Achtste wijzigingsregeling Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2014-2020

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant in hun hoedanigheid als managementautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid-Nederland 2014-2020;

 

Gelet op artikel 125, derde lid, van de Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013, houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006;

 

Gelet op artikel 5.2.2 van de Regeling Europese EZ-subsidies;

 

Overwegende dat de Managementautoriteit op 24 februari 2015 de Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2014-2020 heeft vastgesteld;

 

Overwegende het advies van het Comité van Toezicht om de investeringsprioriteit 1B1 “Versterking innovatiesysteem” opnieuw open te stellen;

 

Overwegende dat de Managementautoriteit de Subsidieregeling daartoe wenst te wijzigen;

 

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijzigingen

De Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2014-2020 wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

    Artikel 2.2 komt te luiden: Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op versterking van het innovatiesysteem, binnen de technologiedomeinen:

    • a.

      Logistiek;

    • b.

      Maintenance;

    • c.

      Biobased.

  • B.

    Artikel 2.3, eerste lid, onder c, komt te luiden:

    • c.

      het project is gericht op een crossover met een of meer internationale of nationale topclusters.

  • C.

    Onder vernummering van artikel 2.3, eerste lid, onder c, naar artikel 2.3, eerste lid, onder d, wordt in artikel 2.3, eerste lid, een nieuw onderdeel c ingevoegd, luidende:

    • c.

      het project past binnen:

      • i.

        het Inhoudelijk kader openstelling Logistiek, zoals opgenomen in bijlage 4; of

      • ii.

        het Inhoudelijk kader openstelling Biobased, zoals opgenomen in bijlage 5; of

      • iii.

        het Inhoudelijk kader openstelling Maintenance, zoals opgenomen in bijlage 6.

  • D.

    Artikel 2.5 wordt vervangen door:

    Artikel 2.5 Vereisten subsidieaanvraag

    • 1.

      Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 2.2, onder a en b, worden ingediend binnen de tenderperiode van 3 december 2018, vanaf 09.00 uur tot en met 7 juni 2019, tot 17.00 uur;

    • 2.

      Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 2.2, onder c, worden ingediend binnen de tenderperiode van 3 december 2018, vanaf 09.00 uur tot en met 13 maart 2019, tot 17.00 uur;

  • E.

    Artikel 2.6 komt te luiden: De Managementautoriteit stelt het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2.2, voor de tenderperiode, genoemd in artikel 2.5, vast op:

    • a.

      € 5000.000, voor subsidies als bedoeld in artikel 2.2, onder a;

    • b.

      € 5000.000, voor subsidies als bedoeld in artikel 2.2, onder b;

    • c.

      € 5000.000, voor subsidies als bedoeld in artikel 2.2, onder c.

  • F.

    Artikel 2.7, eerste lid, komt te luiden:

    • 1.

      De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 2.2, bedraagt 35% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 1.000.000.

  • H.

    De volgende bijlage wordt toegevoegd:

    Bijlage 4 Inhoudelijk kader openstelling Logistiek

 

Inhoudelijk kader openstelling Logistiek

Doelstelling van de openstelling is het versterken en verbreden van het Zuid-Nederlandse open innovatiesysteem in crossovers tussen de sector logistiek met de overige sectoren uit de regionale innovatie strategie, met een grotere deelname van het MKB daarin. Zuid-Nederland heeft binnen het topcluster logistiek vijffocusgebieden geïdentificeerd (zie bijlage): Cross Chain Control Centers, Service logistiek, Customs Management, Synchromodaliteit en Regierol van knooppunten. Daarnaast zijn er andere thema’s actueel geworden zoals retourlogistiek; of supply chain finance / blockchain in logistiek; of sustainability / green logistics; etc

Binnen 1B1 streeft Zuid naar versterking van het open innovatiesysteem door verdergaande samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen te stimuleren. Daarbinnen wordt ingezet op het versterken van de onderlinge relaties tussen het MKB en kennisinstellingen en grote bedrijven en in de gehele keten. Zuid-Nederland heeft een goede uitgangspositie qua open innovatie en ambieert een positie in de top 3 van meest innovatieve en competitieve regio’s van Europa. Hiertoe staat Zuid voor een aantal uitdagingen, m.n.:

Om als innovatieve regio voorop te blijven lopen, dient Zuid blijvend in te zetten op het versterken van het open innovatie ecosysteem. Het versterken van de positie van het MKB in het innovatiesysteem is noodzakelijk om de basis voor innovatie te verbreden.

 

Beschrijving openstelling Logistiek

In deze onderhavige openstelling wordt gericht op specifieke toepassingsgebieden. In overleg met de sector zijn 2 innovatieve kansen geïdentificeerd:

 

- Smart logistics

  • toepassing van IT-technologie, als data, AI, VR, AR etc.

  • toepassing van technology als robotisering etc

  • toepassing van mobility concepten als platooning, etc

 

Digitalisering en toepassen ICT zijn hierbij het uitgangspunt. Er kan gedacht worden aan diverse technieken die hierin kunnen worden uitgewerkt. Technieken die in de high tech en andere sectoren al regulier in gebruik zijn maar voor de logistiek nieuwe mogelikheiden biedt. Deze inzet en toepassingen kunnen juist in de logistiek voor een grote toegevoegde waarde zorgen.

 

- Sustainable en circular logistics;

Een andere uitdaging voor de logistieke sector is het thema duurzaamheid. Binnen de sector heeft de energietransitie een grote impact. Hierbij valt te denken aan elektrisch en schoner vervoer enerzijds maar ook betere benutting, verdergaande ketenregie, synchromodaliteit, en dergelijke anderzijds. In Zuid kan dmv inzet op 1B1 hier oplossingen voor gezocht worden.

 

Binnen 1B1 streeft Zuid naar versterking van het open innovatiesysteem door verdergaande samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen te stimuleren. Daarbinnen wordt ingezet op het versterken van de onderlinge relaties tussen het MKB en kennisinstellingen en grote bedrijven in de topclusters en in de supply chains. Een deelname van het MKB leidt, ceteris paribus, tot hogere uitgaven van onderzoek en ontwikkeling (en dus het inlopen van een deel van de achterstand op de EU2020-doelen hiervoor) en tot meer innovatie die bijdraagt aan inkomen, welzijn en milieu. De projecten die uitgevraagd worden dienen wel aan een bepaald schaalniveau te voldoen en inzicht geven in een business case die binnen afzienbare tijd rendabel is. Daarnaast biedt het project echt meerwaarde als het de gehele keten betrekt en ondersteunende onderwerpen in het systeem zoals human capital en specifiek voor de logistiek thema’s als imago, branding, marketing en acquisitie.

Om een succesvolle invulling te geven aan de beschreven uitdagingen dient (voorwaardelijk) de human capital op niveau te zijn. Ontwikkeling van slimme techniek met kennisinstellingen en bedrijven en de implementatie van deze slimme technieken in het logistieke ecosysteem eist hoog opgeleid personeel.

 

Type begunstigden: Begunstigden zijn het bedrijfsleven en kennisinstellingen in Zuid-Nederland (en daarbuiten met aantoonbare meerwaarde), mits de acties zijn gericht op crossovers. Binnen de activiteiten bij dit specifieke doel kunnen bijvoorbeeld ook gemeenten en intermediaire organisaties zoals bijvoorbeeld Campussen en ROM’s een ondersteunende rol vervullen, waarmee ook zij kunnen optreden als begunstigden.

Voorbeelden van acties

  • -

    Het ondersteunen van het MKB in de topclusters bij het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden met grote bedrijven en kennisinstellingen en met MKB-ondernemingen onderling.

  • -

    Ondersteuning voor living labs, proeftuinen e.d. waarin bedrijven en kennisinstellingen samenwerken aan innovaties (co-creaties / sharing / bundeling) die bijdragen aan de geïdentificeerde maatschappelijke uitdagingen. Een ideaal project of cluster van projecten omvat een primair domein uit de hoofdlijnen, met een toepassing uit één of meer toepassingsgebieden en maakt gebruik van één of meer systeemversterkende elementen uit de supporting lines.

 

  • H.

    De volgende bijlage wordt toegevoegd:

Bijlage 5 Inhoudelijk kader openstelling Biobased

 

Inhoudelijk kader openstelling Biobased

Het versterken en verbreden van het Zuid-Nederlandse open innovatiesysteem in crossovers tussen de sector Biobased met de overige sectoren uit de regionale innovatie strategie, met een grotere deelname van het MKB daarin. Uit een consultatie van de markt is het voorstel gekomen om dit thema te verbreden naar de actualiteit. De onderwerpen zijn tot stand gekomen vanuit de sector en maakt hierbij gebruik van de consulaties gedaan nationaal en internationaal. Onderstaande figuur geeft de specifieke hoofdlijnen, toepassingsgebieden en supportlijnen weer:

 

 

Binnen 1B1 streeft Zuid naar versterking van het open innovatiesysteem door verdergaande samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen te stimuleren. Daarbinnen wordt ingezet op het versterken van de onderlinge relaties tussen het MKB en kennisinstellingen en grote bedrijven en in de gehele keten. Zuid-Nederland heeft een goede uitgangspositie qua open innovatie en ambieert een positie in de top 3 van meest innovatieve en competitieve regio’s van Europa. Hiertoe staat Zuid voor een aantal uitdagingen, m.n.:

Om als innovatieve regio voorop te blijven lopen, dient Zuid blijvend in te zetten op het versterken van het open innovatie ecosysteem. Het versterken van de positie van het MKB in het innovatiesysteem is noodzakelijk om de basis voor innovatie te verbreden.

 

Beschrijving openstelling Biobased

In deze onderhavige openstelling wordt gericht op de twee hoofdlijnen van het bovenstaande innovatieprogramma:

 

Hoofdlijn: Biomassa als grondstof

Voor het sluiten van kringlopen is het cruciaal dat er in de toekomst andere bronnen van koolstof dan fossiele grondstoffen worden aangewend. In een biobased economy wordt er intensief gebruik gemaakt van biomassa als grondstof voor de productie van chemicaliën en materialen. Het gebruik van biomassa, suikers, lignine maar ook agrofood reststromen zijn hierbij van groot belang. Dit betreft zowel verse biomassa als biobased reststromen. Relevante technologieën zijn worden ingezet voor de productie van bijvoorbeeld biopolymeren, bio aromaten, eiwitten, farmaceutische verbindingen en toepassing van hernieuwbare grondstoffen in de bouwsector. Dit alles moet bijdragen aan het realiseren van een circulaire economie. De projecten moeten wel heel concreet richting toepassing en/of productontwikkeling gaan.

 

Hoofdlijn: Koolstof circulariteit in producten

De levenscyclus van polymeren eindigt typisch met verbranding, storten of dispersie in de omgeving en natuur. Het sluiten van de materialenkringloop (circulaire economie) zal een uiterst belangrijke rol spelen in de komende jaren. Uiteindelijk zal fossiel carbon, opgesloten in materialen, in de atmosfeer terecht komen als CO2. Ook microplastics en het lekken van additieven in de natuur zijn onderdeel van de plastic footprint. De transitie naar een circulaire economie vereist een herontwerp van de huidige consumptiepatronen en waardeketen. Design voor recycle en polymeer recycle technologieën zijn hierbij cruciaal.

 

Binnen 1B1 streeft Zuid naar versterking van het open innovatiesysteem door verdergaande samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen te stimuleren. Daarbinnen wordt ingezet op het versterken van de onderlinge relaties tussen het MKB en kennisinstellingen en grote bedrijven in de topclusters en in de supply chains. Een deelname van het MKB leidt, ceteris paribus, tot hogere uitgaven van onderzoek en ontwikkeling (en dus het inlopen van een deel van de achterstand op de EU2020-doelen hiervoor) en tot meer innovatie die bijdraagt aan inkomen, welzijn en milieu. De projecten die uitgevraagd worden dienen wel aan een bepaald schaalniveau te voldoen en inzicht geven in een businessclass die binnen afzienbare tijd rendabel is. Daarnaast biedt het project echt meerwaarde als het de gehele keten betrekt. Doel van deze programmatische aanpak is om tot een transitie naar een nieuwe procesindustrie te komen en maximale synergie en meerwaarde te creëren voor betrokken bedrijven, kennisinstellingen, overheden en andere betrokken overige partijen.

 

Type begunstigden: Begunstigden zijn het bedrijfsleven en kennisinstellingen in Zuid-Nederland (en daarbuiten met aantoonbare meerwaarde), mits de acties zijn gericht op crossovers. Binnen de activiteiten bij dit specifieke doel kunnen gemeenten, waterschappen en intermediaire organisaties zoals bijvoorbeeld ROM’s een ondersteunende rol vervullen, waarmee ook zij kunnen optreden als begunstigden.

Voorbeelden van acties

  • -

    Het ondersteunen van het MKB in de topclusters bij het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden met grote bedrijven en kennisinstellingen en met MKB-ondernemingen onderling.

  • -

    Ondersteuning voor living labs, proeftuinen e.d. waarin bedrijven en kennisinstellingen samenwerken aan innovaties die bijdragen aan de geïdentificeerde maatschappelijke uitdagingen. Een ideaal project of cluster van projecten omvat een primair domein uit de hoofdlijnen, met een toepassing uit één of meer toepassingsgebieden en maakt gebruik van van één of meer systeemversterkende elementen uit de supporting lines. Proeftuinen zijn het ideale condensatiepunt waarin deze laatste fysiek kunnen samenkomen. Op deze wijze worden de verschillende partners uit de waardeketens optimaal met elkaar verbonden, ontstaat er extra synergie en versnelling en wordt de bijdrage vanuit het programma aan de doelstellingen van OP-Zuid of andere stimuleringsprogramma’s vergroot.

 

  • I.

    De volgende bijlage wordt toegevoegd:

Bijlage 6 Inhoudelijk kader openstelling Maintenance

 

Inhoudelijk kader openstelling Maintenance

Het versterken en verbreden van het Zuid-Nederlandse open innovatiesysteem in crossovers tussen de sector maintenance met de overige sectoren uit de regionale innovatie strategie, met een grotere deelname van het MKB daarin. Zuid-Nederland heeft binnen het topcluster Maintenance vier innovatiehoofdlijnen geïdentificeerd: Maritiem/Water, Infrastructuur & Utilities, Duurzame procesindustrie en Aerospace. Onderstaande figuur geeft de specifieke hoofdlijnen, toepassingsgebieden en supportlijnen weer:

 

 

Binnen 1B1 streeft Zuid naar versterking van het open innovatiesysteem door verdergaande samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen te stimuleren. Daarbinnen wordt ingezet op het versterken van de onderlinge relaties tussen het MKB en kennisinstellingen en grote bedrijven en in de gehele keten. Zuid-Nederland heeft een goede uitgangspositie qua open innovatie en ambieert een positie in de top 3 van meest innovatieve en competitieve regio’s van Europa. Hiertoe staat Zuid voor een aantal uitdagingen, m.n.:

Om als innovatieve regio voorop te blijven lopen, dient Zuid blijvend in te zetten op het versterken van het open innovatie ecosysteem. Het versterken van de positie van het MKB in het innovatiesysteem is noodzakelijk om de basis voor innovatie te verbreden.

 

Beschrijving openstelling Maintenance

In deze onderhavige openstelling wordt gericht op specifieke toepassingsgebieden van het bovenstaande innovatieprogramma. Er zijn 3 toepassingsgebieden geïdentificeerd:

Composiet: onderhoud en gebruik composieten;

Condition based en predictive maintenance: gebruik van IT in maintenance waardoor onderhoud van kritieke (sensorloze) hardware voorspelbaar en onder bepaalde condities kan worden gepleegd. Hierbij kan worden gebruik gemaakt van digital twin, sensoriek, big data, AI, VR en AR technieken. Dit met het oog op lagere onderhoudskosten, alsook nieuwe service business;

Simulatie en robotica: het gebruik maken van simulatie, VR, AR en robotica technieken om invulling te geven aan het onderhoud van de toekomst.

 

Binnen 1B1 streeft Zuid naar versterking van het open innovatiesysteem door verdergaande samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen te stimuleren. Daarbinnen wordt ingezet op het versterken van de onderlinge relaties tussen het MKB en kennisinstellingen en grote bedrijven in de topclusters en in de supply chains. Een hogere deelname van het MKB leidt, ceteris paribus, tot hogere uitgaven van onderzoek en ontwikkeling (en dus het inlopen van een deel van de achterstand op de EU2020-doelen hiervoor) en tot meer innovatie die bijdraagt aan inkomen, welzijn en milieu. De projecten die uitgevraagd worden dienen wel aan een bepaald schaalniveau te voldoen en inzicht geven in een businessclass die binnen afzienbare tijd rendabel is. Daarnaast biedt het project echt meerwaarde als het de gehele keten betrekt.

 

Type begunstigden: Begunstigden zijn het bedrijfsleven en kennisinstellingen in Zuid-Nederland (en daarbuiten met aantoonbare meerwaarde), mits de acties zijn gericht op crossovers. Binnen de activiteiten bij dit specifieke doel kunnen gemeenten, waterschappen en intermediaire organisaties zoals bijvoorbeeld ROM’s een ondersteunende rol vervullen, waarmee ook zij kunnen optreden als begunstigden.

Voorbeelden van acties

  • -

    Het ondersteunen van het MKB in de topclusters bij het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden met grote bedrijven en kennisinstellingen en met MKB-ondernemingen onderling.

  • -

    Ondersteuning voor living labs, proeftuinen e.d. waarin bedrijven en kennisinstellingen samenwerken aan innovaties die bijdragen aan de geïdentificeerde maatschappelijke uitdagingen. Een ideaal project of cluster van projecten omvat een primair domein uit de hoofdlijnen, met een toepassing uit één of meer toepassingsgebieden en maakt gebruik van van één of meer systeemversterkende elementen uit de supporting lines.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel III Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Achtste wijzigingsregeling Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2014-2020

 

’s-Hertogenbosch, 13 november 2018

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

de secretaris

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

Toelichting behorende bij de Achtste wijzigingsregeling Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2014-2020

 

Algemeen

Binnen het Comité van Toezicht en de Stuurgroep OPZuid is een analyse uitgevoerd in hoeverre de technologiegebieden Logistiek, Life Sciences & Health, Biobased en Maintenance worden bediend in de reeds gehonoreerde projecten van het OPZuid. Uit deze analyse is gebleken dat de drie technologiegebieden, Logistiek, Biobased en Maintenance, minder goed zijn vertegenwoordigd in de tot nu toe gehonoreerde projecten.

 

Ten aanzien van het technologiegebied Life Sciences & Health is de Stuurgroep OPZuid van mening dat hier ten gevolge van de tot nu toe toegekende subsidies reeds voldoende beweging in gang is gekomen die aan onze beleidsdoelstellingen tegemoet komt.

 

Op basis van deze uitkomst heeft het Comité van Toezicht op advies van de Stuurgroep OPZuid besloten om de regeling alleen opnieuw open te stellen voor de drie technologiegebieden Logistiek, Biobased en Maintenance. Deze technologiegebieden zijn daarom het uitgangspunt voor het inhoudelijk kader van deze openstelling.

 

Per genoemd technologiegebied is als verbijzondering van het OPZuid-programma een inhoudelijk kader ontwikkeld. Deze kaders zijn als bijlage opgenomen in deze wijzigingsregeling.

 

De openstelling richt zich op projecten waarbij het innovatiesysteem wordt versterkt binnen deze technologiegebieden. Dit kan door de innovatiekracht in de regio Zuid-Nederland (blijvend) te versterken en verbreden.

 

Versterking van het open innovatiesysteem vindt plaats door verdergaande samenwerking in de innovatieketen tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen te stimuleren en ondersteunen.

 

Het open innovatiesysteem wordt verbreed, door enerzijds het MKB te versterken en anderzijds door de relaties tussen MKB-bedrijven onderling en tussen MKB en grote bedrijven en kennisinstellingen te intensiveren.

 

Deze wijze van stimulering draagt zo bij aan een actieve betrokkenheid van het MKB bij projecten ter versterking van het open innovatiesysteem en geeft een vraaggerichte impuls vanuit het MKB. Door een expliciete focus op cross-overs tussen enerzijds de technologiegebieden Logistiek, Biobased en Maintenance en anderzijds de overige technologiegebieden (High Tech, Chemie, Agrofood, Logistiek, Life Sciences & Health, Biobased en Maintenance), is het de verwachting dat automatisch nieuwe netwerken en samenwerkingsverbanden opgezet worden.

 

Ook wordt expliciet getoetst op innovatie, niet zijnde reguliere bedrijfsvoering, en komen enkel sterk vernieuwende activiteiten in aanmerking. Type acties zijn het stimuleren van marktgerichte samenwerking tussen MKB, grote bedrijven en kennisinstellingen, waarin publieke en private R&D-capaciteit met elkaar wordt verbonden en optimaal wordt ingezet om bij te dragen aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Hieronder valt onder meer de gezamenlijke ontwikkeling van living labs, proeftuinen en van nieuwe (gedeelde) voorzieningen en instrumenten voor specifieke innovatietrajecten binnen een topcluster.

 

Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,

 

de voorzitter

drs M.J.A. van Bijnen MBA

 

de secretaris

prof. dr. W.B.H.J. van de Donk

Naar boven