Referendumverordening Provincie Limburg 2018

Provinciale Staten van Limburg,

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet bekend de nieuwe integrale tekst van:

 

Referendumverordening provincie Limburg 2018

 

Hoofdstuk 1 Onderwerp van een referendum

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    referendum: een volksstemming waarbij stemgerechtigden zich uitspreken over een (voorgenomen) besluit van Provinciale Staten.

  • b.

    stemgerechtigden: personen die 6 weken voor de datum van het referendum ingezetene zijn van de provincie Limburg, mits zij Nederlander zijn en op de dag van het referendum de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt;

  • c.

    besluit: een beslissing in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van het bevoegde gezag Provinciale Staten van Limburg.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1.

    Een referendum kan worden gehouden over een voornemen tot besluit met grote maatschappelijke, economische, milieuhygiënische of ruimtelijke gevolgen voor de provincie Limburg of haar inwoners, dan wel voor een specifieke regio van de provincie Limburg respectievelijk haar inwoners, met dien verstande dat over een besluit slechts eenmaal een referendum kan worden gehouden.

  • 2.

    Géén referendum kan worden gehouden over een voornemen tot besluit als bedoeld in lid 1 indien:

    • a.

      het besluit strekt tot uitvoering van verdragen of besluiten van volkenrechtelijke organisaties;

    • b.

      het besluit strekt tot uitvoering van besluiten van het Rijk;

    • c.

      het besluit uitsluitend strekt tot uitvoering van een wet of besluit voor zover die wet of dat besluit strekt tot uitvoering van verdragen of besluiten van volkenrechtelijke organisaties;

    • d.

      Provinciale Staten bij het nemen van het besluit geen ruimte hebben voor het maken van keuzen van beleidsinhoudelijke aard;

    • e.

      het besluit uitsluitend strekt tot intrekking van een besluit naar aanleiding van een daarover gehouden referendum;

    • f.

      het besluit uitsluitend betrekking heeft op de rechtspositie van ambtsdragers of gewezen ambtsdragers als zodanig dan wel hun nagelaten betrekkingen of rechthebbenden;

    • g.

      het besluit uitsluitend betrekking heeft op de provinciale belastingen, bedoeld in hoofdstuk XV van de Provinciewet;

    • h.

      het belang van het besluit niet opweegt tegen de verantwoordelijkheid van de provincie voor kwetsbare groepen en hun plaats in de samenleving.

Artikel 3 Raadplegend referendum op initiatief van Provinciale Staten

  • 1.

    Provinciale Staten kunnen besluiten tot het houden van een referendum over een voorgenomen besluit zoals omschreven in artikel 2.

  • 2.

    Een besluit als bedoeld in het eerste lid vindt plaats op basis van een schriftelijk voorstel dat tenminste 10 dagen voor de eerstvolgende Statenvergadering wordt toegestuurd aan Provinciale Staten.

Artikel 4 Raadgevend referendum op initiatief van Limburgse ingezetenen

Limburgse ingezetenen kunnen een verzoek indienen tot het houden van een referendum over een door Provinciale Staten te nemen besluit als bedoeld in artikel 2, eerste lid, mits zij Nederlander zijn en op de dag van de indiening van het verzoek de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt.

Hoofdstuk 2 De aanvraag procedure van het raadgevend referendum

Artikel 5 Inleidend verzoek

  • 1.

    Limburgse ingezetenen kunnen een inleidend verzoek indienen tot het houden van een referendum over een door Provinciale Staten te nemen besluit, mits zij Nederlander zijn en op de dag van de indiening van het inleiding verzoek de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt.

  • 2.

    Het inleidende verzoek moet schriftelijk bij Provinciale Staten worden ingediend. Het verzoek moet worden ondersteund door minimaal 1000 ingezetenen van Limburg die Nederlander zijn en op het moment van indiening van het inleidende verzoek de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt.

  • 3.

    In het verzoek wordt aangegeven om welk te nemen voornemen tot besluit van Provinciale Staten, of project in de ontwerpfase het gaat. Het verzoek gaat vergezeld van een handtekening van elk verzoeker, met een opgave van diens naam, adres, woonplaats, geboortedatum.

  • 4.

    Voor de vermelding van de in het derde lid bedoelde gegevens stelt het Presidium een format vast.

  • 5.

    De Griffier regelt de ondersteuning van de verzoekers in het gehele traject, van indiening (inleidend verzoek), formulering vraagstelling tot en met het definitieve verzoek.

Artikel 6 Beslissing op het inleidende verzoek

  • 1.

    Provinciale Staten beslissen op het inleidende verzoek uiterlijk in hun vergadering waarin het te nemen besluit dat onderwerp van het gewenste referendum vormt is geagendeerd en bepalen:

    • a.

      of het inleidende verzoek een besluit betreft waarover, gelet op het bepaalde in artikel 2, een referendum kan worden gehouden, en

    • b.

      of het inleidende verzoek voldoet aan de in artikel 2, 4 en 5 van deze verordening gestelde eisen.

  • 2.

    Provinciale Staten kunnen de beslissing, bedoeld in het eerste lid, verdagen tot hun eerstvolgende vergadering.

  • 3.

    Indien Provinciale Staten besluiten dat aan de vereisten voor het indienen van inleidend verzoek is voldaan (artikel 2, 4 en 5 van deze verordening), houden Provinciale Staten hun besluitvorming omtrent onderwerp van het referendum aan.

  • 4.

    De beslissing, bedoeld in het eerste lid, wordt binnen zeven dagen na de vergadering van Provinciale Staten publiekelijk bekend gemaakt.

Artikel 7 Steunverwerving en besluit definitief verzoek

  • 1.

    Ingezetenen van Limburg kunnen bij Provinciale Staten een definitief verzoek indienen voor het houden van een referendum binnen ten hoogste tien weken na de bekendmaking, bedoeld in artikel 6, vierde lid, mits zij Nederlander zijn en op de dag van de indiening van het definitieve verzoek de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt.

  • 2.

    Het definitieve verzoek moet worden ondersteund door minimaal 27.500 ingezetenen van Limburg die Nederlander zijn en op de dag van de indiening van het definitieve verzoek de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt.

  • 3.

    In het verzoek wordt aangegeven om welk voornemen tot besluit van Provinciale Staten het gaat. Het verzoek gaat vergezeld van een handtekening van elke verzoeker, met opgave van diens naam, adres, woonplaats, geboortedatum en BSN-nummer.

  • 4.

    Voor de vermelding van de in het derde lid bedoelde gegevens stelt het Presidium een format vast.

  • 5.

    Indien het verzoek voldoet aan de hiervoor gestelde eisen (artikel 2, 4, 5, 6, 7) van deze verordening), nemen Provinciale Staten uiterlijk binnen 6 weken na de dag van ontvangst van het definitieve verzoek een besluit over het houden van een raadgevend referendum.

  • 6.

    Provinciale Staten stellen in dezelfde vergadering een drempel vast voor het bepalen van de geldigheid van de uitslag van het referendum met dien verstande dat tenminste 15% van het aantal stemgerechtigden als bedoeld in artikel 1 van deze verordening een geldige stem hebben uitgebracht.

Hoofdstuk 3 De procedure van het referendum

Artikel 8 Datum en periode

  • 1.

    Provinciale Staten stellen tegelijk met het besluit op basis van artikel 3, eerste lid, of artikel 7, zesde lid, de dag dan wel de periode vast waarop het referendum wordt gehouden, met dien verstande dat het referendum niet later plaatsvindt dan uiterlijk 4 maanden na de dag waarop Provinciale Staten besloten hebben tot het houden van een referendum.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kunnen Provinciale Staten besluiten om het referendum te laten plaatsvinden gelijktijdig met verkiezingen voor de gemeenteraad, Provinciale Staten, de Tweede Kamer der StatenGeneraal of het Europees Parlement, met dien verstande dat de uiterste datum waarop het referendum plaatsvindt een half jaar na het besluit op basis van artikel 3, eerste lid, of artikel 7, zesde lid, ligt.

  • 3.

    Er kunnen meerdere referenda op dezelfde dag dan wel periode worden gehouden.

Artikel 9 Vraagstelling

  • 1.

    Bij een raadplegend referendum stellen Provinciale Staten ten minste tien weken voor het te houden referendum de formulering van de vraagstelling en de antwoord mogelijkheden van het referendum vast.

  • 2.

    Bij een raadgevend referendum geldt artikel 5, lid 5.

Artikel 10 Uitvoering

  • 1.

    Gedeputeerde Staten zijn belast met de uitvoering van het besluit van Provinciale Staten tot het houden van een referendum. Gedeputeerde Staten regelen de bestuurlijke en ambtelijke coördinatie en kunnen andere bestuursorganen, instanties of personen inschakelen.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten zijn tevens belast met het zorgdragen voor een neutrale informatievoorziening.

Artikel 11 Budget

  • 1.

    Provinciale Staten stellen, nadat is besloten na indiening van het inleidend verzoek tot het houden van een referendum, een budget beschikbaar voor voorlichting, organisatie en ondersteuning aan verzoekers van het raadgevend referendum.

  • 2.

    Er wordt geen subsidie aan initiatiefnemers of belangengroeperingen verleend voor een campagnebudget. Deze kosten zullen de initiatiefnemers en groeperingen zelf moeten dragen.

Artikel 12 De stemming

  • 1.

    Stemgerechtigd zijn personen die 6 weken voor de datum van het referendum ingezetene zijn van de provincie Limburg, mits zij Nederlander zijn en op de dag van het referendum de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt.

  • 2.

    Aan de stemgerechtigden wordt uitsluitend de vraag voorgelegd of zij vóór of tegen de beslissing zijn.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten stellen vast op welke wijze er gestemd wordt.

Artikel 13 De geldigheid van de uitslag

  • 1.

    Gedeputeerde Staten delen Provinciale Staten de uitslag van de stemming mee.

  • 2.

    Provinciale Staten stellen de uitslag van het referendum vast binnen 1 week na stemming.

  • 3.

    De uitslag van een referendum is voor de leden van Provinciale Staten richtinggevend. De uitslag is niet bindend, maar geldt als een dringend advies van de burgers aan Provinciale Staten.

  • 4.

    De uitslag, bedoeld in het tweede lid, wordt binnen zeven dagen na de vergadering van Provinciale Staten publiekelijk bekend gemaakt.

Artikel 14 De besluitvorming naar aanleiding van de uitslag

Provinciale Staten besluiten uiterlijk binnen 6 weken na de dag van het referendum over het voornemen tot besluit dat onderwerp was van het referendum.

Hoofdstuk 4 Straf- en slotbepalingen

Artikel 15 Strafbepaling

Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt bestraft degene die:

  • a.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • b.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken, dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft;

  • c.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten voorhanden heeft met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • d.

    als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in het provinciale blad.

Artikel 17 Evaluatie

  • 1.

    Binnen zes maanden na de dag van het eerst gehouden referendum op basis van deze verordening dan wel na afloop van de periode waarin dit eerste referendum is gehouden, houden Provinciale Staten een evaluatie van dit referendum.

  • 2.

    Drie jaar na inwerkingtreding van deze verordening wordt de werking van deze verordening geëvalueerd.

Artikel 18 Overgangsbepaling

Op beslissingen als omschreven in artikel 2 die naar het oordeel van Provinciale Staten hun grondslag vinden in een beslissing die is genomen vóór de inwerkingtreding, is deze verordening niet van toepassing.

Artikel 19 Uitzonderingen op deze verordening

Daar waar deze verordening niet in voorziet, beslist het Presidium.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Referendumverordening Provincie Limburg 2018.

Behoort bij besluit P-18-014 van Provinciale Staten van Limburg d.d. 9 november 2018.

Provinciale Staten voornoemd

de voorzitter,

de heer drs. Th.J.F.M. Bovens

de griffier,

mevrouw. drs. J.J. Braam

De secretaris van Gedeputeerde Staten van Limburg,

De heer drs. G.H.E. Derks MPA

Naar boven