Openstellingsbesluit Hoofdstuk 3, paragraaf 3 (Uitvoering LEADER projecten) Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg

Gedeputeerde Staten van Limburg

 

stellen ter voldoening aan het bepaalde in artikel 4:27 juncto 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1.3 van de Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg, op 30 januari 2018 het volgende besluit vast:

 

Openstellingsbesluit Hoofdstuk 3 paragraaf 3 (Uitvoering LEADER projecten) Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg

Artikel 1 Openstellingsperiode

Open te stellen hoofdstuk 3, paragraaf 3, (Uitvoering van LEADER projecten) van de Subsidieverordening POP3 Limburg voor de periode van 5 februari 2018 tot en met 20 december 2019 (17.00 uur) voor het indienen van subsidieaanvragen. Een subsidieaanvraag dient uiterlijk 20 december 2019 (17:00 uur) te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten van Limburg (hierna: GS). De subsidieaanvraag wordt afgewezen indien deze buiten de openstellingsperiode wordt ingediend.

Artikel 2 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor Hoofdstuk 3 paragraaf 3 voor de periode 2018 en 2019 bedraagt € 1.000.000,00. Dit subsidieplafond bestaat voor € 170.000,00 uit provinciale subsidie en voor € 830.000,00 uit subsidie uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO).

Artikel 3. Subsidiehoogte

Het maximaal te verstrekken subsidiebedrag per project wordt rechtstreeks afgeleid uit de kostenverdeling (zie LOS 6.2 Dekkingsplan) voor uitvoeringsprojecten tussen partijen, die is vastgelegd in de Lokale Ontwikkelingsstrategie Nationaal Landschap Zuid-Limburg (hierna: LOS). De LOS is vastgesteld door GS.

Gelet op het gestelde in artikel 3.3.4 van de Verordening POP3 komen aanvragen met een totale financiële omvang van minder dan € 10.000,00 of meer dan € 200.000,00 niet voor subsidie in aanmerking. Deze aanvragen zullen dan ook worden afgewezen.

In aanvulling op artikel 3.3.4 van de Verordening POP3 bedraagt het te verstrekken subsidiebedrag per aanvraag maximaal € 110.000,00 en minimaal € 5.500,00. De subsidieaanvraag wordt afgewezen wanneer het te verstrekken subsidiebedrag meer dan € 110.000,00 en minder dan € 5.500,00 bedraagt. Het subsidiepercentage bedraagt maximaal 55% van de subsidiabele kosten (inclusief de benodigde overheid-cofinanciering van 22%.

Daarnaast dient verder de dekking er als volgt uit te zien:

  • Privaat 45%.

Bij wijze van uitzondering kunnen GS de bovengrens voor de projectomvang voor incidentele projecten verhogen als deze gemeentegrensoverschrijdend zijn én naar het oordeel van de Lokale Actiegroep (hierna: LAG) een bijzondere toegevoegde waarde hebben.

Artikel 4. Subsidiabele kosten en activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt voor de uitvoering van concrete acties die passen binnen de LOS.

  • 2.

    Gelet op het gestelde in artikel 1.12, 2e en 3e lid zijn de daarin opgenomen voorbereidingskosten subsidiabel (voorbereidingskosten zijn subsidiabel indien deze aantoonbaar gemaakt zijn om te komen tot een projectplan). Daarnaast zijn de volgende kosten ten behoeve van de uitvoering van projecten die passen binnen de LOS, subsidiabel:

    • 1.

      de kosten van de bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende zaken;

    • 2.

      de kosten van de koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • 3.

      kosten van tweedehands goederen tot maximaal de marktwaarde van de activa;

    • 4.

      de kosten van adviseurs, architecten en ingenieurs;

    • 5.

      kosten van adviezen duurzaamheid op milieu en economisch gebied;

    • 6.

      de kosten van haalbaarheidsstudies;

    • 7.

      de kosten van verwerving of ontwikkeling van computersoftware;

    • 8.

      de kosten van verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten en merken;

    • 9.

      materiaalkosten;

    • 10.

      kosten van drukwerk, mailing, website gekoppeld aan de activiteit;

    • 11.

      huur van ruimten en gebruik bijbehorende faciliteiten;

    • 12.

      bijdragen in natura;

    • 13.

      niet verrekenbare BTW;

    • 14.

      de kosten voor promotie en publiciteit;

    • 15.

      personeelskosten.

Artikel 5. Aanvrager

Subsidie kan worden verstrekt aan:

  • 1.

    publieke rechtspersonen;

  • 2.

    private rechtspersonen;

  • 3.

    bedrijfsvormen zonder rechtspersoonlijkheid, met name eenmanszaken, vennootschappen onder firma, commanditaire vennootschappen, maatschappen;

  • 4.

    een LAG;

  • 5.

    de penvoerder van een LAG;

  • 6.

    samenwerkingsverbanden van bovenstaande partijen.

Artikel 6. Begroting en dekkingsplan

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt als aan de onderstaande financiële randvoorwaarden wordt voldaan. Wanneer aan één of meerdere van onderstaande randvoorwaarden niet wordt voldaan, dan zal de aanvraag worden afgewezen.

  • i.

    De begroting en dekkingsplan zijn transparant en sluitend en voldoen aan de ‘subsidieverdeelsleutel’ zoals vastgelegd in de LOS. Deze is gepubliceerd op http://www.leaderzuidlimburg.nl.

  • ii.

    De publieke cofinanciering dient te zijn geregeld en gewaarborgd. Bij de subsidieaanvraag dient een bewijs van toezegging van de publieke cofinanciering, c.q. verklaring cofinanciering POP3 te zijn gevoegd (format hiervoor is terug te vinden op de provinciale website bij de documenten).

  • iii.

    De private cofinanciering dient te zijn geregeld en gewaarborgd.

Artikel 7. Prioritering subsidieaanvragen

Artikel 1.15 van de Verordening POP3 is niet van toepassing. Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst beoordeeld en afgehandeld aan de hand van de in artikel 8 van dit openstellingsbesluit beschreven selectiecriteria.

Artikel 8. Selectiecriteria

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien de aanvraag past binnen de door GS vastgestelde LOS. Voor de beoordeling als bedoeld in artikel 7 van dit openstellingsbesluit worden daartoe de onderstaande criteria a t/m d, en sub criteria gebruikt.

    • a.

      De mate waarin het projectplan bijdraagt aan de doelen van de LOS. De subcriteria daartoe ( i t/m vii) zijn:

      • i.

        Het project leidt tot bewuster omgaan met landschap als basiskapitaal van de economie.

      • ii.

        Het project leidt tot een economische impuls door samenwerking en integrale aanpak.

      • iii.

        Het project leidt tot versterking van agrarische bedrijven met landschappelijke en maatschappelijke meerwaarde.

      • iv.

        Het project versterkt de sociale cohesie door contact tussen bewonersgroepen en generaties.

      • v.

        Het project versterkt de publiek-private samenwerking (tussen bewoners, ondernemers en overheid).

      • vi.

        Het project koppelt behoeften en vraag uit de stedelijke gebieden aan verdienmodellen op het platteland.

      • vii.

        Het project leidt tot verbetering van wederzijds begrip en contacten tussen bewoners van stad en platteland.

    • b.

      De mate waarin het project past binnen de werkwijze van LEADER. De subcriteria daartoe (i t/m iv) zijn:

      • i.

        Het project is geïnitieerd vanuit de lokale gemeenschap (bottom-up) en wordt breed gedragen.

      • ii.

        Het project leidt aantoonbaar tot samenwerking tussen bewoners, ondernemers en/of organisaties.

      • iii.

        Het project dient doelen in meerdere sectoren of beleidsvelden.

      • iv.

        Het project is innovatief voor Zuid-Limburg.

    • c.

      De mate waarin het project haalbaar is in financieel en organisatorisch opzicht. De organisatie en verdeling van taken en verantwoordelijkheden zijn duidelijk vastgelegd. De sub criteria daartoe (i en ii ) zijn:

      • i.

        De initiatiefnemers beschikken over voldoende expertise of hebben deze ingehuurd.

      • ii.

        Het tijdpad voor de uitvoering is realistisch in verband met vergunningen en dergelijke.

    • d.

      De mate van efficiency en doelmatigheid van het project. De sub criteria daartoe (i en ii) zijn:

      • i.

        De investeringen en tijdsinzet zijn in balans met de verwachte resultaten.

      • ii.

        Het project is overdraagbaar omdat de resultaten en ervaringen ook door anderen gebruikt kunnen worden.

  • 2.

    Per sub criterium kunnen maximaal 3 punten worden gescoord. Alle criteria wegen even zwaar.

  • 3.

    De aanvraag kan gehonoreerd worden als de totale puntenscore minimaal 20 is en bovendien voldoet aan de onderstaande minimale score per cluster van sub criteria. Zo niet dan zal de aanvraag afgewezen worden.

    • a.

      De mate waarin het projectplan bijdraagt aan de doelen van de LOS: minimaal 4 punten.

    • b.

      De mate waarin het project past binnen de werkwijze van LEADER: minimaal 6 punten.

    • c.

      De mate waarin het project haalbaar is in financieel en organisatorisch opzicht: minimaal 6 punten.

    • d.

      De mate van efficiency en doelmatigheid van het project: minimaal 4 punten.

Artikel 9 Verplichtingen

  • 1.

    Conform artikel 1.3, derde lid, onderdeel (h) zal voor het projectplan zoals vermeld in artikel 1.7, tweede lid, onderdeel (f) het op de website www.limburg.nl/loket/subsidies/actuele subsidies/subsidieregelingen/natuur/subsidieverordening plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (pop3) Limburg beschikbaar gestelde format gehanteerd dienen te worden.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 9.1 dienen bij de aanvraag diverse van toepassing zijnde bijlagen bijgevoegd te worden (zie beschikbaar gestelde format projectplan).

Artikel 10 Voorschotten

In aanvulling op artikel 1.23 van de Verordening POP3 kan er maximaal twee keer per jaar een verzoek om een voorschot worden ingediend.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 5 februari 2018 en heeft een looptijd tot en met 20 december 2019.

 

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Limburg, gehouden op 30 januari 2018,

Gedeputeerde Staten van Limburg voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris

dhr. G.H.E. Derks

Bijlage 1 Toelichting

Toelichting

 

Op 1 december 2015 hebben GS als uitwerking van de LEADER-maatregel uit het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg de LOS vastgesteld.

De voorliggende regeling is bedoeld voor initiatiefnemers van projecten die invulling geven aan deze LOS. Subsidieaanvragen worden op volgorde van binnenkomst beoordeeld door een door GS ingestelde LAG. De beoordelingscriteria zijn beschreven in artikel 8 van de regeling en onderbouwd in de LOS.

De regeling voorziet in een gedeeltelijke tegemoetkoming in de kosten voor de uitvoering van lokale initiatieven die bijdragen aan de sociaaleconomische ontwikkeling en landschap, passend binnen de LOS. De verdeelsleutel voor de subsidieverstrekking ligt vast in de LOS, waarbij de initiatiefnemers moeten zorgen voor een cofinanciering van 45% door private partijen, en 22% door nationale overheids cofinanciering (bijvoorbeeld door gemeenten, waterschappen of het Rijk).

Naar boven