Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 30 oktober 2018, nr. 81DD453E tot wijziging van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016 (SVNL2016)

Gedeputeerde staten van Utrecht;

 

Gelet op artikel 4.1 van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016 en de artikelen 105, 143, 145 en 152 van de Provinciewet;

 

Overwegende dat met ingang van 16 juni 2015 de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016 van kracht is geworden;

 

Overwegende dat het wenselijk is om om de verordening een aantal wijzigingen aan te brengen;

Besluiten:

Artikel I

De Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer provincie Utrecht 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

In de preambule wordt na de zin “Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van (17-3-2015, 811113A7)” een alinea ingevoegd luidende:

Overwegende dat de Richtsnoeren van de Europese Unie voor Staatssteun in de Landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 (PB EU 2014/C204/01) van toepassing zijn op (de uitvoering van) deze verordening;

 

B.

 

In artikel 1.1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    In onderdeel d. wordt “cluster van beheeractiviteiten” vervangen door: beheeractiviteit.

  • 2.

    De onderdelen l. tot en met cc. worden geletterd m. tot en met dd.

  • 3.

    Er wordt een onderdeel ingevoegd luidende:

    • I.

      landbouwsteunkader: Richtsnoeren van de Europese unie voor staatssteun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 (PB EU 2014/C204/01);

  • 4.

    In onderdeel v wordt “begrensd” vervangen door: aangeduid.

  • 5.

    In onderdeel aa wordt “zoals” vervangen door: als.

C.

 

In artikel 1.8, eerste lid, wordt “kunnen besluiten tot” vervangen door: besluiten op een aanvraag om.

 

D.

 

Artikel 1.9 komt te luiden:

Subsidie wordt geweigerd voor zover voor het natuurterrein of het gedeelte van het leefgebied waarvoor subsidie is aangevraagd voor dezelfde periode of een deel van die periode al op grond van deze of enige andere regeling een subsidie is verstrekt met betrekking tot agrarisch natuurbeheer of natuurbeheer.

 

E.

 

In artikel 2.1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    In het eerste lid, onderdeel c, wordt “bestaande uit” vervangen door: met als leden.

  • 2.

    In het tweede lid, onderdeel a, wordt de komma vervangen door een puntkomma.

F.

 

In artikel 2.3 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

    • b.

      de subsidieaanvrager een privaatrechtelijke rechtspersoon is die kennelijk is opgericht ten behoeve van het beheer van grond of water, waarvan de eigendom geheel of gedeeltelijk berust bij de rechtspersoon, bedoeld onder a of een publiekrechtelijke rechtspersoon, niet zijnde Staatsbosbeheer;

  • 2.

    In het eerste lid, onderdeel c, wordt “de Communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU 2014/C 249/01)” vervangen door: het landbouwsteunkader.

G.

 

Artikel 2.4, vierde lid, komt te luiden:

  • 4.

    De vaartoeslag wordt slechts verstrekt in aanvulling op de subsidie die de subsidieontvanger ontvangt voor het beheer van natuurbeheertypen en landschapsbeheertypen.

H.

 

Artikel 2.5, zesde lid, vervalt.

 

I.

 

In artikel 2.6, eerste lid, wordt “subsidie” vervangen door: subsidiabele kosten.

 

J.

 

In artikel 2.9 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    Het vierde lid, onderdeel a, komt te luiden:

    • a.

      sluiting nodig is bij of krachtens de Wet natuurbescherming;

  • 2.

    In het vierde lid, onderdeel c, wordt de komma vervangen door een puntkomma.

K.

 

In artikel 2.13 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    In het tweede lid, onderdeel a, wordt de komma vervangen door een puntkomma.

  • 2.

    Het vierde lid vervalt.

L.

 

Na artikel 2.14 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 2.15 Transparantie

Ten aanzien van subsidie die op grond van deze paragraaf wordt verleend maken Gedeputeerde Staten binnen zes maanden na de datum van subsidieverlening de volgende gegevens bekend:

  • a.

    de gegevens, bedoeld in deel I, paragraaf 3.7, onderdeel 128, onder a en b van het landbouwsteunkader; en

  • b.

    de gegevens, bedoeld in deel I, paragraaf 3.7, onderdeel 128, onder c van het landbouwsteunkader, voor zover de individuele steun meer bedraagt dan:

    • 1°.

      € 60.000 voor begunstigden die actief zijn in de primaire landbouwproductie; of

    • 2°.

      € 500.000 voor begunstigden in de sectoren van de verwerking van landbouwproducten, de afzet van landbouwproducten, de bosbouwsector of activiteiten die buiten het toepassingsgebied van artikel 42 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vallen.

M.

 

In artikel 3.4 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    Het eerste lid, onderdeel c, onder 2°. komt te luiden:

    • per leefgebied of onderdeel van het leefgebied een projectomschrijving op het niveau van beheerfunctie, een en ander afhankelijk van het gekozen abstractieniveau voor de beoordelingscriteria voor gebiedscriteria in het natuurbeheerplan;

  • 2.

    Het tweede lid alsmede de aanduiding “1.” Voor het eerste lid komen te vervallen.

N.

 

In artikel 3.7, tweede lid, wordt “artikel 3.4, eerste lid, onder c, vierde onderdeel” vervangen door: artikel 3.4, onderdeel c, onder 4°.

 

O.

 

In artikel 3.11 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    Onderdeel c. komt te luiden:

    • c.

      de gekozen beheeractiviteit of combinatie van beheeractiviteiten past bij de beheerfunctie zoals beschikt en het bijbehorende leefgebied zoals aangewezen in het natuurbeheerplan;

  • 2.

    In onderdeel m. wordt de punt vervangen door een puntkomma.

  • 3.

    In onderdeel n. komen de subonderdelen 1° tot en met 7° te vervallen.

  • 4.

    In onderdeel p. wordt na de puntkomma toegevoegd: en

P.

 

Artikel 3.12, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5.

    De hoogte van het voorschot wordt bepaald door per leefgebied het totaal aantal subsidiabele hectares waarvoor daadwerkelijk subsidiabele beheeractiviteiten zijn uitgevoerd, te vermenigvuldigen met de voor het betreffende leefgebied geldende gemiddelde kosten per hectare leefgebied, bedoeld in artikel 3.7, tweede lid, en de daaruit resulterende bedragen bijelkaar op te tellen.

Q.

 

In artikel 3.13 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    In het tweede lid, onderdeel a, wordt de komma vervangen door een puntkomma.

  • 2.

    In het tweede lid, onderdeel b, wordt de komma vervangen door een puntkomma.

  • 3.

    In het tweede lid, onderdeel c, wordt de komma vervangen door een puntkomma.

  • 4.

    In het tweede lid, onderdeel d, wordt de komma vervangen door een puntkomma.

  • 5.

    In het derde lid, onderdeel a, wordt de komma vervangen door een puntkomma.

  • 6.

    In het vierde lid wordt “artikel 3.4, eerste lid onder c ten 4°” vervangen door: artikel 3.4, onderdeel c, onder 4°.

  • 7.

    In het zesde lid wordt “artikel 3.4, eerste lid, sub a, sub b en sub c ten 1° en 4°” vervangen door: artikel 3.4, onderdelen a en b en onderdeel c onder 1° en 4°.

R.

In artikel 3.14, eerste lid, wordt “naar aanleiding van” vervangen door: waarbij tevens wordt beslist op.

 

S.

In bijlage 3 wordt “htpp://www.portaalnatuurenlandschap.nl” vervangen door: https://www.bij12.nl/onderwerpen/natuur-en-landschap/subsidiestelsel-natuur-en-landschap

 

T.

In bijlage 4 wordt “htpp://www.portaalnatuurenlandschap.nl” vervangen door: https://www.bij12.nl/onderwerpen/natuur-en-landschap/subsidiestelsel-natuur-en-landschap

 

U.

De tabel bij bijlage 5 komt als volgt te luiden:

 

verplichting

Uiterste meldingstermijnen als bedoeld in artikel 3.11 aanhef en onder d en n SVNL’16.

Korting met 1% per werkdag op grond van artikel 2.14, derde lid Beleidsregels verlagen subsidie POP indien deze termijnen worden overschreden:

Jaarbetaling 0% als bedoeld in art. 2.14, vierde lid Beleidsregels verlagen subsidie POP indien later wordt gemeld dan:

1

Opvoeren nieuwe activiteiten c.q. wijzigen van activiteiten (art 3.11.d)

 

periode verlengen (=verlengen rustperiode of inundatieperiode)

 

 

 

 

periode verkorten (=verkorten of naar voren halen rustperiode of inundatieperiode

 

Opvoeren c.q. wijzigen startdatum1

14 kalenderdagen voor het starten van de activiteit

 

5 werkdagen voor de oorspronkelijke einddatum, waarbij de termijn tussen datum van wijzigen en de nieuwe einddatum ten minste 14 kalenderdagen bedraagt

 

 

14 kalenderdagen voor de nieuwe einddatum

 

 

 

5 werkdagen voor de (nieuwe) startdatum

Daags vóór de start van de activiteit

 

Daags vóór de oorspronkelijke einddatum

 

 

 

 

 

 

Daags vóór de nieuwe einddatum

 

 

 

Daags vóór de (nieuwe) startdatum

2

Melden uitgevoerde activiteiten (art.3.11 n)

 

Activiteit 5 (melden van nestenclaves en plaatsen nestbeschermer)

 

Activiteit 5 (melden van startdatum rustperiode)2

 

Activiteit 6 (bemesten met ruige stalmest)

 

Activiteit 16 (schoonmaken van watergangen)

 

Activiteit 22 (snoeien)

 

 

 

 

 

Activiteit 23 (maaien en/of schonen)

 

Activiteit 26 (spuiten van bagger)

 

Activiteit 30 (onderwerken gewasresten)

 

 

 

5 werkdagen na uitvoering

 

 

5 werkdagen na startdatum rustperiode

 

 

14 kalenderdagen na uitvoering

 

 

14 kalenderdagen na uitvoering

 

 

14 kalenderdagen na uitvoering, doch uiterlijk 15 maart (m.b.t. snoeien in de periode 16 juli jaar x-1 tot 15 maart jaar x)

 

 

14 kalenderdagen na uitvoering

 

 

14 kalenderdagen na uitvoering

 

 

14 kalenderdagen na uitvoering

 

 

 

14 kalenderdagen na uitvoering

 

5 werkdagen na startdatum rustperiode

 

 

28 kalenderdagen na uitvoering

 

28 kalenderdagen na uitvoering

 

28 kalenderdagen na uitvoering, doch uiterlijk 28 maart (m.b.t. snoeien in de periode 16 juli jaar x-1 tot 15 maart jaar x)

 

28 kalenderdagen na uitvoering

 

28 kalenderdagen na uitvoering

 

28 kalenderdagen na uitvoering

1 Het opvoeren van de startdatum van de rustperiode in het kader van activiteit 5 valt hier niet onder. Een eventuele wijziging van de startdatum wél.

2 Melding is niet nodig indien de startdatum van de rustperiode al gedefinieerd is.

Artikel II
  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van het Provinciaal blad waarin zij geplaatst wordt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid treden onderdelen B onder 1., K onder 2, M, O onder 1 en U van artikel I in werking op 1 januari 2018.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid treedt onderdeel L van artikel I in werking op 1 juli 2016.

     

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 30 oktober 2018.

Gedeputeerde staten van Utrecht

Voorzitter

Secretaris

TOELICHTING

 

ARTIKEL I

A (preambule)

 

Een verwijzing naar de Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 (PB EU 2014/C204/01) opgenomen, aangezien deze Richtsnoeren een kader zijn voor deze regeling.

B (artikel 1.1)

 

Vanaf het beheerjaar 2018 worden binnen het agrarisch natuur- en landschapsbeheer geen ‘clusters van beheeractiviteiten’ meer toegepast. De verwijzingen naar deze clusters in de regeling worden derhalve verwijderd.

 

Een definitie van het landbouwsteunkader is toegevoegd, om de leesbaarheid van artikelen 2.3, eerste lid, onderdeel b en 2.15 – waarin naar dit steunkader wordt verwezen – te verbeteren.

 

‘Begrensd’ wordt vervangen door ‘aangeduid’, aangezien dit beter aansluit op hoe typen op de kaart worden weergegeven. Deze wijziging wordt ook in het model van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap provincie Utrecht doorgevoerd.

C (artikel 1.8)

 

‘Kunnen’ impliceert dat de Gedeputeerde Staten ook de keuze hebben om zich te onthouden van het maken van enige beslissing. Om verwarring te voorkomen wordt de zinsnede daarom aangepast naar: ‘Gedeputeerde Staten besluiten op een aanvraag om afgifte van de volgende certificaten’.

D (artikel 1.9)

 

Hoofddoel van dit artikel is dat geen overlap tussen subsidies bestaat. De oude formulering van dit artikel leek breder te zijn geformuleerd dan noodzakelijk voor dit doel. Om die reden is ‘voor dezelfde periode of een deel van die periode’ toegevoegd.

E (artikel 2.1)

 

Deze wijziging is taalkundig van aard. Een vereniging bestaat niet uit natuurlijke personen of rechtspersonen, maar heeft leden welke natuurlijke personen of rechtspersonen kunnen zijn.

F (artikel 2.3)

 

Staatsbosbeheer is op grond van de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer een publiekrechtelijk rechtspersoon. De toevoeging van ‘niet zijnde Staatsbosbeheer’ voorkomt dat bepaalde erfpachters van Staatsbosbeheer niet in aanmerking kunnen komen voor subsidie op grond van de SVNL.

G (artikel 2.4)

 

De vaartoeslag geldt niet alleen voor natuurbeheertypen, maar ook voor landschapsbeheertypen. Het vierde lid van artikel 2.4 is in dat kader gewijzigd.

H (artikel 2.5)

 

Dit zesde lid is geschrapt, aangezien hetzelfde wordt bepaald in artikel 2.5, derde lid.

I (artikel 2.6)

 

De hoogte van de subsidie is afhankelijk van een beoordeling van de aanvraag. Daarbij kunnen zaken afgewezen worden. De reden van afwijzing hoeft niet altijd uit het openstellingsbesluit voort te vloeien. De term ‘subsidiabele kosten’ wordt daarom gehanteerd.

J. (artikel 2.9)

 

De Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998 bestaan niet meer. De verwijzing naar deze wetgeving is daarom verwijderd.

K. (artikel 2.13)

 

Aangezien het openstellingsbesluit voor 2018 al is vastgesteld, wordt dit lid verwijderd.

L. (artikel 2.15)

 

Door de Nederlandse autoriteiten is tegenover de Europese Commissie toegezegd dat zij de krachtens punt (128) van de Landbouwrichtsnoeren vereiste informatie over verleende steun onder de SVNL uiterlijk binnen zes maanden vanaf de datum van toekenning van steun bekend zullen maken. Deze verplichting geldt voor steunverleningen vanaf 1 juli 2016.

 

Voor de te publiceren gegevens onder c van punt (128) kan een ontheffing worden verleend. Deze mogelijkheid tot ontheffing is opgenomen in artikel 2.15 SVNL. De gegevens als genoemd onder c van (128) van de Landbouwrichtsnoeren ten aanzien van steunverleningen onder de genoemde drempelbedragen, hoeven daardoor niet te worden gepubliceerd.

M. (artikel 3.4)

 

Voor het beheerjaar 2016 was in artikel 3.4, tweede lid, een vangnet opgenomen voor aanvragers die nog niet de beschikking hadden over een certificaat agrarisch natuurbeheer, maar dit certificaat al wel hadden aangevraagd. Alle bestaande collectieven zijn inmiddels gecertificeerd. Voor nieuwe collectieven is voldoende duidelijk wat de eisen zijn voor certificering. Ook kan een certificaat binnen een redelijke termijn worden verkregen. Het tweede lid is derhalve niet meer noodzakelijk en vervalt.

O. (artikel 3.11)

 

In het licht van de aanpassing van de berekening van het voorschot per leefgebied, wordt dit artikel 3.12, vijfde lid, aangepast.

R. (artikel 3.14)

 

De zinsnede ‘naar aanleiding van’ wordt vervangen door ‘waarbij tevens beslist wordt op’. ‘Naar aanleiding van’ impliceert namelijk dat een actie van de begunstigde nodig is. Dat is niet correct, omdat de vaststelling ambtshalve plaatsvindt.

S. (bijlagen 1 en 2)

 

Deze bijlagen zijn inhoudelijk niet gewijzigd. Conform de indeling van regeling is de volgorde van de bijlagen aangepast.

T. (bijlage 3)

 

De koppeltabel als bedoeld in artikel 1.1 van de SVNL is geplaatst op een andere website. De link in deze bijlage is daarom gewijzigd.

U. (bijlage 4)

 

Het overzicht met de maximale vergoedingen is geplaatst op een andere website. De link in deze bijlage is daarom gewijzigd.

V. (bijlage 5)

 

Activiteit 5 (melden van startdatum rustperiode) ontbrak in de tabel, en is om die reden opgenomen. Melding van de startdatum van de rustperiode is niet nodig indien de startdatum van de rustperiode al gedefinieerd is.

ARTIKEL II

 

De wijzigingen die per 1 januari 2018 worden doorgevoerd hebben voornamelijk betrekking op de zogenaamde clusters van beheeractiviteiten. Dit betreft technische wijzigingen, omdat de clusters al per 1 januari 2018 zijn komen te vervallen.

 

Artikel 2.15 treedt met terugwerkende kracht per 1 januari 2016 in werking, wat betekent dat provincies per 1 januari 2016 van de ontheffingsmogelijkheid van artikel 2.15 gebruik kunnen maken.

Naar boven