Algemeen Plafondbesluit 2019

Bekendmaking van het besluit van 13 november 2018 - zaaknummer 2018-012936

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Gelet op artikel 4:25, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Gelderland 2016;

 

Besluiten

Het Algemeen Plafondbesluit 2019 voor de Regels Ruimte voor Gelderland 2016 (RRvG) als volgt vast te stellen:

 

 

Artikel 1 Plafonds van Hoofdstuk 2 RRVG 2016

 

De subsidieplafonds tot en met 31 december 2019 ten aanzien van hoofdstuk 2 RRvG als volgt vast te stellen:

  • a.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 2.2 (ten behoeve van Ontwikkeling forten) een bedrag van € 0.

  • b.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 2.3 (ten behoeve van Gebiedsontwikkeling) een bedrag van € 0.

  • c.

    Voor subsidies op grond van artikel 2.4.1 (ten behoeve van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap) onder aanhef, en onder a en b een bedrag van € 175.000 en onder aanhef, en onder c, een bedrag van € 1.000.000,-

  • d.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 2.8 (ten behoeve van Steengoed benutten: Uitvoeringsgereed en realiseren) een bedrag van € 4.000.000,-

  • e.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 2.14 (ten behoeve van Beleef Het Apeldoorns Kanaal) een bedrag van € 2.716.700,-

 

 

Artikel 2 Plafonds van Hoofdstuk 3 RRvG 2016

 

De subsidieplafonds tot en met 31 december 2019 ten aanzien van hoofdstuk 3 RRvG als volgt vast te stellen:

  • a.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 3.3 (ten behoeve van Lokale hernieuwbare energieprojecten en participatie door natuurlijke personen, rechtspersonen zonder winstoogmerk en VvE’s) een bedrag van € 750.000,-

  • b.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 3.4 (Scan VvE) een bedrag van € 100.000,-

  • c.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 3.5 (ten behoeve van Stimulering energiebesparing bij bedrijven en instellingen via EPK) een bedrag van € 2.000.000,-

  • d.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 3.6 (ten behoeve van Bodemverontreinigingsgegevens op Orde) een bedrag van € 150.000,-

  • e.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 3.7 (ten behoeve van de Ondergrond in beeld ten behoeve van ruimtelijke ontwikkeling) een bedrag van € 200.000,-

  • f.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 3.8 (ten behoeve van Omgevingsveiligheid) een bedrag van € 526.000,-

  • g.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 3.11 (ten behoeve van Voorfinanciering Ontwikkelkosten) een bedrag van € 1.000.000,-

  • h.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 3.12 (ten behoeve van procesondersteuning Wijk van de Toekomst) een bedrag van € 1.600.000,-

  • i.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 3.13 (ten behoeve van Procesondersteuning VvE’s) een bedrag van € 500.000,-

  • j.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 3.14 (ten behoeve van Ondersteuning van gemeenten ten behoeve van toezicht op energiebesparing 2019) een bedrag van € 1.000.000,-

  • k.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 3.15 (ten behoeve van Energieloketten 2019) een bedrag van € 535.000,-

 

 

Artikel 3 Plafonds van Hoofdstuk 4 RRvG 2016

 

De subsidieplafonds tot en met 31 december 2019 ten aanzien van hoofdstuk 4 RRvG als volgt vast te stellen:

  • a.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 4.2 (ten behoeve van Landschap en biodiversiteit) een bedrag van € 1.300.000,-

  • b.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 4.3 (ten behoeve van Faunavoorzieningen) een bedrag van € 150.000,-

  • c.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 4.7 (ten behoeve van Rustgebieden voor ganzen) een bedrag van € 500.000,-

  • d.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 4.10 (ten behoeve van Inrichting agrarisch natuur- en landschapsbeheer) een bedrag van € 100.000,-

  • e.

    Voor subsidies op grond van artikel 4.11 (ten behoeve van Soortenmanagementplan) een bedrag van € 100.000,-

  • f.

    Voor subsidies op grond van artikel 4.12.1, eerste lid, onder a (ten behoeve Burgerbetrokkenheid bij natuur, groen en landschap (klein)) een bedrag van € 100.000,-

  • g.

    Voor subsidies op grond van artikel 4.12.1, eerste lid, onder a (ten behoeve Burgerbetrokkenheid bij natuur, groen en landschap) en onder b en c (Kennisdelen) een bedrag van € 250.000,-

  • h.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 4.13 (ten behoeve van Kennisontwikkeling- en overdracht duurzaam functioneren van de toplaag) een bedrag van € 1.000.000,-

 

Artikel 4 Plafonds van Hoofdstuk 5 RRvG 2016

 

De subsidieplafonds tot en met 31 december 2019 ten aanzien van hoofdstuk 5 RRvG als volgt vast te stellen:

  • a.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 5.2 (ten behoeve van Infrastructuurprojecten) een bedrag van € 0.

  • b.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 5.3 (ten behoeve van Openbaar vervoer) een bedrag van € 0.

  • c.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 5.8 (ten behoeve van Mobiliteitsprojecten) een bedrag van € 100.000,-

  • d.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 5.9 (ten behoeve van Logistiek en Goederenvervoer) een bedrag van € 1.000.000,-

  • e.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 5.11 (ten behoeve van Impuls goederenvervoer LNG-vrachtauto’s) een bedrag van € 300.000,-

  • f.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 5.13 (ten behoeve van Hoofdfietsnet) een bedrag van € 5.000.000,-

 

 

Artikel 5 Plafonds van Hoofdstuk 6 RRvG 2016

 

De subsidieplafonds tot en met 31 december 2019 ten aanzien van hoofdstuk 6 RRvG als volgt vast te stellen:

  • a.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.10 (ten behoeve van Versterking routes voor fietsen, wandelen, mountainbiken, paardrijden, mennen en varen) een bedrag van € 45.000,-

  • b.

    Voor subsidies op grond van artikel 6.11.1, aanhef en onder a (ten behoeve van Generieke Marketing voor en promotie van de provincie Gelderland) een bedrag van € 0.

  • c.

    Voor subsidies op grond van artikel 6.11.1, aanhef en onder b, (ten behoeve van Marketing voor en promotie van Gelderse regio’s ter bevordering van de vrije tijdseconomie) een bedrag van € 100.000,-

  • d.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.12 (ten behoeve van haalbaarheidsprojecten MKB) een bedrag van € 0.

  • e.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.12a (ten behoeve van MIT R&D-samenwerkingsprojecten) een bedrag van € 0.

  • f.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.13 (ten behoeve van slimme en schone demonstratiefabrieken) een bedrag van € 0.

  • g.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.15 (ten behoeve van Onderzoeksinfrastructuur voor economische activiteiten) een bedrag van € 0.

  • h.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.16 (Proeftuinen ten behoeve van marktintroducties) een bedrag van € 0.

  • i.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.18 (ten behoeve van Innovatieve starters Novio TechCampus) een bedrag van € 140.000,-

  • j.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.22, onder a (ten behoeve van Herstructureringsplannen) een bedrag van € 150.000,-

  • k.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.22, onder b, (ten behoeve van Herstructurering van een bedrijventerrein) een bedrag van € 1.500.000,-

  • l.

    Voor subsidies op grond van artikel 6.24 (ten behoeve van Samenwerking fysieke bedrijfsomgeving) een bedrag van € 75.000,-

  • m.

    Voor subsidies op grond van artikel 6.27.2, aanhef en onder a en b (ten behoeve van Verkleinen arbeidsmarktdiscrepanties) een bedrag van € 2.000.000,-

  • n.

    Voor subsidies op grond van artikel 6.27.2, aanhef en onder c (ten behoeve van Organiserend Vermogen) een bedrag van € 600.000,-

  • o.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.28 (ten behoeve van Regionale talentencentrum) een bedrag van €120.000,-

  • p.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.29 (ten behoeve van Regionaal Multisport-talenten-centrum) een bedrag van € 60.000,-

  • q.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 6.30 (ten behoeve van Versterken Jeugdopleiding), 6.31 (ten behoeve van Talenten als ambassadeur) en 6.33 (Evenwichtige scholing van sporttalenten) een bedrag van € 40.000,-

 

Artikel 6 Plafonds van Hoofdstuk 7 RRvG 2016

 

De subsidieplafonds tot en met 31 december 2019 ten aanzien van hoofdstuk 7 RRvG als volgt vast te stellen:

  • a.

    Voor subsidies op grond van artikel 7.2.1. (ten behoeve van Productie en festivals) ten behoeve van onderdeel a, een bedrag van € 0 voor onderdeel b, een bedrag van € 0 voor onderdeel c, een bedrag van € 0 en voor onderdeel d, een bedrag van € 0.

  • b.

    Voor subsidies op grond van artikel 7.3 (ten behoeve van talentontwikkeling van professionals) een bedrag van € 100.000,-

  • c.

    Voor subsidies op grond van artikel 7.4.1 (ten behoeve van Functioneel gebruik erfgoed) voor onderdeel a, een bedrag van € 500.000,- en voor onderdeel b een bedrag van € 7.890.000,-

  • d.

    Voor subsidies op grond van art. 7.5 (ten behoeve van Instandhouding gemeentelijke monumenten) een bedrag van € 1.300.000,-

  • e.

    Voor subsidies op grond van art. 7.6 (ten behoeve van Historische molens en stoomgemalen) een bedrag van € 300.000,-

  • f.

    Voor subsidies op grond van art. 7.7 (ten behoeve van Cultuur- en erfgoedpacten) een bedrag van € 680.000,-

  • g.

    Voor subsidies op grond van art. 7.8.1 (ten behoeve van Kleine musea en historische organisaties) voor onderdeel a, een bedrag van € 200.000,- en voor onderdeel b een bedrag van € 250.000,-

  • h.

    Voor subsidies op grond van art. 7.9.1. (ten behoeve van Middelgrote en grote musea en historische organisaties) voor onderdeel a, een bedrag van € 200.000,- voor onderdeel b een bedrag van € 200.000,- en voor onderdeel c een bedrag van € 200.000,-

  • i.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 7.10 (ten behoeve van Cultuur- en erfgoed participatie) een bedrag van € 300.000,-

  • j.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 7.11 (ten behoeve van Grote artistieke producties en festivals) voor onderdeel a, een bedrag van € 0 voor onderdeel b een bedrag van € 0 en voor onderdeel c een bedrag van € 0.

  • k.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 7.12 (ten behoeve van Kleine artistieke producties en festivals) een bedrag van € 0.

 

Artikel 7 Plafonds van Hoofdstuk 8 RRvG 2016

 

De subsidieplafonds tot en met 31 december 2019 ten aanzien van hoofdstuk 8 RRvG als volgt vast te stellen:

  • a.

    Voor subsidies op grond van artikel 8.1.2, aanhef en onder a tot en met e, (Sterk Bestuur) een bedrag van € 150.000,-

  • b.

    Voor subsidies op grond van artikel 8.1.2, aanhef en onder f (Sterk Bestuur) een bedrag van € 15.000,-

  • c.

    Voor subsidies op grond van paragraaf 8.2 (ten behoeve van Verwijdering drugsafval) een bedrag van € 0.

 

Artikel 8 De wijze van verdeling van de plafonds

 

  • 1.

    De verdeling van de middelen ten aanzien van de in dit besluit opgenomen artikelen vindt overeenkomstig artikel 1.3.2 van de Regels Ruimte voor Gelderland 2016, plaats op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Een aanvraag wordt in die volgorde opgenomen zodra zij volledig is.

 

Artikel 9 Inwerkingtreding

 

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 7 januari 2019.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, treden de leden h en i van artikel 2 in werking op d.d. 1 april 2019.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid, treden de leden a en b van artikel 1, de leden a en b van artikel 4, de leden b, d, e, f, g en h van artikel 5, de leden a, j en k van artikel 6 en lid c va artikel 7, in werking per 1 januari 2019.

 

Gepubliceerd te Arnhem

Gedeputeerde Staten van Gelderland

C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning

P.G.G. Hilhorst - secretaris

   

Meer informatie

Provincieloket, telefoonnummer (026) 359 99 99, e-mailadres: post@gelderland.nl.

 

Naar boven