Tweede wijziging aanwijzingsbesluit DAEB verwerving en inrichting van de EHS door Stichting Ark in de Maashorst, provincie Noord-Brabant

Voorbereidingsprocedure

Het DAEB aanwijzingsbesluit, gedateerd 29 oktober 2013 (C2114927/3480682), heeft de bestaande situatie van reeds toegekende rechten en plichten van betrokken ondernemingen gewijzigd, en/of verder uitgebreid. Thans wordt de DAEB aanwijzingsperiode verlengd tot en met 29 oktober 2019.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Overwegende dat bij besluit van 29 oktober 2013 de activiteiten van Stichting Ark in het project realisatie natuurnetwerk Maashorst reeds door ons zijn aangewezen als DAEB. Deze aanwijzing is gewijzigd bij besluit van 15 december 2015. In de aanwijzing wordt verwezen naar de subsidieverleningsbeschikking van 29 oktober 2013, waarbij subsidie is verleend voor de periode 29 oktober 2013 tot 30 oktober 2018. Op 6 november 2018 is, naar aanleiding van het verzoek van Stichting Ark, de projectperiode verlengd tot 29 oktober 2019 en dient het aanwijzingsbesluit DAEB dienovereenkomstig te worden gewijzigd;

Besluiten:

De aanwijzing als DAEB activiteiten Stichting Ark in het project realisatie natuurnetwerk Maashorst van 15 december 2015 (C2181201/3898334) wordt als volgt gewijzigd:

A.

I. wordt als volgt gewijzigd:

‘De onderneming die belast wordt met deze dienst heeft de opdracht gekregen om in het Groene Woud, deelgebied Mortelen-Scheeken de Ecologische hoofdstructuur (thans aan te duiden als natuurnetwerk) te realiseren, thans onder meer met behulp van particulier natuurbeheer.

wordt vervangen door:

De onderneming die belast wordt met deze dienst heeft de opdracht gekregen om in de Maashorst de Ecologische hoofdstructuur (thans aan te duiden als natuurnetwerk) te realiseren, thans onder meer met behulp van particulier natuurbeheer.’

B.

II. wordt als volgt gewijzigd:

‘De verplichtingen vloeien voort uit de taakomschrijving van Stichting ARK Natuurontwikkeling, zoals vastgelegd in het besluit van Gedeputeerde Staten van 29 oktober 2013 en de daarbij horende uitvoeringsovereenkomst, waarbij subsidie is verleend voor een periode van 5 jaar. Deze aanwijzing eindigt op 31 december 2018;

wordt vervangen door:

De verplichtingen vloeien voort uit de taakomschrijving van Stichting ARK, zoals vastgelegd in het besluit van Gedeputeerde Staten van 29 oktober 2013 en de daarbij horende uitvoeringsovereenkomst, waarbij subsidie is verleend voor een periode van 6 jaar. Deze aanwijzing eindigt op 1 juli 2020;'

’s-Hertogenbosch, 6 november 2018

Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,

de voorzitter,

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Bezwaar

Bezwaren tegen dit besluit kunnen binnen zes weken na de bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Secretariaat van de hoor- en adviescommissie

Postbus 90151

5200 MC te ‘s‑Hertogenbosch

Wij verzoeken u om op de linkerbovenhoek van de envelop het woord "bezwaarschrift" te vermelden.

Het bezwaarschrift moet zijn voorzien van een handtekening, de naam en adres van de indiener, de dagtekening en ons kenmerk van het besluit, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is en de gronden van het bezwaar.

Daarnaast vragen wij u vriendelijk om uw telefoonnummer te vermelden. Zo kan de provincie, indien aan de orde, u bellen om samen de beste aanpak van behandeling van uw bezwaarschrift te bespreken.

Voor meer informatie over de behandeling van bezwaarschriften verwijzen wij u naar www.brabant.nl/bezwaar.

Het secretariaat van de Hoor- en adviescommissie is bereikbaar op telefoonnummer (073) 680 83 04, faxnummer (073) 680 76 16 en e‑mailadres bezwaar@brabant.nl.

Voorlopige voorziening

Bovenstaand besluit treedt in werking, ook al wordt een bezwaarschrift ingediend. Het is daarom mogelijk om gelijktijdig met of na het indienen van een bezwaarschrift een zogenaamde “voorlopige voorziening” te vragen bij: de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, sector Bestuursrecht, Postbus 70584, 5201 CZ 's‑Hertogenbosch.

Een voorlopige voorziening is in feite het nemen van een tijdelijke maatregel, bijvoorbeeld het schorsen van het besluit gedurende de tijd die nodig is om de bezwaren te behandelen en daarop een besluit te nemen. Voorwaarde om zo’n voorlopige voorziening te vragen is, dat er sprake is van spoedeisend belang.

Voor het vragen van een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.