Twaalfde wijzigingsregeling Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 31 mei 2016 de Subsidieregeling hedendaagse cultuur hebben vastgesteld;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 7 februari de paragraaf 6 Impulsgelden, paragraaf 7 Kennisvouchers impulsgelden en paragraaf 8 Crowdfunding en op 19 december 2018 de paragraaf 9 Talenthub hebben vastgesteld;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten bovenstaande paragrafen in 2019 opnieuw wensen open te stellen;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten overgebleven financiële middelen van de paragraaf Impulsgelden uit voorgaande jaren willen toevoegen aan de besteedbare middelen van de paragraaf Impulsgelden voor 2019;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten de werkwijze van de paragraaf Impulsgelden voort willen zetten zonder het vereiste van een vooraf opgevraagd advies van een jury;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten op paragraaf 6 en 7, hoofdstuk 1 en artikel 53 van Verordening 651/2014 van de Europese Commissie (PBEU 2014 L187/1) van toepassing willen verklaren;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten hiertoe de subsidieregeling wensen te wijzigen:

 

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijzigingen

De Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Paragraaf 6 komt te luiden:

 

§ 6 Impulsgelden

 

Artikel 6.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    Adviescommissie impulsgelden: adviescommissie ingesteld op grond van artikel 82 van de Provinciewet;

  • b.

    Algemene Groepsvrijstellingsverordening: Verordening 651/2014 van de Europese Commissie van 17 juni 2014 (PBEU 2014 L187/1);

  • c.

    Brabants cultuursysteem: gehele infrastructuur van betrokken partijen die zich bezig houdt met de ontwikkeling, productie, beoefening of presentatie van kunst en cultuur;

  • d.

    culturele instelling: organisatie die zich bezig houdt met de ontwikkeling, productie, beoefening of presentatie van kunst en cultuur;

  • e.

    maker: individuele kunstenaar die zich bezig houdt met de ontwikkeling, productie, beoefening of presentatie van kunst en cultuur.

 

Artikel 6.2 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door:

    • a.

      makers;

    • b.

      culturele instellingen;

    • c.

      publiekrechtelijke rechtspersonen;

    • d.

      privaatrechtelijke rechtspersonen;

    • e.

      samenwerkingsverbanden van een of meer van de onder a tot en met d genoemde doelgroepen.

  • 2.

    Indien het samenwerkingsverband, bedoeld in het eerste lid, geen rechtspersoonlijkheid bezit:

    • a.

      wordt subsidie aangevraagd door een deelnemer van het samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid;

    • b.

      draagt het project de instemming van alle deelnemers van het samenwerkingsverband door middel van het vaststellen van een samenwerkingsovereenkomst.

 

Artikel 6.3 Subsidievorm

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies.

  • 2.

    Subsidies als bedoeld in het eerste lid worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

 

Artikel 6.4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt aan projecten die een impuls geven aan de duurzame ontwikkeling van het Brabantse cultuursysteem.

 

Artikel 6.5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de subsidieaanvrager in financiële moeilijkheden verkeert, als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder c, Algemene Groepsvrijstellingsverordening;

  • b.

    ten aanzien van de subsidieaanvrager een bevel tot terugvordering voor onrechtmatig verleende staatssteun uitstaat in de zin van artikel 1, vierde lid, onder a van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening;

  • c.

    reeds met de uitvoering van het project is gestart voor indiening van de aanvraag;

  • d.

    wordt gestart met de uitvoering van het project binnen 13 weken na indiening van de aanvraag;

  • e.

    voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van deze regeling of op grond van paragraaf 1 van de Subsidieregeling buurtfonds Noord-Brabant;

  • f.

    voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van het Financieringsreglement Stichting Brabant C Fonds 2018.

 

Artikel 6.6 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 6.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project is gericht op het geven van een impuls geven aan de duurzame ontwikkeling van het Brabantse cultuursysteem;

  • b.

    de artistieke kwaliteit van het project is geborgd door:

    • 1°.

      de positie van de aanvrager in het culturele veld, of;

    • 2°.

      het betrekken van erkende partijen uit het culturele veld;

  • c.

    het project draagt in voldoende mate bij aan de ontwikkeling die de aanvrager beoogt, vanuit de context van het reguliere werk van de aanvrager en is daarmee van betekenis voor het Brabantse cultuursysteem;

  • d.

    het project is in voldoende mate toekomstbestendig op bedrijfseconomisch dan wel maatschappelijk vlak en daarmee gericht op het realiseren van een blijvend effect;

  • e.

    het project is in voldoende mate consistent in doel, opzet en uitvoering;

  • f.

    bij aanvragen tot €50.000 liggen aan de aanvraag ten grondslag:

    • 1°.

      een projectplan van maximaal vier A4, waarin de beoogde impuls wordt beschreven en is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

    • 2°.

      een sluitende en solide projectbegroting, voorzien van een specificatie en een toelichting, en waar indien aan de orde een passend honorarium voor de betrokken makers in is opgenomen;

  • g.

    bij aanvragen vanaf €50.000 liggen aan de aanvraag ten grondslag:

    • 1°.

      een ondernemingsplan toegespitst op het project van maximaal tien A4, waarin onder andere de beoogde impuls wordt beschreven en is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

    • 2°.

      een sluitende en solide projectbegroting van ten minste drie jaar, voorzien van een specificatie en een toelichting, en waar indien aan de orde een passend honorarium voor de betrokken makers in is opgenomen;

    • 3°.

      de laatste jaarrekening, indien aanwezig.

 

Artikel 6.7 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten in het eerste en tweede jaar van het project voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    Voor de berekening van uurtarieven van interne loonkosten van de subsidieaanvrager en leden van het samenwerkingsverband past de subsidieaanvrager een van de berekeningssystematieken, genoemd in de artikelen 3, 4 en 5 van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Noord-Brabant 2017 toe.

 

Artikel 6.8 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 6.7 komen de kosten waarvoor de aanvrager reeds subsidie heeft ontvangen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking.

 

Artikel 6.9 Vereisten subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen worden ingediend van:

  • a.

    14 januari 2019 tot en met 20 januari 2019;

  • b.

    29 april 2019 tot en met 5 mei 2019;

  • c.

    23 september tot en met 29 september 2019.

 

Artikel 6.10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 6.4, voor de periode genoemd in artikel 6.9, vast op € 1.924.017.

 

Artikel 6.11 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 6.4, bedraagt 50 % van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 124.999.

 

Artikel 6.12 Verdeelcriteria

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 4.

    De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen worden gerangschikt in volgorde van trekking.

  • 5.

    De subsidie wordt verdeeld in de volgorde van trekking zoals door loting is bepaald.

  • 6.

    Subsidie wordt verdeeld over aanvragen die volledig gehonoreerd kunnen worden.

 

Artikel 6.13 Externe adviescommissie

Gedeputeerde Staten leggen aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 6.4 voor advies over artikel 6.6 voor aan de adviescommissie Impulsgelden.

 

Artikel 6.14 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:

    • a.

      het project wordt binnen drie jaar na verlening van de subsidie afgerond, met een verlengingsmogelijkheid van maximaal zes maanden;

    • b.

      de subsidieaanvrager maakt de bevindingen en resultaten van het project toegankelijk voor derden.

  • 2.

    Een verzoek tot verlenging als bedoeld in het eerste lid, onder a, kan door de subsidieontvanger gemotiveerd worden ingediend bij Gedeputeerde Staten uiterlijk voor de datum van het verstrijken van de termijn.

  • 3.

    Onverminderd het eerste en tweede lid, overlegt de subsidieontvanger bij subsidies van €25.000 tot €125.000 jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt.

 

Artikel 6.15 Prestatieverantwoording

Gedeputeerde Staten legen in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan, waaronder in elk geval door middel van een financieel verslag, als bedoeld in artikel 22, zesde lid, onderdeel a, onder 1, van de Asv.

 

Artikel 6.16 Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Bij subsidies tot €25.000 verstrekken Gedeputeerde Staten een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag overeenkomstig artikel 23, tweede lid van de Asv.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten betalen het voorschot, bedoeld in het eerste lid, in een keer, overeenkomstig artikel 23, derde lid van de Asv.

  • 3.

    Bij subsidies van € 25.000 en hoger bepalen Gedeputeerde Staten de hoogte van het voorschot op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte van de subsidieontvanger hetgeen wordt vastgelegd in de subsidiebeschikking.

  • 4.

    Bij subsidies van € 25.000 en hoger betalen Gedeputeerde Staten het voorschot in termijnen, waarvan de hoogte en de termijnen in de subsidiebeschikking worden bepaald.

 

B.

Artikel 7.1, onder b, komt te luiden:

  • b.

    Algemene Groepsvrijstellingsverordening: Verordening 651/2014 van de Europese Commissie van 17 juni 2014 (PBEU 2014 L187/1);

 

C.

In artikel 7.3 wordt “subsidies” vervangen door: projectsubsidies.

 

D.

In artikel 7.5 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    Onder vernummering van de onderdelen d en e tot c en d, vervalt onderdeel c.

  • 2.

    In onderdeel c wordt na “subsidieaanvraag” ingevoegd: voor projecten

 

E.

In artikel 7.6 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    De onderdelen a tot en met d worden geletterd c tot f.

  • 2.

    Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • a.

      het project draagt bij aan het Brabantse cultuursysteem;

    • b.

      het project is gericht op het geven van een impuls aan de duurzame ontwikkeling van het Brabantse cultuursysteem door het opdoen van kennis op het gebied van cultureel ondernemerschap.

 

F.

In artikel 7.9 wordt “3 april 2017 tot en met 31 december 2018” vervangen door: 7 januari 2019 tot en met 31 december 2019.

 

G.

In artikel 7.10 wordt “€ 200.000” vervangen door: € 100.000.

 

H.

In artikel 7.11 wordt “maximaal 80 %” vervangen door: 80 %.

 

I.

Artikel 7.12 komt te luiden:

Artikel 7.12 Verdeelcriteria

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 4.

    De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen worden gerangschikt in volgorde van trekking.

  • 5.

    De subsidie wordt verdeeld in de volgorde van trekking zoals door loting is bepaald.

  • 6.

    Subsidie wordt verdeeld over aanvragen die volledig gehonoreerd kunnen worden.

 

J.

In artikel 7.13 wordt “in de artikelen 7.4 en 7.6 voor advies” vervangen door: in artikel 7.4 voor advies over artikel 7.6”.

 

K.

In artikel 7.14 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    Voor de tekst wordt de aanduiding 1. geplaatst.

  • 2.

    Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het eind van onderdeel b, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • c.

      het project wordt binnen drie jaar na verlening van de subsidie afgerond, met een verlengingsmogelijkheid van maximaal zes maanden.

  • 3.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    2. een verzoek tot verlenging als bedoeld in het tweede lid, onder c, kan door de subsidieontvanger gemotiveerd worden ingediend bij Gedeputeerde Staten uiterlijk voor de datum van het verstrijken van de termijn.

 

L.

Artikel 7.16 vervalt.

 

M.

Onder vernummering van artikel 7.15 tot artikel 7.16, wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

7.15 Prestatieverantwoording

Gedeputeerde Staten leggen in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan, waaronder in elk geval door middel van een financieel verslag, als bedoeld in artikel 22, zesde lid, onderdeel a, onder 1, van de Asv.

 

N.

Artikel 8.1 komt te luiden:

Artikel 8.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    Adviescommissie impulsgelden: adviescommissie ingesteld op grond van artikel 82 van de Provinciewet;

  • b.

    crowdfunding: financiering door particulieren of bedrijven, verkregen via een transparant platform; c. culturele instelling: organisatie die zich bezighoudt met de ontwikkeling, productie, beoefening of presentatie van kunst en cultuur;

  • d.

    de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening 1407/2013 van de Europese Commissie van 18 december 2013 (PBEU 2013 L352/1);

  • e.

    maker: individuele kunstenaar die zich bezighoudt met de ontwikkeling, productie, beoefening of presentatie van kunst en cultuur.

 

O.

In artikel 8.3 wordt “subsidies” vervangen door: projectsubsidies.

 

P.

In artikel 8.5 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    In onderdeel c wordt “aanmelding” vervangen door: indiening.

  • 2.

    vervalt onderdeel d.

 

Q.

  • 1.

    In artikel 8.6 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

    • 1.

      De onderdelen a tot en met e worden geletterd b tot f.

    • 2.

      Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

      • a.

        het project is gericht op het geven van een impuls aan de duurzame ontwikkeling van het Brabantse cultuursysteem door middel van crowdfunding.

    • 3.

      Onderdeel f komt te luiden:

      • f.

        de aanvrager verkrijgt 70 % van het bedrag waarvoor crowdfunding wordt gezocht, via een transparant platform;

 

R.

In artikel 8.7, tweede lid vervalt “leden van het samenwerkingsverband”.

 

S.

In artikel 8.9 wordt “3 april 2017 tot en met 31 december 2018” vervangen door: 7 januari 2019 tot en met 31 december 2019.

 

T.

In artikel 8.10 wordt “€ 220.000” vervangen door: € 100.000.

 

U.

In artikel 8.11 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    In het eerste lid wordt “maximaal 30 %” vervangen door: 30 %.

  • 2.

    In het tweede lid wordt ‘Onverminderd het maximum, genoemd in” vervangen door: In afwijking van.

  • 3.

    In het tweede lid vervalt “door een ander bestuursorgaan”.

 

V.

Artikel 8.12 komt te luiden:

Artikel 8.12 Verdeelcriteria

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 4.

    De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen worden gerangschikt in volgorde van trekking.

  • 5.

    De subsidie wordt verdeeld in de volgorde van trekking zoals door loting is bepaald.

  • 6.

    Subsidie wordt verdeeld over aanvragen die volledig gehonoreerd kunnen worden.

 

W.

In artikel 8.13 wordt “in de artikelen 8.4 en 8.6 voor advies” vervangen door: in artikel 8.4 voor advies over artikel 8.6”.

 

X.

In artikel 8.14 wordt “artikel 8.6, onder d, vervangen door: artikel 8.6, onder f.

 

Y.

Artikel 8.16 vervalt.

 

Z.

Onder vernummering van artikel 8.15 tot artikel 8.16, wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8.15 Prestatieverantwoording

Bij subsidies tot €25.000 leggen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger desgevraagd aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

 

AA.

In artikel 9.10, onder d, wordt “€ 520.000” vervangen door: € 690.000.

 

BB.

Artikel 10.8 komt te luiden:

Artikel 10.8 Vereisten subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen worden ingediend van 1 oktober 2018 tot en met 31 december 2019.

 

CC.

Artikel 10.9 komt te luiden:

Artikel 10.9 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 10.4, voor de periode, genoemd in artikel 10.8, vast op € 472.000.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel III Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Twaalfde wijzigingsregeling Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant.

 

’s-Hertogenbosch, 11 december 2018

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Toelichting behorende bij de Twaalfde wijzigingsregeling Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant.

 

 

Algemeen

 

Artikelsgewijs

 

A.

Artikel 6.15 Prestatieverantwoording

Voor de prestatieverantwoording wordt in elk geval een financieel verslag gevraagd. Dit verslag wordt ook gebruikt om af te kunnen rekenen op basis van prestaties en daadwerkelijk gemaakte kosten. Deze verplichting vloeit voort uit de van toepassing zijnde Algemene Groepsvrijstellingsverordening.

 

M.

Artikel 7.15 Prestatieverantwoording

Voor de prestatieverantwoording wordt in elk geval een financieel verslag gevraagd. Dit verslag wordt ook gebruikt om af te kunnen rekenen op basis van prestaties en daadwerkelijk gemaakte kosten. Deze verplichting vloeit voort uit de van toepassing zijnde Algemene Groepsvrijstellingsverordening.

 

Q.

Behorende bij Artikel 8.6 Subsidievereisten

Onder f

 

Onder transparant platform wordt verstaan een platform waarop een crowdfunding gefaciliteerd wordt met te allen tijde transparantie ten aanzien van het streefbedrag, de tussenstand, de start- en einddatum van de crowdfunding en de mogelijkheid tot verificatie van de donaties.

 

Een daarvoor bestemd crowdfunding platform is een platform dat speciaal ingericht is om het crowdfunden van projecten te faciliteren en hiermee wordt niet gelijk gesteld de eigen website van de subsidieaanvrager.

 

 

 

Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,

 

 

de voorzitter

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

 

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

 

 

 

 

 

Naar boven