Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2018, 87 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2018, 87 | Overige besluiten van algemene strekking |
Reisregeling provincie Overijssel 2018
(krachtens artikel 3.1.4, lid 1 CAP)
Besluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel van 7 december 2004 (MI/2004/1429).
Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 22 februari 2005 (MI/2005/177).
Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 28 augustus 2007 (2007/0507121).
Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 18 november 2008 (2008/0164406
Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 20 mei 2014 (2014/0109664) met ingang van 1 januari 2014.
Gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 28 november 2017, met ingang van 1 januari 2018.
In deze regeling wordt verstaan onder:
de ambtenaar in de zin van artikel 1.1 lid 1, sub b van de Collectieve Arbeidsvoorwaarden regeling Provincies dan wel de werknemer in de zin van artikel 1.1 lid 1 sub hh, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies;
de plaats van tewerkstelling in de zin van de Collectieve Arbeidvoorwaardenregeling Provincies;
de tijdelijke tewerkstelling van de ambtenaar buiten de standplaats gedurende ten minste twee weken;
de noodzakelijke verplaatsing van de ambtenaar tot het verrichten van dienst buiten de plaats van tewerkstelling, daaronder begrepen het verblijf in verband met deze dienstverrichting op grond van een instructie, dan wel een lastgeving;
Gedeputeerde Staten geven de ambtenaar ter zake van dienstreizen ten behoeve van de provincie Overijssel gemaakt, een vergoeding voor reis- en verblijfkosten.
Indien uit andere hoofde reeds een voorziening is getroffen ter zake van dienstreizen, dient de ambtenaar deze voorziening te gebruiken. In dat geval vindt geen vergoeding plaats van de reiskosten. Indien de voorziening voornoemd niet beschikbaar is dan wel naar het oordeel van de leidinggevende de dienstreis niet op doelmatige wijze per deze voorziening voornoemd kan worden ondernomen, kan een beroep worden gedaan op vergoeding voor reiskosten overeenkomstig deze regeling.
De (verblijf)kosten in verband met dienstreizen naar, in en uit het buitenland worden vergoed volgens het normbedrag zoals dat is vastgesteld in de Reisregeling Buitenland (BZK).
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, is de woonplaats het beginpunt als de dienstreis daar aanvangt en is het eindpunt de woonplaats, indien de dienstreis daar eindigt, met dien verstande dat de vergoeding nooit hoger kan zijn dan het bedrag dat zou gelden bij vertrek vanaf de plaats van tewerkstelling.
Indien de ambtenaar voor de dienstreis gebruik maakt van een niet van provinciewege verstrekt abonnement wordt, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, voor vergoeding wegens reiskosten uitgegaan van de kosten zonder gebruikmaking van het abonnement. De vergoeding wordt aan de betrokkene toegekend voor zover daarmee, de voor hem ten laste blijvende kosten niet worden overschreden. Voor het bepalen van de voor de betrokkene ten laste blijvende kosten wordt rekening gehouden met:
Indien de bestemming van de dienstreis niet bereikbaar is met het openbaar vervoer1 en er geen andere reisfaciliteit door de werkgever beschikbaar is gesteld, kan in overleg met de leidinggevende gebruik gemaakt worden van een eigen middel van vervoer. Indien de ambtenaar voor de dienstreis gebruik maakt van een eigen middel van vervoer, wordt hiervoor een vergoeding verleend volgens het normbedrag zoals dat is vastgesteld in de Reisregeling Binnenland (BZK). Het belaste gedeelte van dit normbedrag wordt onder de vrije ruimte van de werkkostenregeling gebracht. Het netto-equivalent wordt vastgesteld op basis van het (meest voorkomende) 42% tarief.
De ambtenaar, die gebruik maakt van een eigen middel van vervoer zijnde auto, motorrijwiel of bromfiets dient verzekerd te zijn krachtens de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen.
Gedeputeerde Staten kunnen de ambtenaar, die veelvuldig dienstreizen moet maken binnen de provincie Overijssel, schriftelijk toestaan op kosten van de provincie gebruik te maken van eigen middelen van vervoer, te weten een auto, motorrijwiel of (brom)fiets, indien de dienstreis niet op doelmatige wijze met openbaar vervoer kan worden gemaakt.
Indien de dienstreis weliswaar op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden gemaakt maar de ambtenaar toch gebruik maakt van eigen middelen van vervoer ontvangt hij een kilometervergoeding volgens het daartoe strekkende normbedrag zoals dat is vastgesteld in de Reisregeling Binnenland (BZK).
De verblijfkosten verband houdende met dienstreizen worden vergoed tot de werkelijke uitgaven waarbij de vergoeding gemaximeerd is op de normbedragen zoals die zijn vastgesteld in de Reisregeling Binnenland (BZK).
In afwijking van het bepaalde in artikel 12, tweede lid, ontvangt de ambtenaar die gedetacheerd is slechts een vergoeding voor de overige kosten ten bedrage van de helft van €0,91 indien zijn dagelijkse reistijd met ten minste een uur is toegenomen of ter plaatse niet is voorzien in de verstrekking van koffie of thee.
REIS- EN VERBLIJFKOSTENDECLARATIE
Het declareren van de in deze regeling bedoelde reis- en verblijfkosten geschiedt op de door de salarisadministratie voorgeschreven wijze.
Indien voor de dienstreis reeds in enigerlei vorm van provinciewege in de reis- en/of verblijfkosten is voorzien, heeft de ambtenaar slechts aanspraak op een vergoeding tot het bedrag waarmee de vergoeding ingevolge deze regeling de eerstbedoelde vergoeding te boven gaat.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2018-87.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.