Artikel 18 Inwerkingtreding en horizonbepaling

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 1 februari 2019 en komt van rechtswege te vervallen op 1 juni 2019.

 

 

Toelichting

 

Algemeen

Deze regeling is bedoeld om melkveehouderijen in Drenthe een duurzaamheidsplan te laten verkrijgen. Met dit plan wordt de individuele veehouder inzicht geboden op welke wijze hij zijn bedrijfsvoering op een meer duurzame wijze vorm kan geven en hoe hij zijn milieubelasting kan reduceren. De melkveehouder vraagt de subsidie aan en geeft opdracht aan een door hem uitgezochte adviesdienst om een duurzaamheidsplan voor zijn bedrijf op te stellen. Op de website www.duurzamemelkveehouderijdrenthe.nl is een lijst beschikbaar met daarin opgenomen de adviesdiensten die hebben voldaan aan de primaire eisen van de provincie (onder andere ten aanzien van scholing) om een duurzaamheidsplan op te stellen. Ook is op deze website meer informatie opgenomen over de duurzaamheidsplannen. De adviesdienst die het plan opstelt krijgt de subsidie uitbetaald. De melkveehouder betaalt een eigen bijdrage van € 300,-- aan de adviesdienst.

 

Deze regeling is gekoppeld aan de Subsidieregeling Beloning 200 Duurzame Melkveehouders Drenthe. Deze regeling geeft een beloning voor de eventuele emissiereducties die hebben plaatsgevonden binnen het melkveehouderijbedrijf bij de uitvoering van het duurzaamheidsplan.

 

Artikel 1, sub b

Het duurzaamheidsplan wordt gemaakt op basis van het format dat wordt aangeboden op de website www.duurzamemelkveehouderijdrenthe.nl.

 

Artikel 1, sub h

De regeling heeft het zowel over een subsidieaanvrager als een subsidieontvanger. De subsidieaanvrager is de melkveehouder die het duurzaamheidsplan gaat ontvangen. De subsidieontvanger is de externe adviesdienst die de subsidie in geld gaat ontvangen.

 

Artikel 5  

De externe adviesdienst mag vrij gekozen worden door de melkveehouderij die de subsidie aanvraagt. De adviesdienst moet echter wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden staan omschreven in dit artikel. Onder andere moet de adviesdienst tenminste één voorlichtingsbijeenkomst bij te wonen die vanuit Ontwikkelagenda Melkveehouderij en Natuur worden georganiseerd. Deze bijeenkomst heeft als nut dat de melkveehouders gedegen duurzaamheidsplannen gaan ontvangen.

Een lijst met adviesdiensten die deze voorlichtingsbijeenkomsten hebben bijgewoond staat op de website www.duurzamemelkveehouderijdrenthe.nl.

 

Artikel 8  

Deze regeling wordt uitgevoerd door het SNN. Daarom moet de aanvraag ook bij hen worden ingeleverd.

 

Artikel 13  

Onder het aangaan van verplichtingen wordt bijvoorbeeld verstaan het (mondeling) bevestigen van een opdracht aan een deskundige of een ondertekening voor akkoord van een offerte. Indien vóór de ontvangst van de aanvraag is gestart met de werkzaamheden wordt ervan uitgegaan dat de verplichting is aangegaan. Indien een verplichting is aangegaan vóór ontvangst van de aanvraag wordt géén subsidie verleend.

 

In het geval er voor een deel van de opgevoerde projectkosten de verplichting vóór ontvangst van de aanvraag is aangegaan, dan zal de gehele aanvraag worden afgewezen.

 

Artikelen 15 en 16

Deze regeling wijkt af van de normale arrangementensystematiek van de Asv 2017. Dit komt omdat voor deze regeling geleund wordt op Europeesrechtelijke bepalingen.

 

Het vaststellingsverzoek voor onderhavige regeling is tevens de aanvraag voor de Subsidieregeling Beloning 200 Duurzame Melkveehouders Drenthe.

 

Artikel 17  

De subsidies die vanuit deze regeling worden verstrekt betreffen staatssteun. Deze steun kan geoorloofd worden verleend omdat de gehele regeling valt onder de werking van de Landbouwvrijstellingsverordening, specifiek artikel 22 van deze verordening. De gehele regeling is reeds kennisgegeven bij de Europese Commissie.

 

 

Naar boven